Paris FvdV is een niet commercieel weblog speciaal voor kenners en liefhebbers van de stad Parijs - en voor hen die dat willen worden. Parijs is een stad met een gewichtig verleden, respectabel en gerespecteerd. Het is totaal niet nostalgisch. Parijs is er in geslaagd om, soms op brutale maar altijd op elegante wijze, om te gaan met zijn grootse monumenten. Ze te beschermen en te integreren in de nieuwe dynamiek van de stad. Parijs is een meester op het gebied van herstel en transformatie. U zult er nooit in slagen een volledig overzicht te maken van plekken en verhalen, die allemaal op hetzelfde punt uitkomen en de glorie van deze stad bezingen. toch wil ik een poging wagen. Wekelijks wil ik u niet alleen informeren over wat Parijs nog meer te bieden heeft, maar ook wil ik mijn liefde voor deze stad op u over dragen. In de hoop dat het raakt aan iets wat u herkent of voelt. Ferry van der Vliet.

Privacy verklaring: Indien u weblog Paris FvdV, dat bij Google-Blogger is ondergebracht, leest en reageert op de blogs van Paris FvdV, doet u dat vrijwillig en is uw IP-adres en mailadres - indien u dat vermeld - bekend en wordt opgeslagen. Ook uw schuilnaam waaronder uw reageert wordt opgeslagen. Paris FvdV zal uw gegevens nooit aan derden doorgeven. We houden uw gegevens privé, tenzij de wet of rechtelijke macht ons dwingt uw gegevens aan hen te verstrekken. Datalekken in het systeem vallen onder de verantwoordelijkheid van Google-Blogger. Door weblog Paris FvdV te bezoeken en/of de op of via deze weblog aangeboden informatie te gebruiken, verklaart u zich akkoord met de toepasselijkheid van deze disclaimer. Google gebruikt cookies om services te leveren en verkeer te analyseren dus uw IP-adres en user-agent zijn bij Google bekend, samen met prestatie- en beveiligingsstatistieken om servicekwaliteit te garanderen, gebruiksstatistieken te genereren, misbruik te detecteren en maatregelen te treffen.

maandag 2 november 2015

ALLERZIELEN EN PARIJSE DODENAKKERS

'De la Toussaint à l'Avent,
jamais trop de pluie ou de vent'
'Van Allerheiligen tot adventstijd,
zijn we wind en regen kwijt'

'Geef Allerzielen zonneschijn,
dan zal het spoedig winter zijn'

'Na helder weer, nu sombere mist,
heeft zeker ook nog vorst in de kist'

Parijs is in de ban van Halloween, Allerheiligen en Allerzielen. De maand november, wanneer de stad in de greep is van de herfst. Duizenden bomen kleuren roodbruin en goudgeel. Moedig houden de bladeren stand en ruisen op het ritme van de wind. De grond bezaaid met eikels, kastanjes en eerder gevallen blad. De eeuwige mythe in een alledaagse verschijningsvorm; de melancholiek stemmende bruinrode herfsttinten van het dichte kastanjeloof en verliefde stellen op bankjes, in het openbaar groen. Links en rechts smeedijzeren stoelen met bladderende verf. In de lucht hangt iets ondefinieerbaars dat wel iets weg heeft van de geur die in een theater tussen de coulissen hangt. Het is een bedwelmend parfum van de harmonie om je heen.

Halloween een verbastering van 'Hallows Eve' oftewel Allerheiligenavond
Photo courtesy of Alex Timmermans

Het klinkt misschien gek maar aan het begin van november breng ik het liefst mijn tijd door op een van de vele begraafplaatsen binnen de ringweg van Parijs, want vroeg of laat krijgt iedereen te maken met het mysterie van de dood. De vaak indrukwekkende en vervallen graftombes passen zo mooi bij het decor dat hoort bij Halloween, Allerheiligen en Allerzielen. Nou denkt iedereen dat Halloween is overgewaaid uit de Verenigde Staten. Maar niets in minder waar, wel de commercie er om heen. Het is van oorsprong een Keltische viering. De Kelten vierden oudjaar op 31 oktober. Ze geloofden dat slechte geesten op die dag verdreven moesten worden. Halloween is dan ook een verbastering van 'Hallows Eve' oftewel Allerheiligenavond.

