Paris FvdV is een niet commercieel weblog speciaal voor kenners en liefhebbers van de stad Parijs - en voor hen die dat willen worden. Parijs is een stad met een gewichtig verleden, respectabel en gerespecteerd. Het is totaal niet nostalgisch. Parijs is er in geslaagd om, soms op brutale maar altijd op elegante wijze, om te gaan met zijn grootse monumenten. Ze te beschermen en te integreren in de nieuwe dynamiek van de stad. Parijs is een meester op het gebied van herstel en transformatie. U zult er nooit in slagen een volledig overzicht te maken van plekken en verhalen, die allemaal op hetzelfde punt uitkomen en de glorie van deze stad bezingen. toch wil ik een poging wagen. Wekelijks wil ik u niet alleen informeren over wat Parijs nog meer te bieden heeft, maar ook wil ik mijn liefde voor deze stad op u over dragen. In de hoop dat het raakt aan iets wat u herkent of voelt. Ferry van der Vliet.

Privacy verklaring: Indien u weblog Paris FvdV, dat bij Google-Blogger is ondergebracht, leest en reageert op de blogs van Paris FvdV, doet u dat vrijwillig en is uw IP-adres en mailadres - indien u dat vermeld - bekend en wordt opgeslagen. Ook uw schuilnaam waaronder uw reageert wordt opgeslagen. Paris FvdV zal uw gegevens nooit aan derden doorgeven. We houden uw gegevens privé, tenzij de wet of rechtelijke macht ons dwingt uw gegevens aan hen te verstrekken. Datalekken in het systeem vallen onder de verantwoordelijkheid van Google-Blogger. Door weblog Paris FvdV te bezoeken en/of de op of via deze weblog aangeboden informatie te gebruiken, verklaart u zich akkoord met de toepasselijkheid van deze disclaimer. Google gebruikt cookies om services te leveren en verkeer te analyseren dus uw IP-adres en user-agent zijn bij Google bekend, samen met prestatie- en beveiligingsstatistieken om servicekwaliteit te garanderen, gebruiksstatistieken te genereren, misbruik te detecteren en maatregelen te treffen.

zondag 27 januari 2019

HET PARIJS VAN QUOCI MOPOLIS


Als ik in Parijs ben en mijn hotel verlaat dan ga ik niet de straat op zonder mijn camera. Vaak ook tot ergernis van mijn echtgenote die altijd tegen mij zegt; “wandelen door Parijs met jou is altijd twee stappen vooruit en telkens weer een stap terug”. Ze heeft gelijk, er is altijd wel weer iets wat mij boeit, een mooie deur, een ornament boven die deur, zonlicht door de bomen die hun reflecties tonen op fraaie Haussmanngevels, en zo kan ik een hele tijd doorgaan. Geen enkele metropool heeft zoveel fotografen het hoofd op hol gebracht en tot sensuele en mysterieuze beelden geïnspireerd als de Franse lichtstad. Parijs is vaker beschreven, bezongen, geschilderd en gefotografeerd dan menig andere stad op aarde. Zij mag dan niet de grootste of machtigste hoofdstad van de wereld zijn, zij is ontegenzeggelijk de betoverendste. Het is dan ook geen wonder dat fotografie het daglicht zag in Parijs, want als je aan fotografie denkt, denk je aan Parijs, de stad van het licht.

We maken in deze blog kennis met het Parijs van Quoci Mopolis - Photo © Christopher Nisperos  

In de Parijse straten is Eugène Atget (1857-1927) te vinden, die bekend is van zijn foto's van het toenmalige Parijse straatleven en de architectuur. Zijn werk wordt vandaag de dag nog steeds hoog gewaardeerd in de wereld van de fotografie. Mede dankzij zijn assistente, de later bekende Amerikaanse fotografe Berenice Abbott, is zijn hele oeuvre bewaard gebleven voor het nageslacht. Na zijn dood wist Abbot een deel van zijn werk te verkrijgen en te bewaren. Circa 5000 van Atgets foto's en glasnegatieven bevinden zich in de collectie van het Museum of Modern Art in New York.

In 1924 vestigt zich een Franse fotograaf van Hongaarse afkomst in wijk Montparnasse. Gyula Halász (1899-1984), beter bekend onder zijn pseudoniem Brassaï voor zijn werk als journalist. Onder invloed van zijn vriend en fotograaf André Kertész ontwikkelt Brassaï een fascinatie voor het fotograferen van het Parijse nachtleven. Dat bezorgt hem uiteindelijk grote faam. In de jaren dertig publiceert hij diverse fotoboeken, waarvan met name 'Paris de Nuit' (1932) de essentie van zijn werk weergeeft. Oprechte en waarachtige beelden van het ware Parijs leven in al haar facetten, ook van de louche buurten. Henry Miller noemde hem 'het oog van Parijs'.

In 1934 begint Robert Doisneau (1912-1994) aan een carrière als beroepsfotograaf. Eerst als industrieel fotograaf en reclamefotograaf, later als freelance fotojournalist. Zijn werk als journalist voert hem naar de buitenwijken van Parijs waar hij bijna een halve eeuw foto's maakt van het straatleven en portretten van mensen van allerlei allooi. Dit alles in zwart-wit. Zijn bekendste foto is 'Le Baiser de l’Hôtel de Ville' (de kus voor het stadhuis - 1950)

Henri Cartier-Bresson (1908 - 2004) de Franse fotograaf, cineast en schilder, was in 1947 samen met Robert Capa en andere fotografen één van de oprichters van het befaamde fotoagentschap Magnum, het eerste fotografen-coöperatief ter wereld. Eigenlijk wilde hij schilder worden, maar als fotograaf was hij een van de grote getuigen van de 20ste eeuw. Zijn talent lag in het licht en het voortdurend streven naar hèt ultieme moment. Hij hield niet van manipulaties. Hij fotografeerde wat hij zag en deed dat met zwart-wit foto's, waarin de emotie werd gevangen in strakke composities. Cartier-Bresson fotografeerde vele beroemdheden waaronder Marilyn Monroe. Hij fotografeerde Monroe op de set van haar laatst voltooide film; the Misfits, van John Huston. Ook was hij op bezoek bij Mahatma Gandhi, op het moment dat Gandhi werd neergeschoten. De foto's die Cartier-Bresson maakte van Gandhi op zijn sterfbed, werden wereldberoemd.

In de jaren '50 en '60 van de 20e eeuw trokken Nederlandse fotografen, waaronder Henri Berssenbrugge, Ed van der Elsken, Johan van der Keuken en Emmy Andriesse, naar Parijs om daar het vak te leren van de Amerikaan Man Ray en zijn assistente Berenice Abbott , de uit Luxemburg afkomstige Edward Steichen en de fransman Jean Eugène Atget. Na de oorlog verschijnen verschillende prachtige fotoboeken van en over Parijs van diverse Nederlandse fotografen, die blijvend geïnspireerd waren door deze bruisende stad. De meest gefotografeerde stad ter wereld wordt in die jaren boeiend vastgelegd door Jesse en Van der Elsken. Van der Elsken fotografeert het echte straatleven, de rauwe kant van de samenleving en Jesse fotografeert alleen maar "Parisiennes". Vrouwen waaronder actrices, mannequins, studentes en vrouwelijke clochards.

Quoci Mopolis met zijn favoriete camera de Rolleiflex 3,5F - Photo © Cherki

Maar wie zijn de Atget’s. de Brassaï’s, de Doisneau’s, de Cartier-Bresson’s, de van der Elsken’s van deze wereld?
Al een tijd volg ik op facebook een Parijse straatfotograaf die zijn foto’s dagelijks publiceert. Grotendeels in zwart-wit, net als ik op mijn blog. Hij heeft duidelijk een zwak voor fotografie en ik ben gek op zijn beelden. Reden voor mij om op zoek te gaan in Parijs naar de man achter de camera, de man achter de naam Quoci Mopolis. Ik ontmoet hem in het zesde arrondissement op een van de terrassen van de rue de l’Université.

