Paris FvdV is een niet commercieel weblog speciaal voor kenners en liefhebbers van de stad Parijs - en voor hen die dat willen worden. Parijs is een stad met een gewichtig verleden, respectabel en gerespecteerd. Het is totaal niet nostalgisch. Parijs is er in geslaagd om, soms op brutale maar altijd op elegante wijze, om te gaan met zijn grootse monumenten. Ze te beschermen en te integreren in de nieuwe dynamiek van de stad. Parijs is een meester op het gebied van herstel en transformatie. U zult er nooit in slagen een volledig overzicht te maken van plekken en verhalen, die allemaal op hetzelfde punt uitkomen en de glorie van deze stad bezingen. toch wil ik een poging wagen. Wekelijks wil ik u niet alleen informeren over wat Parijs nog meer te bieden heeft, maar ook wil ik mijn liefde voor deze stad op u over dragen. In de hoop dat het raakt aan iets wat u herkent of voelt. Ferry van der Vliet.

Privacy verklaring: Indien u weblog Paris FvdV, dat bij Google-Blogger is ondergebracht, leest en reageert op de blogs van Paris FvdV, doet u dat vrijwillig en is uw IP-adres en mailadres - indien u dat vermeld - bekend en wordt opgeslagen. Ook uw schuilnaam waaronder uw reageert wordt opgeslagen. Paris FvdV zal uw gegevens nooit aan derden doorgeven. We houden uw gegevens privé, tenzij de wet of rechtelijke macht ons dwingt uw gegevens aan hen te verstrekken. Datalekken in het systeem vallen onder de verantwoordelijkheid van Google-Blogger. Door weblog Paris FvdV te bezoeken en/of de op of via deze weblog aangeboden informatie te gebruiken, verklaart u zich akkoord met de toepasselijkheid van deze disclaimer. Google gebruikt cookies om services te leveren en verkeer te analyseren dus uw IP-adres en user-agent zijn bij Google bekend, samen met prestatie- en beveiligingsstatistieken om servicekwaliteit te garanderen, gebruiksstatistieken te genereren, misbruik te detecteren en maatregelen te treffen.

vrijdag 21 januari 2022

MUSÉE GUIMET DE SNELSTE ROUTE NAAR AZIË

We schrijven 1887. Er wordt druk gebouwd in het 7e en het aangrenzende 16e arrondissement. Parijs is in voorbereiding van de 10e Universele Wereldtentoonstelling die gaat plaatsvinden van 6 mei tot en met 31 oktober 1889. Op de Champs-de-Mars worden de fundamenten gelegd voor een gietijzeren toren van 300 meter hoogte die het symbool en tevens de toegangspoort moet worden van de tentoonstelling, een project van ene Gustave Eiffel en ontworpen door de ingenieurs Maurice Koechlin en Émile Nouguier. Een ander bekend gebouw dat speciaal voor de tentoonstelling wordt gebouwd is het Palais des Machines, naar een ontwerp van Ferdinand Dutert en ingenieur Victor Contamin. Het gebouw; 420 meter lang, 115 meter breed en 48 meter hoog is op dat moment het grootste gebouw van ijzer en glas ter wereld. Het werd opnieuw gebruikt tijdens de tentoonstelling van 1900 en helaas afgebroken in 1910.

Parijs in voorbereiding van de 10e Universele Wereldtentoonstelling
 

Schuin achter het Palais du Trocadéro, om precies te zijn in de driehoek van de rue de Lübeck, rue Boissière en de avenue d’Iéna, wordt druk gebouwd aan een project van de stad Parijs en een industrieel uit Lyon, Émile Guimet, om een museum te creëren over de religies van Egypte, de klassieke oudheid en de landen van Azië.


Officieel affiche van de Wereldtentoonstelling 1889 met de Eiffeltoren en het Palais des Machines - Foto Wikimedia

Émile Étiene Guimet was een erudiete entrepreneur, reiziger, kunstkenner (connaisseur) en mecenas. Hij schreef boeken: ‘Lettres sur l'Algerie’ (1877), ‘Promenades Japonaises’ (1880), en componeerde een opera, Tai-Tsoung (1894) maar ook het op muziek zetten van gedichten van Victor Hugo of Alfred de Musset. Gehuwd met Lucie Sanlaville die na slechts drie maanden huwelijk sterft. Daarna trouwt hij met zijn schoonzus Marthe Sanlaville, die hem zijn ​​enige zoon schonk, Jean Guimet.