Allerzielen werd voor het eerst gevierd in een Franse Benedictijnenabdij in 998 gelegen bij de plaats Cluny, ongeveer 90 kilometer ten noorden van Lyon. De abdij werd in 909 of 910 gesticht door Willem I van Aquitanië, hertog van Aquitanië en graaf van Mâcon, bijgenaamd Willem de Vrome. Volgens de overlevering was het Odilo van Cluny, abt van Cluny, die in 998 besloot dat de overleden gelovigen herdacht moesten worden. Hij was daarmee de grondlegger van het kerkelijke feest van Allerzielen, dat echter pas in de 14e eeuw in de gehele Latijnse Kerk werd ingevoerd. Allerheiligen en Allerzielen staan aan het begin van de maand november omdat dan ook de natuur afsterft. Men zag het als een soort 'liturgische herfst' die samenviel met de oogsttijd. Allerheiligen wordt in het Frans La Toussaint genoemd en voor Allerzielen kent met meerdere vertalingen zoals la fête des Trépassés, le Jour des Morts, of commémoration des fidèles défunts. Vaak plaatsen de nabestaanden bloemen op het graf. In veel parochies is het gebruikelijk dat, als er een parochiaan uit de kerk wordt begraven, er een kruisje wordt opgehangen met daarop de naam van de overledene. Op de eerstvolgende Allerzielen komt de familie van de overledene naar de mis om het kruisje in ontvangst te nemen. Allerzielen is volgens de katholieken dan ook een dag om speciaal te bidden voor alle zielen die nog niet in de hemel zijn, maar in het vagevuur. Maar vaak dient het ook om het gedachtegoed en de betekenis van de overledenen levend te houden. De doden niet verzwijgen maar vieren om wie ze waren en wat ze te vertellen hebben.

Ode aan Jim Morrison door een anonieme fan

En waar komt dat mooier tot zijn recht als op de dodenakkers van Parijs, verstild en tijdloos. Waarbij schoonheid en verval, grafkunst en grafkitsch hand in hand lijken te gaan. Parijs kent 15 kerkhoven binnen de périphérique, oases van rust en schoonheid. Eindeloze rijen van grafkapellen met prachtige bronzen deuren en glas in lood. Bemoste granieten grafzerken, afgewisseld met glanzend marmeren grafstenen, waar het verdriet nog voelbaar is. Grafkelders, bewaakt door de mooiste beelden, vaak van wenende vrouwen, uitgevoerd in marmer of brons of gewoon uitgehouwen in steen. Boven aan de deur van deze 'minikerkjes' staat de naam van de familie gegraveerd. Soms staat de deur gewoon op een kier of kun je door de kleine raampjes naar binnen gluren. Een stoffig interieur met een klein altaar, altijd voorzien van een kruisbeeld, omgevallen kandelaars en twee vergane bidstoeltjes. In een vaas een verwelkt boeket of plastic rozen.

Marmeren grafkelders bewaakt door beelden van wenende vrouwen

De dodenakkers van Parijs kennen een macabere geschiedenis. Ik neem u even terug in de tijd, toen onder het bewind van Filips II in het jaar 1183, de eerste markthallen van Parijs werden gebouwd, aan de rand van het Cimetière des Innocents. Tweeëntwintig parochies borgen er hun doden. Het had de bijnaam van 'mange-chair', vleeseter, omdat de lichamen, zo ging het verhaal, er in een mum van tijd tot ontbinding overgingen. In een gat van tientallen meters diep, ingesloten tussen hoge muren, werden de lijken op elkaar gestapeld met een dun laagje zand erover, gewoon in de open lucht. Vijf eeuwen lang hing hier een lijkenlucht, afgewisseld met de geuren van kruiden en verse groenten.

