Paris FvdV is een niet commercieel weblog speciaal voor kenners en liefhebbers van de stad Parijs - en voor hen die dat willen worden. Parijs is een stad met een gewichtig verleden, respectabel en gerespecteerd. Het is totaal niet nostalgisch. Parijs is er in geslaagd om, soms op brutale maar altijd op elegante wijze, om te gaan met zijn grootse monumenten. Ze te beschermen en te integreren in de nieuwe dynamiek van de stad. Parijs is een meester op het gebied van herstel en transformatie. U zult er nooit in slagen een volledig overzicht te maken van plekken en verhalen, die allemaal op hetzelfde punt uitkomen en de glorie van deze stad bezingen. toch wil ik een poging wagen. Wekelijks wil ik u niet alleen informeren over wat Parijs nog meer te bieden heeft, maar ook wil ik mijn liefde voor deze stad op u over dragen. In de hoop dat het raakt aan iets wat u herkent of voelt. Ferry van der Vliet.

Privacy verklaring: Indien u weblog Paris FvdV, dat bij Google-Blogger is ondergebracht, leest en reageert op de blogs van Paris FvdV, doet u dat vrijwillig en is uw IP-adres en mailadres - indien u dat vermeld - bekend en wordt opgeslagen. Ook uw schuilnaam waaronder uw reageert wordt opgeslagen. Paris FvdV zal uw gegevens nooit aan derden doorgeven. We houden uw gegevens privé, tenzij de wet of rechtelijke macht ons dwingt uw gegevens aan hen te verstrekken. Datalekken in het systeem vallen onder de verantwoordelijkheid van Google-Blogger. Door weblog Paris FvdV te bezoeken en/of de op of via deze weblog aangeboden informatie te gebruiken, verklaart u zich akkoord met de toepasselijkheid van deze disclaimer. Google gebruikt cookies om services te leveren en verkeer te analyseren dus uw IP-adres en user-agent zijn bij Google bekend, samen met prestatie- en beveiligingsstatistieken om servicekwaliteit te garanderen, gebruiksstatistieken te genereren, misbruik te detecteren en maatregelen te treffen.

donderdag 30 maart 2017

GRANDE GALERIE DE L'ÉVOLUTION PARIS

Deze bijzondere plek in Parijs wordt omgeven door straten die namen dragen als rue Geoffroy Saint-Hilaire, Rue Cuvier, Quai Saint-Bernard en rue Buffon. Aan de oostzijde, langs de Seine, ligt een van de mooiste groene ruimtes van Parijs. Een oase van bosjes, gazons, een rosarium met meer dan 300 soorten rozen en slingerende paden langs eeuwenoude bomen waaronder een honingboom (Sophora Japonica) uit 1747; de Jardin des Plantes.  Dit park, is op zijn manier een erfenis van de pracht en praal van de monarchie. Het is gewijd aan de wetenschap en heeft dientengevolge eeuwigheidswaarde. Hendrik de IV koesterde al de wens, om op één plek alles te laten samenbrengen wat men kende aan al dan niet zeldzame planten en boomsoorten met medicinale, industriële en culinaire toepassingen. Hendriks plan werd gerealiseerd door zijn zoon Lodewijk XIII, die de 'Koninklijke tuin voor geneeskrachtige planten' liet aanleggen. In de hoogtij dagen van de handel met Holland kweekte men hier de eerste bolgewassen van Frankrijk. Kort na 1600 begonnen de prijzen van tulpenbollen te stijgen. Franse hofdames betaalden honderden guldens voor een tulpenbloem, die zij op een galabal in hun decolleté droegen. In die tijd kostte één enkele tulpenbol van een populaire soort 1000 gulden, terwijl het gemiddelde jaarinkomen op 150 gulden lag. De Tulpenmanie was een hausse in de tulpenhandel die rond 1634 opkwam en waaraan begin februari 1637 een abrupt einde kwam.

Aan de oostzijde, langs de Seine, ligt een van de mooiste groene ruimtes van Parijs: De Jardin des Plantes

Het initiatief voor de tuin werd genomen in 1626 en ze is pas in 1640 opengesteld voor het publiek. De oorspronkelijke bedoeling van het park was om de studenten farmacie en geneeskunde de gelegenheid te geven de kruiden- en plantenleer in de praktijk te kunnen bestuderen; een idee van de lijfartsen van Lodewijk XIII. In de 17e en 18e eeuw werden botanisten voortdurend naar de meest ver gelegen landen gestuurd om de collectie van de 'Jardin Royal des herbes médicinales' te verrijken met de meest exotische planten. Tot die reizigers behoorden onder andere de drie broers Jussieu, naar wie het quartier rond deze botanische tuin werd vernoemd.

In 1707 werd de toen 32 jarige Georges Louis Leclerc, Comte de Buffon, beheerder van de Jardin des Plantes. Buffon liet de tuin reorganiseren en door zijn toedoen kreeg de 'Jardin' een belangrijke functie in de wetenschappelijke wereld. Na de revolutie kreeg de tuin een nieuwe bestemming als Musée d'Histoire Naturelle en werd uitgebreid met een dierentuin (een van de oudste ter wereld en een creatie van Bernardin de Saint-Pierre) waar de dieren uit de Koninklijke menagerie in Versailles werden samengevoegd met de beesten uit de inmiddels verboden rondtrekkende dierenshows van kermisklanten. We praten hier over het jaar 1793. En dan te bedenken dat onlangs een verbod is aangenomen voor het werken met wilde dieren in circussen. De dierentuin was zo populair dat de komst van de giraffe, de eerste op Franse bodem, een groot spektakel werd, dat 600.000 Parijzenaars trok.