Geboren op 26 juni 1836 als zoon van de rijke Lyonnaise bourgeoisie. Zijn vader, Jean-Baptiste Guimet, een ingenieur, had in 1827 een kunstmatige ultramarijn ontwikkeld, het zogenaamde ‘Guimet blauw’. Vervaardigd in Fleurieu-sur-Saône bij Lyon, bracht de verkoop van dit product puissante rijkdom voor de uitvinder, die hem vervolgens in staat stelde te investeren in de vervaardiging van een nieuw soort metaal; aluminium (1855). Zijn moeder, Rosalie Bidauld, was schilderes en afkomstig uit een familie van kunstschilders uit Carpentras. In 1860 werd Émile gedwongen om op 24-jarige leeftijd het beheer van de fabriek over te nemen. Zijn rijkdom op jonge leeftijd gaf hem de smaak en de middelen om veelvuldig naar het buitenland te reizen. 

 


Émile Guimet, Studio Durand, Lyon, ca 1870 (l) Guimet in zijn museum door Ferdinand Luigini 1898 - Foto's archief Musée Guimet

Het begon met een klassiek verblijf in Spanje (1862) daarna was het Duitsland, later Noord-Afrika, Oost- en Noord Europa. Al deze reizen leidden naar de mode van die tijd; het publiceren van reisverslagen. Vooral Egypte had grote invloed op het toekomstige museale werk van Émile Guimet. Hij ging er voor het eerst heen in 1865-1866, publiceerde Egyptische schetsen en ‘Dagboek van een toerist’ uitgegeven in 1867. Vanaf dat moment begon hij Egyptische oudheden te verzamelen en te bestuderen, waarbij hij in academische kringen vertoefde (hij was lid van de Academie de Lyon) en het idee kreeg van een eigen museum.  


 'Le nouveau Musée des Religions' 1888 - Foto archief Musée Guimet

In 1876 vertrok hij daarom naar de Wereldtentoonstelling in Philadelphia, bezocht en doorkruiste de Verenigde Staten om via de Stille Oceaan Japan, China en India te bereiken. Voor dit doel had hij zichzelf een missie gegeven die was uitgevaardigd door de minister van Onderwijs, namelijk om oosterse religies te onderzoeken. Zo slaagde hij er in om een indrukwekkende collectie exotische kunst op te bouwen die hij in Lyon ten toon wilde stellen.  Het initiële idee was om een school voor oosterse talen op te richten, speciaal voor het Japans met daarbij een religieus museum. Maar het geheel werd een mislukking en Émile besloot, teleurgesteld door de bezoekersaantallen en de povere ontvangst van zijn initiatieven in Lyon, het museum over te plaatsen naar Parijs. Er werd een overeenkomst gesloten waar Guimet zijn persoonlijke collectie zou schenken aan de staat in ruil voor een museum  waarvan het beheer gedurende zijn leven aan hem zou worden toevertrouwd. De overeenkomst werd bekrachtigd door een wet in 1885. De stad Parijs stemde van haar kant in om in het 16e arrondissement een stuk land aan te kopen zodat met de bouw van een museum kon worden begonnen. Naast een Aziatische collectie omvatte de rijke verzameling ook Egyptische voorwerpen, Grieks-Latijnse oudheden en zelfs Indiase voorwerpen. Het museum werd ingehuldigd op 20 november 1889, 20 dagen na de sluiting van de 10e Wereldtentoonstelling.

 


Het huidige Musée des Arts Asiatiques Guimet aan de place d’Iëna 6

Na de inhuldiging van het Parijse museum, eiste hij deponering van werken die toebehoorden aan de staat afkomstig uit diverse legaten. Bijvoorbeeld de Koreaanse voorwerpen van Charles Varat in 1893 of de Tibetaanse schilderijen en bronzen beelden meegebracht door Jacques Bacot in 1912. Guimet gaf tussentijds ook opdracht tot archeologische opgravingen. De meest bekende zijn die van Albert Gayet in Antinoé in Egypte, waar de necropolis belangrijke Koptische meubels en mummies leverde.



Een van de topstukken van het museum: 'Avalokitesshavara Bodhisattva' met de duizend armen afkomstig uit India, laat 18e eeuw begin 19e eeuw

Mata Hari, de artiestennaam van Margaretha Geertruida Zelle, geboren in Leeuwarden, maakte ’s avonds, op 13 maart 1905, haar debuut in de bibliotheek van het museum, met haar “Danses Hindoues’ of Javaanse dansen, zogenaamd geheime tempelrituelen. Guimet hielp haar aan de benodigde decoratie en attributen voor haar dansen. Maar het verhaal gaat dat Mata Hari ook zijn maîtresse was. Er werden vaker in het museum spirituele avonden georganiseerd. Tijdens de Belle époque was er veel belangstelling voor spiritualiteit en het Verre Oosten. De spirituele avonden in Musée Guimet pasten in de naweeën van de romantiek, toen in het westen toenemende interesse ontstond voor oosterse beschavingen en filosofieën. Guimet wilde aan de hand van de collectie naar mogelijke verbanden zoeken tussen álle goden en geloven van de mensheid. Hij stierf op12 oktober 1918 in Fleurieu-sur-Saône.


