Paris FvdV is een niet commercieel weblog speciaal voor kenners en liefhebbers van de stad Parijs - en voor hen die dat willen worden. Parijs is een stad met een gewichtig verleden, respectabel en gerespecteerd. Het is totaal niet nostalgisch. Parijs is er in geslaagd om, soms op brutale maar altijd op elegante wijze, om te gaan met zijn grootse monumenten. Ze te beschermen en te integreren in de nieuwe dynamiek van de stad. Parijs is een meester op het gebied van herstel en transformatie. U zult er nooit in slagen een volledig overzicht te maken van plekken en verhalen, die allemaal op hetzelfde punt uitkomen en de glorie van deze stad bezingen. toch wil ik een poging wagen. Wekelijks wil ik u niet alleen informeren over wat Parijs nog meer te bieden heeft, maar ook wil ik mijn liefde voor deze stad op u over dragen. In de hoop dat het raakt aan iets wat u herkent of voelt. Ferry van der Vliet.

Privacy verklaring: Indien u weblog Paris FvdV, dat bij Google-Blogger is ondergebracht, leest en reageert op de blogs van Paris FvdV, doet u dat vrijwillig en is uw IP-adres en mailadres - indien u dat vermeld - bekend en wordt opgeslagen. Ook uw schuilnaam waaronder uw reageert wordt opgeslagen. Paris FvdV zal uw gegevens nooit aan derden doorgeven. We houden uw gegevens privé, tenzij de wet of rechtelijke macht ons dwingt uw gegevens aan hen te verstrekken. Datalekken in het systeem vallen onder de verantwoordelijkheid van Google-Blogger. Door weblog Paris FvdV te bezoeken en/of de op of via deze weblog aangeboden informatie te gebruiken, verklaart u zich akkoord met de toepasselijkheid van deze disclaimer. Google gebruikt cookies om services te leveren en verkeer te analyseren dus uw IP-adres en user-agent zijn bij Google bekend, samen met prestatie- en beveiligingsstatistieken om servicekwaliteit te garanderen, gebruiksstatistieken te genereren, misbruik te detecteren en maatregelen te treffen.

vrijdag 28 oktober 2022

HET CIMETIÈRE PARISIEN DE BAGNEUX

Het is weer een prachtige herfstdag wanneer ik om 15.30 uur uitstap bij het in januari 2022 geopende metrostation Barbara, dat een eerbetoon brengt aan de zangeres die begraven ligt op de Parijse begraafplaats van Bagneux, gelegen aan de overzijde van het station. De zon staat laag aan de helblauwe lucht en zorgt dat de bomen aan de avenue Marx-Dormoy kleuren als in een Indian Summer. De cimetière Parisien de Bagneux stond al heel lang op mijn to-do lijstje. Dit kerkhof wordt vaak de ‘Joodse begraafplaats’ genoemd omdat er veel secties voor Joden zijn gereserveerd. Je vind diverse monumenten voor joodse strijders die stierven voor Frankrijk tijdens de Tweede Wereldoorlog,  maar ook een hele reeks van collectieve graven van slachtoffers van de diverse ghetto’s in Poolse steden. Zij die berooid terugkwamen uit de vernietigingskampen en later geen geld meer hadden voor een waardige begrafenis. 

Het nieuwe metrostation Barbara is onderdeel van het project ‘Grand Paris Express’. Wat weinigen weten is dat Nicolas Sarkozy op 26 juni 2007 de basis legde voor dit grootste infrastructuur project van Europa. Het project ‘Grand Paris’ heeft tot doel het stadsgebied van Parijs om te vormen tot een stad van de 21e eeuw en zijn positie onder concurrerende internationale megasteden te bevestigen. Barbara vormt samen met het station Bagneux Lucie Aubrac de verlenging van lijn 4, die loopt van Porte de Clgnancourt tot de voorstad Bagneux, als onderdeel van een betere integratie van de voorsteden. Het centrum van Parijs is nu bereikbaar binnen 30 minuten. De hoofdingang van het kerkhof ligt op ongeveer 5 minuten lopen van het metrostation Barbara. De begraafplaats is een van de kerkhoven waar mensen worden begraven die niet intramuraal in Parijs terecht kunnen, vanwege ruimtegebrek, maar ook omdat de concessies hier goedkoper zijn. Het cimetière Parisien de Bagneux is een van de zes Parijse begraafplaatsen buiten de périphérique, de rondweg van Parijs. De anderen zijn Pantin, Thias, Ivry-sur-Seine, Saint Ouen en La Plaine Saint-Denis.

 


De hoofdingang naar het kerkhof bevindt zich op de avenue Marx-Dormoy 45


Een decreet van 1884 stond het stadhuis van Parijs toe grond te verwerven in de voorstad van Bagneux, om een begraafplaats op te richten om zo het hoofd te bieden aan de toename van de Parijse bevolking, maar ook aan de verveelvoudiging van individuele graven. Père Lachaise opende in mei 1804. Op 25 juli 1824 volgt de eerste teraardebestelling in het zuiden, op het kerkhof van Montparnasse en 1 januari 1825 opent het Cimetière de Montmartre, officieel Cimetière du Nord. De Parijse begraafplaats van Bagneux werd geopend in 1886 en strekt zich uit over 116 divisies op een grondgebied van 62 hectaren. Het heeft ongeveer 83.000 graven en is daarmee groter dan Père Lachaise met 69.000 grafzerken.