Wie is Quoci Mopolis?
“Quoci Mopolis is een grappig pseudoniem uitgevonden door mijn vriend, fotograaf Frank Jackson. Begonnen als een grap toen hij een verjaardagskaart zag die ik gekregen had van mijn moeder waarop ze mijn echte naam verkeerd had gespeld. - Hij zei; Oh mijn God, je eigen moeder weet jouw naam niet!  Ze denkt waarschijnlijk dat Christopher wordt gespeld als Q-U-O-C-I’ (uitgesproken als ‘Kwatchee’). Sindsdien is dat mijn alias geworden, met als toevoeging de familienaam ‘Mopolis’”.

“Even mijn CV in het kort. Mijn echte naam is Christopher Nisperos en ik kom uit California, USA. Lang geleden werkzaam in de foto-industrie als technisch vertegenwoordiger voor de importeur van de merken Nikon, Durst, Sinar en Mamiya. In de jaren ’80 studeerde ik fotografie onder andere met Ansel Adams, Brassaï, Minor White, Jerry Uelsman en Al Weber. Later woonde ik een korte tijd in Amsterdam en werkte daar als sales manager voor LICI-Colorstar. Ik ben zelfs nog co-writer van een boek over ‘Hollywood Portrait Lighting’, tevens schreef ik voor Amerikaanse fotobladen.

‘In the mood and mode’ voor fotografie mijn belangrijkste drijfsfeer - Photo: © Christopher Nisperos

Wat deed je besluiten om in Parijs te gaan wonen en waarom juist Parijs?
“De allereerste keer dat ik Parijs bezocht was in 1985 en ik voelde mij direct thuis. Nadat ik een paar keer was teruggekeerd besloot ik om te blijven. Het gaf mij zo’n heerlijk gevoel dat je zelfs als je niets doet, je toch iets aan het doen bent. Cafés op elke hoek van de straat, een metro altijd in de buurt, geen auto nodig en verdwalen kan ook al niet. Ben je moe of je moet heel nodig dan kun je altijd op elk uur van de dag terecht in een café voor een kopje koffie, een thee, bier of wijn en je kunt uren blijven zitten op een consumptie. Bovendien hou ik van historie maar ik ben te lui om er uitgebreid over te lezen. Elk historisch gebouw heeft wel een plaquette over de geschiedenis en wie er allemaal gewoond heeft. Tot slot; Parijs is een genot om naar te kijken, de uniformiteit van de Haussmann architectuur en het tijdloze van de stad geeft je het gevoel dat je permanent door een gigantische film set loopt”.

Onderbewust kijk ik altijd fotografisch - Photo: © Christopher Nisperos

Je weet ik ben een groot liefhebber van jouw straatfotografie. Neem jouw dag eens met mij door?
“Dank je Ferry. Uit jouw mond beschouw ik dat als een groot compliment. Belangrijk is natuurlijk dat je in de stemming moet zijn – ‘in the mood and mode’ – voor fotografie. Dus als ik de deur van mijn appartement achter mij dicht trek begin ik dingen te zien. Mijn camera heb ik altijd bij me. Ik ben altijd bang om DE FOTO te missen. Ik ben niet bewust op zoek, maar zeker als ik goed geslapen heb en heerlijk ontbeten dan ga ik dingen zien. Onderbewust kijk ik fotografisch. En als je mijn straatfotografie goed bekijkt ben ik altijd op zoek naar thema’s; handen, voeten, hoeden etc. Eenmaal buiten, op weg naar de metro, op weg naar mijn werk, dan ontdek ik al tal van mogelijkheden”.

“Toch moet ik je ook wat bekennen. Eigenlijk ben ik een grote lafaard. (Lafaards zijn eigenlijk geen goede straatfotografen, voegt hij er lachend aan toe). Dan zie ik vrouwen bezig met hun make-up, koppeltjes die zoenen, etc. Zelden richt ik daar dan mijn lens op, bang voor de confrontatie of een boze blik. Een andere oorzaak is ook dat de autofocus van mijn oude digitale camera lawaai maakt. Dus richt ik mij op handen en voeten, zolang ik maar niemand door de lens hoef aan te kijken. Maar zodra ik uitstap op de perrons zie ik daklozen die hun roes uit liggen te slapen onder treffende billboards of bedelaars op de trottoirs. Ik weet het, dit ligt sociaal gevoelig en om kritiek te voorkomen ben ik zelfs te laf om ze te publiceren”.

Mensen fotografeer ik zoveel mogelijk anoniem, bang voor boze blikken - Photo: © Christopher Nisperos

Mijn camera heb ik altijd om, zelfs op mijn werk, ik ben leraar Engels. Ik werk op de vierde verdieping en vandaar heb ik weer een prachtig uitzicht op het wisselende licht dat valt op de Haussmanngevels. Soms met prachtige wolkenpartijen en licht dat weerkaatst op de trappen. In ieder geval fotografeer ik geen collega’s en studenten!”.
Nu het winter is, het is donker wanneer ik mijn werkstek verlaat, geeft het mij de kans om te experimenteren met het bestaande licht. Mijn volgende aankoop wordt dan ook een lichtgewicht statief om mee te dragen in mijn fototas”.
Zodra ik thuis ben gekomen sta ik te popelen om mijn foto’s te bewerken. Ja digitaal want ik lijd ook nog eens aan analoge luiheid. Ik heb nog veel fotorolletjes liggen maar het ontbreekt mij gewoon aan tijd en energie om ze te ontwikkelen”.

Digitaal of analoog?
“Vanuit mijn verleden gaat mijn voorkeur uit naar analoog. Maar het ontbreekt mij ook de tijd voor de complexe fotobewerking, lees de donkere kamer en eerlijk gezegd ook het geld. Gedurende de afgelopen jaren ben ik mij meer en meer gaan toeleggen op digitaal. Zeker gezien facebook waar ik mijn volgers en verre familie kan laten delen van mijn leven in Frankrijk. Voor zover dat ze daar in geïnteresseerd zijn. Ik heb wel een aantal analoge camera’s, een Nikon FM2, een Leica allebei met 35mm lenzen en mijn favoriet een Rolleiflex 3,5F. Vaak ga ik ook met twee camera’s op mijn buik op stap. Gek genoeg gebruik ik analoog alleen voor foto’s waar geen snelle actie voor is vereist of voor foto’s die ‘dierbaar’ voor mij zijn, wat dat ook moge zijn?!”

Ik heb vaak bepaalde thema's in mijn hoofd zoals Het weer, handen, hoeden, voeten, zelfportretten in spiegels - Photo: © Christopher Nisperos

Wat triggert je in een foto?
“Zoals ik eerder al zei heb ik vaak bepaalde thema’s in mijn hoofd. Het maakt je tot een soort verzamelaar. Als ik iets zie wat past in mijn ‘collectie’, dan wil ik dat ook toevoegen. Het weer, handen, hoeden, voeten, zelfportretten in spiegels. Een stuk moeilijker is het spelen met licht, licht-donker-effecten, reflecties in ramen, een etalage in de nacht, het gouden uur. Het voelt als schilderen met licht. Als ik de juiste sfeer kan vastleggen dan voelt dat als een overwinning”.

