Paris FvdV is een niet commercieel weblog speciaal voor kenners en liefhebbers van de stad Parijs - en voor hen die dat willen worden. Parijs is een stad met een gewichtig verleden, respectabel en gerespecteerd. Het is totaal niet nostalgisch. Parijs is er in geslaagd om, soms op brutale maar altijd op elegante wijze, om te gaan met zijn grootse monumenten. Ze te beschermen en te integreren in de nieuwe dynamiek van de stad. Parijs is een meester op het gebied van herstel en transformatie. U zult er nooit in slagen een volledig overzicht te maken van plekken en verhalen, die allemaal op hetzelfde punt uitkomen en de glorie van deze stad bezingen. toch wil ik een poging wagen. Wekelijks wil ik u niet alleen informeren over wat Parijs nog meer te bieden heeft, maar ook wil ik mijn liefde voor deze stad op u over dragen. In de hoop dat het raakt aan iets wat u herkent of voelt. Ferry van der Vliet.

Privacy verklaring: Indien u weblog Paris FvdV, dat bij Google-Blogger is ondergebracht, leest en reageert op de blogs van Paris FvdV, doet u dat vrijwillig en is uw IP-adres en mailadres - indien u dat vermeld - bekend en wordt opgeslagen. Ook uw schuilnaam waaronder uw reageert wordt opgeslagen. Paris FvdV zal uw gegevens nooit aan derden doorgeven. We houden uw gegevens privé, tenzij de wet of rechtelijke macht ons dwingt uw gegevens aan hen te verstrekken. Datalekken in het systeem vallen onder de verantwoordelijkheid van Google-Blogger. Door weblog Paris FvdV te bezoeken en/of de op of via deze weblog aangeboden informatie te gebruiken, verklaart u zich akkoord met de toepasselijkheid van deze disclaimer. Google gebruikt cookies om services te leveren en verkeer te analyseren dus uw IP-adres en user-agent zijn bij Google bekend, samen met prestatie- en beveiligingsstatistieken om servicekwaliteit te garanderen, gebruiksstatistieken te genereren, misbruik te detecteren en maatregelen te treffen.

woensdag 13 augustus 2025

PALAIS ROYAL 400 JAAR GESCHIEDENIS

Het Palais-Royal en zijn tuin, op een steenworp afstand van het Louvre, zijn een van die plekken waar Parijzenaars, zowel oud als nieuw, naartoe trekken zodra het mooi weer wordt. In deze prachtige omgeving, omringd door vier eeuwen architectuur, kun je wandelen langs de galerijen waaronder intrigerende boetiekjes nestelen, slenteren tussen de ‘Colonnes de Buren’ en dwalen door de opmerkelijke tuin. Sommigen gaan zitten op de olijfgroene stoelen die kenmerkend zijn voor Parijs om te lezen bij een fontein, anderen vinden zichzelf in de idyllische  ruimten rond de bloemperken, terwijl weer anderen hun geluk vinden in de schaduw van de met bomen omzoomde paden. Maar vergis je niet. Tot aan de 19e eeuw was het een verzamelplaats voor machthebbers, en notabelen en het toneel van een aantal doorslaggevende gebeurtenissen van de Franse geschiedenis.



Een oase van rust, de binnentuin van het Palais Royal
 

Palais-Cardinal

In deze blog neem ik je mee door 400 jaar geschiedenis van dit iconische Parijse monument. Het begon allemaal in 1624 toen Armand du Plessis, ook wel bekend als kardinaal Richelieu, benoemd werd tot hoofd van de Raad van Lodewijk XIII. Diezelfde Lodewijk, bijgenaamd de Rechtvaardige, koning van Frankrijk woonde in het Louvre, en om dicht bij de vorst te wonen kocht hij het tegenover gelegen Hôtel Rambouillet. Als hooggeplaatst persoon, kardinaal, en tevens premier en raadsheer van de koning liet hij de architect Jaques Lemercier de woning transformeren tot een prachtig paleis met twee vleugels, zuidwest en noordwest, voor zijn verzameling kunst. In de zuidwestvleugel huisvestte hij als groot muziekliefhebber een concertzaal, het Palais-Cardinal theater, dat in mei 1635 werd geopend.