'Les Grande Serres' tonen de flora van het regenwoud, een woestijn en een verbazende diversiteit Nieuw- Caledonische flora

Het dier was een geschenk van de Pascha van Egypte aan Karel X.  De giraffe kwam per boot aan in Marseille en liep aan de hand van zijn Egyptische oppas Atir, op zachte pootjes heel Frankrijk door naar Parijs. Atir gaf hem te eten, borstelde hem, gaf hem te eten, borstelde hem opnieuw en opnieuw.....om toch iets om handen te hebben. Vandaar dat de Franse uitdrukking; 'peigner la giraffe', de giraf kammen zoiets betekent als geen klap uitvoeren. De giraffe leefde, mede dankzij de goede verzorging van Atir, nog 18 jaar en staat nu opgezet in het cabinet d'Histoire Naturelle.

In 1830 werden de prachtige kassen gebouwd onder leiding van Hector Horeau. Deze statige art-deco serres zijn in 2010 geheel gerenoveerd. Ze vormen een van de hoogtepunten van de Jardin des Plantes en worden beschouwd als vroege en toonaangevende voorbeelden van ijzer- en glasconstructie.  Les Grande Serres tonen de flora van het regenwoud, een woestijn en een verbazende diversiteit Nieuw- Caledonische flora.

De 'Galerie de Paléontologie  et d'Anatomie comparée' werd ingehuldigd in 1898

Drie majestueuze met bomen omzoomde lanen leiden elegant de weg naar het Musée d'Histoire Naturelle. Langs de laan drie gebouwen: Het eerste gebouw is 'Galerie de Paléontologie  et d'Anatomie comparée' (paleontologie en vergelijkbare anatomie), een grote gewelfde hal met duizenden dierenskeletten. Het tweede gebouw 'Galerie de Botanique' (botanische galerie) en het derde de onlangs gerestaureerde 'Galerie de Minéralogie et de Géologie' (mineralengalerie).

Het gebouw en het interieur zijn een absolute must om te gaan bekijken bovendien maakt u een reis van 540 miljoen jaar

De 'Galerie de Paléontologie  et d'Anatomie comparée' werd ingehuldigd in 1898, als onderdeel van de Exposition Universelle van Parijs van 1900 en was de creatie van de hoogleraren Jean Albert Gaudry (hoogleraar paleontologie), Georges Pouchet (hoogleraar vergelijkende anatomie) en Ernest Hamy (professor in de antropologie). De collecties kwamen voort uit de grote expedities van de reizigernaturalisten van de 18e en 19e eeuw en van de Ménagerie (dierentuin) van de Jardin des Plantes. De galerie van de vergelijkende anatomie omvat bijna duizend skeletten. Het opmerkelijke gebouw werd ontworpen door de architect Frederic Dutert en bestaat uit twee verdiepingen, met een oppervlakte van ongeveer 2500 vierkante meter. De grootste galerie is opgebouwd uit steen en metaal met een lengte van bijna 80 meter en heeft versierde gevels voorzien van beeldhouwwerken geïnspireerd door natuurkenners en grote ramen die een zee van natuurlijk licht bieden. Het gebouw en het interieur zijn een absolute must om te gaan bekijken bovendien maakt u een reis van 540 miljoen jaar. De vloer kraakt onder je voeten. De etalages bekleed met inmiddels verschoten fluweel, zijn voorzien van glazen potten vol met organen en beplakt met de hand geschreven etiketten. De skeletten in het midden van de zaal lijken de zwaartekracht te trotseren. 

Het opmerkelijke gebouw werd ontworpen door de architect Frederic Dutert en bestaat uit twee verdiepingen

We lopen verder naar de zuidwestelijke ingang van de Jardin des Plantes, aan de rue Geoffroy Saint-Hilaire 36. Daar bevindt zich de hoofdingang van het muséum National d'Histoire Naturelle met daarin het hoogtepunt van dit museum: De Grande Galerie de l'Évolution. In 1965 leidde het gebouw een kwijnend bestaan en werd deze bouwvallige galerij gesloten. In 1994, na een restauratie van jaren, werd het gebouw opnieuw geopend door de toenmalige President François Mitterand. Geheel gerenoveerd onder leiding van de architecten die ook verantwoordelijk waren voor de bouw van het ministerie van Financiën te Bercy (aan de overkant van de Seine). Het resultaat is spectaculair, en dat maakt dat dit deel van het museum nu een must is voor iedereen. De bezoekers komen binnen op de benedenverdieping, daar begint de onderzeese wereld. Niet te missen is het 16,5 meter lange skelet van een walvis.

De Grande Galerie de l'Évolution

Gelukkig is tijdens de renovatie de indrukwekkende oude metalen constructie van het gebouw uit 1872, een schepping van de architect Jules André, behouden gebleven en schitterend in het nieuwe ontwerp vervlochten. In de hoge ruimtes van het museum met zijn rondlopende galerijen wordt de bezoeker geïnformeerd over de veelzijdigheid van het leven op aarde, gebruikmakend van computergestuurde interactieve media. Suggestieve klankinstallaties simuleren verschillende weersomstandigheden zoals regen, onweer en storm. Dierengeluiden geven de bezoeker het gevoel te wandelen in de Afrikaanse savanne of in het Amazone regenwoud. Deze 'Son et Lumière' duurt ongeveer 75 minuten, de gemiddelde tijdsduur van een bezoek. Glazen liften brengen je naar de hoogste galerijen van waaruit je een prachtig uitzicht hebt op de dieren, die als het ware zo uit de Ark van Noah komen. Hier wordt wetenschap op een bijzondere levendige manier verpakt en dat maakt dit museum interessant voor jong en oud.