Meestal in zwart-wit, waarom?
Ik ben gek van zwart-wit. Sinds mijn vroege jaren, vanaf 1964 was ik bezig met het fotograferen en ontwikkelen en vergroten van foto’s in zwart-wit. Het was de begintijd van de kleurenfotografie en die werd steeds populairder. Laten we eerlijk zijn, sommige onderwerpen schreeuwen om gefotografeerd te worden in kleur. Maar kleur leidt ook af. Zwart-wit daar en tegen dwingt je om je te concentreren op andere aspecten zoals het onderwerp, de vorm, de kwaliteit van het licht. De verschillende grijstinten zijn vaak minder hard als de felle kleuren. Bovendien vind ik het werken in de donkere kamer heerlijk (als ik de tijd heb). De geur van het fotopapier en de chemicaliën. Het werken in alle rust in het donker, het geeft mij een enorm thuisgevoel een herinnering aan vroeger”.

Ik ben gek op zwart-wit - Photo: © Christopher Nisperos

Hoe lang woon je al in Parijs en wat zijn je favoriete plekken?
“Aha, je wil mijn geheimen!
Ik woon al meer dan twintig jaar in Parijs en mijn favoriete plekken kun je ontdekken in al mijn foto’s. Denk aan de tuinen van het Palais Royal en de Tuilleries. Verder de gebieden waar weinig toeristen komen waar je nog kleine huisjes vindt met voortuintjes. Niet echt bedoeld voor straatfotografie. Ik ben er op dit moment mee aan het experimenteren en ik zal ze aan je onthullen wanneer ik klaar ben met fotograferen. Een soort van ‘teaser’”.

Welke beroemde (straat) fotograaf is jouw voorbeeld?
“Simpel antwoord: Vivian Maier*. Ik ontdekte haar werk lang na dat ik zelf begonnen was met straatfotografie”.
* Vivian Maier (New York, 1 februari 1926 - Chicago, 21 april 2009) was een Amerikaanse straatfotografe. Ze nam meer dan 150.000 foto's, voornamelijk van mensen en de architectuur van New York, Chicago en Los Angeles. Maar zij reisde rond 1960 ook naar andere delen van de wereld. Maiers werk bleef tijdens haar leven onbekend en veel van haar fotorolletjes bleven onontwikkeld. Kort voor haar dood werden enige dozen met daarin haar bezittingen verkocht op een veiling. Een historicus en verzamelaar uit Chicago, John Maloof, onderzocht de foto's en begon scans van Maiers fotografische negatieven vanaf 2009 op het web te publiceren. Hierop volgden al snel positieve kritieken en ontstond er verdere interesse in haar werk. Bron: Wikipedia

Mijn voorbeeld: Vivian Maier de Amerikaanse straatfotografe - Photo: © Christopher Nisperos

“Maar ik heb toch een verrassing voor je. Ik ben niet echt een grote fan van straatfotografie. Ik leer het wel steeds meer te waarderen. Zou je niet zeggen als je mijn foto’s bekijkt maar mijn voorkeur gaat uit naar het maken van portretten, stillevens van groenten en objecten. Ik zou ook niet zo een twee drie een fotograaf kunnen noemen. Ik zou eens kunnen googelen. Ik vond Martin Parr*  goed, totdat ik eens een expositie van hem zag”.
* Martin Parr is een Britse documentaire fotograaf, fotojournalist en verzamelaar. Hij is bekend door zijn fotografische projecten met een kritische blik op de moderne samenleving, met name het consumentisme, buitenlandse reizen en toerisme, autorijden, familie en relaties en voedsel. Bron: Wikipedia

“Eigenlijk weet ik niet hoe ik deze vraag eerlijk moet beantwoorden. Begrijp mij niet verkeerd ik hou van straatfotografie, ik doe het zelf graag, maar niet genoeg om een fan te worden. Ik weet het, het klinkt heel tegenstrijdig.
Ik ben sterk beïnvloed door de West-Coast-fotografie, door fotografen als Edward Weston, Al Weber, Michael Kenna, Irving Penn, Arnold Newman, Yousouf Karsh, Josef Sudek en Ansel Adams, bij wie ik een aantal workshops heb gedaan in Californië, als tiener”.

Wat is momenteel de absolute 'must see' in Parijs?
“Ik neem aan dat je doelt op fototentoonstellingen?
Op dit moment is er een foto expositie van Martine Franck (nog te zien tot 10 februari 2019) in de nieuwe Fondation Henri Cartier-Bresson die onlangs verhuisd is naar het 3e arrondissement naar de rue des Archives 79.

Ik schaar mijzelf onder de lafaards. Als ik mensen fotografeer dan zie je alleen de achterzijde. Ik heb er zelfs een naam voor bedacht: ‘Cowardography’ ® ! 
Photo: © Christopher Nisperos

Wat zijn de reacties van mensen als je ze fotografeert in Parijs?
“Zoals ik je al vertelde schaar ik mijzelf onder de lafaards. Als ik ze al fotografeer dan zie je alleen de achterzijde. Ik heb er zelfs een naam voor bedacht: ‘Cowardography’ ® !
Zo ga ik ook confrontaties uit de weg en krijg ik ook geen probleem met beeldrechten, dat is nog al eens een issue in Frankrijk. Daklozen durf ik dan weer wel maar typisch genoeg gaat het mij dan om de achtergrond. Een mooie poster of balustrade. Een gouden regel voor mij ik laat nooit het gezicht zien van de dakloze”.

Wat is je favoriete foto?
Echt, Ferry? Één favoriete foto?!
Okay, als ik dan een foto moet benoemen dan zou ik als een geschenk de foto ‘Pepper* No. 30’ van Edward Weston willen ontvangen.

* Pepper nummer 30, is een van de bekendste foto's gemaakt door Edward Weston . Het toont een eenzame groene paprika in rijke zwart-witte tonen, met sterke verlichting van bovenaf.
Edward Weston (24 maart 1886 - 1 januari 1958) was een Amerikaanse fotograaf uit de 20e eeuw. Hij wordt gezien als een van de meest innovatieve en invloedrijke Amerikaanse fotografen. En een van de meesters van de 20ste-eeuwse fotografie. In de loop van zijn 40-jarige carrière fotografeerde Weston diverse onderwerpen waaronder landschappen, stillevens, naakten, portretten, genretaferelen en zelfs grillige parodieën. Hij wordt gezien als een van de grondleggers van de zogenaamde West-Coast-fotografie. In 1937 was Weston de eerste fotograaf die een Guggenheim Fellowship ontving.
Bron: Wikipedia

Mijn voorkeur gaat uit naar ‘cityscape’, maar dat gezegd hebbende zou ik veel meer ‘nightlife’ willen doen - Photo: © Christopher Nisperos

Nightlife or cityscape?
“Aan ‘nightlife’ kom ik nauwelijks toe. Dat vereist geld en tijd, En als leraar Engels beschik ik over beiden niet. Dus in antwoord op je vraag wordt het ‘cityscape’, maar dat gezegd hebbende zou ik veel meer ‘nightlife’ willen doen. Het vereist, gezien de schaarse vrije tijd, een goede planning, een statief (staat nog mijn verlanglijstje) en winterkleding”.

Is het dan gewoon fotografie, of onderdeel van een project of bijvoorbeeld voor een boek?
“Goede vraag. Hier is mijn verhaal. Zoals eerder gezegd ben ik dol op fotografie die ik binnen kan bedrijven. Toen ik begon met lesgeven, vele jaren geleden was ik ook verplicht om op zaterdag te werken. Dat beperkte mij enorme in de mogelijkheid om zelf te ontwikkelen en af te drukken. Je weet hoe klein Parijse appartementen zijn en ik had niet de beschikking over een donkere kamer. De enige mogelijkheid was om mijn kleine badkamer steeds te transformeren tot een donkere kamer. Een onmogelijke taak en dat alleen op de vrije zondag. Ik heb toen ook een lange tijd niets meer gedaan en begon zowaar de interesse in fotografie te verliezen. Toen ik plots besefte wat er met mij gebeurde dwong ik mijzelf weer om nooit meer van huis te gaan zonder mijn camera. Zo ontstond weer het ‘heilige vuur’. En gezien de vele reacties die ik krijg op mijn foto’s op social media schijnt mijn strategie te werken. Het fotografisch kijken is weer helemaal terug en dat zonder zelfs naar Lourdes te gaan. Ik dank God op mijn blote knieën daarvoor”.

Gek op thema's, streepjes bijvoorbeeld - Photo: © Christopher Nisperos

“Om antwoord te geven op het tweede deel van je vraag. Als ik genoeg acceptabele beelden heb zit ik te denken aan een kleine expositie of een boek. Ik ben niet geïnteresseerd in een expositie in een café, restaurant of winkel. Ik ben serieus op zoek naar een sponsor en een galerie. Lukt het mij niet dan ga ik op zoek naar een andere stad of een ander land. Ik heb al een uitnodiging liggen van de Universiteit van Missouri, maar ik hou niet van vliegen”.

Wat is je favoriete stek in Parijs?
“Waarvoor? (een brede glimlach verschijnt op zijn gezicht) Ik weet niet zo goed hoe deze vraag te beantwoorden. Ik heb vele favoriete plekken in Parijs. De plaatsen waar ze goede koffie schenken en ik kan je vertellen dat is niet in elk café het geval. Ik ben ook gek op patisserie, een van mijn zondes. Daarvoor ga ik naar boulangerie AKI, in de rue Saint-Anne op de hoek van de rue Thérèse in het 1e arrondissement. Daar laat ik mij verleiden voor een café crème met een Matcha muffin. En gezien mijn postuur van de laatste tijd begin ik langzaam te lijken op een gigantische Matcha muffin !”

Als ik de juiste sfeer kan vastleggen dan voelt dat als een overwinning -  Photo: © Christopher Nisperos

En wat is je favoriete restaurant en waarom?
“Grappig dat je mij deze vraag stelt. Ik heb gemerkt dat veel fotografen, geïnteresseerd zijn in voedsel, muziek, vaak klassiek. Ik ben gek op eten en ik kook ook zelf. Ik hoop niet dat ik vijanden maak onder mijn Parijse vrienden als ik mijn eerlijke mening geef. Deze is gebaseerd op mijn leven in San Francisco Bay Area, dat een zeer rijke restaurantcultuur heeft. En ik ben werkzaam geweest in diverse restaurants bekend om hun uitzonderlijke keuken. Dus………
Ik moet constateren dat, als je niet de hoofdprijs wil betalen, er maar weinig restaurants zijn in Parijs waar je fatsoenlijk kunt eten. En laat ik duidelijk zijn ik bedoel Parijs niet Frankrijk. Echt waar voor je geld, qua kwaliteit, smaak en porties, krijg je in de restaurants buiten Parijs. En juist in het zuiden en zuid-west Frankrijk, of Bretagne, de mosselen, overheerlijk!”
Maar als ik iets kan aanbevelen, het Italiaanse restaurant Chez Ugo, in de rue du Chemin Vert 95, 11e arrondissement. Eerlijkheid gebiedt te zeggen dat het restaurant onlangs van eigenaar is veranderd dus ik hoop dat de kwaliteit ongewijzigd is gebleven. Ook het Libanese restaurant Cuise in de rue Saint-Maur 48. Probeer daar eens de ‘Mezzo du Liban’
Waarom? De kwaliteit van de ingrediënten natuurlijk, maar net zo belangrijk is de smaak die ik niet alleen wil  ontdekken wanneer het voedsel in mijn mond is”.

Photo: © Christopher Nisperos

Is er nog iets wat je zelf zou willen toevoegen?
“Ik hoop dat mijn antwoorden antwoord geven op jouw vragen, dat waar je naar opzoek was?
Ik wil je wel bedanken voor die vragen, je bent namelijk de eerste die dat ooit heeft gedaan. Over dit alles te moeten nadenken werkte bij mij als een soort van therapie. (Vergeet vooral niet uw factuur te sturen ‘dokter van der Vliet’) Bovendien hoop ik dat mijn commentaren, op de een of andere manier,  van nut zijn voor je lezers van je blog ook al heb ik niet alles willen of kunnen vertellen. Er is toch een Nederlandse uitdrukking? ‘Je mag alles van me eten maar niet alles weten”.

Onderweg naar mijn hotel ontdek ik dat ik veel overeenkomsten met Christopher Nisperos (zijn echte naam) deel. Ik ga nooit Parijs in zonder mijn camera, altijd bang om de foto van mijn leven te missen. Ook ik ben een lafaard als het om fotograferen van mensen gaat. Dat doe ik namelijk alleen met een telelens, ver verwijderd van eventueel boze blikken. En zoals je kunt zien in mijn blogs is het overgrote deel van al mijn foto’s in zwart-wit.

vrijdag 18 januari 2019

PARIJS 2015, EEN JAAR OM NOOIT TE VERGETEN


…nooit komen uitingen van haat in deze wereld tot rust door haat, maar door niet te haten komen ze tot rust, dat is een eeuwige wet.

Boeddha.

Januari 2015, Parijs is verbijsterd

Het 10e en 11e arrondissement zijn boeiende arrondissementen, met namen die klinken als een klok: République, Bastille, Nation, allemaal bekend als mijlpalen uit de Parijse geschiedenis. Maar het is ook een boeiende buurt. Sommige delen zijn heel volks, andere delen weer heel trendy, kosmopolitisch, bruisend van het moderne leven. Deze wijk wordt ook wel het hippe oosten genoemd. Nog maar 30 jaar geleden was dit nog een echte arbeiderswijk en krioelde het van de bordelen. Vandaag de dag is het 11e vooral een levendig deel van de stad, geheel gewijd aan een Bourgondische levensstijl met vele terrassen, trendy kroegen, nachtclubs en restaurants. Jonge modeontwerpers, Bohemiens en andere eigenzinnige kunstenaars hebben zich hier gevestigd en vertonen hun werk in de vele kunstgaleries. In de rue de Charonne, rue de Lappe, rue Duval, rue Keller, overal rijzen galerieën als paddenstoelen uit de grond. 's Nachts is dit het rijk van de nachtvlinders, te vinden in de trendy latino dancings en andere hippe kroegen van de rue Faubourg-Saint-Antoine, de rue de Lappe of de rue Oberkampf. Het 10e is de buurt van het Canal Saint-Martin, geliefd bij jong en hip Parijs. Bobo; bourgeois-bohémien, links, creatief en met genoeg geld om uit te gaan. Zo enkele dagen na de Nieuwjaarsviering 2014/2015 had niemand het gevoel dat het juist hier in 2015 zo mis zou kunnen gaan.