Het Palais-Royal door Boissière, in 1679 - Musée Carnavalet

 

Palais-Royal

Kardinaal Richelieu stierf in 1642. Zijn residentie werd in 1643 geschonken aan de regentes Anna van Oostenrijk, die er met haar twee zonen, Lodewijk XIV en Filips van Orléans, naartoe verhuisde. Het Palais-Cardinal wordt dan het Palais Royal. Het theater verwelkomde vanaf 1661 de beroemde toneelschrijver Molière en zijn gezelschap. Noodlottiger wijs gaf hij hier in 1673 zijn laatste opvoering van De ingebeelde zieke. Hij raakte bewusteloos op het podium en overleed enkele uren later. Het theater kreeg door de tijd verschillende gedaanteverwisselingen die helaas allemaal verwoest werden door brand. In 1799 opende een in Italiaanse stijl gebouwd theater, de verblijfplaats van het gezelschap ‘Comédiëns-Français’, opgericht in 1680. Dit was de geboorte van de emblematische Comédie-Française. En…. is sinds 1995 het enige nationale theater in Frankrijk met een vaste toneelgroep, de ‘Troupe des Comédiëns-Français’.



 Comédie-Française

We gaan weer even terug in de tijd. Een opstand, geleid door de magistraten van het Parlement van Parijs, zorgde ervoor dat de koninklijke familie in de nacht van 5 januari 1649 halsoverkop moest vluchten naar Saint-Germain-en-Laye. De nog jonge Lodewijk XIV zou deze angstaanjagende nacht nooit meer vergeten. Het zou hem later aanzetten om het Palais-Royal en Parijs in te ruilen voor het château de Vincennes en later voor Versailles.



 Het was hier dat de journalist Camille Desmoulins in 1789 op de tafel klimt en de revolutie aankondigt

In 1692 wordt het Palais-Royal, na de terugkeer van de hertog van Orléans, de residentie van de familie Orléans.  Toen hij stierf in 1715 werd zijn neef Philippe d’Orléans benoemd tot regent van het koninkrijk tijdens de minderjarigheid van Lodewijk XV. Tot 1722, het jaar van de kroning van Lodewijk XV, was het gebouw hèt middelpunt van het politieke en artistieke leven. Er worden doorlopend feesten en uitgebreide diners georganiseerd. Het Paleis beleefde gouden tijden. De huizen en galerijen, elk vernoemd naar een zoon van de hertog: Montpensier, Beaujolais en Valois, werden in 1780 toegevoegd door Graaf Lodewijk-Filips van Orléans. De galerijen voorzien van winkels waren eigenlijk de eerste overdekte passages in Parijs en oefenden een niet te onderschatten aantrekkingskracht uit om een kijkje te komen nemen in het privéleven van de groten der aarde. Men kocht er frivole spullen, er werd gedineerd in restaurants die snel de nodige faam kregen en men verkeerde in aangenaam gezelschap van hen die naar verluidt het oudste beroep ter wereld uitoefenden. Napoleon schijnt er zijn eerste seksuele ervaring te hebben opgedaan. Duels werden uitgevochten in de tuin en men verloor er al zijn geld op de groene lakens van de louche speelholen. Aangezien de politie geen toegang had tot het bezit van de graaf groeide het Paleis uit tot een soort van ‘liberale vrijhaven’, een ontmoetingsplaats waar alles mocht wat God verboden had. Het was hier dat de journalist Camille Desmoulins in 1789 op de tafel klimt en de revolutie aankondigt en de menigte aanspoort om de wapens op te nemen. De woede laait op en verspreidt zich door de stad. Twee dagen later neemt het volk de Bastille in. 

In 1814 behoorde het landgoed toe aan de toekomstige koning Lodewijk Filips I. Hij liet de luxueuze Orléans-galerij bouwen en sloot alle speelholen. In 1848 brak de revolutie uit en werd koning Lodewijk Filips afgezet. Het Palais-Royal werd geplunderd en nog eens geplunderd voordat het staatseigendom werd. In 1871 verwoestte een brand de gebouwen tijdens de Commune van Parijs. Vier jaar later werd het gebouw weer gerestaureerd en werd een zetel van de Raad van State.