Rond 1780, toen de lijken twee meter boven straatniveau lagen opgestapeld, werd besloten om de beenderen en overblijfselen te vervoeren naar de catacomben van Denfert-Rochereau. Voor het 'vervoer' van de bijna twintigduizend karretjes gevuld met beenderen had men drie jaar nodig. Dag en nacht trok een bonte stoet door de straten van Parijs over de Seine naar de steengroeven van Tombe Issoire, nu het 14e arrondissement. Op 21 februari 1801 besluit het Parijse stadsbestuur dat geen enkele stadsbegraafplaats meer mag worden gebruikt. De regenten laten drie nieuwe begraafplaatsen openen, allen buiten de stadsmuren. Een in het noorden op de Mont Martis, een in het zuiden op de Mont Parnasse en een in het oosten op het oude domein van Mont Louis.  In 1804 worden de eerste doden begraven in het oosten van Parijs op Père Lachaise. Op 25 juli 1824 volgde de eerste teraardebestelling in het zuiden op het kerkhof van Montparnasse en 1 januari 1825 opende het Cimetière de Montmartre officieel Cimetière du Nord. Andere gebruikte namen voor dit kerkhof waren Cimetière des Grandes-Carrières en Cimetière de la Barrière-Blanche. Maar de stadsplanologen bleken niet gezegend te zijn met een vooruitziende blik. Parijs breidt zich uit en een eeuw later liggen de drie kerkhoven opnieuw in de stad om nooit meer weg te gaan; 'de levenden halen zo de doden weer in'.

"Wees welkom, gij stervelingen. Heden ik, morgen gij"

Een luguber verhaal dat past bij de huidige sferen van Halloween is, dat aan het begin van de negentiende eeuw de lijken nog steeds zonder kisten in de grond werden gestopt en de grond op de begraafplaats was, vooral in de herfst, tè vochtig. De vers gegraven kuilen waren regelmatig gevuld met grondwater zodat het lijk in een plas water belandde waardoor schuimig ontbindingswater aan de oppervlakte kwam. Daardoor leek het of de doden door de drassige grond uit kun graven kwamen gisten. De problemen van de lugubere woekeringen werden pas definitief opgelost toen in de tweede helft van de negentiende eeuw àlle doden in een kist begraven werden en de graven voor de teraardebestelling werden leeggepompt.

Verstild en tijdloos

Wandelen over de Parijse dodenakkers is meer dan een ontdekkingstocht van versteend verdriet. Alle graven hebben zo hun eigen verhaal. De een leeft voort door zijn schilderkunst, films, boeken en muziek. De ander blijft in herinnering, bekend of onbekend. De bloemen en kleine gedenksteentjes geven aan dat zij in ieder geval niet onopgemerkt zijn gebleven. Bovendien krijgt het nog een extra dimensie voor diegene die gevoelig is voor grafsymboliek.  Op de eerste plaats is er natuurlijk het kruis symbool van dood en verlossing. Een engel wordt vaak gezien als de aanzegger van de dood of van wederopstanding. Een opengeslagen boek verwijst naar de bijbel, maar een boekenlegger in het boek geeft aan dat de overledene voortijdig uit het leven is weggenomen. De schelp als teken van vruchtbaarheid en liefde, een anker van standvastigheid en trouw en een fakkel is het symbool van vrijzinnigheid. Wenende vrouwen wijzen op het verdriet van geliefden en bewonderaars en een geknakte zuil is vaak een aanduiding van een plots afgebroken leven. Een boven het graf geplaatste lege sarcofaag onderstreept de rijkdom en het maatschappelijk belang van de dode.  Behalve christelijke symbolen zijn er ook veel joodse graven te vinden elk met hun eigen beeldtaal.  De kleine steentjes,  ten teken dat men er is geweest en de doden heeft herdacht, vind je op vele joodse graven. Het is een gebruik uit de woestijn. Nomaden accentueren hun graven met een hoopje stenen. In Bijbelse tijden werden geen grafstenen gebruikt; graven werden gemarkeerd met hopen stenen, dus door deze te plaatsen (of te vervangen), verzekerde men het voortbestaan van de begraafplaats. Briefjes tussen de stenen bevatten vaak vrome wensen.

