Paris FvdV is een niet commercieel weblog speciaal voor kenners en liefhebbers van de stad Parijs - en voor hen die dat willen worden. Parijs is een stad met een gewichtig verleden, respectabel en gerespecteerd. Het is totaal niet nostalgisch. Parijs is er in geslaagd om, soms op brutale maar altijd op elegante wijze, om te gaan met zijn grootse monumenten. Ze te beschermen en te integreren in de nieuwe dynamiek van de stad. Parijs is een meester op het gebied van herstel en transformatie. U zult er nooit in slagen een volledig overzicht te maken van plekken en verhalen, die allemaal op hetzelfde punt uitkomen en de glorie van deze stad bezingen. toch wil ik een poging wagen. Wekelijks wil ik u niet alleen informeren over wat Parijs nog meer te bieden heeft, maar ook wil ik mijn liefde voor deze stad op u over dragen. In de hoop dat het raakt aan iets wat u herkent of voelt. Ferry van der Vliet.

Privacy verklaring: Indien u weblog Paris FvdV, dat bij Google-Blogger is ondergebracht, leest en reageert op de blogs van Paris FvdV, doet u dat vrijwillig en is uw IP-adres en mailadres - indien u dat vermeld - bekend en wordt opgeslagen. Ook uw schuilnaam waaronder uw reageert wordt opgeslagen. Paris FvdV zal uw gegevens nooit aan derden doorgeven. We houden uw gegevens privé, tenzij de wet of rechtelijke macht ons dwingt uw gegevens aan hen te verstrekken. Datalekken in het systeem vallen onder de verantwoordelijkheid van Google-Blogger. Door weblog Paris FvdV te bezoeken en/of de op of via deze weblog aangeboden informatie te gebruiken, verklaart u zich akkoord met de toepasselijkheid van deze disclaimer. Google gebruikt cookies om services te leveren en verkeer te analyseren dus uw IP-adres en user-agent zijn bij Google bekend, samen met prestatie- en beveiligingsstatistieken om servicekwaliteit te garanderen, gebruiksstatistieken te genereren, misbruik te detecteren en maatregelen te treffen.

donderdag 26 oktober 2017

PARIS-BERCY VERLEDEN, HEDEN EN TOEKOMST

Een foto op Facebook, van een van mijn trouwe lezers, intrigeerde mij zo dat ik tijdens mijn afgelopen bezoek aan Parijs naarstig op zoek ging. Een toegestuurd kaartje bracht mij na jaren weer terug naar een van mijn geliefde parken in Parijs: Parc de Bercy in het 12e arrondissement. Heerlijk om te wandelen, vooral in de lente en de herfst. Het parc de Bercy heeft al een leven van honderden jaren achter de rug. Volgens de legende is  de oorsprong van de naam "Bercy" afkomstig van een eiland gelegen aan de monding van de rivier de Seine; "Belsinaca" waar Keltische stammen ca. het jaar 850 enkele  hutten hadden gebouwd. In het jaar 1704 wordt het eiland Bercy bij gratie van Louis XIV vrijgesteld van belastingen bij het verkopen van wijn.  De eerste wijnkelder van Bercy is geboren. In de 17de eeuw was het onderdeel van een domein dat zich uitstrekte van de rand van de stad tot aan Charenton. De gemeente Bercy wordt opgericht in 1790 en op de 1e januari 1860, wordt Bercy geïntegreerd in Parijs.  

Door haar ligging aan de Seine groeit Bercy uit tot een van de grootste wijnmarkten van de wereld

In het zelfde jaar wordt het een wijnopslagplaats, waar bomen worden geplant die voor verkoeling van de entrepots moeten zorgdragen. Door haar ligging aan de Seine groeit Bercy uit tot een van de grootste wijnmarkten van de wereld. Wijn, eaux de vie en port worden in houten schuiten over de Seine en later per spoor aangevoerd. Daarna neemt het aantal  wijnkelders snel toe en worden in 1878 de Entrepôts van Bercy, een belastingvrije enclave van 43 hectares groot.  Langs het water verschijnen lokalen, de "guinguettes", waar men kan eten, drinken en flirten in de buitenlucht aan feestelijk opgemaakte tafels en men de musette kan dansen op de altijd vrolijk stemmende Franse accordeonmuziek. Veel kunstschilders, schrijvers, en fotografen, hebben zich laten inspireren door deze “art de vivre”.

Bercy, begin 20e eeuw

Geleidelijk aan verliest de wijn zijn krans en worden de opslagplaatsen verlaten. De gemeenteraad van Parijs lanceert in 1979 grootse plannen, die kunnen worden beschouwd als het begin van de herontwikkeling van het vervallen Bercy. De meeste wijnkelders hebben het veld moeten ruimen, maar gelukkig zijn de Entrepôts van Bercy gespaard gebleven en vormen het laatste voorbeeld van industriële architectuur uit de 19de eeuw. De "Grand Projets" van president François Mitterand zorgen voor een hernieuwde aandacht voor tuinen en parken. Het klassieke parc de Bercy, 12,5 hectaren groot, wordt opnieuw aangelegd. Gelukkig zijn de herinneringen aan het prachtige wijnverleden nog overal zichtbaar aanwezig. De treinsporen op de lanen waarover de druiven werden getransporteerd. De woningen van een tweetal wijnhandelaren, een oud tolhuis en, later toegevoegd, een heuse wijngaard met 350 stokken, goed voor zo’n 250 liter wijn per jaar. Tussen de meer dan honderd jaar oude kastanjes en platanen zijn grootse waterpartijen aangelegd met loopbruggen en sculpturen en negen thematische tuinen. Waaronder de "Jardin de la Mémoire", opgedragen aan Yitzak Rabin met een rozentuin, een kruidentuin en een boomgaard met orangerie. Drie loopbruggen brengen je van de ene kant naar de andere kant van het park en naar de cour Saint-Émilion met de gerestaureerde wijnpakhuizen van Bercy. Een binnenplaats geplaveid met meer dan 17.000 oude straatstenen en de oude spoorbaan nog intact is omgeven door leuke winkeltjes, een wijnbar en volop restaurants, waar het bij mooi weer heerlijk lunchen is of gewoon genieten van een goed glas wijn of een heerlijke cappuccino.