De rue Nicolas Appert 10 waar de redactie van Charlie Hebdo was gevestigd

Woensdag 7 januari 2015, 11.30 uur. Een zwarte Citroën C3 rijdt de rue Nicolas Appert in en stopt voor het huisnummer 6 waar de archieven van het satirische tijdschrift Charlie Hebdo gevestigd zijn. Twee gemaskerde mannen, de broers Chérif (32 jaar) en Saïd (34 jaar) Kouachi, uitgerust met kogelwerende vesten en kalasjnikovs stappen uit en zijn op zoek naar de redactie van het tijdschrift. Deze is echter gevestigd op nummer 10. Al snel bemerken ze hun vergissing. Bij de ingang op nummer 10 ontmoeten ze Corrine Rey, tekenares bij het blad en bekend onder de naam Coco. Onder bedreiging toetst zij de geheime toegangscode in van de voordeur. De twee blijken goed op de hoogte te zijn van de plaatselijke situatie, na eerdere bedreigingen was de redactie gevestigd op een geheim adres. Vlakbij de receptie zijn twee mannen aanwezig, die onmiddellijk onder vuur worden genomen. Een van hen, een onderhoudsmedewerker, bezwijkt vrijwel onmiddellijk aan zijn verwondingen. Via de trap spoeden zij zich naar de tweede verdieping, waar op dat moment de wekelijkse redactievergadering aan de gang is, de enige gelegenheid waar alle redacteuren bijeen waren.

Een hommage aan de slachtoffers van het satirische magazine Charlie Hebdo

Elf personen worden in het kantoor standrechtelijk geëxecuteerd. Acht journalisten, een bezoeker en een aanwezige politieagent, die daar was ter bescherming van hoofdredacteur Stéphane Charbonnier. Deze had, na eerdere bedreigingen, persoonlijke beveiliging van de Franse staat toegewezen gekregen.
De namen: Stéphane Charbonnier (Charb), Jean Cabut (Cabu), Bernard Verlhac (Tignous), Georges Wolinski (Wolinski), Philippe Honoré, Bernard Maris, Michel Renaud, Moustapha Ourrad, Elsa Cayat, Frédéric Boisseau, Franck Brinsolaro (agent en bewaker). De Joodse Elsa Cayat , zij was het enige vrouwelijke slachtoffer van de aanslag op het satirische weekblad. De 54-jarige was een psychoanalytica en had een tweewekelijkse rubriek, ‘Charlie Divan’, in het blad.

Ter nagedachtenis aan de laffe moord op de politieagent Ahmed Merabet

Na de aanslag vluchten de daders naar buiten en komen in een vuurgevecht met de inmiddels toegesnelde politie. Het beeld dat de agent Ahmed Merabet, op de boulevard Richard Lenoir tegenover de rue Moufle, bloedend van dichtbij nogmaals door het hoofd wordt geschoten, zorgt voor wereldwijde ontzetting. Merabet stierf ter plekke, en dit bracht het aantal dodelijke slachtoffers op twaalf. Het was de dodelijkste aanslag tot dan toe in Frankrijk sinds de Algerijnse Oorlog. Direct na de aanslag startte de politie een klopjacht op de daders, die vluchtten in een zwarte Citroen C3, maar al snel van auto wisselen. Uiteindelijk wordt het duo twee dagen later aangetroffen in het dorpje Dammartin-en-Goële, vlakbij Parijs waar ze bij een politiebestorming laat in de middag worden doodgeschoten. Aan de bestorming gingen uren van onzekerheid en een belegering met honderden agenten en speciale eenheden vooraf.

Ludieke hommages aan Charb, Cabu, Tignous en Wolinski

Een dag eerder, donderdag 8 januari, wordt een agente in opleiding, Clarissa Jean-Philippe, slechts 25 jaar oud, willekeurig neergeschoten op straat in de Parijse wijk Montrouge. Daarbij raakt ook nog eens een andere agent gewond. Aanvankelijk kon men geen direct verband leggen met de overige gebeurtenissen. Want in de dag die daarop volgt worden nog eens 17 mensen gedood, onder meer tijdens een gijzeling in een Joodse supermarkt.  De gijzelnemer, Amedy Coulibaly, houdt vrijdag 9 januari een nog onbekend aantal mensen vast. Hij dreigt hen te vermoorden als het pand in het dorp waar de broers Chérif zich verschuilen zou worden bestormd. Bij de uiteindelijke bestorming van de winkel, die parallel liep aan die in Dammartin, wordt ook Coulibaly doodgeschoten. Vier gijzelaars overleven de gijzeling niet; ze werden onmiddellijk door de terrorist gedood toen hij de winkel betrad. De overige gijzelaars hebben het pand levend kunnen verlaten.

Elk jaar worden de aanslagen van januari 2015 herdacht

De dagen na de aanslagen is de wereld verbijsterd. Snel is de leus 'Je suis Charlie' geboren. In het wapen van Parijs staat 'Fluctuat nec mergitur', dit betekent letterlijk: 'Ze wordt geteisterd door de golven, maar gaat niet ten onder'. Op zondag 11 januari lopen zeker 1,5 miljoen mensen mee in de “de grootste manifestatie uit de Franse geschiedenis ooit", aldus de Franse minister van Binnenlandse Zaken, Bernard Cazeneuve. Ook in andere Franse steden waren manifestaties tegen terrorisme. In totaal zouden zeker 3,7 miljoen mensen op de been zijn geweest. Eensgezind tegen terrorisme, angst en voor vrijheid van meningsuiting. Cartoonisten wereldwijd pakten hun potlood om de omgekomen collega's te eren en de wereld duidelijk maken zich nooit de mond te laten snoeren. Wat weinigen weten is dat Charlie Hebdo het geld, ingezameld na de aanslag (ruim 4,3 miljoen euro), heeft geschonken aan de nabestaanden van deze laffe terreuraanslag.

Het beeld dat de agent Ahmed Merabet, op de boulevard Richard Lenoir tegenover de rue Moufle, bloedend van dichtbij nogmaals door het hoofd wordt geschoten, zorgde voor wereldwijde ontzetting

Elk jaar wordt deze aanslag op 7 januari herdacht door een kranslegging in de rue Nicolas Appert en dit vormde voor mij de aanleiding om het voor Parijs zo dramatische jaar 2015 nog eens op papier te zetten. Mede ook naar aanleiding van het zien van de documentaire 13 Novembre: Fluctuat Nec Mergitur waar overlevenden en hulpverleners hun verhaal vertellen over angst, saamhorigheid en moed tijdens de terreuraanslagen in Parijs van 13 november 2015. Een uiterst beklemmende reportage van de gebroeders Naudet die al eerder verschillende prijzen kregen voor de documentaire 9/11 die ze maakten over de aanslag op de Twin Towers in New York, waar ze destijds bij toeval aanwezig waren.
Als huiswerk heb ik alle plaatsen opnieuw bezocht waar de littekens en stille getuigenissen van deze laffe aanslagen nog steeds zichtbaar en voelbaar zijn door middel van graffiti, muurschilderingen en gedenkplaten met namen van alle slachtoffers. Bij het nalopen van de gebeurtenissen van vrijdag 13 november 2015 valt mij de volslagen willekeur op van de dodenrit die de terroristen maakten langs de diverse terrassen in het 10e en 11e arrondissement. Voor alle slachtoffers gold; ‘op het verkeerde moment op de verkeerde plaats’. Op een mooie herfstavond genietend op een terras van een vriendschap en een vriendschappelijke voetbalwedstrijd op tv.

Vrijdag 13 november 2015 zal de boeken ingaan als een van de zwartste dagen uit de Franse geschiedenis. Het belooft een zachte herfstdag te worden en Parijs is druk met de Parijse fotoweek waar elk jaar weer duizenden fotoliefhebbers Paris Photo, Fotofever en Photo Saint Germain bezoeken. Die avond speelt het Duitse elftal een vriendschappelijke wedststijd tegen de Fransen in het Stade de France in de voorstad Saint-Denis, waar het Franse team eens het nationale elftal van Brazilië versloeg in de WK-finale van 1998. De terrassen van de cafés in de stad, voorzien van grote beeldschermen, vullen zich met voetballiefhebbers om niets te missen van de wedstrijd die om 21.00 uur begint. Het stadion is totaal uitverkocht met 80.000 mensen waaronder de Franse President François Hollande. 

Vrijdag 13 november 2015 zal de boeken ingaan als een van de zwartste dagen uit de Franse geschiedenis

Vier mannen; Salah Abdeslan, Bilal Hadfi, Mohamed Al-Mahmod en Ahmad al Mohammad (mogelijk een valse naam) proberen zich toegang te verschaffen, maar worden bij de controle opgemerkt doordat zij niet in het bezit zijn van toegangskaarten voor de wedstrijd. De eerste felle explosie klinkt in de 20e minuut van de wedstrijd. Bilal Hadfi blaast zich buiten het stadion op, bij ‘porte H’ aan de avenue Jules Rinet, met zijn eigen bomgordel. In eerste instantie wordt gedacht aan een gasexplosie. 10 Minuten later, 21.30 uur, volgt een tweede knal bij ‘Porte D’ en om 21.53 uur volgt een derde explosie. Drie daders hebben zichzelf opgeblazen waarvan een bij een McDonald’s, aan de rue de la Cokerie, net buiten het stadion. Er vallen in totaal vijf doden waaronder drie terroristen en negen zwaargewonden. De president wordt onmiddellijk naar zijn Elysee-paleis gebracht en zijn eveneens aanwezige minister van Binnenlandse Zaken Bernard Cazeneuve, naar diens eigen ministerie op de Place Beauvau. Niemand kan dan nog vermoeden welke drama’s er zich die nacht en de daar op volgende ochtend zullen afspelen.

Le Petit Cambodge en Le Carillon aan de rue Bichat in het 10e arrondissement

In de tussentijd rijdt een zwarte Seat Leon de rue Bichat in, in het 10e arrondissement. In de auto drie mannen: Abdelhamid Abaaoud, Shakib Akrouh en Brahim Abdeslam. Het is 21.25 uur. De rue Bichat grenst aan het Hôpital Saint-Louis. De auto stopt op de hoek bij de rue Alibert. Twee mannen met Kalasjnikovs stappen uit en beginnen te schieten. Eerst nemen ze het terras van Le Carillon onder vuur tot er niemand meer beweegt. Daarna is het tegenoverliggende Le Petit Cambodge aan de beurt. In blinde paniek vluchten de mensen van het terras naar binnen. Koelbloedig worden de nodige salvo’s afgevuurd door de open deur. Er vallen vijftien doden en tien zwaargewonden.

Ik noem ze de littekens van de stad, de gedenkplaten van de slachtoffers van 13 november 2015. Hier aan de muur van het Hôpital Saint-Louis aan de rue Bichat

De twee terroristen stappen in of er niets aan de hand is en zetten koers richting het Canal Saint Martin, naar de rue de la Fontaine-au-Roi. Hooguit vijf minuten lopen vanaf Le Carillon en Le Petit Cambodge. Ze stoppen opnieuw bij pizzeria La Casa Nostra en de tegenover gelegen bar À la bonne bière op de hoek van rue Faubourg du Temple. 7 minuten later, 21.32 uur. Opnieuw worden honderden schoten gelost, Vijf mensen komen om het leven waaronder twee meisjes die net uit een nabijgelegen jeugdherberg zijn gelopen.

À la bonne bière op de hoek van rue Faubourg du Temple waar vijf slachtoffers vallen te betreuren

De dodenrit zet zich voort richting Bastille. Om 21.36 uur stopt de Seat voor het terras van La Belle Équipe. Het terras zit vol met jonge mensen die hier graag afspreken voor een koffietje of een goed glas wijn. Er wordt op dat moment een verjaardag gevierd. De Kalasjnikovs vuren ongenadig honderden kogels af.  Net zolang tot iedereen is omgevallen. Er vallen twintig doden in het restaurant dat slechts plaats biedt aan 28 mensen en negen zwaargewonden. Onder de doden Djamila, de vrouw van de eigenaar Gregory Reibenberg. Ze overlijd in zijn armen. Een jaar later heeft hij een boek geschreven over die avond in november en de tijd erna: ‘Une belle Équipe’.

De dodenrit zet zich voort richting Bastille. Om 21.36 uur stopt de Seat voor het terras van La Belle Équipe

Het is 21.39 uur. De Fiat Leon stopt op de Boulevard Voltaire 253. Een van de mannen loopt rustig het restaurant Comptoir Voltaire binnen. Bij de bar loopt een vriendelijke serveerster op hem af. Op dat moment detoneert de man zijn bomgordel. De aanwezige bewakingscamera’s filmen het ongenadig. De serveerster raakt zwaar gewond. De terrorist Brahim Abdeslam,  de oudere broer van Salah Abdeslam, wordt nog gereanimeerd door de eigenaar die stopt op het moment dat hij de resten van de bomgordel ontdekt.

Comptoir Voltaire waar een van de terroristen zichzelf opblaast in het volle restaurant

21.50 uur. Op dat moment parkeert iemand een zwarte VW-Polo bij de concertzaal Bataclan aan de boulevard Voltaire 50. Daar wordt op dat moment een concert gehouden van de Amerikaanse band Eagles of Death Metal, als onderdeel van hun Zipper Down tour. Het concert dat om 21.00 uur was begonnen was die avond met 1.500 man afgeladen vol. Ondanks de naam speelt de groep geen metal maar blues rock. Het publiek is divers, van jong tot oud, er zijn ouders met hun tienerkinderen. "De sfeer was uiterst gemoedelijk, de zanger maakte grapjes en er werd gedanst. Bij het liedje ‘Kiss the devil, op de gitaarsolo’s, hoorde ik achter me een reeks ontploffingen. Ik zag dat de gitarist zich vreemd gedroeg. Hij keek op een onnatuurlijke wijze naar de deuren van de zaal. Instinctief draaide ik mijn gezicht ook naar die richting. Twee deuren gingen plots open, het werd helemaal donker. Ik zag drie silhouetten de zaal binnenkomen”, aldus een ooggetuige.

Het Bataclan theater aan de boulevard Voltaire 50

Het zijn drie zwaar bewapende terroristen, Omar Ismail Mostefai, Samy Aminour en Foued Mohamed-Aggad die de concertzaal binnendringen. De verkoper van cd's en T-shirts van Eagles of Death Metal, die vlak bij de ingang zit, wordt als een van de eersten doodgeschoten. Er zijn drie beveiligers, die machteloos staan tegenover machinegeweren - ook zij worden meteen gedood. Met automatische vuurwapens wordt vanaf het balkon geschoten op de bezoekers. Verschillende malen herlaadden ze hun wapens ondertussen roepend "Allahoe akbar". De paniek is groot en bezoekers proberen weg te komen via de twee nooduitgangen die, met gevaar voor eigen leven, geopend zijn door Didi, hoofd van de beveiliging.

Een van de nooddeuren van de Bataclan voorzien van een mural door Banksy en het raam met daaronder de voetafdrukken van de zwangere vrouw die in blinde paniek probeerde te vluchten

We kennen allemaal de beelden van Daniel Psenny, redacteur van Le Monde, die nog steeds op ons netvlies staan gebrand. Bezoekers van theater Bataclan die in blinde paniek het gebouw ontvluchten, via de nooduitgangen in de passage Saint-Pierre Amelot, terwijl de terroristen hun wapens aan het herladen zijn. Sommigen hun zwaar gewonde vrienden achter zich aanslepend. Of de zwangere vrouw die uit het raam bungelt en zich vastklampt aan een vensterbank. De Française wist gelukkig ongedeerd te blijven dankzij een onbekende man die haar omhoog hielp. Minder dan drie uren later hebben de drie terroristen 90 mensen gedood en 99 anderen zwaar gewond. 00.20 Uur; op dat moment vallen commando’s van de BRI (Brigades de Recherche et d’Intervention) en RAID (Recherche, Assistance, Intervention, Dissuasion) de Bataclan binnen. Een terrorist komt om door politiekogels waardoor zijn bomgordel ontploft.  De twee overige terroristen blazen zichzelf op met hun bomgordel. Een minuut en zes seconden, langer duurt de aanval niet. Overal in de zaal en op de trappen liggen zielloze lichamen in grote plassen bloed terwijl onophoudelijk mobiele telefoons blijven rinkelen.

In minder dan drie uren hebben de drie terroristen in de Bataclan 90 mensen gedood en 99 anderen zwaar gewond

Tijdens de aanslagen van 13 november 2015 vielen 130 doden en meer dan 350 gewonden. Onder hen bevonden zich drie Nederlanders. Een van hen raakte lichtgewond, twee anderen zwaargewond.
Een jaar na de aanslagen lagen er nog steeds 20 mensen in het ziekenhuis. Zeker 50 kinderen groeien door de aanslagen op met het gemis van een of twee ouders, en meer dan 1000 mensen verloren een familielid.
Er waren acht aanslagplegers, zes kwamen om door eigen toedoen, een zevende door een politiekogel en de achtste, Salah Abdeslam, kon of wilde zijn bomgordel niet tot ontsteking brengen. Hij werd na 126 dagen opgepakt in de wijk Molenbeek te Brussel.

Laten we hopen dat 'pas' staat voor nooit meer

Frankrijk won de wedstrijd met 2-0 en de toeschouwers konden na de wedstrijd het stadion veilig verlaten. Het Duitse elftal heeft uit veiligheidsoverwegingen de nacht in het stadion doorgebracht.
Een jaar later opende de Bataclan weer zijn deuren met een concert van Sting. De zanger begon zijn optreden met een minuut stilte ter nagedachtenis aan de negentig mensen die hun leven in de zaal verloren. Sting vroeg geen vergoeding voor zijn optreden.
In de jaren daarna maken geheime operaties een einde aan de levens van nog eens zeven terroristen die gezien werden als het brein achter deze aanvallen. Parijs riep hierbij de hulp in van Amerikaanse, Britse en zelfs Russische en Chinese collega’s.

Bronnen: 13 Novembre: Fluctuat Nec Mergitur, Le Parisien, Le Monde, Le Figaro, AD, NRC, Liberation, La Depeche, l’Express, De Telegraaf.

woensdag 9 januari 2019

RUSLAND IN PARIJS


Toegegeven de rue de Crimée, in het 19e arrondissement, is niet de mooiste straat van Parijs maar er bevinden zich wel een aantal juweeltjes. Een daarvan is de pont Draguage. Een van de laatste hefbruggen van de hoofdstad, gelegen aan de overgang van het Bassin de la Villette en het Canal de l’Ourcq. De brug uit 1885 kent nog zo’n 9000 manoeuvres per jaar.
Een stukje verder in de straat, op nummer 83 zit de boulanger Poîlane en daar kun je terecht voor het lekkerste brood van Parijs: de miche Poilâne. De Egyptenaren bakten duizenden jaren geleden het eerste gistbrood. De warme bakkers van boulangerie Lionel Poilâne bakken alles nog op dezelfde manier. De bloem is 100% steengemalen tarwe. Het deeg van zuurdesem met de hand gerold en in houtovens gebakken. De ovens zijn van steen en gietijzer, gemodelleerd naar voorbeelden uit het oude Rome en het hout brandt onder de stenen vloer. Kenmerkend aan de miche Poilâne is een compact, vochtig brood met een knapperige buitenkant. Het hele proces van begin tot eind duurt zes uur. Het hout geeft het brood een licht rokerige smaak. 

De pont Draguage uit 1885 en de bakkerij Poîlane op nummer 83

Pain Poilâne is een begrip in Frankrijk. Het is het enige brood dat bekend is onder de naam van de bakker en hij wordt niet voor niets "le Roi du Pain" genoemd. Gevraagd naar zijn succesrecept weten de bakkers bij Poilâne slechts één antwoord. "Wanneer er een geheim voor het Pain Poilâne is, dan zijn het de handen". Want het belangrijkste beginsel bij Poilâne is tot op heden, dat het deeg uitsluitend met de hand wordt verwerkt, bewerkt en gevormd, en lang mag lang rusten alvorens het uiteindelijk de houtoven ingaat. Op deze wijze gedijt de bakkerij goed, zijn de broden geliefd, maar groeit vooral de vraag naar de oorspronkelijke Pain Poilâne. Het brood van Lionel Poilâne wordt verkocht in meer dan 600 winkels en aan honderden restaurants.
Nu hoor ik je denken wat heeft dat nou te maken met Rusland in Parijs? Daarvoor lopen we nog een stukje verder naar nummer 93

Het fresco van Saint-Serge de Radonège en de koperen plaat bij de poort

Saint-Serge
Een eenvoudig hek met rechts een koperen plaat met opschrift: ‘Institut de Theologie Orthodoxe et Église Saint-Serge’ trekt mijn aandacht. De poort staat op een kier dus nodigt uit om naar binnen te gaan. Een klein steegje omzoomd met oude muren waarover een oude wijnstok kronkelt leidt naar een klein kleurrijk huisje versierd met een fresco. Onderzoek later leert mij dat dit een afbeelding is van Saint-Serge de Radonège. Links van het huisje loopt een verlaten, langzaam glooiend pad, naar boven. Ik passeer een vervallen houten constructie met het opschrift librairie en plotseling ontdek ik aan de rechterzijde, hoog gelegen op een heuvel een houten kerk.

Plotseling ontdek ik aan de rechterzijde, hoog gelegen op een heuvel een houten kerkje

Welkom bij een van de vele verborgen schatten van Parijs. De église Saint-Serge-de- Redonège, een Russische  Orthodoxe kerk. Op de top van de heuvel, tussen de berken, een klein charmant houten kerkje in gekleurd hout (rood, bruin en goud). Met aan weerszijden twee houten trappen die naar de bovengelegen gebedsruimte leiden. Het kerkje is gebouwd rond 1850 door pastor Fr. von Bodelschwing en deed toen dienst als een Duitse Lutherse kerk speciaal voor Duitse immigrantenarbeiders werkzaam in de gipsindustrie. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd het pand verbeurd verklaard en kwam leeg te staan. De Franse overheid verkocht het pand aan de Orthodoxe gemeenschap om dienst te gaan doen als gebedsruimte voor de vele verdreven Russische gelovigen, die de revolutie van 1917 in hun thuisland waren ontvlucht en zich vestigden in Parijs, waar de enige Orthodoxe kathedraal van Frankrijk te vinden was: De Cathédrale d'Alexandre-Nevsky. Maar daarover straks meer.

Een ander Russisch architectonisch element: een carillon leunend tegen de noordkant met arcades in ‘kokochnik’ (een traditionele kroonvormige hoofdtooi)

De kerk werd vernoemd naar een Russische monnik die leefde in de 14e eeuw. Deze jonge Barthélémy (de latere Serge van Radonège) werd geboren in Rostov, ten noorden van Moskou. Na de dood van zijn ouders trekt hij zich met zijn broer terug in de bossen om daar een kapel te bouwen gewijd aan de Heilige Drie-eenheid. Na zijn benoeming tot monnik sticht hij een klooster waarvan hijzelf de eerste abt wordt. Hij wordt adviseur van de prinsen van het Russische hof, maar blijft ook verbonden met eenvoudige gelovigen. Serge sterft op 25 september 1391 op 78 jarige leeftijd. In 1422 werd hij heilig verklaard met name voor zijn werk als spirituele vernieuwer van de Orthodoxe Kerk in Rusland.