La Place du Palais Royal anno 1910

In de 20e eeuw, door de charme van de plek, werd het een ontmoetingsplaats voor schrijvers en kunstenaars, zoals de Oostenrijkse schrijver Stefan Zweig, die in 1912 op nummer 15, rue de Beaujolais, verbleef. Colette verhuisde in 1926 naar nummer 9. In 1938 keerde ze daar definitief terug en schreef daar het grootste deel van haar werk. Jean Cocteau woonde van 1940 tot 1947 samen met Jean Marais op nummer 36 rue de Montpensier.



Het Palais Royal vandaag de dag. La cour d'Honneur met de kinetische fontein van beeldhouwer Pol Bury
 

Jardin Remarquable

Aan het einde van de 20e eeuw kreeg de tuin van het Palais-Royal een nieuwe dimensie door de plaatsing van hedendaagse kunstwerken. De beeldhouwer Pol Bury creëerde zo twee kinetische fonteinen, les Sphérades, die het paleis weerspiegelen. Met Les Confidents maakt Michel Goulet van tuinobjecten poëtische dragers die uitnodigen tot mijmeren. Een ervan herbergt een vreemd bronzen kanon dat vroeger op het middaguur tot ontploffing werd gebracht om voorbijgangers in staat te stellen hun horloge te zetten. Op de sokkel staat ‘Horas non numero nisi serenas’, een Latijns motto dat betekent dat ik alleen de gelukkige uren tel.


Les Deux Plateaux van Daniel Buren



De collones zijn een hit op instagram




In 1985 besliste de toenmalige minister van Cultuur Jack Lang om in de Cour d’Honneur van het paleis, dat tot dan toe als parkeerplaats werd gebruikt, een monumentaal beeldhouwwerk aan te brengen. Het werd Les Deux Plateaux van Daniel Buren (beter bekend als ‘les colonnes de Buren’), een geheel van 260 zwart-wit gestreepte afgekapte zuilen, die over de 3000 m² grote binnenplaats verspreid zijn. Het moderne werk zorgde voor veel ophef, omdat velen vonden dat het niet paste bij  het classicistische gebouw. Deze zuilen zijn nu een van de symbolen van Parijs!



De tuin staat sinds 2005 geregistreerd als een ‘Jardin Remarquable’


Het label werd in 2004 door het ministerie van Cultuur en Communicatie gelanceerd om parken en tuinen beter te beschermen en om dit karakteristiek en bijzonder kwetsbaar erfgoed beter bekend te maken bij het publiek. Er zijn momenteel 289 bijzondere tuinen geregistreerd in Frankrijk waarvan 22 in de regio Ȋle de France.






De paleistuinen hebben een totale oppervlakte van 350m bij 150m. Ze werden ontworpen door onder andere Pierre Desgots die de tuinen tijdens de winter 1635 - 1636 aanlegde met evenwijdige rijen wilde kastanjebomen, zes sierbloemperken en met marmeren en bronzen beelden verfraaide waterpartijen. In 1674 begon André Le Nôtre, de bekende tuinarchitect van Lodewijk XIV, met wederom een metamorfose van de tuin.  In 1730 verving zijn neef, Claude Desgots, de haagbeuken en de bowlingbanen door een gazon. Hij liet rondom iepen en twee rijen lindebomen planten. De indeling van de tuin van het Palais-Royal werd in de 19e eeuw nog een keer gewijzigd. 


In 1910 werden in het noorden rode kastanjebomen geplant, in de jaren 1970 gevolgd door lindebomen


De architect Pierre Fontaine liet in 1817 eerst een vijver met een diameter van 25 meter graven en liet deze in 1824 omringen met twee bloemperken. Vier dubbele rijen iepen omlijsten het circus en de vier kiosken, van de Houten Galerij tot de Beaujolais Galerij. In 1910 werden in het noorden rode kastanjebomen geplant, in de jaren 1970 gevolgd door lindebomen. In 1992 stelde Jack Lang, de toenmalige minister van Cultuur, voor om de tuinen te vernieuwen. Rondom de centrale vijver werden grasperken aangelegd, omzoomd met door tuinarchitect Mark Rudkin ontworpen bloembedden. Hij behield de 18e eeuwse structuur met twee grote bloemperken en bomenrijen, maar gaf de tuinen hun oorspronkelijke diversiteit en kwaliteit van bloemen en planten terug.