Het huidige parc Bercy waar de sporen van het verleden duidelijk zichtbaar zijn.

Een andere bijzondere plek die herinnert aan het wijnverleden van Parijs is een plek, gesitueerd in een kwadrant  tussen de rue des Pirogues de Bercy, rue Baron le Roy, avenue des Terroirs de France en de rue l'heureux, 1,5 hectare groot en gelukkig benoemd tot cultureel erfgoed. De ‘Pavillons de Bercy’, de voormalige wijnmagazijnen gebouwd door een leerling van Eiffel omvatten; 10.000 M² gebouwen, waarvan 5.000 M² speciaal zijn ontworpen voor een breed scala van bedrijfsevenementen en privé recepties;  3.000 vierkante meter verharde binnenplaatsen en met bomen omzoomde straten; 1.000 M² verdeeld in 2 buitenruimten van 500 M² elk, die kunnen worden overdekt met tenten. In een van de ‘pavillions’ is het ‘Musée des Arts Forains’ gevestigd. Jean-Paul Favand verzamelde gedurende 35 jaar duizenden zeldzame objecten; kermissen, entertainment, variété, theater en music hall. Helaas is dit prachtige museum alleen voor het publiek geopend tussen 26 december en 2 januari, waar je kunt kennismaken met de dromerige en surrealistische fantasiewereld van de kermis.

Er is zelfs een heuse wijngaard met 350 stokken, goed voor zo’n 250 liter wijn per jaar

Het toegestuurde kaartje voert mij richting de Seine naar de quai de Bercy waar ik oog in oog kom te staan met een loopbrug over een knooppunt van snelwegen en spoorbanen maar ook een gesloopte ijzeren deur die toegang geeft naar een doorgang met een twintigtal arcades. Ik ben hier duidelijk op verboden gebied en ik twijfel of ik mij hier wel moet begeven. Het is duidelijk gekraakt en sommige overdekte delen dient als slaapplaats voor clochards en randfiguren uit de Parijse samenleving. Maar u kent mij, het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Dit keer ben ik beland in een van de meest bijzondere stukje uit de historie van het wijnverleden van Bercy. Ik ben aangekomen aan de rand van Parijs en de voorstad Charenton. Gesplitst door een gigantisch rangeerterrein van het Gare de Lyon en het Gare de Bercy. Hier liep vroeger de Petite Ceinture en ik sta bij de overblijfselen van de Gare de la Rapée. Gebouwd in 1862 en onderdeel van de PLM- lijn: Parijs, Lyon, Marseille en de Petite Ceinture. Later, tussen 1877 en 1895, aangevuld met grote magazijnen.

Een gesloopte ijzeren deur die toegang geeft naar een doorgang met een twintigtal arcades

Zo rond 1850 werd besloten om een spoorbaan aan te leggen langs de toenmalige stadsgrenzen. De 'Chemin de fer de Petite-Ceinture', voorloper van de metro maar dan grotendeels bovengronds. Meer dan 160 jaar later bestaat het grootste deel van het traject nog steeds. In 1848 had Parijs vijf grote stations gerund door vijf verschillende spoorwegbedrijven: la Compagnie des chemins de fer de l'Ouest (de stations Gare Saint-Lazare -1837 en Gare du Nord - 1846), la Compagnie du chemin de fer de Paris à Strasbourg (Gare de l'Est - 1849),  la Compagnie des chemins de fer de Paris à Lyon et à la Méditerranée (gare de Lyon - 1847) en la Compagnie du chemin de fer de Paris à Orléans (Gare d'Austerlitz - 1840). Ieder spoorbedrijf onderhield zijn eigen spoorlijn zonder enige aansluiting op een concurrerende lijn, want dit zou hun regionale monopolies in gevaar brengen. Aangezien er in Parijs geen enkele spoorverbinding bestond tussen de diverse grote treinstations, moesten goederen door de nauwe straten, met paard en wagen worden vervoerd, om elders hun weg per spoor te vervolgen. Een ringlijn bood de mogelijkheid om de stad te omzeilen en aftakkingen zorgden ervoor dat alle stations bereikbaar werden.

Het ‘Terrasse des Négociants’ met de twintig bogen onderdeel van het vroegere Gare de la Rapée

Ingeklemd tussen de Seine, de snelweg A4 en de Périphérique diende dit voormalige station als goederenstation voor wijnen aangevoerd vanuit Algerije met koelwagons via de Franse haven van Marseille. Het station kent een unieke bouw , heeft de vorm van een rechthoek van 300 meter lang en 130 meter breed en bestaat uit twee niveau’s. Het onderste niveau; 'La Rapée inferior' of het Bercy koelstation bestaat uit zes kluizen die liggen onder het niveau van de Seine en van de spoorbaan maar op het zelfde niveau als de pakhuizen van Bercy, waar nu onder andere het Musée des Arts Forains is gevestigd. De kluizen waren voorzien van een eigen spoorsysteem met roterende platforms en hydraulische liften. Mede dankzij de thermische isolatie en imposant metselwerk steunend op zes meter hoge kolommen, heerst hier de ideale koeltemperatuur voor de opslag van wijn namelijk 14°C. 