Het Cimetière Parisien de Bagneux is groter dan Père Lachaise

 

De hoofdingang bevindt zich op de avenue Marx-Dormoy 45. Bij de informatie hangt een plattegrond met de 100 belangrijkste graven, te vinden in de diverse divisies. De persoonlijkheden uit de film en muziek die hier begraven liggen maken de begraafplaats tot een druk bezochte necropolis. Verschillende grafmonumenten bewaren een sterke herinnering aan de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Er liggen Franse, Belgische, Engelse maar ook Duitse soldaten begraven. Maar wat kenmerkend is voor dit kerkhof is het belang van de joodse stèles en monumenten die met name te vinden zijn op de divisies aan de linkerzijde van de hoofdingang, parallel aan de avenue de Montrouge. Elke laan op het kerkhof is beplant met één specifieke boomsoort wiens naam het draagt, zoals de avenue des Peupliers (populieren), avenue des Poiriers (perenbomen), avenue des Copalmes (Amerikaanse amberboom) en de avenue Micocoulliers (zwepenboom). In totaal staan er 5.900 bomen (totaal 49 verschillende soorten). Vele soorten vogels of rode eekhoorns bevolken deze plek.

 

Verschillende divisies bewaren een sterke herinnering aan de Eerste en Tweede Wereldoorlog


Elke laan op het kerkhof is beplant met één specifieke boomsoort wiens naam het draagt


Ik ga op zoek naar het graf van Barbara, volgens de plattegrond gelegen in divisie 4 grenzend aan de avenue de Montrouge. Barbara, geboren in Parijs op 9 juni 1930, haar echte naam was Monique Serf, is waarschijnlijk een van de grootste namen van het Franse lied, samen met Brel, Brassens, Piaf en Ferré. Afkomstig uit een joods gezin geteisterd door de Tweede Wereldoorlog, zij was toen nog een tiener. In een boek door haar geschreven, een jaar voor haar dood en dat uitkwam in 1998 onthult ze onder meer dat ze seksueel misbruikt is door haar vader die vervolgens haar familie heeft verlaten. Na de oorlog hoorde een buurvrouw die muzieklerares was, haar zingen en zette zich vervolgens in om er voor te zorgen dat zij haar zangtalent kon ontwikkelen. Ze kreeg zang- en pianolessen en schreef zich in bij de École supérieure de musique. Verder zong ze bij ‘La Fontaine des Quatre Saisons’, een populair cabaret in Parijs. Door haar lengte, zwarte kleren, gitzwarte haren en bleek gezicht had ze een spookachtige verschijning die de melancholie van de teleurgestelde liefde weergaf.

 

Het graf van Monique Serf alias Barbara in de joodse divisie



In Parijs ontmoette ze Jacques Brel en raakte met hem bevriend. Ze vertolkte verschillende liedjes van hem. Later werd ze voorgesteld aan Georges Brassens. Ze gaf verschillende optredens in kleine zaaltjes en er ontwikkelde zich een trouw publiek, met name vanuit de studenten van het quartier Latin in Parijs, maar pas in 1961 werd ze beroemd door optredens in de muziektempel van ‘Bobino’ bij Montparnasse. Ze ging verder in kleine zaaltjes en twee jaar later in het ‘Théâtre des Capucines’. Ze wist de aandacht te trekken van het publiek en die ook vast te houden met een nieuw repertoire. Vanaf dat moment was haar naam gevestigd en in 1964 tekende ze een contract met de platenmaatschappij Philips Records. Bekende door haar uitgevoerde nummers zijn: L'aigle noir, Nantes, La solitude en Dis, quand reviendras-tu?

Ze is overleden aan ademhalingsproblemen op 24 november 1997.  Ongeveer 2.000 mensen waren aanwezig bij haar begrafenis waaronder persoonlijkheden zoals Gérard Depardieu, Yves Duteil, Jean-Claude Brialy, Enrico Macias, Annie Giardot, Fanny Ardant, en Carla Bruni. Gérard Depardieu declameerde enkele verzen uit Verlaines ‘Chanson d’automne’. 


Chanson d'automne

Les sanglots longs

Des violons

De l’automne

Blessent mon cœur

D’une langueur

Monotone.

Tout suffocant

Et blême, quand

Sonne l'heure,

Je me souviens

Des jours anciens

Et je pleure

Et je m'en vais

Au vent mauvais

Qui m'emporte

Deçà, delà,

Pareil à la

Feuille morte.                                                                      

 


Herfstlied

De lange snikken

Van de violen

Van de herfst

Verwonden mijn hart

In lome

Monotonie.

Benauwd

En doodsbleek, als

De klokken luiden

Herinner Ik me

Dagen van weleer

En ik ween

En ik ga weg

Waar kwade wind

Me heenvoert

Van hier naar daar

Net zoals

Een dood blad 

(Vertaling van Julien Georges Grandgagnage)


 

Op de graven staan berichten die herinneren aan persoonlijke drama’s of het overlijden in een van de vele concentratiekampen


Versteend verdriet

Ik vervolg mijn wandeling over het joodse gedeelte van de begraafplaats langs stèles die namen dragen van verre steden uit Polen of elders in Oost Europa zoals Warschau, Lodz, Stopnica, Sosnowiec. Sommige stèles zijn stoffig, gebroken of versleten door de tijd, de letters in het Hebreeuws of Latijns nog nauwelijks leesbaar. Op de graven staan berichten die herinneren aan persoonlijke drama’s of het overlijden in een van de vele concentratiekampen. De medaillons van foto’s van overledenen verwijzen naar een wereld die weggevaagd is door het leed in de vele kampen. Ze zijn allemaal verschillend, grijs, zwart, sierlijk, versierd of kaal, voorzien van een davidster of juist niet, maar ze zijn zo uitgelijnd dat ze van een afstand tegen elkaar lijken te leunen, elkaar steunen onder het gewicht van verdriet. 



Tegenover de derde divisie, voor de avenue de Montrouge, staat een stèle gewijd aan de slachtoffers van de Shoah die geen graf hebben en een stukje verder een monument voor alle joodse strijders die tijdens de Tweede Wereldoorlog voor Frankrijk zijn gesneuveld. Bij dit monument vinden jaarlijks herdenkingsplechtigheden plaats.



Stèles; ze zijn zo uitgelijnd dat ze van een afstand tegen elkaar lijken te leunen, elkaar steunen onder het gewicht van verdriet. 