 

‘Les chaises-poèmes’

Tien loveseats die in de tuin van het Palais-Royal zijn geïnstalleerd, weerspiegelen de traditionele stoelen die in de vorige eeuw in de Parijse tuinen werden geïntroduceerd. De uit Quebec (Canada) afkomstige beeldhouwer Michel Goulet kwam op het idee om samen met de ‘koninklijke’ tuinman deze stoelen te doen herleven en ze ‘les confidents’ te noemen, de vertrouwelingen. Plaatsen van ontmoeting en uitwisseling. Elke rugleuning is voorzien van een stukje poëzie. Door je ‘earplugs’ op de centrale eenheid aan te sluiten kun je luisteren naar gedichten van hedendaagse dichters. Regelmatig zullen andere gedichten en andere dichters uit alle lagen van de bevolking hun stem toevoegen om zo een symfonie van gevoelige en originele woorden te creëren in het hart van de Palais Royal-tuin. 


Colette en Jean Cocteau


Sinds februari 2019 dragen twee steegjes grenzend aan de tuin van het Palais Royal de namen van Colette en Jean Cocteau, omdat beide schrijvers regelmatige bezoekers waren van deze tuin. Sidonie-Gabrielle Colette (1873-1954) schreef onder haar achternaam Colette, zonder voornaam of voorletters. Jean Maurice Eugène Clément Cocteau (1889-1963) was een Frans dichter, romanschrijver, toneelschrijver, ontwerper en filmmaker.



 

In verschillende films diende het Palais-Royal als decor. Onder andere in de film ‘Midnight in Paris’, waar Gil de schrijver (gespeeld door Owen Wilson) en zijn verloofde Inez (gespeeld door de charmante Rachel McAdams) worden uitgenodigd voor een etentje in Le Grand Véfour gelegen aan de prachtige binnentuin van het Palais Royal onder een van de bogengalerijen die gebouwd zijn tussen 1781 en 1784. 




De bogen 79 tot 82 werden in die tijd verhuurd aan een zekere Aubertot eigenaar van het Café Chartres. In 1820 werd dit Café overgenomen door Jean Véfour, die er een chique restaurant van maakte. Tot op de dag van vandaag is dit sterrenrestaurant niet alleen beroemd voor zijn gastronomische keuken maar ook voor het gracieus gestileerde interieur vol met art nouveau panelen van glaspasta, spiegels en mahoniehouten lambriseringen. Hier waart nog steeds de geest rond van de 18e eeuw. 




Een bezoek aan de tuinen van het Palais Royal is een must en, afhankelijk van uw portemonnee,  kun je Le Grand Véfour binnengaan of door het raam binnenkijken. Palais-Royal; in de 18e en 19e eeuw het middelpunt van het bruisende Parijs, nu een oord waar beschouwing een kans krijgt.



 Genieten van deze oase van rust in het centrum van Parijs







Ingangen zijn te vinden in de rue Saint Honoré, rue de Montpensier, rue de Beaujolais en de rue Valois.




Openingstijden van de tuin: 

Oktober t/m maart, elke dag van 08.30 uur tot 20.30 uur.

April t/m September, elke dag van 08.30 uur tot 22.30 uur.

Toegang gratis.

Eerste arrondissement, metrostation Palais-Royal Musée du Louvre, lijn. 

Bron: Centre des Monuments Nationaux, Atout France.


maandag 4 augustus 2025

PARIJS & DE MAKERS - IRENE VAN ZEELAND


Zoals jullie weten ben ik lid sinds het eerste uur van het Atelier Néerlandais in Parijs. Hèt  platform voor Nederlands ontwerp, de kunsten en het boek: voor culturele ondernemers in Frankrijk. Het is onderdeel van de Nederlandse ambassade in Parijs, die het Atelier Néerlandais in 2014 heeft opgericht en financiert en staat onder leiding van de Nederlandse Lilian Widdershoven. Mede dankzij het netwerk van het Atelier en de Nederlandse ambassade heb ik al heel wat Nederlanders ontmoet die steeds een prachtig onderwerp vormen voor mijn blogs. 

Ik noem ze dan ook DE MAKERS; zij zijn de creatieven, de mensen met ideeën, kunstenaars, dromers, en de durfals met  verbeelding, energie, ambitie en intuïtie om iets te creëren vanuit het niets. Ze brengen Parijs tot leven. Want wat zijn steden anders dan menselijke ecosystemen – netwerken – van mensen die gebouwen, monumenten, tuinen en straten tot leven brengen? Nederlandse stakeholders in het meest opwindende menselijke netwerk van Parijs: Zij zijn ‘DE MAKERS’. Deze blog brengt weer een deel van het creatieve DNA van Parijs in kaart en beschrijft een stukje van deze dynamische keten. Je maakt kennis met een van hen en ontmoet hem / haar als het ware backstage, om zo getuige te zijn van hem / haar werkzame leven. Het mooiste van alles is dat het geen geheim genootschap is. Deze mensen zijn de motoren van enkele van de meest opwindende plaatsen van de stad. Geen cynische imitaties of het resultaat van berekende carrière moves, geen Instagram influencers of concepten uitgevonden door algoritmes; dit zijn mensen van vlees en bloed  die een verlengstuk zijn van hun passie en persoonlijkheid.

 

Irene van Zeeland

Tijdens de Koningsdag-netwerkborrel in de residentie van onze Nederlandse ambassadeur Z.E. Jan Versteeg, had ik een eerste ontmoeting met Irene van Zeeland. Dans en beweging is de rode draad in haar leven. Ze studeerde aan de Theaterschool Amsterdam en ze mag Master of Science achter haar naam zetten na het afronden van de studie Bestuurskunde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Deze studie komt van pas bij alle diverse projecten die ze bedenkt en van A tot Z uitvoert: zo is ze bij voorbeeld actief voor Holland Dance Festival binnen het grote Europese samenwerkingsproject Europe Beyond Access.


Mijn ontmoeting met Irene van Zeeland (r) en coach en organisatiespecialist Simone van Vorselen (l) in de residentie van onze ambassadeur in Parijs

 

Na haar bachelor aan de Theaterschool in Amsterdam, ging ze een jaar naar New York City om daar verder te studeren onder de dansers van de Merce Cunningham Dance Company, waaronder de rechterhand van Cunningham, Robert Swinston. Hier nam ze deel aan een internationaal trainingsprogramma ‘hedendaagse dans’ van de Merce Cunningham Studio. Momenteel woont en werkt ze in Parijs en verzorgt wekelijks danslessen voor diverse opdrachtgevers: o.a. Paris Marais Dance School en de Be Together Académie. Maandelijks reist ze ook nog eens naar Nederland voor haar functie bij Holland Dance Festival. Samen met haar vrouw Carolina Kzan, een audiovisueel genie en filmmaker, heeft zij Omaro Productions opgericht en werkt ze als producer en choreograaf. Alle creativiteit en vakmanschap komt samen in hun internationale productiebedrijf. En of dat nog niet genoeg is wil zij met haar project ‘Keep Moving Me’ een voorbeeld zijn voor vrouwen die te maken hebben met borstkanker. Een bezig bijtje dus. Centrum Parijs, in het Atelier Néerlandais, had ik een ontmoeting met haar.

 

Irene gefotografeerd door haar partner Carolina Kzan


Irene; wanneer is jouw passie voor dansen eigenlijk begonnen en wie of wat inspireerde jou?


Ik begon met dansen toen ik een jaar of negen was, maar eigenlijk riep ik al vóór mijn eerste dansles dat ik later balletjuf wilde worden. Zodra ik eenmaal begonnen was, was er geen houden meer aan: wat begon met één uur klassiek ballet per week, groeide al snel uit tot meerdere lessen in spitzen, caractère, moderne dans, tap en zelfs flamenco. Dans werd al heel jong mijn taal.

Na een succesvolle auditie voor de Havo voor Muziek en Dans in Rotterdam begon ik op mijn vijftiende aan deze intensieve vooropleiding voor de dansacademie, die ik uiteindelijk afrondde op het hoogste niveau. Mijn eerste grote inspiratiebron was mijn eigen dansjuf, Belinda – zij zag iets in mij en gaf me het vertrouwen om groot te dromen. Daarnaast had ik een plakboek vol met foto’s van Sofiane Sylve en Sylvie Guillem: sterke, sierlijke vrouwen die voor mij het toppunt van expressie en discipline belichaamden.

 

Welke opleidingen heb je allemaal gevolgd?


Ik ben begonnen op de Havo voor Muziek en Dans (Codarts, Rotterdam) en daarna aan de Theaterschool Amsterdam (AHK), waar ik mijn bachelor moderne dans heb behaald. Daarna ben ik een jaar naar New York gegaan voor een intensieve opleiding aan de Merce Cunningham Studio. Terug in Nederland heb ik een Master of Science in Bestuurskunde afgerond aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. En vorig jaar heb ik eindelijk mijn officiële docent bevoegdheid Cunningham Techniek ® behaald in New York als eerste lichting van deze opleiding waar elk jaar slechts 10 mensen van over de hele wereld voor worden geselecteerd. Ik ben dus gevormd door zowel het fysieke als het analytische – en dat zie je terug in mijn werk: intuïtief en onderzoekend tegelijk.


"Ik hou van abstractie en precisie in beweging" - hier samen met Alberto Barletta - fotografie © Carolina Kzan

 

Niet alleen een veelzijdig mens, maar ook nog eens een veelzijdig danseres. Waar gaat jouw absolute voorkeur naar uit en waarom?


Ik hou van abstractie en precisie in beweging. Daarom voel ik me thuis in de wereld van postmoderne dans en specifiek in de Cunningham-techniek. Maar ik werk ook graag sociaal-artistiek, bijvoorbeeld met mensen met een beperking of met ouderen – daar waar dans verbindt. Mijn voorkeur gaat dus niet zozeer uit naar een specifieke vorm, maar naar dans als ontmoeting.

 

Wat was de reden om naar New York te vertrekken?


New York was een droom – niet om er beroemd te worden, maar om me onder te dompelen in een omgeving waar dans dagelijks leven is. Ik wilde trainen bij mensen die direct met Merce Cunningham hadden gewerkt. Ik heb daar contacten voor het leven gemaakt en was dan ook ontzettend blij toen ik vorig jaar geselecteerd werd voor de eerste officiële Teacher Training Course, lekker terug naar New York City met alle shows, lessen, en dans-gerelateerde activiteiten die daar dagelijks plaatsvinden.

 

Kun je wat meer vertellen over de Cunningham-techniek en wat jij ermee doet?


De Cunningham-techniek is een dansvorm die werkt vanuit de ruggengraat, met veel aandacht voor ruimte, tijd en isolatie van beweging. Het is technisch en abstract, maar tegelijkertijd biedt het eindeloze vrijheid. Ik geef les in deze techniek in Parijs, o.a. bij Centre de Danse du Marais en Paris Marais Dance School, maar ook in het buitenland voor speciale masterclasses, en ik zie hoe dansers erdoor groeien – letterlijk en figuurlijk.



"Dans werd al heel jong mijn taal" - foto © Carolina Kzan

 

Terug uit Amerika begin je aan een opleiding aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam. Hoe is dat te rijmen met jouw passie voor de dans?


Voor mij is dat geen tegenstelling. Dans is mijn hart, bestuurskunde mijn hoofd. Ik wilde leren hoe systemen werken, hoe je culturele projecten organiseert, hoe je beleid en praktijk met elkaar verbindt. Inmiddels werk ik met evenveel toewijding aan participatieprogramma’s als aan choreografieën – beide gaan over beweging, alleen in andere vormen.

 

In 2016, 2017 en 2018 ben je ook nog eens naar India geweest. Waar was je naar op zoek?


India kwam eigenlijk op mijn pad. Ik werd gevraagd om mee te werken aan het opzetten van een curriculum voor jonge, talentvolle dansers die weinig tot geen ervaring hadden met klassiek ballet of westerse moderne dans. Mijn rol was breed: ik gaf les in deze dansvormen, maar ook in dansgeschiedenis en het analyseren van voorstellingen. Samen met andere docenten – gespecialiseerd in onder meer Bharatanatyam en Kalaripayattu – ontwierpen we een meerjarig programma dat studenten opleidde tot veelzijdige performers.

Veel van deze jonge dansers zijn inmiddels de wereld over gereisd en actief in internationale producties. Het was ongelofelijk inspirerend om mijn kennis op die manier te kunnen delen en tegelijkertijd zelf zoveel te leren van hun benadering van beweging en fysieke expressie. Het was geen innerlijke pelgrimstocht, maar eerder een professionele samenwerking die me blijvend heeft gevormd – vooral in hoe ik nu kijk naar het samengaan van traditie, techniek en culturele context in dans.

 

Waar gaat je voorkeur naar uit; Parijs, New York, of Amsterdam en waarom?


Parijs is mijn thuis, New York is mijn energiebron, en Amsterdam is mijn fundament. Ik hou van de gelaagdheid van Parijs, de esthetiek, het trage tempo én de chaos. New York heeft me gevormd als danser, maar ik ben ook graag in Nederland, waar ik werk aan inclusie en educatie. De afwisseling voedt me.


"Ondanks mijn ziekte bleef dans mijn anker" - foto © Carolina Kzan

 

In 2022 werd er borstkanker bij je geconstateerd. Hoe ben je daar mee omgegaan?


Ik kreeg het telefoontje met de uitslag terwijl ik midden in een dansles stond. Ik drukte het weg, appte of ik een half uur later kon terugbellen – maar ergens wist ik toen al dat het mis was. Niet veel later kreeg ik de diagnose: HER2-positieve borstkanker, stadium 3. Het voelde alsof de grond onder me vandaan viel.

Toch ben ik blijven doorgaan met lesgeven. Dans bleef mijn anker – zelfs op dagen dat ik nauwelijks energie had. Beweging hielp me om verbonden te blijven met mijn lichaam, mijn creativiteit en mijn vak. Het gaf me ritme in een periode waarin alles onzeker was. Dans heeft letterlijk en figuurlijk een grote rol gespeeld in mijn herstelproces.

 

Wat betekende dat voor jouw danscarrière?


Het dwong me om zachter en langzamer te worden – iets wat niet vanzelfsprekend is in de danswereld. Ik moest loslaten dat alles maakbaar is, en leren vertrouwen op mijn intuïtie en herstelvermogen. Maar het heeft mijn werk verdiept. Ik dans nog steeds, maar anders – meer gelaagd, kwetsbaarder, en misschien ook wel krachtiger.


Keep Moving Me is ontstaan vanuit de behoefte om iets te maken voor én met vrouwen die met borstkanker  - foto © Carolina Kzan


 

Is ‘Keep Moving Me’ daar uit voortgekomen? En wat is het verschil met ‘normale’ danslessen?


Ja, absoluut. Keep Moving Me is ontstaan vanuit de behoefte om iets te maken voor én met vrouwen die met borstkanker te maken hebben gehad. De lessen focussen op herstel, verbinding en expressie – zonder prestatiedruk. Het gaat om aanwezigheid, om voelen in plaats van vorm. Het is dans als steunpilaar, niet als kunstvorm. 

 

Hoe is het nu met je?


Het gaat goed. Mijn lijf is veranderd, mijn energie ook, maar ik leef bewuster dan ooit. Er is ruimte voor plezier, voor ambitie, voor liefde. En ik ben dankbaar dat ik weer kan creëren, kan reizen, en mijn verhaal mag delen – ook via projecten zoals deze.

 

Je gaat letterlijk en figuurlijk dansend door het leven. Hoeveel uren per dag dans je?


Dat wisselt enorm. Soms geef ik drie lessen op een dag, soms zit ik dagen achter de computer om een fondsaanvraag te schrijven of een productie te plannen. Maar zelfs dan ‘danst’ mijn hoofd. Dans is een manier van denken geworden – een manier van zijn.


Foto © Carolina Kzan

 

Bij wie vind jij tegenwoordig je inspiratie?


Ik haal veel inspiratie uit het werk van grote choreografen – Merce Cunningham blijft een vaste bron, maar ook makers als Deborah Colker, Germaine Acogny en Crystal Pite bewonder ik enorm, ieder met hun eigen krachtige bewegingstaal en visie.

Tegelijkertijd ga ik graag naar voorstellingen van mensen die ik (nog) niet ken. Juist het onbekende daagt me uit, verrast me, en voedt mijn nieuwsgierigheid. En uiteindelijk blijf ik misschien wel het meest geïnspireerd door de mensen met wie ik dagelijks werk: jongeren, ouderen, dansers met een beperking. Zij laten me telkens opnieuw voelen waarom dans ertoe doet – omdat het verbindt, in beweging zet, en ruimte geeft aan stemmen die vaak niet gehoord worden. 



Foto © Carolina Kzan


Op welke prestatie in je leven ben je het meest trots?


Dat ik trouw ben gebleven aan mezelf, ook als het ingewikkeld werd. Of dat nu ging over mijn plek vinden in de danswereld, omgaan met ziekte, of ruimte creëren voor verhalen die buiten de norm vallen – ik heb steeds mijn eigen pad gekozen.

Ik ben trots op het feit dat ik dans en engagement blijf combineren, of dat nu is via projecten voor inclusieve dans, door vrouwen met borstkanker te begeleiden via Keep Moving Me, of via educatieve programma’s die jonge mensen raken.


 

Samen met je partner Carolina Kzan heb je Omaro Productions opgericht. Kun je daar wat meer over vertellen?


Omaro Productions is ons internationale productiehuis waar film en dans samenkomen. Carolina is filmmaker en ik ben choreograaf – samen maken we interdisciplinaire projecten die verhalen vertellen die je niet altijd in de mainstream tegenkomt. Denk aan inclusieve dansfilms, documentaires en live performances. Het is een creatief en persoonlijk avontuur.

 

Jullie zijn ook lid van het Atelier Néerlandais. Wat was voor jullie de beweegredenen?


We zochten naar een netwerk en plek waar we als Nederlandse makers in Frankrijk verbinding konden vinden. Het Atelier Néerlandais bood precies dat. Het is een inspirerende plek met een open mentaliteit, waar kruisbestuiving en samenwerking centraal staan. We hebben er veel steun aan gehad, zowel professioneel als persoonlijk.

 

Tot slot, wat zijn je toekomstplannen?


Ik wil blijven bouwen aan projecten die betekenis hebben – of dat nu via dans, film of educatie is. Ik droom van een eigen kunstcentrum, van meer internationale samenwerking, en van het verder uitrollen van
 Keep Moving Me in Europa. Maar bovenal wil ik blijven bewegen – in alle betekenissen van het woord.

 

Sinds februari 2025 ben ik als choreograaf en danser verbonden aan ‘Entrelacées’ – met elkaar verweven.

‘Entrelacées’ is een inclusieve danscreatie die beeldende kunst en poëtische verhalen combineert. Een zintuiglijke reis rond zusterschap, de onzichtbare banden tussen vrouwen en de overdracht tussen generaties, voorbij tijd en ruimte. 



Op 6 november nog twee maal te zien in Theatre El Duende, 23 rue Hoche, Ivry-sur-Seine. Metrostation Mairie d’Ivry, lijn 7


 

Choreograaf Irene van Zeeland, Videograaf Carolina Kzan, Danseuses Juls Valls, Clara Rulié, Rose-Marie Rameau-Marsac, Stem Luciana Tomie, Scenografie Véronique van Zeeland, Compositeur Herman Witkam, Supporters/Partners : Theatre El Duende, Anis Gras – Le Lieu de l’Autre, Harmonie Mutuelle Groupe Vyv.