Het bovenste niveau ‘La Rapée superior’ ligt er precies boven en direct aan de spoorweg Parijs, Lyon, Marseille. Achter het station het ‘Terrasse des Négociants’ met de twintig bogen. Hier liepen de wijnkoopmannen om in een van de zes kelders de aangevoerde wijn te proeven en via een tunnel ter hoogte van rue Baron-Le-Roy te laten afvoeren naar de naastgelegen pakhuizen. Daar schroomden zij niet om de Bourgogne of de Côtes-du-Rhône te ‘veredelen’ met Algerijnse wijn. Tot 1960 verdienden de wijnhandelaren van Bercy een fortuin met deze assemblage producten van twijfelachtige kwaliteit. De structuur van het station is nog steeds uniek in Frankrijk en is nog steeds het enig overgebleven ecologische magazijn in Parijs. Net als de Petite Ceinture werd het station gesloten op 23 juli 1934. In 1977 werden de gebouwen door de SNCF verkocht aan de stad Parijs. De huidige gebouwen zijn nu in gebruik als opslagruimtes, filmstudio of ateliers voor kunstenaars en ambachtslieden waaronder timmerlieden en metaalbewerkers.

Mede dankzij het initiatief van Xavier Niel, een Franse ondernemer en zakenman die actief is in de telecommunicatie- en technologie industrie, is Parijs beter na gaan denken over het behoud van spoorweg erfgoed. De onlangs geopende Halle Freyssinet in het 13e arrondissement is daar een schoolvoorbeeld van (zie ook mijn vorige blog over een bizar stukje Parijs). Ooit een vervallen 3000 meter lange vrachthal van de Franse spoorwegen, nu een monument dat plaats biedt aan de grootste internet-incubator ter wereld met onderdak voor maar liefst 1000 start-ups. De nieuwe naam voor deze start-up campus: Station F.

Groen licht voor het Bercy-Charenton project

Op 3 juli 2017 heeft de gemeente Parijs het ontwikkelingsproject voor het district Bercy-Charenton goedgekeurd. Een samenwerking tussen de stad Parijs en de voorstad Cherenton-le-Pont. Op een gebied van 80 hectare ontstaat tussen 2018 en 2030 een geheel nieuw economisch centrum, Bercy-Charenton, als uitbreiding van het 12e arrondissement. Geraamde kosten 1 miljard euro. Vier projectontwikkelaars werken er aan: Nexity, Altarea, Bouygues en de Belgische groep Atenor. Het project is een echt hoofdpijndossier voor stadsplanners. Het gebied van 80 hectare is een groot bord spaghetti, doorkruist door de snelweg A4, de rondweg van Parijs en de nodige knooppunten van de Franse spoorwegen. Het gebied omvat ook nog eens andere opmerkelijke erfgoedkenmerken zoals het bastion van Thiers (1845), een van de weinige overblijfselen van een fortificatie. De begraafplaats van Valmy, het stadion van Leo Lagrange uit 1930 en het Gare de la Rapée, het belangrijkste stukje erfgoed van de sector.

Het gebied rond de Gare de la Rapée - Photo courtesy of Google Earth

28 hectare wordt besteed aan huisvesting waarvan 60% gereserveerd voor sociale woningbouw. 22 hectare wordt bebouwd met kantoren die werk bieden aan ruim 13.000 medewerkers. De overige vierkante meters worden openbare voorzieningen waaronder een groot park, een winkelcentrum (Bercy 2), hotels, scholen, bibliotheek en een zwembad. Zo ontstaan aan de Bercy-zijde zes woontorens waarvan de hoogste 180 meter zal zijn. De bovenzijde van het station de la Rapée zal verdwijnen om plaats te maken voor een groene ruimte van ruim 2 hectare met uitzicht op de Seine. Drie van de zes ondergrondse kluizen worden behouden en geaccentueerd door drie grote kassen die één grote muur van groen en glas vormen. Verder het bouwen van bruggen, tunnels en promenades over en onder de diverse verkeersknooppunten. Het Bercy-Charenton project wordt een van de grootste uitdagingen van de stad.

Bruggen, tunnels en promenades over en onder de diverse verkeersknooppunten


Met dank aan Ingrid Nikita Debeau die mij attendeerde op dit opmerkelijke stukje Parijs.

donderdag 19 oktober 2017

EEN BIZAR STUKJE PARIJS

Wie op zoek is naar vernieuwing vindt die zonder moeite in het 13e arrondissement. Een wijk in beweging of zoals de Fransen zeggen: "Un quartier qui bouge". Wie op een actuele kaart van Parijs kijkt ziet rond de nationale bibliotheek een groot wit gebied gemarkeerd met 'secteur en traveaux'. Zo'n twintig jaar geleden begon men hier met de herinrichting van deze zone, Tolbiac genaamd. En deze werkzaamheden gaan nog door tot 2025. De opening van de Bibliothèque National de France in 1995  en de aanleg van metrolijn 14 was het startsein voor het grootste project op het gebied van stadsvernieuwing in Parijs sinds baron Haussmann. Langs een centrale as van anderhalve kilometer, de avenue de France, gebouwd boven op een spoorwegknooppunt tussen de Gare Austerlitz en de restanten van de Petite Centure (de oude ringspoorweg rond Parijs) ontstaat het Quartier Latin van de 21e eeuw, vol met universiteiten, onderzoeksinstituten, bibliotheken, centra voor kunst en incubators.

De Halle Freyssinet biedt plaats aan 1000 start-ups

Mede dankzij het initiatief van Xavier Niel is een stukje industrieel erfgoed, de Halle Freyssinet verbouwd. Ooit een vervallen 3000 meter lange vrachthal van de Franse spoorwegen, nu een monument dat plaats biedt aan de grootste internet-incubator ter wereld met onderdak voor maar liefst 1000 start-ups. De nieuwe naam voor deze start-up campus: Station F.
Niel, geboren op 25 augustus 1967 in Creteil, een van de buitenwijken van Parijs, een Franse ondernemer en zakenman die actief is in de telecommunicatie- en technologie industrie en bekend als oprichter en meerderheidsaandeelhouder van de Franse internetprovider en mobiele operator Iliad S.A. en mede-eigenaar van de krant Le Monde. Samen met de gemeente Parijs kocht hij de oude loods voor 70 miljoen van de SNCF, de Franse spoorwegen en groot grondbezitter in Parijs. Vervolgens investeerde hij nogmaals 60 miljoen euro voor renovatie onder leiding van de beroemde architect Jean-Michel Wilmotte. Doel: Parijs te laten uitgroeien tot de meest innovatieve hoofdstad van Europa. De stad investeert nog eens ruim 1 miljard euro, dat geld gaat over de jaren als subsidie naar startende ondernemingen.