Een man stapt uit een auto en heeft een keppeltje op Wandelend naar een graf haalt hij een soort van gebedenboekje uit zijn jas en bid hardop, dan weer fluisterend, dan weer mompelend. Een vriendelijke mevrouw die het tafereel ook aanziet vertelt mij dat de man de Kadish leest, het gebed voor de doden.   

Que ton Grand Nom soit glorifié et sanctifié dans le monde qu’il a créé selon sa volonté, et puisse-t-il établir son règne, faire fleurir son salut, et hâter le temps de ton Messie, de votre vivant et de vos jours et des jours de toute la maison d’Israël, dès que possible et dites: amen! 

Moge zijn grote naam verheven en geheiligd worden in de wereld die hij geschapen heeft naar zijn wil. Moge zijn koninkrijk erkend worden in uw leven en in uw dagen en in het leven van het gehele huis van Israël, weldra en spoedig. Zegt nu: Amen ! 



Als hij weer vertrekt pakt hij een klein steentje van de grond en legt het op het graf als teken van zijn aanwezigheid. Het is een gebruik uit de woestijn. Nomaden accentueren hun graven met een hoopje stenen. In Bijbelse tijden werden geen grafstenen gebruikt; graven werden gemarkeerd met hopen stenen, dus door deze te plaatsen (of te vervangen), verzekerde men het voortbestaan van de begraafplaats. Briefjes tussen de stenen bevatten vaak vrome wensen.

Nog niet zo lang geleden, dinsdag 24 mei 2022, werd een van de laatste getuigen van de Holocaust, Elie Buzyn in Bagneux ten grave gedragen Elie Buzyn, geboren in Polen in januari 1929 werd gedeporteerd naar het concentratie- en vernietigingskamp Auschwitz, nadat hij in het getto van Lodz had gewoond. In 1945 werd hij tijdens de ‘dodenmarsen’ overgebracht naar Buchenwald. Als overlevende van de Holocaust vertelde hij jarenlang zijn verhaal om de herinnering door te geven aan jongere generaties. Hij overleed op 93-jarige leeftijd als een van de laatste Franse getuigen van de Holocaust.





Oscar Wilde

Ook Oscar Wilde was hier begraven tot dat zijn stoffelijke resten in 1906 werden overgebracht naar cimetière Père Lachaise. De Engelstalige schrijver stierf op vrijdag 30 november 1900 in het Hôtel d’Alsace aan de rue des Beaux-Arts nummer 13 te Parijs. Moegestreden door de processen die tegen hem plaatsvonden in april en mei 1895. Legendarisch geworden als een keerpunt in de geschiedenis van het publieke bewustzijn van homoseksualiteit. Tegen het einde was Wilde van een triomfantelijk succesvolle toneelschrijver veranderd in een geruïneerd man, veroordeeld tot twee jaar dwangarbeid wegens grove onfatsoenlijkheid. Maandag 3 december 1900 werd hij hier in Bagneux begraven. 

Zijn huidige graf op Père Lachaise, in de 89e divisie, die in steen is/was weergegeven in de vorm van een 'zwaar geschapen' gevleugelde sfinx, is nog steeds onderdeel van een bijzonder ritueel. Het grafmonument, ontworpen door Jacob Epstein, was een schenking van een anonieme vrouwelijke bewonderaar. Het gezicht van de sfinx is het gezicht van Wilde en wie weet, ook het evenbeeld van zijn geslachtsorgaan. Echter het geslachtsorgaan is al sinds mensenheugenis verdwenen. Twee Engelse dames, die over de begraafplaats wandelden, konden hun verontwaardiging niet onderdrukken toen ze oog in oog kwamen te staan met Wilde's mannelijk attribuut. Met twee stenen en twee forse slagen werd het edele deel verwijderd. De opzichter die het kostbare stuk later terugvond, nam het mee naar zijn kantoor, waar het twee jaar heeft gediend als presse-papier. Waar het daarna is gebleven is onbekend.

 


Sinds jaar en dag, vooral de laatste tien jaar, drukten vele vrouwen hun vuurrode lippen op zijn grafsteen en dreigde het graf ten onder te gaan aan een overdosis rode lippenstift.

Op 30 november 2011, ter ere van de 111-jarige sterfdag van Wilde, is tot grote teleurstelling van alle fans, het hele graf schoongemaakt en voorzien van een dikke glasplaat, zodat liefhebsters er geen kussen meer op kunnen geven, maar zoals rituelen moeilijk zijn uit te bannen, moet nu het glas er aan geloven. 

Andere beroemdheden die hier liggen begraven zijn Frida Boccara. Boccara, geboren in Marokko, was vooral in de jaren zestig en zeventig populair. In 1969 won ze het Eurovisie Songfestival met het lied 'Un Jour, Un Enfant'. Haar grootste hit was 'Cent Mille Chansons'.

In de zomer van 1996 overleed op 56-jarige leeftijd de Franse zangeres Frida Boccara aan de gevolgen van een longontsteking. Zij ligt begraven in de 63e divisie.



Het graf van Frida Bocarra, inmiddels vergeten door haar fans gezien de deplorabele staat
 

In 1927 overleed de Franse fotograaf Eugène Atget, bekend van zijn foto's van het toenmalige Parijse straatleven en de -architectuur. Zijn werk wordt vandaag de dag nog steeds hoog gewaardeerd in de wereld van de fotografie. Mede dankzij zijn assistente, de later bekende Amerikaanse fotografe Berenice Abbott, is zijn hele oeuvre bewaard gebleven voor het nageslacht. Na zijn dood wist Abbot een deel van zijn werk te verkrijgen en te bewaren. Circa 5000 van Atgets foto's en glasnegatieven bevinden zich in de collectie van het Museum of Modern Art in New York. Hij ligt ook in de Joodse divisie nummer 4.