Verlaten maar niet vergeten, een anonieme groet

De vijftien begraafplaatsen liggen allemaal in de buitenste arrondissementen respectievelijk in het 12e, 14e, 15e, 16e, 17e, 18e, 19e en het 20e.
In het 18e arrondissement, Butte-Montmartre, liggen zelfs drie begraafplaatsen die de moeite van een bezoek waard zijn. Het cimetière Montmartre, deze begraafplaats ten westen van de Butte Montmartre, vond een natuurlijk onderkomen in een oude gipsgroeve, waardoor ze iets lager ligt dan het straatniveau. Juist door haar ligging diende deze plek vooral om artiesten te begraven die actief waren op en rond de ‘butte’. Meest bekende graven zijn die van de componist en schrijver Berlioz (1803-1869), zangeres Dalida (1933-1987), kunstschilder Degas (1834-1917), wetenschapper Foucault (1819-1868), danser Vaslav Nijinsky (1889-1950) en schrijver Alexandre Dumas junior (1824-1895). Oorspronkelijk lag ook schrijver Emile Zola hier begraven, vóór dat zijn stoffelijke resten in 1908 werden verplaatst naar het Panthéon. Émile Zola stierf, onverwacht, in Parijs op 29 september 1902 in zijn woning aan de Rue de Bruxelles door koolmonoxidevergiftiging. Zijn lege graf is nog altijd te bezichtigen in divisie 19. In een van de schilderachtigste straatjes van la Butte, de rue Vincent ligt de pittoreske begraafplaats cimetière Saint-Vincent, waar onder andere de kunstschilder Maurice Utrillo (1883-1955) is begraven.
Het Calvaire kerkhof, aan de noordzijde van de kerk van Saint-Pierre de Montmartre, is helaas voor het publiek gesloten. Geopend op slechts één dag in het jaar, 1 november Allerheiligen, kun je de nog 87 aanwezige graven bekijken. Met een oppervlakte van ongeveer 600 m², is dit de kleinste van de Parijse begraafplaatsen. In 1831 werd het definitief gesloten in verband met de oprichting van de begraafplaats Saint-Vincent door de gemeente Montmartre. Belangrijke namen die hier begraven liggen zijn: Le Duc de Crillon, naamgever van het beroemde vijfsterren hotel, l'Hôtel de Crillon aan de place de la Concorde. Felix Desportes, de eerste burgemeester van Montmartre, en de familie Debray, eigenaars van 10 molens op Montmartre. Het graf is dan ook zeer herkenbaar door de plaatsing van een een windmolen.

Eens de sterren van het witte doek

De bekendste kerkhoven van Parijs zijn natuurlijk die van Père Lachaise in het 20e arrondissement en cimetière du Montparnasse in het 14e. Maar een jaartje of zo geleden ontdekte ik in de schaduw van de Eifeltoren een voor mij onbekende dodenakker. Verscholen achter hoge muren, verheven boven place du Trocadéro ligt de kleine begraafplaats van Passy; de cimetière de Passy. Bekende personen die hier begraven liggen zijn o.a. Bảo-Dại (1913-1997), laatste keizer van Vietnam, Claude Debussy (1862-1918), componist, Édouard Manet (1832-1883), kunstschilder, Fernandel (1903-1971) de Franse komiek en Leila Pahlavi (1970-2001), die in 2001 een einde maakte aan haar leven, in een Londense hotelkamer. Zij was de dochter van de Sjah van Iran en ligt begraven in de buurt van haar grootmoeder Farideh Diba. Dit kerkhof werd geopend in 1820 en werd al snel de necropool van de aristocratie.

Voor Leila Pahlavi is het altijd Allerzielen. Haar graf bedolven onder bloemen

Als afsluiting neem ik u nog even mee naar een buitenwijk van Parijs, namelijk naar Asnières sur Seine. Aan de noordwestkant van Parijs, langs de Seine, ligt het oudste dierenkerkhof ter wereld. Ik moet u eerlijk bekennen, zelfs ik kende deze plek niet maar dit bijzondere dierenkerkhof bestaat sinds 1899. Het was dan ook letterlijk en figuurlijk hondenweer toen ik  een bezoek bracht aan het 'Cimetière Animalier' beter bekend als het 'Cimetière des Chiens'. Het hele weekend regende het al pijpenstelen en ik besloot het kerkhof te bezoeken op mijn terugweg naar huis.