De Grands Moulins de Paris, tot 1996 een meelfabriek

Een stukje verder liggen de panden van de universiteit Paris-Diderot / Paris 7 gevestigd in prachtig gerestaureerde industriële panden: De Grands Moulins de Paris, tot 1996 een meelfabriek, de Halle aux Farines en de oude persluchtfabriek Sudac. Gelegen in het kwadrant quai Panhard-et Levassor, Pont National, rue Albert Einstein, en rue Thomas Mann. Hier studeren zo'n 30.000 studenten.

Een prachtig stukje gerestaureerd industrieel erfgoed, de oude persluchtfabriek Sudac

Maar het meest bijzondere gebouw dat ik de afgelopen week mocht bezoeken op uitnodiging van de kunstenaar-beeldhouwer Jean-Paul Réti was Les Frigos. Vroeger gevestigd aan de quai de la Gare 91 nu aan de rue des Frigos. Het pand kent een rijke geschiedenis. De Compagnie Ferroviaire de Paris-Orléans begon de "Frigos" te bouwen. Het station ‘Frigorifique’ van Parijs-Ivry is gebouwd in 1921. Het was een van de grootste koelhuizen van Parijs, gunstig gelegen aan een spoorwegemplacement waar tussen 1921 en 1975 alle voedingswaren voor de stad werden opgeslagen. Met het verdwijnen van de voedselhallen in het centrum van de stad en de verhuizing naar Rungis had het gebouw geen functie meer en ging het snel bergafwaarts.

Les Frigos biedt plaats aan 200 kunstenaars

De gemeente Parijs besloot in 1990 om dit massieve industriële gebouw te slopen. Mede dankzij de onverzettelijkheid van de bewoners, vooral kunstenaars en creatievelingen verenigd in de APLD91; ‘Association Pour Le Développement du 91 quai de la Gare’ en de l'association des locataires kreeg het pand een tweede leven. Les Frigos is nu een gerespecteerde plek in Parijs waar gecreëerd en geproduceerd wordt. Jean-Paul Reti staat er op dat ik vermeld dat alle 120 bewoners rechtmatige huurders zijn waaronder gerenommeerde kunstenaars, maar bovenal zelfstandige ondernemers. Verder ruim 3000 potentials die hier jaarlijks komen voor stages en of workshops in mode, design, muziek en nog veel meer.

Van binnen is het pand een groot graffiti museum vol met originele elementen

Het pand aan de buiten en binnenzijde vol met graffiti en street-art, laat u zich daardoor vooral niet misleiden, valt op door zijn bijzondere industriële architectuur midden tussen de ultra moderne nieuwbouw. Van binnen is het pand ronduit bizar te noemen. Vol met originele elementen die de vroegere functie van het gebouw duidelijk weergeven. Vijf etages vol met tot atelier omgebouwde koelcellen, 70 in totaal, met muren van gewapend beton met een dikte van 70 centimeter en unieke massief houten deuren die door een man of vrouw nauwelijks te openen zijn.

Bij de ingang, een tekening van Cabu, pseudoniem van Jean Cabut, striptekenaar en cartoonist van Charlie Hebdo, die tragisch om het leven kwam bij de aanslagen in Parijs op 7 januari 2015

Aan de plafonds roestige pijpen die de koelelementen vormden. De gehele verbouwing van het pand is door de kunstenaars zelf ter hand genomen. Er moest waterleiding komen, elektriciteit, ventilatie, verwarming en vooral ramen. Een unieke plek waar het levendig, gezellig en vooral kleurrijk is. Jaarlijks stellen de kunstenaars hun atelier open voor bezoekers, meestal aan het einde van de maand mei. Dus hou vooral de maand mei in de gaten voor de ‘Portes Ouvertes’. Er is altijd de mogelijkheid om separaat een afspraak te maken met de kunstenaars. Hun websites vind je op de gezamenlijke website van Les Frigos.com

De koelcellen zijn ingericht als ateliers

Een andere manier om het gebouw te bezoeken is om er een maaltijd te gebruiken. The Office table d’hôtes serveert een drie gangen maaltijd in het pand voor slechts €40. U zit aan één grote lange tafel waar u de mogelijkheid heeft om anderen te ontmoeten en te praten over kunst. Een bijzonder initiatief. Vanaf 10 personen kunt u ook een privé tafel reserveren. The Office is gevestigd op de derde etage, je dient vooraf te reserveren.

Horen, zien en zwijgen street art in Les Frigos door Jo Di Bona

Vijf etages vol met graffiti en street art, je komt ogen tekort

200 kunstenaars zijn hier gevestigd in 90 ateliers, een uniek stukje Parijs 

Nog een leuke wetenswaardigheid over het 13e: Jerôme Coumet, de 47-jarige burgemeester van het 13e arrondissement startte met een bijzonder initiatief. Om kunst buiten musea te stimuleren en te zorgen voor een verbetering van de levenskwaliteit voor de bewoners, is Coumet een samenwerking aangegaan met 12 Franse- en internationale street art kunstenaars, om reusachtige muurschilderingen uit te laten voeren op meerdere muren en gebouwen in zijn arrondissement. Het idee leunt op verhuurders en scholen die vrijwillig hun buitenmuren ter beschikking stellen voor straatkunst. De deelnemende kunstenaars worden door het stadhuis gratis voorzien van steigers en materiaal, tevens worden ook hun reiskosten vergoed. Bewoners krijgen drie ontwerpen in hun brievenbus en mogen gezamenlijk een keuze maken welk design het beste bij hun gebouw past. Zo krijgen omwonenden, voetgangers, schoolkinderen ook de kans om kennis te maken met de diverse kunstenaars. In plaats van de politiedagvaardingen en hoge boetes ontvangen de kunstenaars nu spontane giften en worden regelmatig getrakteerd op cake en sinaasappelsap. Inmiddels telt het 13e arrondissement vijftien muurschilderingen en is zo een van de grootste openluchtmusea van Parijs.