 

Portret van Eugène Atget (1927) - Photo Berenice Abbott


Lang dwaal ik nog wat doelloos langs de vele graven, Bij het verlaten van dit indrukwekkende kerkhof moet ik denken aan een tweetal spreuken die ik tegenkwam tijdens mijn zoektochten langs de verschillende necropoli: 

In de catacombes: "Houd er elke morgen rekening mee dat u misschien de avond niet haalt en houd er elke avond rekening mee dat u misschien de morgen niet haalt".

 

Montfort l’Amaury daar waar Charles Aznavour begraven ligt:

"U die hier voorbij gaat - Bid tot God voor de overledenen. Wat u bent, zijn zij geweest"





 

woensdag 19 oktober 2022

PARIJS HEEFT EEN NIEUWE MODETEMPEL

Het is geen geheim dat Parijs al sinds de zeventiende eeuw de hoofdstad is van de mode. De stad is de speeltuin voor prestigieuze ontwerpers en couturemerken zoals Chanel, Dior, Givenchy, Balmain, Cardin en Saint Laurent. Tegenwoordig is de Parijse stijl niet alleen een esthetische keuze, maar ook een filosofie. Het omarmt elegantie en tijdloosheid. De focus ligt op de snit en de kwaliteit van de materialen. En wat is een betere manier om Parijse mode te begrijpen dan door verschillende musea te bezoeken die eraan zijn gewijd: Het Palais Galliera of wel het musée de la Mode de la Ville de Paris, het musée Yves Saint Laurent, het musée des Arts décoratifs met regelmatig indrukwekkende modetentoonstellingen zoals 70 jaar Dior in 2017, die van Thierry Mugler in 2021 en Elsa Schiaparelli in 2022. Maar onlangs opende een nieuwe modetempel in Parijs in het hart van de ultra chique ‘gouden driehoek’; de Champs Elysées, avenue George V en de avenue Montaigne.



De ingang naar Galerie Dior aan de rue François 1er
 

La Galerie Dior

Ik neem je mee naar de Avenue Montaigne nummer 30, naar La Galerie Dior, geopend in het voorjaar 2022, na een verbouwing van twee jaar. Het hôtel particulier dat in 1865 werd gebouwd voor Napoleon’s onwettige zoon, de graaf Walewski. Het is achter deze emblematische gevel, ontworpen in de puurste Franse stijl van de tweede helft van de 19e eeuw, dat meer dan zeventig jaar geleden de mooiste collecties van het modehuis Dior werden geboren. Gelegen in hetzelfde gebouw als de legendarische winkel, maar met een aparte ingang aan de rue François 1er, is La Galerie Dior gevestigd, als een culturele attractie op zich,  een opslagplaats van modeherinneringen, waarover, sinds 1946, de geest van Monsieur Dior heerst en waar mode zelfs tot kunst is verheven.

 

Foto : Artist impression Maison Dior en Galerie Dior - © Galerie Dior


Toen het huis Christian Dior voor het eerst werd geopend, had het drie werkkamers onder de dakrand van Avenue Montaigne 30, een kleine studio, een salon om de jurken te tonen, een cabine of kleedkamer voor de mannequins, een kantoor en zes kleine paskamers, zo lees je in Monsieur Dior’s memoires. La Galerie genoemd omdat Christian Dior zijn carrière als kunstgaleriehouder in 1928 begon - hij was toen 23 jaar oud - waar hij kunstenaars exposeerde als Picasso, Max Ernst, Matisse, Miro en Salvador Dali lang voordat hij couturier werd. De financiële crisis van 1929 bracht al snel een einde aan het fortuin van zijn familie - en de galerie. Hij interesseerde zich voor architectuur, en schetste in zijn vrije tijd onder meer kleding. Die ontwerpen werden zo goed bevonden dat hij ze verkocht aan couturehuizen. Ook illustreerde hij voor de modebijlagen van Le Figaro. Dit talent leidde ertoe dat hij in 1938 als ontwerper werd aangenomen bij Robert Piguet. In 1941 stapte hij over naar Lucien Lelong. Marcel Boussac, een textiel-tycoon, besloot vijf jaar later om Diors modehuis te financieren, en kocht het huis aan de Avenue Montaigne waar Dior nu nog altijd zijn thuisbasis heeft. Het ‘Maison Dior’ had toen drie ateliers en maar liefst 85 werknemers. Een jaar later, 1947 werd het parfum Miss Dior gelanceerd.


"My dream is to dress a 'Christian Dior' Woman from head to toe"

Christian Dior 


Het museum neemt je mee door de relatief korte geschiedenis van Christian Dior – hij stierf onverwachts tijdens een vakantie in Italië, in oktober 1957 op 52 jarige leeftijd, dus amper een decennium na zijn eerste haute couture -show – en vervolgens door de evolutie van het merk Dior, de geschiedenis, het erfgoed en het DNA van het luxe merk, zoals het verder ging onder zes andere artistieke regisseurs, waaronder: Yves Saint Laurent – 1957 (die oorspronkelijk de assistent van Dior was), Marc Bohan - 1960, Frédéric Castet – 1968, Gianfranco Ferré - 1989, John Galliano – 1996 (uiteraard wordt er geen melding gemaakt van zijn carrière instorting en ontslag), Raf Simons – 2012 en de Italiaanse couturier, Maria Grazia Chiuri - 2016, die vandaag aan het roer staat.

 

 Het modemuseum van Dior is opgebouwd rond dertien thema's


Een viering van het erfgoed en ‘savoir faire’

Via een boeiend scenografisch verhaal ontworpen door Nathalie Crinière, vertelt en symboliseert La Galerie Dior het Parijse epos van haute couture, schoonheid en parfum. Dertien thema's brengen de herinnering aan dit historische adres naar boven door boeken, originele schetsen, archiefdocumenten, originele covers van modebladen, accessoires en top stukken, opgespoord en teruggekocht van klanten, welke voor het eerst worden tentoon-gesteld. Pietro Beccari, de CEO van Dior, begon al in mei 2018 te praten over het idee van een Dior-museum en koos daarvoor Crinière, als Dior-kenner.