Politiehonden Dora en Papillon, omgekomen bij het uitvoeren van hun plicht

U kunt het beste metrolijn 13 nemen naar het metrostation Gabriel Péri-Asnières-Gennevilliers. De dierenbegraafplaats ligt op loopafstand van het metrostation, onder de Pont de Clichy op een langgerekte strook direct aan de Seine. Dit kerkhof, kwam er op initiatief van de Parijse journaliste en dierenliefhebster Marguerite Durand. In het begin was dit het dierenkerkhof voor de Parijse elite, niet alleen voor huisdieren, waaronder honden en katten, maar ook voor konijnen, paarden en ezels. In 1958 werd hier het veertigduizendste kadaver ten grave gedragen.

Barry, de Sint Bernardshond, die zelf tragisch om het leven bij het redden van 40 mensenlevens

Onder het merendeel van de grafstenen liggen echter honden begraven, waaronder de bekendste TV-hond (na Lassie) Rin Tin Tin. Een plaquette herdenkt Barry, de Sint Bernardshond, die zelf tragisch om het leven kwam tijdens een reddingsoperatie waarbij hij 40 mensenlevens redde. Een andere getuige van de relatie tussen mens en dier is het monument, opgericht in 1912, ter nagedachtenis aan alle politie reddingshonden, waaronder Dora en Papillon, omgekomen bij het uitvoeren van hun plicht. Vertederend is het graf van de kat Kroumir, van de beroemde Franse journalist en politicus Henri De Rochefort, waarvan verteld wordt dat ze uit verdriet vier dagen na haar meester stierf.

Bij elk afscheid wordt een herinnering geboren


Cimetière Montmartre, avenue Rachel 20, 18e arrondissement, métro: Blanche or Place de Clichy.
Cimetière Saint-Vincent, rue Lucien Gaulard 6, 18e arrondissement, métro Lamarck Caulaincourt
Cimetière de Passy, rue du Commandant Schlœsing 2, 16e arrondissement, métro Trocadero.

Cimetière des Chiens et Autres Animeaux Domestiques, Pont de Clichy 4, Asnières sur Seine, métro Gabriel Péri - Asnières Gennevilliers. Openingstijden 10.00 uur tot 16.30 uur (zomers tot 18.00 uur) Entree € 3,50 inclusief plattegrond. Gesloten op maandag en feestdagen.

4 opmerkingen:

  1. Een reactie die ik mocht ontvangen op mijn Facebook pagina van Andy Arnts, schrijver van het boek 'Parisiennes herken je aan hun benen': " Mooi om deze bijdrage op Allerzielen te plaatsen. Ik heb volstrekt niks met Halloween, maar des te meer met Allerheiligen en Allerzielen. En wat de Parijse begraafplaatsen betreft: in een dorp of op het platteland kun je sterven, maar in Parijs blijft een dode voortleven. In Parijs heerst het leven, waarvan de dood slechts een zwijgzame variant is".

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Reacties van Nederlanders wonende in Frankrijk op Nederlanders.Fr

    Reactie van christian-le-bricoleur
    Misschien overbodig te zeggen, maar toch: Ferry van der Vliet heeft hier weer meesterlijk een sfeer geschetst.

    Reactie van Louise
    Op de binnenplaats van de kerk Saint Severin in het quartier Latin, was zo'n 'charnier' en vind je nog de ossuaires (knekelhuisjes). Daar werden in eerste instantie de overgebleven botjes uit het massagraf opgestapeld. Toen er geen plaats meer was werden ze naar de Catacomben overgeplaatst. In de 17e eeuw werden de ossuaires omgebouwd tot woningen voor de priesters. Op dezelfde binnenplaats werd de de eerste chirurgicale operatie (nierstenen) uitgevoerd in 1474 op een ter dood veroordeelde. De operatie was gelukt en de veroordeelde kreeg gratie...

    BeantwoordenVerwijderen