Muurschilderingen betaald door de 'Mairie' van het 13e arrondissement

vrijdag 13 oktober 2017

PARIJSE WIJNBARS

Wijnbars zijn altijd populair geweest in Parijs. Maar er is een nieuwe trend te bespeuren in de Franse hoofdstad. De laatste tijd wordt het fenomeen wijnbar ook ontdekt door jonge chef-koks. Waar je niet alleen een uitstekend glas wijn kunt drinken maar dit ook kunt combineren met een hoogstaande maaltijd. Bij alle adressen zijn de kosten voor een menu inclusief 2 glazen wijn tussen de € 40 en € 45 per persoon. Met de komende wijnfeesten van Montmartre (11 tot en met 15 oktober) in het vooruitzicht is het hoog tijd voor een top 10.

Wijnbars zijn altijd populair geweest in Parijs

Maar eerst wat meer over de Parijse wijnfeesten.
Vroeger was Montmartre een echt wijndorp met meerdere wijngaarden. Waar nu de Place Pierre ligt strekte zich een wijngaard uit. Dat was ook het geval tussen de rue Tardieu en de rue d'Orsel, op de place Jean-Baptiste Clément en rondom het Château des Brouillards. De genadeslag werd gegeven door de exploitatie van kalkgroeven in de hellingen van Montmartre. Over de oudste wijngaard van Parijs; de Clos de Montmartre; doen verschillende verhalen de ronde. Volgens de romantici onder ons werd de wijngaard al in de Gallo-Romeinse tijd aangeplant. De realisten echter vertellen een heel ander verhaal: In 1932 besloot de stad Parijs, dat Montmartre al in 1860 had geannexeerd, om door zijn "Service de Jardins", op de hoek van rue des Saules en de rue Saint Vincent, een wijngaard te laten aanplanten.

Inmiddels zijn we al weer toe aan de 84e editie van de Parijse wijnfeesten

In 1933 nam de toenmalige burgemeester van Montmartre, Pierre Labric, het initiatief  voor de wijnfeesten; Fète des Vendanges, elk jaar in oktober. In 1950 is het Syndicat d'Initiative du Vieux Montmartre opgericht met de wijlen Anatole als Garde Champêtre de la Commune Libre. 'Bewaker' Anatole is overleden op 7 januari 1998 na 48 jaar in functie te zijn geweest. Bernard Beaufrère is de huidige Garde Champêtre. Tegenwoordig zetelt La Commune Libre du Vieux Montmartre in de rue Mont Cenis, met als burgemeester Aain Coquard.

Het Syndicat d'Initiative du Vieux Montmartre heet u van harte welkom

De alweer 84e editie nodigt u uit om het feest te vieren van het licht. Uniek is dat er dit jaar aandacht wordt besteed aan wijnen uit Portugal. Na ‘Paris Plages’ en ‘Nuit Blanche’ is dit het drukst bezochte festival van Parijs. Dit jaar verwachten ze 400.000 mensen in de straten van Montmartre tijdens de vijf dagen van de wijnfeesten.
Ook in het voorjaar, zo rond eind april, is er een wijnfeest in het 18e arrondissement waar Montmartre onder ressorteert. In de wijnkelder van het stadhuis ligt de gehele wijnoogst van Clos Montmartre, zo'n 300 tot 500 flessen. De wijnflessen worden per 6 stuks verpakt in een houten kistje, waarvan de bovenkant wordt beschilderd door een Montmartriaans kunstenaar. De kostbare kistjes worden dan per opbod verkocht en de opbrengst is bestemd voor goede doelen.

Op de fles hoort een kurk en geen schroefdop volgens de Fransen

Wijn drinkt de gemiddelde Fransman nog steeds het liefst uit eigen land. Dat is gewoon de beste volgens de Fransman en dan ook nog eens uit een fles met een kurk en niet uit een fles met een schroefdop. De stad is dan ook bezaaid met knusse wijnbarren. Hier volgt de top 10 in willekeurige volgorde:

ALBION: In de rue du Faubourg-Poissonnière 80, in het tiende arrondissement. Niet ver van het Gare du Nord, dus een ideaal begin van een lang weekend Parijs, na aankomst met de Thalys. Albion wordt gerund door een Engelse chef-kok Matthew Ong. Bij de maaltijden serveert de barman Hayden Clout een uitstekende selectie wijnen. Gesloten op zondag en op maandag.

LE DAUPHIN: een stukje voorbij de bistro Le Chateaubriand vind je de wijnbar van de jonge chef-kok Inaki Aizpitarte. Een uitstekende wijnkaart in combinatie met een dagelijks veranderende kaart. Bijzondere gerechten van escargots met kool of ijs gemaakt van karnemelk met olijfolie. Le Dauphin vindt je in het elfde arrondissement aan de avenue Parmentier 131. Gesloten op zondag en maandag. Ik adviseer je wel om vooraf te reserveren.

LE VERRE VOLÉ: Volgens de Engels krant The Guardian een van de beste wijnbars 'nieuwe stijl' in de stad. Onlangs uitgebreid om te voldoen aan alle reserveringen. Let op de bijzondere wijze hoe de wijnen worden gepresenteerd. Aan te bevelen zijn lam met een terrine van vijgen, maar ook de kazen zijn niet te versmaden. Gelegen in de buurt van het romantische Canal Saint Martin in het tiende arrondissement. Rue de Lancry 67 en dagelijks geopend.

VIVANT CAVE: Het was even wennen aan de uitbundig getatoeëerde armen van de in Zwitserland geboren kok Pierre Jancou. Hij verdiende zijn sporen aan de rechteroever, bij het restaurant Bouillon Racines en la Crèmerie. Helaas het duurde maar even want in 2013 verkocht hij het restaurant aan David Lanher. In 2016 sloot het restaurant maar de Cave is gelukkig gebleven.  De wijnbar is gevestigd in een voormalige winkel van exotische vogels en te vinden in het tiende arrondissement in de rue Petites Ecuries 10. Gesloten op zaterdag en zondag.

Grain d'Amour, van het land waar het leven goed is

FRENCHIE BAR À VINS: Dit restaurant wordt gerund door chef-kok Gregory Marchand en de Sommelière Laura Vidal. Zij beheert een van de meest interessante wijnkaarten van Parijs. Verwacht zinnenprikkelende kleine gerechten, zoals terrine de campagne met boerenbrood of gerookte forel met komkommer, ingelegde uien en knoflook. Adres; rue du Nil 6 in het tweede arrondissement. U kunt niet reserveren want het restaurant heeft geen telefoon. Gewoon binnenlopen. Gesloten op zaterdag en zondag.

JUVENILE'S: Een gezellige en betrouwbare wijnbar in het hart van Parijs met een Schots tintje. De Schotse eigenaar Tim Johnston was de eerste die het aandurfde om in Parijs Australische wijnen te schenken, speciaal voor de expats van Down Under. Maar dit adres staat ook bekend om zijn voortreffelijke wijnen uit de Rhône-vallei. Voor de echte liefhebbers is het goed te weten dat hagggis altijd op de menukaart te vinden is en dit in combinatie met Engelse, of moet ik zeggen Britse boerderijkazen. Te vinden in de rue Richelieu 47 in het eerste arrondissement. Gesloten op zondag en op maandagmiddag

LES PAPILLES: Bertrand Bluy's Bistrot à Vins is uitgegroeid tot een begrip in het Quartier Latin. Druk bezocht door de academici uit het vijfde arrondissement. 's Middags kun je hier al binnen wippen voor een goed glas wijn en een snelle hap. 's Avonds is reserveren een must, want je betaalt hier een vaste prijs per menu van € 33. Met liefde bereid door chef-kok Ulric Claude. Gerechten zoals pompoensoep met kleine croutons, spekjes, bieslook en schaafsel van rauwe kastanjes, en panna cotta met gestoofde Reine-Claudes. Rue Gay-Lussac 30. Gesloten op zondag en op maandag.

LES FINES GUEULES: Gevestigd in een fraai 18e-eeuws pand vlakbij het Louvre. Op het menu gerechten, bereid met producten die komen van de beste producenten die je kunt vinden in de omgeving van Parijs. Zoals boter uit Bretagne van Jean-Yves Bordier en vlees van de topslager Hugo Desnoyer. Mooie gerechten, waaronder varkenslende met wilde paddestoelen en de specialiteit van de kok Jacques Genin; met hazelnoot-crème gevulde soesjes. Dagelijks geopend en te vinden in de rue Croix des Petits Champs 43, in het eerste arrondissement.

Montmartre in de ban van de wijn

VERJUS WINE BAR: Deze 'Americans in Paris'; Braden Perkins en Laura Adrian runden eerst de 'verborgen keuken van de Supper Club.  Gevestigd aan de zijkant van de tuinen van het Palais Royal aan de rue Richelieu 52 en de rue Montpensier 47. De ene ruimte is het restaurant, de andere een wat minder formele wijnbar, waar jonge foodie-hipsters elkaar ontmoeten. Alleen 's avonds geopend. Heerlijke snacks, waaronder in karnemelk gebraden kip of een heerlijk Italiaanse pudding, een zogenaamde 'butterscotch budino', die weer perfect aansluit bij hun heerlijke dessertwijnen. Eerste arrondissement, geen telefoon en gesloten op zaterdag en op zondag. Kosten € 35 pp, inclusief twee glazen wijn

WILLI'S WINE BAR: Waarschijnlijk een van de eerste bekende wijnbars in Parijs. Na het openen van zijn populaire wijnbar aan de achterzijde van het Palais Royal zo'n 32 jaar geleden, was het de Engelsman Mark Williamson, die waarschijnlijk een grotere invloed heeft gehad  op wat de Parijzenaars drinken dan menig ander. Inmiddels is de uitbreiding van zijn zaak voltooid. Wat echter nooit zal veranderen is het internationale publiek, de briljante selectie van wijnen per glas en een menu dat steeds de seizoenen volgt. Gerechten zoals kwartelborst op slablaadjes met gekruide nectarines. Al 32 jaar op het zelfde adres; rue des Petits Champs 13 in het eerste arrondissement. Gesloten op zaterdag en op zondag.

Een van de oudste en meest deskundige wijnwinkel in Parijs is te vinden naast de prachtige Galerie Vivienne: Legrand filles et Fils.  Aan de hoge bar is het heerlijk toeven en proeven van een goed glas wijn met daarbij geserveerd heerlijke tapas. Om je heen honderden flessen die je best thuis in je kelder zou willen hebben liggen.
Op de boulevard de la Madeleine nr. 3, de grootste wijnzaak van Europa, Lavinia. Schrik niet, hier liggen meer dan zesduizend wijnen op voorraad.

Wijn is onder de dranken de nuttigste, onder de medicijnen de lekkerste, en onder de voedingsmiddelen de aangenaamste, santé!

Wist je trouwens dat, weliswaar ongebruikelijk, je je eigen wijn kunt meenemen naar een restaurant. Als je het doet dan wordt er wel een bedrag gerekend als gedeeltelijke compensatie voor het feit dat je niet van de wijnkaart bestelt. Verder is er een verschil in prijs bij een wijnbar, tussen een fles die je meeneemt naar huis en een fles die je daar ter plekke opent. Je betaalt dan kurkengeld; ‘Droit de bouchon.’


Wijn is onder de dranken de nuttigste, onder de medicijnen de lekkerste, en onder de voedingsmiddelen de aangenaamste. Deze wijsheid is niet van mij maar van de Griekse filosoof Plutarchus (46 – 120 n.C). Santé.

vrijdag 6 oktober 2017

DE PARIJSE CONCIËRGE

Misschien kent u de bekende zwart-wit foto van de Franse fotograaf Robert Doisneau: ‘La Concierge aux Lunettes’ gemaakt in 1945. Doisneau werd vooral beroemd door zijn foto's van het straatleven. Hij noemde zich eerder een ‘beeldenvisser’ dan een ‘beeldenvanger’, onder andere omdat hij zich mengde (onderdompelde) tussen zijn onderwerpen, als een geduldige voorbijganger die een zekere afstand tot zijn onderwerpen houdt en afwacht tot zich een klein verhaal afspeelt. Zijn foto's zijn vaak doortrokken met humor, maar ook met nostalgie, ironie en tederheid. ‘La Concierge aux Lunettes’ voldoet helemaal aan het cliché beeld van de Parijse conciërge: Ze is oud, klein, kromgegroeid, lelijk en nors, maar een onverzettelijk vrouwtje dat al te nieuwsgierige toeristen van de romantisch ogende binnenplaats verjaagt. Glurend vanuit hun loge, waar de tv altijd aanstaat, achter een vaal raampje met een weggeschoven gordijntje. Ze horen net zo bij het Parijse beeld als de obers met hun smetteloze witte voorschoten, als de ‘petits cafés’ op de zinken comptoirs en de violetkleurige kaartjes van de métro.

 ‘La Concierge aux Lunettes’ - foto gemaakt door  Robert Doisneau in 1945

Maar de oude vertrouwde Parijse conciërge dreigt uit te sterven: de ‘bewakers’ van appartementencomplexen, die vaak een hele sociale functie vervullen, worden steeds meer vervangen door elektronische toegangscontroles en particuliere schoonmaakbedrijfjes.
“Een stad zonder conciërge heeft geen geschiedenis, geen smaak en is flauw als een soep zonder peper en zout, een vormeloze ratatouille”, schreef de Franse romanschrijver Céline in 1932 in zijn Reis naar het einde van de nacht . Parijs dreigt zo'n smakeloze stad te worden. De cijfers spreken voor zichzelf. In de vroege jaren tachtig telt INSEE het ‘Institut National de la Statistique et des Études Économiques’ bijna 30.000 conciërges in Parijs. Dertig jaar later, bevatten de meest optimistische schattingen 17.000 conciërges in de hoofdstad, waaronder 1250 met een sociale uitkering.

Het overgrote deel van de conciërges in Parijs is van Spaanse of Portugese origine. Ze kwamen ooit als immigranten naar de hoofdstad en namen daar het stokje over van de generatie die hun wortels hadden in de Franse regio Bretagne. Sinds de aanslagen in Parijs van november 2015 doet het Parijse stadhuis  nog een laatste poging het tij te keren, want elk jaar verdwijnen er zo’n 2000. Voor de grootste vakbond van de beroepsvereniging, de ‘Syndicat National Indépendant des Gardiens d'Immeubles, Concierges et Professions Connexes’, zijn de problemen veelzijdig; de leegloop naar aanleiding van de lage lonen en de te kleine pensioenen. “Videocamera’s en digicodes vervangen niet het wakend oog achter het gordijn dat altijd gedeeltelijk geopend is. “Het is een wanhopige situatie”, zei een woordvoerder. “Met wat ze verdienen, zijn er weinigen in staat geweest om geld opzij te zetten om vervolgens iets voor hun zelf te kopen. Vaak zijn het alleenstaanden met familie in het buitenland waar ze nauwelijks een band mee hebben. Sommige mensen staan bij hun pensioen letterlijk op straat.”

De loge, vaak niet groter dan 15 m²

Afhankelijk van hun werkzaamheden, verantwoordelijkheden en ‘schaarse’ opleiding verdient een ‘Gardien-conciërge d’immeuble’ in Parijs bruto tussen de € 1361,16 en de € 1799 per maand. Het salaris, conform een in de wet vastgelegde CAO, geregistreerd bij een vakbond, omvat verschillende elementen; het contractuele maandsalaris, een senioriteitsbonus (3% van het basissalaris per 3 jaar) en een 13e maand, uitsluitend bij een voltijd baan. De medewerkers zijn verdeeld in twee categorieën A en B. De werknemers in categorie A hebben een deeltijd baan en krijgen geen gratis huisvesting toebedeeld. Die is alleen weggelegd voor de categorie B, een voordeel voor hen in natura. De verhuurder zorgt voor verwarming, maar de overige kosten zijn voor de huurder. Het behang in de loge, vaak niet groter dan 15 m², wordt volgens contract eens keer per vijf jaar vervangen.

Ze waken dag en nacht, glurend vanuit hun loge, waar de tv altijd aanstaat, achter een vaal raampje met een weggeschoven gordijntje

In het 12 arrondissement vlakbij de Place de la Nation maak ik kennis met Mechda in haar kleine donkere tweekamerwoning op de begane grond van een appartementen complex. Ze woont daar met haar gezin, man en twee kleine kinderen. Haar baan is vijftig uur in de week inclusief de zaterdag. “Ik begin om 07:00 met het buitenzetten van de afvalcontainers en maak een begin met het reinigen van de gemeenschappelijke ruimtes. Vervolgens sorteer ik de post en schuif die onder de deuren van alle appartementen, verdeeld over zeven etages. Ook neem ik alle pakketten die bezorgd worden in ontvangst. De middag is meer gewijd aan de wekelijkse taken; het reinigen van de ramen, de zeven trappen en het poetsen van het koperen deurbeslag. Ik ben ook nog verantwoordelijk voor de tuin en de omliggende groene ruimte. Mijn man doet de technische installatie. Om financieel rond te komen onderhoudt hij nog drie andere gebouwen. Vaak moet ik ook nog eens achter de huurpenningen aan of slechte betalers berispen. Best zielig, want er wonen hier mensen met heel kleine pensioentjes die nauwelijks rond kunnen komen.”

Rue d'Annam, 20e arrondissement, een chique appartementencomplex

Wat vind je leuk aan de baan?
Mechda denkt na. “Het contact met de bewoners. Iedereen stopt wel voor een praatje. Ik ken hun problemen en hoor vaak de nieuwtjes als eerste.”

Wat stoort je het meest?
De mensen die altijd komen klagen, bijvoorbeeld over het kind van de buren dat te veel lawaai maakt. De woningen zijn hier erg gehorig. Ik moet dan de zaak weer oplossen. Of ouders die mij als een soort van oppasmoeder verslijten, om op de kinderen te letten als ze uit school komen.

Wat verdien je?
“Ik ontvang € 1400 in de maand. De woning waar ik woon is gratis. Ik betaal alleen een kleine vergoeding voor de elektriciteit maar niet voor verwarming, die is inbegrepen.”
Aan het eind van het jaar krijg ik van de bewoners altijd een geldbedrag tussen de € 40 en € 150, maar de crisis is hier ook duidelijk van invloed.

Mag ik een foto van je maken?
“Nee, liever niet”.

Mechda zelf wilde niet op de foto, de kat mocht wel

De gemeente Parijs is nu een actie begonnen tot het behoud van de conciërges in de stad. Dit is een van de lessen van de aanslagen van Parijs in november 2015, toen meerdere conciërges tijdens deze donkere dagen vele slachtoffers hebben gered of onderdak hebben verleend. Zeven conciërges werden geëerd met de bronzen medaille van de stad Parijs.
In dit licht bezien heeft de gemeenteraad van Parijs besloten om alle conciërges beter te trainen. Een initiatief dat met open armen is ontvangen door het Rode Kruis en de dienst Burgerbescherming. Voor 2020 moeten 2000 conciërges zijn getraind in het geven van eerste hulp. “De training voldoet aan twee belangrijke aspecten: Enerzijds die van de terroristische context die we sinds 2015 hebben gekend en anderzijds de dagelijkse ongevallen waar de bewakers van gebouwen snel kunnen ingrijpen, "aldus Ian Brossat, plaatsvervangend burgemeester van Parijs en verantwoordelijk voor alle zaken die verband houden met huisvesting en noodopvang.  De vakbonden zijn nog wantrouwig. “Het is een goed initiatief maar wij betreuren dat wij vooraf niet zijn geïnformeerd door het stadhuis of zijn betrokken bij de beslissing. Zolang er geen sprake is van politiehulpjes, maar leren om te gaan met gewonde, zieke of oudere mensen, is het een goede zaak." Aldus Philippe Dolci, vice-president van de vakbond.

Je vindt ze nog steeds, 'loge gardien', als je de moeite neemt om zomaar een poort binnen te gaan

Op weg naar mijn hotel moet ik denken aan een passage uit het boek van Wilfred de Bruijn: ‘Op zoek naar mijn Frankrijk’, een boek wat ik je zeker kan aanbevelen!
Hij beschrijft daar een situatie over het appartement waar hij woont in de wijk Belleville, wat nogal krakkemikkig is. Op een dag blijkt de voordeur te klemmen en stuurt de verhuurder van het appartement vervolgens een mailtje om haar van het probleem op de hoogte te stellen. Binnen vijf minuten krijgt hij antwoord en wilde haar meteen terugschrijven en bedanken voor haar snelle reactie. Zijn Franse vriend Olivier stak daar meteen een stokje voor. Je mag in Frankrijk absoluut niet met iets aardigs beginnen want dan krijg je helemaal niets voor elkaar. Je schrijft: “Madam u veroorzaakt een groot probleem, er kunnen de ergste dingen gebeuren. Mocht ze daar niet op reageren dan vervolg je dit met een nog bozere email”. Wilfred voelde zich duidelijk ongemakkelijk. Dat hard spelen heeft voor een groot gedeelte te maken met het feit dat men in Frankrijk geen vertrouwen heeft in de ander, een diepgeworteld wantrouwen. Daarom is in Frankrijk alles dichtgetimmerd met wetten. De boze e-mails hebben waarschijnlijk niet geholpen want zijn voordeur is jaren later nog steeds niet gerepareerd.
Ik moest denken aan Mechda en haar man die daar waarschijnlijk zeker op zouden hebben geacteerd. Hopelijk worden zij in de toekomst, net als in het appartementengebouw van Wilfred de Bruijn niet vervangen door een viercijferige digicode.


Soms onderhouden de conciërges meerdere gebouwen om in hun onderhoud te kunnen voorzien.

‘Op zoek naar mijn Frankrijk’ Wilfred de Bruijn; een persoonlijk portret van een prachtig land vol tegenstellingen. Uitgeverij Meulenhoff – ISBN 978 90 290 9193 0 - € 19,95

Een ander mooi boek: ‘De conciërge van rue de Grenelle 7’ (Franse titel: l'Elegance Du Herisson – Elegant als een egel) een roman van Muriel Barbery uit 2006.