 “Fashion designers offer one of the last refuges of the marvelous.

They are, in a way, the masters of dreams...”

Christian Dior, Dior by Dior, 1958


Als je het gebouw binnenkomt, word je verwelkomd door een eigentijds kunstwerk ontworpen door de Britse kunstenaar Marc Quin, dat een van de vingerafdrukken van de grote modeontwerper weergeeft en een portret van Christian Dior van de Frans-Chinese kunstenaar Yan Pei-Ming. Vervolgens de eerste blikvanger van jewelste; een hoge wenteltrap omringd door vitrines toont 452 jurken, 1422 accessoires, allemaal 3d-geprint en gerangschikt op kleur, die in het begin wit en bleekroze zijn om dan via rood en oranje naar geel, groen, blauw en paars te verschieten. Tassen, schoenen, parfums en kleine voorwerpen, een diorama vol getuigenissen van de Dior-stijl. Een lift brengt je naar de derde etage, naar het begin van de tentoonstelling. De trap vol met Instagramable momenten neem je later weer naar beneden.

 

De eerste blikvanger van jewelste; een hoge wenteltrap omringd door vitrines toont 452 jurken, 1422 accessoires


Het modemuseum van Dior is opgebouwd rond dertien thema's en combineert projecties, foto's en archiefjurken in dromerige omgevingen. De hypermoderne enscenering, gearrangeerd door Nathalie Crinière, is een puur wonder, theatraal en magisch te noemen. De eerste kamer neemt je mee door het leven van Dior aan de hand van zwart-wit foto’s en filmpjes waar je een impressie krijgt van zijn gelukkige jeugd in het Normandische Granville. Vervolgens zien we zijn eerste professionele stappen als galeriehouder, als illustrator en uiteindelijk als modeontwerper, met vanaf 1946 een eigen modehuis. De laatste beelden zijn die van zijn uitvaart in oktober 1957 en die van de iconische New Look die Dior in 1947 op de kaart zette. Een strak wit jasje met een wijd uitlopend schootje op een wijde zwarte rok. Het befaamde zandloper-silhouet was geboren.



 Diorama perfum, 1949 (l) de iconische New Look die Dior in 1947 op de kaart zette (r)

Een volgende kamer toont jurken met de mooiste bloemenpatronen, een overblijfsel van Diors liefde voor de rozentuin bij het ouderlijk huis in Normandië. Overigens elke jurk die in het museum wordt getoond heeft een beschrijving van wie hem heeft ontworpen en wanneer, maar ook wie hem droeg voor welk evenement. Bij het zien van zoveel luxe bewerkte stoffen besef je pas wat een werk en geduld er nodig is voor het tot stand komen van zoveel exclusiviteit. Er is een eregalerij voor alle ontwerpers die na het overlijden van Christiaan Dior de scepter hebben gezwaaid, maar ook voor de vrouwen, van Marylin Monroe tot Grace Kelly, van Sophia Loren tot Ingrid Bergman, Lady Di of meer recentelijk Charlize Theron, Nicole Kidman of zelfs Rihanna die de Dior-stijl hebben belichaamd en tentoongesteld op de rode lopers over de gehele wereld. De route loopt verder via de kamers waar vroeger de administratie van het Maison Dior werd gedaan en perspresentaties werden gehouden. De werknemers die er vroeger zaten zijn inmiddels verhuisd naar een nieuw kantoor aan de Champs Elysées. 



Baljurk; Maria Grazia Chiuri voor Christian Dior 2017 (l) John Galliano voor Christian Dior 2010 (r)


Sommige kamers zijn ingericht alsof je 'front row' zit bij een van zijn modeshows

 

Het allermooiste is misschien toch wel het hart van La Galerie, waar de werkplek van Christian Dior is nagebouwd, compleet met het originele houten bureau, schetsen, bakelieten telefoon en asbak, en de kleedkamers waar de modellen zich vroeger voorbereidden op de shows. Op kaptafels liggen poederdonsjes, handschoenen en parels, terwijl schoenen en hoeden uit dozen over de parketvloer stromen. Petticoats en japonnen hangen aan hangers en rekken. Je kunt die ruimte ongestoord bekijken door de glazen vloer van de verdieping erboven, wat een in alle opzichten bijzonder inkijkje in het verleden oplevert. Aan de wand wordt een oude film afgespeeld waarin de modellen zich in diezelfde ruimte opmaken en kappen, en lachen en kletsen, onderwijl gadegeslagen door de guitig lachende Christian Dior.



De werkkamer van Christian Dior - Foto © Galerie Dior – Kristen Pelou

 

Een van de kamers is speciaal gewijd aan de Parijse invloed op het werk van de Franse couturier. Getiteld ‘Parijs’ is de kamer zwart geverfd en voorzien van een verlichte skyline van de Franse hoofdstad gecentreerd op de muren. Verder een kamer over de vriendschap van Dior met verschillende kunstenaars die het tijdperk markeerden, zoals Picasso, Dali, Man Ray of Giacometti.


“My childhood home was rendered in a very soft pink, combined with grey gravel, and these two shades have remained my favourite colours in couture.”

Christian Dior, Dior by Dior, 1958


De hypermoderne enscenering, gearrangeerd door Nathalie Crinière, is een puur wonder, theatraal en magisch te noemen


Een van de meest adembenemende kamers is ‘Le Bal Dior’. Hier is een kolossale, gelaagde weergave van enkele van de meest luxueuze couture-jurken van het huis, met een lichtshow als achtergrond die als het ware door glorieuze fresco's en glinsterende luchten drijft, die nog eens het bovenaardse gevoel van La Galerie Dior doen versterken.



'Le Bal Dior’



Dior wilde een vrouw van top tot teen kleden, dus parfum is altijd een groot onderdeel van het merk geweest en is vertegenwoordigd in de laatste kamer gewijd aan de kleur goud en het parfum J’adore, met adembenemende jurken gedragen door supermodellen zoals  Carmen Kass en Charlize Theron in alle commercials.



Parfum is altijd een groot onderdeel van het merk Dior geweest


De laatste kamer is gewijd aan Miss Dior dat in 1999 werd introduceert

Aan het einde is er een café dat alleen geopend is voor museumbezoekers. Let wel een simpele koffie kost € 8 en een glas wijn € 20. 

Ze noemen het een museum, maar ik noem het een regelrechte hommage aan Christian Dior – de man die 65 jaar na zijn overlijden nog steeds een legende is. La Galerie Dior is een verkenning door de geschiedenis van het modehuis, een onderzoek van zijn DNA, plus een showcase van zijn tijdloze stijl die je op veel punten de adem beneemt. Een must voor alle modeliefhebbers.


Een mooiere hommage aan Christian Dior is niet denkbaar


Het is nu nog wachten op een museum gewijd aan een andere modelegende, namelijk Karl Lagerfeld. 

 

Praktische informatie

Galerie Dior, 11bis rue François 1er, 8e arrondissement.

Dagelijks geopend behalve dinsdag van 11.00 tot 19.00 uur, laatste toegang om 17.30 uur.

Tickets € 12 - Vooraf online reserveren voor een tijdslot wordt zeer aanbevolen dit om teleurstellingen te voorkomen.



woensdag 12 oktober 2022

MONTMARTRE ANDERS BEKEKEN

Afgelopen week was ik weer eens sinds lange tijd op Montmartre, de toeristenval bij uitstek. En terwijl ik de klim naar boven waagde via de rue de Steinkerque wist ik in een keer waarom ik deze plek in de Franse hoofdstad altijd mijd. De ene na de andere winkel vol met Parijse souvenirs, allemaal made in China. Ze doen niet eens de moeite om zich te onderscheiden van de andere meukwinkels. Boven op de berg, je een weg banend langs de horde toeristen, buiten het prachtige uitzicht over Parijs nog meer van dezelfde Chinese troep. Dan volgen de zogenaamde tekenaars die je allemaal voor een habbekrats willen vastleggen omdat je zo’n interessant gezicht hebt. Zelfs de aanspreektekst is bij elke tekenaar hetzelfde.

 

De Sacré Coeur sinds 1914 het icoon van Montmartre. De eerste steen werd in 1875 gelegd, en de bouw duurde tot 1914


Nou hoor ik je zeggen; “wat doe je daar dan in Gods naam?” Dat zal ik je zeggen: het was op uitnodiging van onze Nederlandse Ambassade in Parijs naar aanleiding van een email van Friso Wijnen, hoofd Cultuur en Communicatie die wist van mijn afkeer van Montmartre. “Wat zou jij er van vinden dat al jouw lezers van jouw blog kennis kunnen maken met het andere Montmartre, of zij als het ware rondgeleid worden met een persoonlijke gids?  Met diverse partners hebben wij het voortouw genomen voor een speciale audiotour over Nederlandse kunstenaars die in Montmartre woonden en werkten, waarvan Vincent van Gogh ongetwijfeld de bekendste was. Mijn interesse was meteen geboren, zeker omdat de afspraak gelijk viel met de Parijse wijnfeesten, de Fêtes des Vendanges.


De Parijse wijnfeesten, Fêtes des Vendanges een jaarlijks terugkerend festijn in oktober

 

Om 11.00 uur word ik opgewacht op de Parvis de Sacré Coeur door Nicolette Koopman, Cultureel Attachée en plv. hoofd Cultuur & Communicatie van onze ambassade in Frankrijk die mij persoonlijk gaat rondleiden over Montmartre met behulp van deze speciale audiotour, ontworpen op initiatief van de Nederlandse Ambassade. Maar zoals het een prima Franse gewoonte betaamt; eerst een ‘petite café’ in een van de mooiste geheime locaties van Montmartre: de tuin van het Musée Montmarte aan de rue Cortot nummer 12.


Het Musée Montmartre aan de rue Cortot 12

 

Het Musée de Montmartre, dat eens het oudste hotel was op de heuvel, weggedoken in een tuin vol met betoverende geuren- en kleurenpracht. Hier zien we dat stenen een ziel hebben, want hoe had deze plek anders zo'n groot aantal vooraanstaande gasten kunnen trekken. Eigendom van Claude de la Rose of Rosimond, een acteur bij het Théâtre de Molière waar ook Molière deel van uitmaakte. Renoir had hier in 1875 zijn eerste Parijse adres en schilderde hier tal van meesterwerken, waaronder de absolute uitschieter Le Bal du Moulin de la Galette. Het doek hangt nu in het Musée d'Orsay en Le Balançoire – de Schommel, die nog steeds te zien is in de tuin.  Van Gogh en Gauguin waren hier regelmatig te gast bij Émile Bernard. Vincent van Gogh woonde een stukje verderop in een uitspanning met de naam 'Aux Billards en Bois'. Hier schilderde Van Gogh in 1886 'La Guinguette', eveneens te vinden in het Musée d'Orsay. Op de tweede verdieping woonden Susanne Valadon en haar zoon Maurice Utrillo. Haar atelier is nog steeds te bezichtigen in het museum, in de staat of zij heel even haar atelier heeft verlaten. Als ongetrouwde moeder van de latere schilder Maurice Utrillo verdiende ze geld als model voor Renoir en Henri de Toulouse-Lautrec om in haar onderhoud te voorzien. Ze schilderde zelf ook.



De binnentuin van het museum waar je terecht kunt voor koffie is nog steeds een goed bewaard geheim


De wijngaard van Montmartre, 'Clos de Montmartre' met op de achtergrond het musée Montmartre - Foto Rongo Baldrick

 

“Wist je dat veel Nederlandse schilders naar Parijs gingen om het werk van Franse schilders te bewonderen en nieuwe stijlen te leren?”  vertelt Nicolette mij vol vuur, “Maar omgekeerd hebben Franse schilders goed gekeken naar het werk van Nederlanders”. Vincent van Gogh en Kees van Dongen wist ik nog wel te benoemen. “Nee nog véél meer!  Johan Barthold Jongkind, Jacob & Matthijs Maris, Ary Scheffer, Gerard van Spaendonck, Otto van Rees en Adya van Rees-Dutilh. De plekken waar zij hebben gewoond, geschilderd en hebben gefeest gaan wij zo direct allemaal bezoeken”.


Van Gogh schilderde dit zelfportret in de winter van 1887-1888, toen hij al bijna twee jaar in Parijs woonde - Foto Van Gogh Museum Amsterdam


“Maar laat ik je eerst wat vertellen over deze bijzondere app die ontstaan is op initiatief van onze ambassade in samenwerking met diverse partners waaronder: Roger Strijland van het NBTC, gespecialiseerd in Holland Marketing, Mayken Jonkman, senior conservator negentiende-eeuwse kunst bij het RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis en Mariska Hammerstein en Anco Nanninga van Stichting Dutch Heritage World Tours.  

De auditour neemt je mee langs 30 ontmoetingsplaatsen op Montmarte waar niet alleen Nederlandse kunstschilders hebben gewerkt maar ook andere grote namen uit de 19e eeuw zoals Picasso, Monet, Renoir, Cézanne, Toulouse-Lautrec en Gauguin. Tijdens deze 4,5 kilometer lange wandeltour kom je ook nog eens langs belangrijke plekken uit de ontstaansgeschiedenis van Montmartre. Dit alles Nederlands gesproken of naar wens in het Frans of Engels. Tevens laat de audiotour op je telefoon foto’s en beelden zien die betrekking hebben op de locatie. De uitgebreide audiotour begint voor de Sacré Coeur, het hoogste punt van Montmartre en loopt zo naar beneden langs het andere Montmartre, weg van de grote toeristenvallen en bovendien gratis te downloaden!  ‘alors on y va’.


De startpagina van de app 'Montmartre, Van Gogh en andere Nederlandse schilders’  Foto: Stichting Dutch Heritage World Tours

 

Montmartre

De naam Montmartre, meestal door de Parijzenaars kortweg la butte genoemd, heeft een dubbele oorsprong. Martre herinnert aan de Mercuriustempel die in de Romeinse tijd op de heuvels stond, anderzijds herinnert het ons ook aan het woord martyrs (martelaren) en specifiek aan de heilige Dionysius. Dionysius, de eerste bischop van Parijs,  staat bekend als de 'hoofddrager'. Op last van een speciale gezant van de keizer wordt hij voor de rechter gedaagd en met zijn beide gezellen op een berg buiten de stad ter dood gebracht. Sindsdien heet die berg de Martelarenberg ('Mons Martyrum' later verbasterd tot Montmartre). Maar Dionysius richt zich op, en met zijn hoofd in de handen loopt hij twee mijl verder tot hij stilhoudt op de plek waar hij begraven wenst te worden. Op die plek bevindt zich nu de basiliek van St-Denis. De plek waar het allemaal gebeurde is de square Suzanne Buisson die je bezoekt tijdens je wandeltocht. Het bijzondere is dat je daar ook uitzicht hebt op een van de vroegere ateliers van Kees van Dongen.



Square Suzanne Buisson waar je zicht hebt op het vroegere atelier van kunstschilder Kees van Dongen en het standbeeld van Saint Denis

Tekening van Kees van Dongen’s studio 1900 door Kees van Dongen - Fondation Custodia, Collection Frits Lugt, Parijs


Rustig luisteren naar de uitleg van de app, mijn gastvrouw Nicolette Koopman, Cultureel Attachée en plv. hoofd Cultuur & Communicatie van onze ambassade in Frankrijk


Nog tot halverwege de 19e eeuw was ‘la butte’ een landelijke idylle, een dorpje gelegen voor de poorten van de stad. Het noordelijke stadsdeel werd pas in 1860 bij Parijs gevoegd en is gelukkig verschoond gebleven van de ingrijpende bouwkundige ingrepen van Haussmann. De oude dorpsstructuur is er tot op heden bewaard gebleven. De eenvoudige maar gunstige leefomstandigheden en het vrije klimaat op de heuvel. waar in het schimmige café- en cabaretcircuit eenvoudig modellen konden worden benaderd, trokken zo rond de 19e eeuw talloze kunstenaars en galeriehouders aan. Ze leefden, woonden en werkten allen enige tijd in Montmartre. Door deze wandeling leeft de nostalgie voort, nog altijd geassocieerd met bovengenoemde kunstenaars, die hier probeerden een inkomen bij elkaar te scharrelen. Toulouse de Lautrec heeft hier de danseressen van de Moulin Rouge geschilderd. Picasso schilderde in 1907 een van zijn beroemdste schilderijen, 'Les Demoiselles d'Avignon', dat zich momenteel in het MoMa in New York bevindt en van Gogh diverse vergezichten op ‘la butte’.

 

Vincent van Gogh, Montmartre molens en moestuinen 1887 - Foto Van Gogh Museum Amsterdam


De eerste kunstenaars arriveerden op de butte tegen het eind van de negentiende eeuw. Voordien was la Nouvelle Athènes, het gebied tussen place Pigalle Trinité en de Notre-Dame-de-Lorette, de gouden kunstenaarsdriehoek. Maar les bohèmes van die tijd zochten het steeds meer hogerop. De butte bood toen nog een vriendelijk dorpsleven. In ‘Le Lapin Agile’ werden literaire en kunstzinnige discussies gevoerd. De liedjes van Aristide Bruant werden uit volle borst meegezongen. Oorspronkelijk huisvestte het pand het ‘Cabaret des Assassins’ maar, nadat humorist André Gill een uit de pan springend konijn op het pand had geschilderd, werd de plek al snel bekend als het ‘Lapin à Gill’, later verbasterd tot le Lapin Agile (het lenige konijn).