In de hoge ruimtes van het museum met zijn rondlopende galerijen wordt de bezoeker geïnformeerd over de veelzijdigheid van het leven op aarde

In het midden van de fraai verlichte Grande Galerie een lange kudde van opgezette dieren, voorstellend verschillende klimaten te land. Van de warmste (met zebra's giraffen, buffels en antilopen) tot de aller koudste (ijsberen). De apen en vogels vertegenwoordigen het tropisch regenwoud. Voor de restauratie van het museum hebben taxidermisten ruim 7000 dieren opnieuw gevuld, afgestoft en gerepareerd. Een klus die ruim drie jaar geduurd heeft. Verschillende dieren kennen een bijzondere historie: De Aziatische olifant die de rij dieren voorafgaat, komt oorspronkelijk uit de Parijse dierentuin. Siam, de naam van de olifant werkte eerst in Circus Knie in Zwitserland, speelde in diverse films en eindigde in de dierentuin van Vincennes. Hij woonde er van 1964 tot 1997. De majestueuze Masai giraffe werd gedood tijdens een jacht ergens tussen Kenia en Soedan en was een geschenk van de Hertog van Orléans in het begin van 1920. De andere giraffen zijn allen geboren en gestorven in de dierentuin van Vincennes. De andere Afrikaanse olifant is een geschenk van Baron de Rothschild.

De Afrikaanse olifant is een geschenk van Baron de Rothschild, de Aziatische olifant komt van Circus Knie

Vandaag de dag komen de meeste dieren uit dierentuinen. Het verwerven van de dieren en het opzetten kost gemiddeld 50.000 euro. Kiki, de mannelijke reuzenschildpad, kwam oorspronkelijk uit de Seychellen, geboren omstreeks 1873 en overleden in de menagerie van de Jardin des Plantes in 2009. Er is zelfs een tijger met een Nederlands tintje, geboren in de dierentuin van Rotterdam in 1973 en in 1989 in de Parijse zoo overleden. Het oudste opgezette dier is een Indische neushoorn die in 1170 werd geschonken aan Lodewijk XV. Het dier werd opgesloten in de dierentuin van Versailles maar stierf uiteindelijk drie jaar later. Dieropzetters gingen aan de slag met middelen die zij toen hadden: vier tafelpoten voor de poten en twee bodems van een vat voor het lijf. Hierover werd de huid van het dier getrokken en met olieverf bijgewerkt. Het is nog steeds de eerste opgezette neushoorn ter wereld.

Niet alleen de hoorns van de levende neushoorn zijn gewild

Wat weinigen weten en ook niet ontdekken zijn de twee majestueuze historische trappenhuizen die ook voor het publiek zijn geopend. Gerestaureerd in 1990. Geflankeerd door een reeks van 27 bustes voorstellend de belangrijkste naturalisten van het museum. Neem de klapdeuren op de verschillende galeries. Achter deze deuren aan de linkerzijde bevinden zich de monumentale trappenhuizen die u weer brengen naar de verschillende etages.

Bij de uitgang wacht je rechts de allée Haüy op de hoek van de rue Geoffroy Saint-Hilaire en de rue Daubenton nog een verrassing. Thee drinken op de binnenplaats van de grote Moskee van Parijs. In Moorse stijl en gebouwd tussen 1922 en 1926. Het Alhambra in Granada stond model voor de binnenplaats voorzien van zuilen, bogen en fraaie faiences. Toegegeven, het Moors café is helaas het slachtoffer van zijn eigen succes maar het gebak, de zoetigheden en de muntthee zijn niet te versmaden en absoluut een zonde waard. Thee en gebak vanaf €2

Thee drinken op de binnenplaats van de grote Moskee van Parijs, in Moorse stijl

Muséum National d'Histoire Naturelle - Grande Galerie de l'Évolution, rue Geoffroy Saint-Hilaire 36, 57, 5e arrondissement, métro Gare Austerlitz, Jussieu, Censier-Daubenton. Gesloten op dinsdag. Geopend overige dagen van 10.00 uur tot 17.00 uur. Entree € 9

De Ménagerie Jardin des Plantes (oudste dierentuin van Frankrijk), rue Cuvier 57, 5e arrondissement, métro Gare Austerlitz, Jussieu, Censier-Daubenton. Dagelijks geopend van 27 oktober 2014 to 8 februari 2015 van 09:00 uur tot 17.00 uur. van 9 februari - 8 maart 2015 van 09:00 uur tot 17.30 uur en van 09-22 maart 2015 van 09:00 - 18.oo uur. Vanaf 23 maart 2015 : door de week van 09:00 - 18.oo uur en op zon- en feestdagen van 9.00 uur - 18.30 uur. Entree €13

Grandes Serres, rue Cuvier 57, 5e arrondissement, métro Gare Austerlitz, Jussieu, Censier-Daubenton. Gesloten op dinsdag.
Geopend overige dagen van 10.00 uur tot 18.00 uur. Entree € 6

Galerie de Paléontologie et d'Anatomie comparée, hoofdingang Rue Bufon 2, 5e arrondissement, métro Gare Austerlitz, Jussieu, Censier-Daubenton. Gesloten op dinsdag.

Geopend overige dagen van 10.00 uur tot 17.00 uur. Entree € 7

donderdag 23 maart 2017

HET GROTE PARFUM MUSEUM VAN PARIJS

Parfum zit duidelijk in het dna van Frankrijk, een peiler van de geschiedenis en onmisbaar in onze manier van leven of zoals de Fransen zo mooi zeggen l'art du vivre'. Het bepaalt je persoonlijkheid, het intrigeert maar vooral het fascineert. Het ontbrak alleen nog aan een symbolische plek in Parijs waar je op ontdekking kunt gaan naar waar de geuren vandaan komen, welke geur het beste past bij jou en welke 'neus' er achter jouw favoriete geur schuil gaat. Op 16 december 2016 opende Anne Hidalgo, burgemeester van Parijs, 'Le Grand Musee du Parfum'.