Khmer-kunst uit Cambodja

In 1927 werd het Musée Guimet toegevoegd aan het Directoraat Musées de France en begon nieuwe kunststukken te verzamelen uit enkele particuliere legaten, waaronder voorwerpen die werden meegebracht door de grote expedities naar Centraal-Azië en China, zoals die van Paul Pelliot of Édouard Chavannes. Vanaf 1927 ontving het museum ook originele werken van de Indochinese afdeling van het ‘Musée de Trocadero’. Gedurende de jaren 1920 en 1930 arriveerden ook voorwerpen van opgravingen door de Franse archeologische delegatie in Afghanistan. Als onderdeel van een ingrijpende reorganisatie van de nationale collecties stuurde het Guimet-museum vanaf 1945 zijn Egyptische stukken naar het Louvre en ontving in ruil daarvoor alle werken van de Aziatische kunstafdeling van het Louvre. Vanaf dat moment werd de instelling aan de Place d'Iéna een van de allereerste kunstmusea van Azië ter wereld onder de naam ‘Musée national des Arts asiatiques Guimet’, kortweg Musée Guimet.

 


Na de renovatie door Henri en Bruno Gaudin wordt de collectie overzichtelijk gepresenteerd, geordend naar culturele regio’s



In 1993 krijgen de architecten Henri en Bruno Gaudin de opdracht voor een totale herstructurering van de complete binnenruimtes met als doel de door Émile Guimet opgerichte instelling in staat te stellen zich meer en meer te positioneren als een belangrijk kenniscentrum van de Aziatische beschavingen in het hart van Europa. De bouw startte in 1996 en in 2001 werd het museum heropend. De architecten gaven de prioriteit aan het daglicht en het creëren van open perspectieven in de permanente galerijen met een tentoonstellingsoppervlak van 5.500 m². Je wandelt nu door elegant ontworpen ruimtes die baden in natuurlijk licht en je ontdekt 5.000 jaar geschiedenis gepresenteerd door zo’n 4.000 kunstvoorwerpen van onschatbare waarde.



De Khmer-kunst uit Cambodja is een van de mooiste ter wereld. Bij binnenkomst valt onmiddellijk een enorme sculptuur op afkomstig uit de tempel van Angkor. Zware zandstenen blokken (gewicht 12 ton). Ze werden gedemonteerd en per boot over de Mekong naar Phnom Penh en vervolgens naar Frankrijk vervoerd. Daar werden ze eerst tentoongesteld op de Wereldtentoonstelling van Parijs.


Het museum bezit een van de mooiste collecties op de wereld van Aziatische kunst




De zijderoute verdeeld over verschillende etages loopt door het museum gepresenteerd door kunst, brons, wapens, voorwerpen uit het dagelijks leven, schilderkunst, keramiek en staande, zittende en liggende boeddha’s, uitgevoerd in verschillende materialen. Sommige lachend andere de ernst zelf. Zenmonniken uit Japan, een 17e-eeuws Samoerai-harnas, maar ook Nederlands Delfts aardewerk waaronder een balustervormige vaas in Delftsblauwe Chinoiserie-stijl uit het einde van de 17e-eeuw, voorstellend een landschap van pijnbomen en rotswerk, duidelijk geïnspireerd op Chinees overgangsporselein.

 


De verkenning voert je door Afghanistan en Pakistan, het verbazende India, Tibet en Nepal, het klassieke China, Korea en Japan, Birma, Thailand en Vietnam.

In de oude, ronde bibliotheek schittert een schat aan boeken, maar ook prachtig textiel. Een schenking van de kleindochter van de Indische dichter Rabindranath Tagore. Helemaal bovenin, vanaf de ronde hal op de derde etage, wordt je getrakteerd op een uniek uitzicht over de daken van Parijs en de Eiffeltoren. In de zomer is er een panoramisch terras met een bijzondere architectuur waardoor je je op het dek van een boot waant.