 


Le Lapin Agile gezien vanuit de wijngaard van Montmartre - Foto Rongo Baldrick - Het springende konijn van André Gill (r)

In de schildersateliers van het Bateau-Lavoir aan de place Emile-Goudeau vestigde zich 'la bande à Picasso' - waar Guillaume Apollinaire, Max Jacob, Juan Gris, Georges Braque en de Nederlander Kees van Dongen onderdeel van uit maakte. Er vestigden zich nog veel meer schilders op Montmartre. Bonnard, eerst in de cité des Fusains en later op de rue Tourlaque 22. Cézanne in de cité des Arts en later de rue Hégésippe-Moreau. Toulouse Lautrec in de rue Caulaincourt en de rue Fontaine. Van Gogh woonde er twee jaar, aan de rue Lepic 54 en veranderde radicaal van stijl. Hier schilderde hij 'le Moulin de la Galette' gelegen in dezelfde straat. Veel artiesten leefden een tijdje aan de rue Cortot 12, nu het Musée Montmartre. Dufy, Toulouse-Lautrec en Renoir. Maar het adres is vooral bekend om het 'helse trio''; Suzanne Valadon, haar minnaar André Utter en haar zoon Maurice Utrillo.


Vincent van Gogh – Moulin Radet, 1886 - Foto Kröller-Müller Museum, Otterlo


De molen anno 2022

 

Maurice Utrillo (1883-1955) en Henri de Toulouse-Lautrec (1864-1901 waren de belangrijkste chroniqueurs van Parijs. Utrillo voor wat betreft het straatbeeld en Toulouse-Lautrec richtte zijn schilderijen, mede door zijn dwerggroei en verslaving aan absint, op de verschoppelingen van de maatschappij, zoals prostituees en andere randfiguren. Het was de glorietijd van de decadentie, vormgegeven in de Moulin-Rouge die in 1889, onderaan la Butte, zijn deuren opende en volle zalen trok vanwege de schaars geklede danseressen en courtisanes. Yvette Guilbert, la Goulue, zijn muze Jane Avril, ze werden allemaal vereeuwigd door Toulouse-Lautrec, de decadente aristocraat, die er genoegen in schepte de vunzigheid, politieke wanorde, hypocrisie en de eenzaamheid van zijn tijd uit te beelden in hun intiemste momenten. De kapotte mens, die zelf deel uitmaakte van de zwarte nachten van Parijs. Place du Tertre werd in die tijd een centrum van de kunst. Dat toen nog mooie pleintje, omzoomd door oude gebouwen en restaurants, ziet er (zonder toeristen) nog steeds uit als een toneeldecor uit de tweede akte van La Bohème.

 

Le bal du Moulin Rouge - Henri Toulouse de Lautrec


Met deze audiotour is het eigenzinnige karakter van Montmartre goed te zien omdat je op een uiterst interessante manier wordt ‘gedwongen’ om buiten de gebaande toeristische paden te treden. De sfeer die wordt bezongen in het wonderschone chanson La Bohème van Charles Aznavour uit 1966: "In de naburige cafés waren wij met een aantal die roem verwachtten. En al waren we arm, met lege magen bleven wij erin geloven. En wanneer een bistro, in ruil voor een goede warme maaltijd een schilderij van ons afnam, dan droegen wij verzen voor, geschaard rond de kachel en vergaten de winter. La bohème, la bohème. Dat wilde zeggen: wij zijn twintig, en wij leven van de wind".



Musée Montmartre; tentoonstelling “Fernande Olivier en Pablo Picasso

 

TIP

Ben je in Parijs Van 14-10-2022 tot 19-02-2023, bezoek dan de tentoonstelling “Fernande Olivier en Pablo Picasso, in de intimiteit van het Bateau-Lavoir” in het Musée Montmartre. Daarnaast belicht de tentoonstelling ook andere figuren in deze kring: Kees van Dongen, vrouwelijke kunstenaars, mecenassen en gezellen met meerdere en grote rollen zoals Gertrude Stein, Marie Laurencin, Guus van Dongen en Suzanne Valadon. Deze tentoonstelling komt ook tot stand met hulp  en inbreng van de Nederlands ambassade in Frankrijk  Weer zo’n bijzonder initiatief van de afdeling Cultuur en Communicatie.  Ook het Atelier Néerlandais aan de rue de Lille 121 is onderdeel van de Nederlandse ambassade in Parijs, die het Atelier Néerlandais in 2014 heeft opgericht en financiert. Het dient als een platform voor Nederlands ontwerp, de kunsten en het boek speciaal voor culturele ondernemers, instellingen en zelfstandigen in de creatieve bedrijfstakken. Zij gebruiken het Atelier voor bijeenkomsten, productpresentaties, modeshows, cursussen en vergaderingen. Ze kunnen tevens een beroep doen op het advies en diensten van de ambassade, zowel op economisch als op cultureel terrein. Ook de ambassade benut het Atelier Néerlandais voor activiteiten met een publiek karakter, zoals lezingen, debatten, exposities en netwerkbijeenkomsten, in de regel met Nederlandse en Franse partners. Al deze private en publieke activiteiten bevruchten elkaar. In de kern is het Atelier Néerlandais: een plek voor de makers, in het hart van Parijs.

 

De eerste werken arriveren in het musée Montmartre voor de tentoonstelling 'Fernande Olivier en Pablo Picasso' met medewerking van de Nederlandse Ambassade in Frankrijk


Met dank aan Friso Wijnen en Nicolette Koopman afdeling Cultuur en Communicatie Nederlandse Ambassade.

 

Je kunt kiezen uit de volgende gratis audiotours:

Voor ‘Montmartre van Gogh en andere Nederlandse schilders’:  klik hier

Voor Montparnasse Mondriaan en andere Nederlandse schilders 1’: klik hier

Voor Montparnasse Mondriaan en andere Nederlandse schilders 2’: klik hier


De startpagina van de app 'Montparnasse, Mondriaan en andere Nederlandse schilders’  Foto: Stichting Dutch Heritage World Tours