Sinds december 2016 is Parijs weer een Parfum Museum rijker

Het museum is gevestigd in een herenhuis aan de rue du Faubourg Saint-Honoré 73, in het chique achtste arrondissement. Enkele meters verwijderd van het Élysée, de ambtswoning van de Franse president, het Hôtel Matignon, de woning van de Franse Premier en tegenover het vijf-sterren hotel 'Le Bristol'. Het pand draagt de sporen van het rijke Franse leven, door de eeuwen bewoond door illustere personen waar-onder; Antoine-Marie Baron Roederer (1782-1865), een Franse prefect van het eerste keizerrijk. De kunstenaar Étienne Moreau-Nélaton (1859-1927), waar-naar het 'hôtel' is vernoemd en onlangs was het de residentie van Christian Lacroix, een van Frankrijks grootste modeontwerpers.

Een wandeling met een luchtje
Het is vrijdag 10 januari 2017 en ik ben op weg naar het nieuwe museum midden in het centrum van de macht van Frankrijk waar wrang genoeg vaak een geurtje aankleeft. Maar toch maak ik even een tussenstop bij het metrostation Châtelet les Halles om mij te verplaatsen in de wereld van Jean-Baptiste Grenouille, de hoofdpersoon uit het fascinerende boek Het Parfum van Süskind. Via Sortie 4 kom ik uit bij de Fontaine des Innocents aan de rue Berger waarin de vroegere rue aux Fer is opgenomen. Hier was vroeger de Parijse vismarkt, waar achter een walmende viskraam op 17 juli 1738 Grenouille wordt geboren en door zijn ongehuwde moeder voor dood wordt achtergelaten tussen het visafval.

De entree van het museum aan de rue du Faubourg Saint-Honoré 73

De voedselmarkt lag aan de rand van het Cimetière des Innocents. Tweeëntwintig parochies borgen hier hun doden. Het had de bijnaam van 'mange-chair', vleeseter, omdat de lichamen, zo ging het verhaal, er in een mum van tijd tot ontbinding overgingen. In een gat van tientallen meters diep, ingesloten tussen hoge muren, werden de lijken op elkaar gestapeld met een dun laagje zand erover, gewoon in de open lucht. Vijf eeuwen lang hing hier een lijkenlucht afgewisseld met de geuren van kruiden en verse groenten. Rond 1780, toen de lijken twee meter boven straatniveau lagen opgestapeld, werd besloten om de beenderen en overblijfselen te vervoeren naar de catacomben van Denfert-Rochereau. Voor het 'vervoer' van de bijna twintigduizend karretjes gevuld met beenderen had men drie jaar nodig. Dag en nacht trok een bonte stoet door de straten van Parijs over de Seine naar de steengroeven van Tombe Issoire, nu het 14e arrondissement.

Op de begane grond de boekenwinkel en de concept store

Grenouille wordt overgedragen aan de min Jeanne Bussie uit de rue Saint Denis. De voedster die het ventje aan de borst krijgt houdt het niet lang met hem uit, hij is te gulzig en je ruikt hem niet. De onmiskenbare geur van zuigelingen ontbreekt. Hij moet wel van de duivel bezeten zijn. Na enkele weken brengt ze het kind bij pater Terrier in het klooster Saint-Merri omdat de bastaard haar tot op het merg uitzuigt.
De gevel Saint-Merri vormt nu een kleurrijk contrast met de Stravinsky fontein aan de place Igor Stravinsky naast het Centre Georges Pompidou. (de rue Berger volgen die overgaat in de rue Aubry le Boucher en vervolgens alsmaar recht door in de rue Saint Merri)

Uitleg in twee talen over de historie van het parfum

We nemen de rue du Renard (rechts) richting de place de Hôtel de Ville de vroegere place de Grève. Grenouilles moeder bekent dat ze 'het ding' beslist had laten creperen zoals ze dat ook met vier anderen heeft gedaan. Ze wordt wegens veelvoudige kindermoord op de place de Grève door de guillotine onthoofd. Pater Terrier krijgt het gevoel dat de kleine Grenouille hem met de neus bekijkt. Opeens vindt hij dat hijzelf stinkt en krijgt een enorme afkeer van Grenouille en brengt hem onder bij Madame Gaillard, die zelf niet kan ruiken omdat zij vroeger door haar vader met een pook op de neus is geslagen. Als de kleine Grenouille acht jaar is laat ze hem achter voor vijftien franc bij leerlooier Grimal.

Diep onder de grond ontdekt u de wereld van Jean-Baptiste Grenouille

We lopen nu richting de Seine en volgen de Seine aan de rechterzijde tot aan de pont au Change, toen nog aan beide zijden bebouwd met huizen van vier verdiepingen. Hier bevond zich de winkel van Baldini. Grenouille die zelf zonder lichaamsgeur geboren is, schijnt de fijnste neus van de wereld te hebben, die hij hier in dienst stelt van de middelmatige Parijse parfumeur Giuseppe Baldini. Dankzij de fijne neus van Grenouille lukt het Baldini om 'Amor en Psyche' een parfum van de populaire parfumeur Pelissier, feilloos na te maken. Dankzij Grenouille krijgt Baldini weer nationaal en zelfs Europees aanzien. Baldini leert hem de methodes om geuren op te nemen zoals persen en distilleren, maar ook de enfleurage à chaud, de enfleurage à froid en de enfleurage à huile, die vooral worden toegepast in het zuiden van Frankrijk in de stad Grasse.

U kunt zelfs ruiken aan een van de oudst bekende geur ooit ontwikkeld in Egypte: Kyphi

Grenouille gaat bijna elke avond op geurtocht en zo ook op de eerste september van 1753 als de troonsbestijging van de koning groots wordt gevierd met vuurwerk vanaf de pont Royal. Grenouille vindt de geuren eentonig en besluit op huis aan te gaan totdat hij de geur der geuren ruikt, een haast bedwelmende geur. Hij volgt het spoor en komt in de rue des Marais (de naam bestaat niet meer) waar hij de oorsprong van de geur ontdekt. Een meisje met rood haar en een blanke huid die aan een tafel mirabellen schoonmaakt. Hij wurgt haar en legt haar op de grond tussen de mirabellenpitten en scheurt haar jurk open. Vervolgens neemt hij de geur van top tot teen in zich op door met zijn neus haar hele lichaam af te gaan. Het is zijn eerste moord in een lange rij.

Een reis langs de beroemde Franse parfums

Na een spoor van moorden te hebben getrokken door heel Frankrijk wordt Grenouille gepakt maar ontsnapt op wonderbaarlijke wijze aan het doodvonnis en keert terug naar Parijs. Hij loopt over de Pont Neuf naar het kerkhof dat na zonsondergang tot leven komt met hoeren, deserteurs en bandieten. Hij trekt de stop uit een flesje door hem ontwikkeld parfum en sproeit dit uit over zijn gehele lijf. Ze werpen zich op hem, iedereen wil een stukje van deze engelenmens. Ze zuigen, bijten, snijden stukken van zijn vlees. Een halfuur later is Grenouille van de aardbodem verdwenen. ( Uit het boek 'Le Parfum' van Patrick Süskind)
Bij de pont Neuf neem ik de metro richting de rue de Faubourg Saint-Honoré.

De tuin der geuren

Ik neem lijn 7 richting Mairie d'Ivry om over te stappen bij metrostation Louvre op lijn 1 richting La Défense. Ik stap uit bij Champs-Élysées Clemenceau en loop in noordelijke richting over de avenue de Marigny langs de tuinen van het Élysées. Links de Faubourg Saint-Honoré. Op nummer 73 de indrukwekkende ingang naar Le Grand Musée du Parfum. Mijn ontdekkingsreis à la Grenouille kan beginnen. Op zoek naar de geur der geuren.

Le Musée
Bij binnenkomst valt onmiddellijk de hypermoderne binnenhuisarchitectuur op, ontwikkeld door 'Agence Projectiles', de ontwerpers van onder ander Paris Plages. Helaas is er maar een kassa en, mijns inziens, een veel te hoge entreeprijs van € 14,50 - ook al was het voor mij gratis. De dame achter de kassa geeft veel uitleg wat ook weer zorgt voor extra lange wachttijden. Dat kan duidelijk beter. Speciale apparatuur is beschikbaar om u door het museum te leiden en op ontdekkingstoer te gaan. Nu nog met vijf talen maar straks met 10. Op de begane grond de bibliotheek en de winkel. U gaat met een trap naar beneden die u brengt in de ruimte waar u in drie delen uitleg krijgt over de historie en het ontstaan van de parfum. U kunt zelfs ruiken aan een van de oudst bekende geur, ooit ontwikkeld in Egypte: Kyphi, een soort wierookmengsel. De oudste vermelding van kyphi is gevonden in een tombe in 1855 op piramidetekste daterend uit het Oude Rijk. Verder maakt u een reis langs de galerie der verleiding, het heilige parfum, het rariteiten kabinet en de opkomst van het moderne parfum.

De werktafel van de 'neus' op bijzondere wijze vormgegeven door 'Agence Projectiles'

Het museum is verdeeld over drie etages, bereikbaar met een trap en lift en heeft een oppervlakte van 1.400 m². De achtergelegen tuin telt nog eens 1.200 m². Op de volgende etage worden al uw zintuigen geprikkeld. Zo loopt u door de tuin der geuren en maakt u kennis via beeldschermen met de bekende 'neuzen' achter alle grote parfummerken. De ruimtes die u doorloopt zijn niet erg groot, dus bij drukte heeft u moeite om alles goed te kunnen bekijken. De modernste technologie is gebruikt om u op interactieve wijze kennis te laten maken met de wereld van het parfum. Dit is goed te zien in een donkere ruimte, waar u kennis maakt door middel van laserprojectie met de werktafel van de parfumeur, die laat zien hoe diverse geuren ontstaan. Op de derde etage maakt u kennis met de 25 basis grondstoffen voor het creëren van een parfum. Een trap brengt u naar beneden, naar de concept store.

Maak kennis met de 25 grondstoffen die de basis vormen voor elk parfum

Qua binnenhuisarchitectuur is dit nieuwe museum een juweeltje. Voegt het meer toe dan de drie gratis parfum museums van Fragonard? (zie ook mijn eerdere blog van 4 februari 2017) Die keuze laat ik graag aan u over. In ieder geval hoeft u geen jonge maagden te vermoorden om op zoek te gaan naar hét parfum dat bij u past.

Met dank aan Sarah Plessis van Le Grand Musée du Parfum Paris en aan Irène de Rosen voor het gebruik van haar prachtige foto's.

Het museumbezoek eindigt vanzelfsprekend in de de hyper moderne concept store

Le Grand Musée du Parfum, rue du Saint Honoré 73, 8e arrondissement, métro Franklin D. Roosevelt, Champs-Élysées Clemenceau, Miromesnil, Saint Philippe du Roule
Geopend van dinsdag tot en met zondag van 10.30 uur - 19.00 uur
Op vrijdagavond tot  22.00 uur
Gesloten op maandag.

Toegang € 14,50 - Kinderen tot 12 jaar € 5 - Senioren 60+ en studenten € 9,50


Ontdek de geur der geuren

donderdag 16 maart 2017

LA BUTTE-AUX-CAILLES, EEN VLEUGJE STAD OP HET PLATTELAND

Afgelopen week was ik weer eens voor vijf dagen in Parijs. Niet alleen om inspiratie op te doen voor volgende blogs, maar ook om juweeltjes te bezoeken waar ik in het verleden prachtige herinneringen aan heb overgehouden. In deze blog neem ik u mee naar een stukje ongerept Parijs in het 13e arrondissement.

La Butte-aux-Cailles; een stukje ongerept Parijs

Rond 1545 plantte een zekere Pierre Caille hier zijn wijnstokken. Ook andere landbouwers gaven hun naam aan de straten van deze wijk die toen tot de gemeente Gentilly behoorde. De heuvel telde alleen windmolens die waren gebouwd op de waterscheiding van het riviertje de Bièvre, wat nu de huidige rue de la Butte-aux-Cailles is. Onderaan de butte stroomde de Bièvre, waaraan zich leerlooiers en ververs hadden gevestigd. De bewoners werden pieds mouillés (natvoeters) genoemd, omdat zij blootvoets door de rivier de Bièvre waadden om zo tolgeld uit te sparen. Bijna alle bewoners werkten toen in de leerlooierijen die hun vellen wasten in de Bièvre. De walgelijke stank die daardoor in de wijk werd verspreid zorgde er voor dat de rivier geleidelijk werd dichtgegooid. De armoede hier was groot en noopte de bewoners ertoe om als eersten van paardenvlees te proeven. De eerste paardenslagerij opende in 1866 haar deuren op de nabij gelegen place d'Italie.

Het feit dat de passages en de hoger gelegen straatjes niet zo toegankelijk zijn, zorgt ervoor dat de wijk niet door toeristen wordt overspoeld

De Butte-aux-Cailles werd op 21 november 1783 beroemd, toen de  natuurkundige Jean-François Pilâtre de Rozier, Markies d'Arlandes, met zijn heteluchtballon tussen de windmolens Moulin de Merveilles en de Moulin Vieux landde, na 25 minuten eerder vanuit het Château de la Muette te zijn vertrokken. Het vliegende object had hij laten bouwen in de werkplaatsen van  Réveillon, een fabrikant van behangpapier. De Pilâtre de Rozier bereikte een hoogte van 945 meter. In die tijd was de butte een hooggelegen vlakte met een prachtig uitzicht op de torenspitsen van Parijs en de vallei van de Bièvre. Onder de toeschouwers die de ballon zagen landen was de Amerikaan Benjamin Franklin. Met de inlijving door Parijs in 1860 werd de heuvel geleidelijk bedekt met bescheiden huizen. De echte verstedelijking startte pas na 1910.

In deze volksbuurt leven vooral jonge mensen, te zien aan de verschillende volkstuintjes en bijzondere street-art

Deze heuvel op 63 meter hoogte, is alleen voor insiders. Er heerst een plattelandssfeertje en de scheef geplaveide steegjes en lage huisjes voeren een verbitterde strijd tegen de lelijke betonnen torenflats van de sector Italie en La Glacière. Het contrast tussen beide is frappant, waar het heden en verleden samenkomen in deze arbeiderswijk. Een wijk waar Haussmann zijn stempel niet op heeft gedrukt. In deze volksbuurt leven vooral jonge mensen, te zien aan de verschillende volkstuintjes en bijzondere street-art. Het feit dat de passages en de hoger gelegen straatjes niet zo toegankelijk zijn, zorgt ervoor dat de wijk niet door toeristen wordt overspoeld. Ik persoonlijk ben daar niet rouwig om.

De wijk is bijna een museum voor street-art

De jonge bewoners doen er alles aan om het karakter van 'het dorp' te behouden. Geen grootse monumenten, geen exclusieve boetieks maar leuke straatjes met kleine bistros en passages. Alle denkbare architectonische stijlen van art-decohuizen, sociale architectuur, tuinwijken en dorpstraatjes. Rue de la Butte-aux-Cailles is het centrum van la Butte. Langs rustige weggetjes staan lage huisjes; rue Buot, rue Michal, rue Alphand, passage Boiton en in de rue Daviel prachtige vakwerkhuisjes. Niet vergeten de Cité Florale met straatnamen als rue des Orchidées, square des Mimosas een oase van rust en groen. Is dit nu Ierland, Engeland  of een betoverd stukje Parijs?

Villa Daviel, een doodlopend straatje met links en rechts kleine bakstenen huisjes. Een oase van rust

De wijk diende in 1871 als toevluchtsoord voor de 'Communards' en tot op de dag van vandaag organiseert de 'Association des Amis de la Commune' bijeenkomsten, waarin de geest van die tijd, 1871, herleeft. Elk najaar, op de place de la Commune, vindt weer het jaarlijks terugkerende 'Fête de la Commune' met zang en dans plaats.

Wandeling
Op de Butte-aux-Cailles liggen de mooie plekjes nogal verdeeld. Een tip geef ik u mee dames, laat vooral uw naaldhakken in het hotel.

Elk najaar, op de place de la Commune, vindt weer het jaarlijks terugkerende 'Fête de la Commune' met zang en dans plaats

Aangekomen bij het metrostation Corvisart gaan wij rechtsaf de boulevard Auguste Blanqui op. Linksaf de rue Barrault en vervolgens weer de eerste straat links de passage Barrault. We komen uit op de rue des Cinq Diamants (genoemd naar een oude kroeg) De straat bezit nog steeds een ouderwetse en vredige charme. Gaat u rechtsaf dan komt u uit op de rue de la Butte aux Cailles. Een mooi straatje vol met appelbomen en historische huizen. De molens op de heuvel hebben plaatsgemaakt voor een opeenvolging van cafés en restaurants met namen die verwijzen naar de commune van Parijs: Le Merle Moqueur, Le Temps des Cerises. In diverse zijstraatjes staan lage schilderachtige huisjes zoals achter in de passage Boitton (rechts - links). Aan het einde van de passage rechts en weer de eerste straat rechts de rue Buot die samen met de rue Michael een pittoresk kwadrant vormt. Aan het einde van de rue Buot ziet u het plein place de la Commune Paris waar jaarlijks het 'Fête de la Commune' wordt gevierd.

Rue Michal met op de achtergrond de Eglise Sainte-Anne de la Butte-aux-Cailles

Volg de rue Buot of de rue Michal in westelijke richting en u komt weer uit op de rue Barrault. Op nummer 22 bevindt zich de ingang naar 'Petite Russie'. Een complex van bakstenen paviljoenen met twee mooie terrassen, in 1920 gebouwd op het dak van een garage. Oorspronkelijk waren het woningen die een taxibedrijf verstrekte aan zijn chauffeurs. De meeste van deze chauffeurs waren Wit-Russen die na de Oktober-revolutie van 1917 hun land ontvlucht waren. Vandaar de naam Klein Rusland. Vanuit 'Petite Russie' heb je uitzicht op nog een architectonisch juweeltje 'Petite Alsace'.