 

De ronde bibliotheek is een van de mooiste zalen in het Musée Guimet


Foto: Musée Guimet


De imense koepel van de bibliotheek wordt ondersteund door negen kariatiden, vrouwenbeelden die gebruikt worden als pilaren


Een hoofd vindt zijn lichaam

Dan resten mij nog twee bijzondere anekdotes. In 1939 vonden archeologen in Cambodja in de enorme tempel van Bakong, ingewijd door koning Indravarman 877- 886), een wonderschoon gebeeldhouwd hoofdje wat cadeau wordt gedaan aan de Amerikaanse ambassadeur John Gunther Dean, als dank voor zijn humanistische acties in de oorlog. De diplomaat schenkt in 2006 het hoofdje aan het Musée Guimet en dan slaat de magie toe. In de opslagruimte van het museum lag al 70 jaar een gebeeldhouwd vrouwenlichaam zonder hoofd, waarvan de breuklijn perfect klopte met die van het hoofdje. Een goddelijke hereniging volgde.


Godin uit de tempel van Bakong Cambodja (l)  - Het hoofd van de Godin Harihara (r) – Foto’s Musée Guimet

Een krantenartikel uit 2016: Frankrijk heeft het hoofd van een 7e-eeuws beeld van de hindoegod Harihara teruggegeven aan Cambodja, meer dan 130 jaar nadat het was verwijderd. Het hoofd werd in 1882 of 1883 uit de Phnom Da-tempel in de zuidelijke provincie Takeo in Cambodja gehaald door de Franse taalkundige en archeoloog Étienne Aymonier, die de eerste was die de Khmer-ruïnes in Cambodja, Thailand, Laos en Vietnam aan het eind van de 19e eeuw volledig verkende en documenteerde. Cambodja was in die tijd een protectoraat van Frankrijk, onderdeel van de kolonie Frans Indochina, en Aymonier was de koloniale bestuurder, van 1874 tot 1882 of 1883. Aymonier onderzocht oude tempels en kloosters in het zuiden van Cambodja en verzamelde een groot aantal artefacten die hij mee terug nam naar Frankrijk.  Aymoniers verzameling Khmer-schatten werden toen tentoongesteld op de Paris Exposition Universelle van 1889. Het jaar daarop werden ze toegevoegd aan de Aziatische collectie van het Guimet-museum in Parijs. Terwijl het hoofd zich in het museum in Frankrijk bevond, vond de Franse archeoloog Henri Parmentier in 1913 het hoofdloze lichaam van een standbeeld in Phnom Da. In 1944 werd het lichaam overgebracht naar het Nationaal Museum van Cambodja in Phnom Penh. Iets meer dan een decennium later, in 1955, stelde de Cambodjaanse archeologie-expert Pierre Dupont dat het hoofd in het Musée Guimet en het lichaam in het Phnom Penh-museum bij elkaar hoorden.


Staande, zittende en liggende boeddha’s, uitgevoerd in verschillende materialen bevolken de zalen



De hypothese van Dupont werd juist bevonden toen het restauratieatelier van het Nationaal Museum een mal van het bovenlichaam maakte en dit naar Frankrijk stuurde. Het paste perfect bij het hoofd. Het hoofd en andere artefacten die Aymonier voor het Guimet museum verzamelde, werden legaal geëxporteerd, dus er was geen sprake van een kunstroof of rechtszaak. Aymonier had de toestemming van koning Norodom om de werken naar Frankrijk te exporteren, waar ze zouden worden tentoongesteld om het Westen het belang en de schoonheid van de Khmer-kunst te laten zien. Het Musée Guimet en het Nationaal Museum sloten een deal om het hoofd te ruilen voor een recent opgegraven sokkel uit de 10e eeuw, die weer paste bij een standbeeld van de dansende godin Uma uit de Guimet-collectie. Beide stukken zijn in permanente bruikleen, dus er is geen officiële verandering in juridisch eigendom. Het hoofd blijft eigendom van de Franse staat en Uma’s voetstuk en voeten blijven eigendom van de Cambodjaanse staat.  Op 21 januari 2016 hebben restauratoren het hoofd van Harihara weer vastgemaakt aan het lichaam in het Nationaal Museum in Phnom Penh. De ceremonie werd bijgewoond door 200 mensen, waaronder regerings- en museumfunctionarissen, diplomaten en buitenlandse hoogwaardigheidsbekleders.


Vanaf de ronde hal op de derde etage, wordt je getrakteerd op een uniek uitzicht over de daken van Parijs en de Eiffeltoren


Dit museum is absoluut een bezoek waard en biedt een volledig overzicht van de omvangrijke kunstproductie uit Azië. De collectie wordt overzichtelijk gepresenteerd, geordend naar culturele regio’s.


Musée des Arts Asiatiques Guimet, place d’Iëna 6, Metro Iëna – lijn 9. Voor openingstijden check de website.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten