“…nooit komen uitingen van haat in deze wereld tot rust door haat, maar door niet te haten komen ze tot rust, dat is een eeuwige wet”.
Boeddha
Op 7 januari om 11.52 uur, tien jaar geleden, wordt de hashtag #JeSuisCharlie voor het eerst gedeeld. Vervolgens diezelfde dag nog eens 1,5 miljoen keer en de daaropvolgende week 6 miljoen keer. De slogan werd voor het eerst gebruikt op Twitter. De Franse muziekjournalist Joachim Roncin had toen niet kunnen bevroeden dat zijn tweet misschien wel de meest gebruikte steunbetuiging op social media zou worden.
Het
10e arrondissement is de buurt van het Canal Saint-Martin, geliefd bij jong en
hip Parijs. Bobo; bourgeois-bohémien, links, creatief en met genoeg geld om uit
te gaan. Zo enkele dagen na de Nieuwjaarsviering 2014/2015 had niemand het
gevoel dat het juist hier in 2015 zo mis zou kunnen gaan. Het is woensdag 7
januari 2015, 11.30 uur wanneer een zwarte Citroën C3 de rue Nicolas Appert
inrijdt en stopt voor het huisnummer 6 waar de archieven van het satirische
tijdschrift Charlie Hebdo gevestigd zijn.
Charlie Hebdo begon in 1970 te publiceren met als doel religie, politiek en andere onderwerpen op de hak te nemen. De meeste werknemers kwamen uit de publicatie Hara-Kiri, die werd verboden nadat het de dood van voormalig president Charles de Gaulle bespotte. De titel verwijst naar Charlie Brown uit de cartoon van Peanuts. Hebdo is een afkorting voor hebdomadaire, wat wekelijks betekent in het Frans.
Twee
gemaskerde mannen, de broers Chérif (32 jaar) en Saïd (34 jaar) Kouachi,
uitgerust met kogelwerende vesten en kalasjnikovs stappen uit en zijn op zoek
naar de redactie van het tijdschrift. Deze is echter gevestigd op nummer 10. Al
snel bemerken ze hun vergissing. Bij de ingang op nummer 10 ontmoeten ze
Corrine Rey, tekenares bij het blad en bekend onder de naam Coco. Onder
bedreiging toetst zij de geheime toegangscode in van de voordeur. De twee
blijken goed op de hoogte te zijn van de plaatselijke situatie, na een eerdere
aanslag, in de nacht van 2 november 2011 werd op de kantoren van het blad een
aanslag met een molotovcocktail uitgevoerd. Een en ander zou verband houden met
de eenmalige uitgave van een editie genaamd 'Charia Hebdo', met Mohammed zogenaamd
als gastredacteur. Sinds die tijd was de redactie gevestigd op een geheim
adres.
Een mural die door de tijd veranderde, links januari 2019, rechts december 2019. Toegevoegd zijn vlnr: Frédéric Boisseau, Franck Brinsolaro en Elsa Cayat
De
politie wordt vrijwel onmiddellijk gewaarschuwd voor een schietincident en arriveert
ter plaatse terwijl de schutters het gebouw verlaten. Een politieauto blokkeert
de vluchtroute van de schutters via de smalle zijstraat Allée Verte, waarna de
schutters het vuur openen. Journalisten en arbeiders die hun toevlucht hadden
gezocht op nabijgelegen daken, filmden hoe de schutters uit de auto stapten en het
politievoertuig onder vuur namen voordat ze wegreden. De voorruit van de
politieauto wordt doorzeefd met kogels, maar de agenten komen gelukkig met de
schrik vrij. Vervolgens lijkt het dat de zwarte Citroën zuidwaarts over de
Boulevard Richard Lenoir vlucht, maar vervolgens terug keert via de noordelijke
rijbaan. De auto stopt en videobeelden tonen de schutters, die uit het voertuig
stappen, en politieagent Ahmed Merabet neerschieten die op een nabijgelegen
trottoir staat.
Het
beeld dat de agent Ahmed Merabet, op de boulevard Richard Lenoir tegenover de
rue Moufle, bloedend van dichtbij nogmaals door het hoofd wordt geschoten,
zorgt voor wereldwijde ontzetting. Merabet (42) stierf ter plekke, en dit
bracht het aantal dodelijke slachtoffers op twaalf. Het was de dodelijkste
aanslag tot dan toe in Frankrijk sinds de Algerijnse Oorlog. Direct na de
aanslag startte de politie een klopjacht op de daders, die vluchtten in de
zwarte Citroen, maar al snel van auto wisselen. Uiteindelijk wordt het duo twee
dagen (9 januari) later aangetroffen in het dorpje Dammartin-en-Goële, vlakbij
Parijs waar ze bij een politiebestorming laat in de middag worden
doodgeschoten. Aan de bestorming gingen uren van onzekerheid en een belegering
met honderden agenten en speciale eenheden vooraf.