Ga aan de overzijde de rue Daviel in en op nummer 10 vindt u de prachtige vakwerkhuisjes genaamd 'Petite Alsace'. Het werd gebouwd in 1913 en kent 40 charmante vakwerkhuisjes in Elzasstijl. Er tegenover ligt villa Daviel, een doodlopend straatje met links en rechts kleine bakstenen huisjes. Een oase van rust. Terug naar de Rue Barrault, rechtsaf voor een flinke wandeling als maar rechtdoor naar de place de Rungis. Aan de rechterzijde van de rue Brillat Savarin de ingang naar het Cité Florale. In 1928 aangelegd in de vorm van een driehoek met mooie art-decohuisjes. Prachtige straatnamen als rue des Orchidées, links de rue des Glycines (blauweregenstraat), weer links rue des Liserons (de windestraat) en de square des Mimosas. Parallel aan de rue des Liserons de rue des Iris. Vroeger de uiterwaarden van de rivier de Bièvre maar nu een enclave vol groen en rust. De meeste huisjes zijn van baksteen en elk huis is verschillend van kleur. Let ook op de dakpannen die steeds veranderen van kleur.

Het Cité Florale, in 1928 aangelegd in de vorm van een driehoek met mooie art-decohuisjes. Een oase van groen en rust

We lopen terug naar de place de Rungis en nemen de lange rue Bobillot, waar dinsdag- en vrijdagochtend markt is tot half drie, naar de place Paul Verlaine, het voormalige dorpscentrum van de Butte-aux-Cailles, waar zich een van de oudste art-deco zwembaden van Parijs bevindt. Een historisch monument uit 1925 van de Franse architect Bonnier. Volledig van baksteen en beton met een gewelf van 17 meter hoog. Het is een van de oudste zwembaden van Parijs en geclassificeerd als historisch monument. Alles is nog in oorspronkelijke staat en het water komt nog steeds vanuit een put van waaruit het water spontaan naar boven komt en op natuurlijke wijze wordt verwarmd tot 28°c. Een fontein herinnert aan het boren van de welput die nog steeds het zwembad van water voorziet. Bekijk ook nog even de rue du Moulin-des-Prés (weidemolenstraat) met haar onbetwistbare charme dankzij de huisjes, trappen en binnenplaatsjes.

Splitsing van de rue des cinq Diamants en de rue des Butte-aux-Cailles

Tijd voor koffie, lunch of een heerlijk diner. Gelegenheden genoeg als u terugloopt via de rue de la Buttes aux Cailles naar de place de la Commune Paris.

Tip 1: Deze wandeling kunt u ook combineren met het Parc Montsouris. Na de Cité Florale neemt u de rue de Rungis en de rue de Liard en u komt uit in het park. (zie ook mijn eerder geschreven blog hierover)

Bijzondere street-art die blijft boeien

Tip 2: In de 15e eeuw vestigde ene Jean Gobelin op de oever van de Bièvre een fabriek voor tapijten en wandkleden (gobelins en nu weet u meteen waar die naam vandaan komt). De fabriek bestaat nog steeds, nu met de chique naam 'Manufacture des Gobelins' aan de avenue des Gobelins 42. Métro Les Goblins. Rondleidingen op afspraak. (Tot 18 oktober 2017 gesloten wegens restauratiewerkzaamheden - heropening woensdag 19 oktober 2017)

Parijs is en blijft de stad van de liefde


woensdag 8 maart 2017

PARIJS VIJFTIG TINTEN DONKERDER (deel2)

Terugkijken naar deel 1

Luxure
Rue du Chabanais, zo maar een straat, niet ver van het Musée du Louvre. Een appartementsgebouw op nummer 12, niets bijzonders.  Ware het niet dat tijdens de Belle Epoque, Parijs' Gouden Eeuw, hier het meest prestigieuze bordeel van Parijs was gevestigd. Geopend in 1878 en zelfs vermeld in de prestigieuze 7-delige Nouveau Larousse Illustre encyclopedie van 1904. Eigenaresse was de ondernemende, in Ierland geboren, Madame Kelly. Ze verkocht zelfs aandelen in haar winstgevende business aan rijke anonieme investeerders. De totale kosten van de inrichting werden in die tijd geschat op een slordige 1,7 miljoen Franse Francs. De entreehal was ontworpen als een soort van kale stenen grot, maar de diverse slaapkamers waren rijkelijk versierd, velen in een bepaalde stijl: Moors, Hindoe, Japans, Romeins of in de stijl van Lodewijk XVI. De Japanse kamer won zelfs een ontwerpprijs op de Wereldtentoonstelling in 1900.

Eigenaresse van galerie Au Bonheur du Jour; Madame Nicole Canet en uw blogger bij de signering van het boek  'Décors de Bordels' - Foto Alex Timmermans

In diezelfde straat, op nummer 11, is een kleine boetiek annex galerie gevestigd, die de geheimen uit het 'lustige' verleden levendig houdt. Ver verwijderd van alle officiële kunstgaleries runt Nicole Canet, een voormalige cancan-danseres, de galerie 'Au Bonheur du Jour'. Zij noemt zichzelf  archeologe. Een archeologe gespecialiseerd in erotica. Haar ongewone, doch intieme galerie zit precies tegenover 'Le Chabanais'. Vroeger een van de meest luxueuze 'gesloten' huizen (maison closes) van Parijs, tijdens de hoogtij dagen van de geautoriseerde bordelen van de Belle Epoque. Zelfs de Prins van Wales, Edward VII, de zoon van de Engelse Koningin Victoria, had hier zijn eigen kamer met boven het bed zijn koninklijk wapen. Het verhaal gaat dat 'Bertie', het koosnaampje van de Prins, hier regelmatig het bed deelde met Parijse prostituees en baadde in een koperen bad  gevuld met champagne. Het was de Spaanse kunstenaar Salvador Dali die het bad, versierd met een sculptuur van half vrouw, half zwaan, aankocht voor  een bedrag van 112.000 Franse Francs, even na 1946, toen het fameuze bordeel werd gesloten. Het bad is nog steeds te bewonderen in het Dali Museum in Figueras Spanje.