De muren langs de trap werden beschilderd tussen 1925 en 1927 door Dimitri Semionovich Stelletsky

De muren langs de trap werden beschilderd tussen 1925 en 1927 door Dimitri Semionovich Stelletsky, voorstellend heiligen die het Orthodoxe geloof vertegenwoordigen. Sommige heiligen hebben een rol in hun hand met religieuze teksten. Binnen in de kerk zijn de muren bedekt met fresco’s, maar het juweel van de kerk is ongetwijfeld de iconostase (een wand samengesteld uit iconen die de altaar ruimte afschermt voor blikken van gelovigen). De narthex (voorportaal), is versierd met scenes uit het Oude Testament. Twaalf heiligen die de orthodoxe feesten symboliseren zijn op de zijkanten van het schip geschilderd. In het midden van het transept, verschijnt een Christus omringd door drie dieren en een personage dat symbool staat voor een evangelist. De koninklijke poorten die uitkomen op het heiligdom zijn authentieke werken uit de zestiende eeuw (Moskouse School) die werden gekocht bij een antiquair in Berlijn. 

Het juweel van de kerk is ongetwijfeld de iconostase
Photo Courtesy – met toestemming van - Clara & Constance, weblog ‘So Many Paris’

Een ander Russisch architectonisch element: een carillon leunend tegen de noordkant met arcades in ‘kokochnik’ (een traditionele kroonvormige hoofdtooi). Een Russische traditie wil dat wanneer de klokken luiden iedereen stil blijft staan. Vergeet vooral niet om een bezoek te brengen aan de tuin rondom de kerk.

Deze Russische parel is dagelijks geopend van 18.00 uur tot 19.00 uur en op zondag van 10.00 uur tot 12.30 uur. Vergeet niet dat je hier in een kerk bent en dus het nodige respect moet tonen. Tevens is het goed om te weten dat je noch je armen noch je benen mag kruisen. Alle bezoekers moeten de armen bedekken en mannen betreden de kerk blootshoofds. Vergeet ook niet om na het bezoek te doneren voor de broodnodige restauratie.
Metrostation: Botzaris, lijn 7b - Laumiere, Ourq, lijn 5

Deze Russische parel is dagelijks geopend van 18.00 uur tot 19.00 uur en op zondag van 10.00 uur tot 12.30 uur
Photo Courtesy – met toestemming van - Clara & Constance, weblog ‘So Many Paris’


Alexandre-Nevsky
Een andere Russische parel is te vinden in de rue Daru nummer 8, vlakbij het parc Monceau. Daar staat een Byzantijns - Russische kathedraal uit 1861. Een juweeltje met vijf gouden koepels die voorzien zijn van een  zogenaamde ‘Chafior’ torenspits.  Dit jaar, om exact te zijn op 15 september 2011, bestaat de Cathédrale d'Alexandre-Nevsky 158 jaar. In de afgelopen anderhalve eeuw is de kathedraal dè belangrijkste Russische attractie in de stad. Het is in 1983 uitgeroepen tot een beschermd architectonisch monument.

De Cathédrale d'Alexandre-Nevsky in het 8e arrondissement

De oprichting van de kerk is een initiatief van pater Joseph Vasiliev die uiteindelijk na 14 jaar lang touwtrekken persoonlijk toestemming kreeg van Napoleon III tot de bouw van deze kerk, die pas in 1922 een kathedraal werd. De bouw werd gefinancierd door giften. Bijdragen kwamen niet alleen van Russen, maar ook van de Serviërs, Bulgaren, Grieken en zelfs van de Fransen. Een van de eerste donoren was tsaar Alexander II, die bijna in de handen van terroristen stierf tijdens een bezoek aan Parijs in 1867. De kathedraal is toegankelijk voor bezoekers op dinsdag, vrijdag en zondag van 15.00 uur tot 17.00 uur. De kerk staat vol met prachtige iconen die glanzen in de gloed van de vele kaarsen. Muurschilderingen zijn er te zien van Albert Alexandrovitch Benois. Onder de koepels weerklinken prachtige liturgische gezangen. De emotie is voelbaar en de wierook doet de rest.  Pablo Picasso trouwde hier met zijn geliefde, de Russische danseres Olga Khokhlova. Beroemde begrafenissen vonden hier plaats, waaronder die van de Russische schrijver  Ivan Toergenjev in 1883; de Russisch Franse kunstschilder Wassily Kandinsky in 1944 en de schrijver en dichter Ivan Bunin in 1953.
Metrostation: Ternes, Courcelles, lijn 2.


La Sainte-Trinité de Paris
Zondag 4 december 2016 was de officiële inwijdingsceremonie van de Cathédrale de la Sainte-Trinité de Paris dat in de volksmond Kremlin-sur-Seine wordt genoemd. De kathedraal van de Heilige Drie-eenhied, werd geopend door de Patriarch van Moskou; Kiryll. Prachtig gelegen tegenover de Seine in het 7e arrondissement. Met een wat vreemde skyline die wordt gedomineerd door de vijf zacht glooiende matgouden koepels, de vijf Russische kruisen met op de achtergrond de 324 meter hoge Eiffeltoren.

Vanwege de gouden koepels wordt deze kerk ook wel Kremlin-sur-Seine genoemd

Het project werd geboren in het najaar van 2007, tijdens een bezoek van Alexis II, de patriarch van Moskou en van de Russisch-orthodoxe Kerk en kreeg onmiddellijk steun van de toenmalige Franse President Nicolas Sarkozy, die zo de banden tussen Rusland en Frankrijk wilde versterken. Vladimir Poetin zegde ruim 100 miljoen euro's toe voor de bouw van een Russisch-orthodoxe kathedraal in het centrum van Parijs. De plek moest alleen nog gevonden worden. Al snel kwam vanuit het Hôtel de Ville het voorstel de plek van het Franse meteorologisch Instituut aan te wijzen voor de bouw van dit Russische monument. Moeilijkheid was dat de plek, tegenover de pont de l'Alma te boek stond als Unesco historisch erfgoed. Tevens moest de bouw passen in de omgeving van het Museum Branly, Palais l'Alma en de Eiffeltoren, allen op loopafstand. Op het grondgebied van 4655 m² werd plaats gemaakt voor een orthodoxe Kathedraal, een administratiegebouw, een educatief en een cultureel centrum, compleet met een bibliotheek, boekwinkel, twee expositieruimtes en een horecagelegenheid. Om het gebouw een minimalistische uitvoering te geven koos de architect voor een lichte kalkzand hardsteen uit de Bourgognestreek en in plaats van vijf glanzende koepels werd gekozen voor koepels met een matte bladgouden finish voorzien van een orthodox kruis.

Cathédrale de la Sainte-Trinité en het Centre Spirituel et Culturel Orthodoxe Russe

CSCOR: Cathédrale de la Sainte-Trinité de Paris, Centre Spirituel et Culturel Orthodoxe Russe, avenue Rapp 2, quai Branly 1-5 en  rue de l’Université 192.
Metrostation Alma-Marceau, lijn 9

Parijs en omgeving heeft nog verschillende andere Russisch orthodoxe plaatsen, de kleine kerk, la petite église des Trois-Saints-Docteurs in de rue Pétel 5 (15e, metrostation Vaugirard, lijn 12) en de begraafplaats bij de 'petite église Notre Dame-de l'Assomption'. Rue Léo Lagrange 8 in het voorstadje Sainte-Geneviève-des-Bois. (RER - Sainte-Geneviève-des-Bois) Hier liggen sinds 1927 meer dan 10.000 Russen begraven.