Overal worden bloemen gelegd
Een
dag eerder, donderdag 8 januari, omstreeks 08,45 uur, wordt een agente in
opleiding, Clarissa Jean-Philippe, slechts 25 jaar oud, willekeurig
neergeschoten op straat in de Parijse wijk Montrouge. Daarbij raakt ook nog
eens een andere agent gewond. Aanvankelijk kon men geen direct verband leggen
met de overige gebeurtenissen. Want op de dag die daarop volgt worden nog eens
7 mensen gedood, onder meer tijdens een gijzeling in een Joodse
supermarkt. De gijzelnemer, Amedy
Coulibaly, houdt vrijdag 9 januari een nog onbekend aantal mensen vast. Hij dreigt
hen te vermoorden als het pand in het dorp waar de broers Chérif zich
verschuilen zou worden bestormd. Bij de uiteindelijke bestorming van de winkel,
die parallel liep aan die in Dammartin, wordt ook Coulibaly doodgeschoten. Vier
gijzelaars overleven de gijzeling niet; ze werden onmiddellijk door de
terrorist gedood toen hij de winkel betrad. Yoav Hattab (21), was de zoon van
de opperrabbijn van Tunis. Yohan Cohen (22), student en kleinzoon van een
beroemde joods-Tunesische zanger, Doukha. François-Michel Saada (64), een
gepensioneerde senior executive en
Philippe Braham (45), hij werkte bij een IT-adviesbureau, zijn broer is
rabbijn van een synagoge in de voorstad Pantin. De overige gijzelaars hebben
het pand levend kunnen verlaten.
Golf van solidariteit
De
dagen na de aanslagen is de wereld verbijsterd. Snel na de aanval komt er, tot
ver buiten Frankrijk, een enorme golf van solidariteit op gang. De slogan “Je
suis Charlie”, waarmee de steun aan de slachtoffers wordt uitgedrukt, beheerst
al snel de social-netwerksites. Er worden tal van, vaak symbolische, acties
georganiseerd. Op 11 januari komen in Parijs ongeveer twee miljoen mensen op
straat om zich uit te spreken voor vrije meningsuiting. Naast de toenmalige
Franse president François Hollande nemen nog een vijftigtal andere staats- en
regeringsleiders deel. Ook in andere Franse steden waren manifestaties tegen
terrorisme. In totaal zouden zeker 3,7 miljoen mensen op de been zijn geweest.
Eensgezind tegen terrorisme, angst en voor vrijheid van meningsuiting.
Cartoonisten wereldwijd pakten hun potlood om de omgekomen collega's te eren en
de wereld duidelijk te maken zich nooit de mond te laten snoeren. De week na de
aanslag kopen zeven miljoen mensen het weekblad. Op de voorpagina van het
eerste nummer na de aanslag staat een cartoon van de profeet Mohammed met een
traan onder zijn oog en een bordje in zijn handen: Je Suis Charlie. Het
onderschrift “Tout est pardonné” – alles is vergeven!. Het levert Charlie Hebdo
ongekende steunbetuigingen op en het aantal abonnementen schoot omhoog van
10.000 naar meer dan 200.000.
Wat
weinigen weten is dat Charlie Hebdo het geld, ingezameld na de aanslag (ruim
4,3 miljoen euro), heeft geschonken aan de nabestaanden van deze laffe
terreuraanslag.
Op 13
januari 2015 werden de drie bij de terreuraanslagen omgekomen agenten herdacht
en geëerd. De plechtigheid had plaats op de grote binnenplaats van het
hoofdbureau van politie in het centrum van de Franse hoofdstad. Onder anderen
president François Hollande en nabestaanden van de politiemensen waren daarbij
aanwezig. De Franse president verleende de drie agenten, Franck Brinsolaro,
Ahmed Merabet and Clarissa Jean-Philippe, postuum de hoogste Franse
onderscheiding, de Legion d'Honneur. “Ze stierven moedig, met waardigheid”,
aldus Hollande in zijn toespraak. In Jeruzalem vonden ondertussen de
begrafenissen plaats van de vier joden die vrijdag 9 januari bij de
gijzelingsactie in een Parijse supermarkt omkwamen. President Reuven Rivlin en
premier Benjamin Netanyahu waren bij een van die plechtigheden aanwezig.
Overigens
bleek Stéphane Charb Charbonnier over een angstaanjagende profetie te bezitten.
In de editie voorafgaand aan de gewraakte uitgave stond de kop: “Nog steeds
geen aanslagen in Frankrijk”. Op de voorpagina een cartoon van Charb van een
islamitische militant met tekstballonnen: “WACHT! We hebben nog tot eind
januari!”
(Bron
de Belgische krant La Libre Belgique)
En hoe
is het nu? Tien jaar na de aanslag is de oplage weer terug naar grofweg 60.000
stuks per week. Het solidariteitsgevoel slijt. Nog steeds wordt de redactie
zwaarbewaakt, beveiligingskosten per jaar zo’n 1,5 miljoen. Maar de hashtag
#JeSuisCharlie zal de komende dagen zeker weer trending zijn op social media.
Elk jaar wordt deze verschrikkelijke aanslag op de vrije meningsuiting op 7 januari herdacht door een kranslegging in de rue Nicolas Appert en dit vormde voor mij de aanleiding om het voor Parijs zo dramatische begin van het jaar 2015 nog eens op papier te zetten. Staan voor onze vrijheid is het enige echte verweermiddel dat wij hebben tegen terrorisme. Die vrijheid dus niet beperken, respect hebben voor mensen met een andere opvatting, een ander geloof of een andere huidskleur. Als wij ons daar allemaal achter scharen is dat sterker dan welke terroristische wandaad ook. Ik ben en blijf altijd Charlie.
Onder anderen
de Franse president Emmanuel Macron en de Parijse burgemeester Anne Hidalgo
zullen dinsdag de slachtoffers herdenken. Charlie Hebdo publiceert dan ook een
speciale editie van 32 bladzijden. Die zal een selectie van cartoons over de
profeet bevatten die werden geselecteerd na een internationale wedstrijd die
eind 2024 was gelanceerd. “Ze hebben Charlie Hebdo niet vermoord”, aldus de
huidige hoofdredacteur, Gérard Biard.
De voorpagina van het weekblad Le Nouvel Observateur. L'Obs is een Frans weekblad, dat voornamelijk bericht over politiek en het sociale en economische leven in Frankrijk