Séduction
Het spel van verleiden wordt door niemand beter gevisualiseerd dan door de Parijse korsettenmaker François Tamarin. Gezien zijn professionaliteit mag hij de titel voeren van Meilleur Ouvrier de France:  Een van de beste vakmannen van Frankrijk, in de categorie van lingerie, korsetten, beha's en is als zodanig ook gecertificeerd door het Ministerie van Arbeid. Elke stukje lingerie wordt in opdracht van exclusieve klanten op maat gemaakt van de mooiste en duurste materialen. Zijn corsetten kunnen de taille doen krimpen tot twintig centimeter zonder pijn aldus Tamarin. Wie tot zijn cliëntèle behoort blijft strikt geheim, maar vol trots geeft hij toe te werken voor de vele haute-couture huizen in de stad. Zijn boetiek is te vinden aan de Rue Marcel Sembat nummer 1 in het 18e arrondissement.

Een andere grote naam in Parijs is die van Louise Feuillère eveneens een ware kunstenares op het gebied van luxe lingerie. Zeer toepasselijk gevestigd aan de rue des Dames 102, in het 17e arrondissement. Op aanvraag geeft zij ook rondleidingen door haar atelier en geeft workshops waar u een ontdekkingsreis maakt langs de kunst van het creëren van de mooiste lingerie. Op haar visite kaartje staat vermeld: 'Sur mesure sur rendez-vous' - op maat gemaakt en uitsluitend op afspraak.

Élegance
Maison Ernest; dit mythische Parijse schoenenhuis voor vrouwen bestaat al sinds 1904, toen de schoenmaker Amsell Ernest zich vestigde tegenover de Moulin Rouge en behoort, net als dit fameuze theater, bij het erfgoed van Parijs. Een soort Disneyland van fetisjisme, maar dan uiterst chique en zeer smaakvol. Synoniem voor glamour en vrouwelijkheid waar je zult merken dat Louboutin zeker niet de énige maatstaf is voor openlijk seksuele schoenen. De boeiende en slechte reputatie van de hoge hakken  die de Parijse trottoirs en de cabaret scènes beheerste, inspireerde vele kunstenaars, waaronder de wereldberoemde fotograaf Helmut Newton, met zijn sculpturale naakten op 14 cm. hoge hakken van Maison Ernest. Jean-Paul Gaultier creëerde zijn eigen model en ook Karl Lagerfeld verlengde de benen van zijn mannequins tijdens zijn modeshows met choreografie van Blanca Li of Philippe Decouflé met de creaties van dit Parijse topmerk. Ernest is een must-have onder de kenners! Zijn exclusieve boetiek, of moet ik zeggen haar exclusieve boetiek, omdat Isabelle Bordji sinds 2012 is benoemd als artistiek directeur, is te vinden aan de boulevard de Clichy 75 in het 18e arrondissement.

Fétiche
Als SM spelletjes je intrigeren dan is een bezoek aan deze winkel op zich al een bron van opwinding en ideeën. De hele trilogie van 50 tinten komt hier voorbij, maar ook herleven cult classics, die ons terugbrengen naar Just Jeackin's creaties van; Emmanuelle (met onze eigen Nederlandse Sylvia Kristel), Histoire d'O en Nine 1/2 weeks van Adrian Lyne met Kim Bassinger en Mickey Rourke (wat heb ik mooie herinneringen aan deze film). Als je het type bent om te fantaseren dan is Démonia de Parijse referentie. U vindt er een brede selectie van speeltjes of ander gereedschap voor het spel der overheersing. Boutique Démonia is te vinden in het 11e arrondissement aan de avenue Jean Aicard 22

Mondanités
Nog een paar bijzondere adressen zoals Elonie Lopes in haar Studio Françoise die vrouwen leert, door middel van paaldansen, om sterk en zelfverzekerd te zijn van hun lichaam en hun vrouwelijkheid volgens, zoals zij zelf zegt, de codes van de sexy Amerikaanse hip hop wereld. Studio Françoise is gevestigd aan de avenue de la Cristallerie in Sèvres.
De kunst van het strippen, sexy zonder vulgair te zijn leer je bij Mademoiselle Loison. Zij leerde het burleske universum kennen in London, Parijs (waaronder de Crazy Horse) en de Verenigde Staten. Ze keerde terug naar Parijs met de vurige wens haar expertise en passie voor de kunst van het strippen met anderen te delen. Andere lessen die u kunt volgen zijn; sexy lopen op hoge hakken, de finesse van lingerie en het accent van een goede make-up die past bij uw persoonlijkheid en levensstijl. Studio Blue is te vinden aan de boulevard Poissonnièrre 9 in het 10e arrondissement. 

En voor de mooiste boeken die al uw zinnen zullen prikkelen de Libraire 7L de boekenwinkel van Karl Lagerfeld. Hij is een van de invloedrijkste couturiers aan het einde van de twintigste en in het begin van de eenentwintigste eeuw, en is ook op andere creatieve terreinen actief, als fotograaf, kunstenaar, redacteur, schrijver en regisseur. Met name de fotografie gebonden in prachtige boeken uitsluitend gedrukt door de Duitse drukker Steidl. Een daarvan; 'You can leave your hat on' een selectie foto's, gemaakt door Lagerfeld, van het model Jake Davies. Bovenstaande foto's spreken voor zich. Libraire &L kunt u vinden in het 7e arrondissement aan de rue de Lille 7.