Paris FvdV is een niet commercieel weblog speciaal voor kenners en liefhebbers van de stad Parijs - en voor hen die dat willen worden. Parijs is een stad met een gewichtig verleden, respectabel en gerespecteerd. Het is totaal niet nostalgisch. Parijs is er in geslaagd om, soms op brutale maar altijd op elegante wijze, om te gaan met zijn grootse monumenten. Ze te beschermen en te integreren in de nieuwe dynamiek van de stad. Parijs is een meester op het gebied van herstel en transformatie. U zult er nooit in slagen een volledig overzicht te maken van plekken en verhalen, die allemaal op hetzelfde punt uitkomen en de glorie van deze stad bezingen. toch wil ik een poging wagen. Wekelijks wil ik u niet alleen informeren over wat Parijs nog meer te bieden heeft, maar ook wil ik mijn liefde voor deze stad op u over dragen. In de hoop dat het raakt aan iets wat u herkent of voelt. Ferry van der Vliet.

Privacy verklaring: Indien u weblog Paris FvdV, dat bij Google-Blogger is ondergebracht, leest en reageert op de blogs van Paris FvdV, doet u dat vrijwillig en is uw IP-adres en mailadres - indien u dat vermeld - bekend en wordt opgeslagen. Ook uw schuilnaam waaronder uw reageert wordt opgeslagen. Paris FvdV zal uw gegevens nooit aan derden doorgeven. We houden uw gegevens privé, tenzij de wet of rechtelijke macht ons dwingt uw gegevens aan hen te verstrekken. Datalekken in het systeem vallen onder de verantwoordelijkheid van Google-Blogger. Door weblog Paris FvdV te bezoeken en/of de op of via deze weblog aangeboden informatie te gebruiken, verklaart u zich akkoord met de toepasselijkheid van deze disclaimer. Google gebruikt cookies om services te leveren en verkeer te analyseren dus uw IP-adres en user-agent zijn bij Google bekend, samen met prestatie- en beveiligingsstatistieken om servicekwaliteit te garanderen, gebruiksstatistieken te genereren, misbruik te detecteren en maatregelen te treffen.

dinsdag 17 september 2024

MIJN PARIJSE JUWEELTJES PER ARRONDISSEMENT (DEEL 1)

Zoals waarschijnlijk iedereen weet publiceer ik al sinds april 2011 over de Franse hoofdstad. Mijn blogs bevatten de observaties van een nieuwsgierige reiziger die het Parijs van de Parijzenaars wil leren kennen en steeds op zoek gaat naar de couleur locale. Bijna wekelijks neem ik je mee buiten de gebaande paden en langs verborgen schatten, alsof je wordt rondgeleid door een bevriende gids. Dat mooie straatje, die verborgen passage, die prachtige wandeling of fietstocht, dat ene restaurant , de vergeten spoorlijn, het onbekende Parijs, dat is wat mij steeds verbaast en boeit. Ik noem ze mijn juweeltjes en dat is waar mijn blogs over gaan. Inmiddels heb ik al 658 blogs geschreven die door meer dan 1,6 miljoen lezers zijn bekeken.

Vaak krijg ik de vraag; “wat zijn jouw favoriete plekken in Parijs?”

Teveel voor een blog en daarom zal ik mij beperken tot één favoriet per arrondissement, verdeeld over twee blogs.

 


Place Dauphine (1e)

Verscholen tussen de Pont Neuf, quai de l'Horloge, Palais de Justice en de quai des Orfèvres ligt een van de mooiste oases van Parijs. Een pleintje waar ik regelmatig terugkeer; het place Dauphine. Als een van de weinige buurten aan Haussmanns drastische stadsplanning ontsnapt. Werkelijk een van de mooiste pleintjes in de stad en bijna 40 jaar lang, op nummer 15, het domicilie van Yves Montand en Simone Signoret. Aan de randen van het plein zijn bomen geplant om zo het gesloten uiterlijk van het plein te behouden. In de fraaie panden er omheen zijn veel kunsthandels en kleine restaurants te vinden. Het gehele plein staat geclassificeerd als historisch monument, eveneens de gebouwen aan de oneven zijde aan de zuidkant; de nummers 13, 15, 17, 19, 21, 23, 25, 27, 29 en 31. En de even nummers aan de noordkant; 12,14, 16, 24, 26 en 28. Metrostation Pont Neuf, lijn 7.



 

Bibliothèque Nationale de France - Site Richelieu (2e)

Al in de middeleeuwen verzamelden de Franse koningen manuscripten. De boekencollectie van Karel de V bevatte al meer dan duizend werken die bewaard werden in het Louvre. Kort na de ontdekking van de boekdrukkunst verordonneerde Frans I, met het decreet van Montpellier,  dat van elk in Frankrijk gedrukt boek één exemplaar naar Parijs moest worden gestuurd. De boeken werden gearchiveerd in de officiële opslagplaats, de Bibliothèque Nationale Richelieu die in 1692 haar deuren opende. De beroemde grote leeszaal; 'La Salle de lecture des Imprimés', is een technisch hoogstandje uit het tweede keizerrijk, vanwege de revolutionaire toepassing van gietijzer, het werk van Henri Labrouste (1854). Slanke ijzeren zuilen die negen koepels dragen. Rue de Richelieu 58, metrostation Bourse, lijn 3



 

Musée  des Arts et Métiers (3e)

Het herbergt de collectie van het Conservatoire National des Arts et Métiers en is gevestigd in de oude abdij van Saint-Martin-des-Champs, en werd in 1794 opgericht door Abbé Grégoire. Aanvankelijk fungeerde het als een soort opslagplaats van nieuwe uitvindingen. Het museum bezit een collectie van meer dan 80.000 voorwerpen, waarvan er slechts 8.000 worden geëxposeerd. Je krijgt zo een uniek en historisch overzicht van allerlei technieken en uitvindingen.  De rekenmachine van Pascal, de fonograaf van Edison, de lens waar vuurtorens mee zijn uitgerust, een vinding van ene monsieur Soleil. De eerste Cray 2 computer uit 1985, de camera van Daguerre, uitvinder van de fotografie maar ook de eerste filmprojector van de gebroeders Lumière. Verder ook uitvindingen van de 21 eeuw, waaronder de TGV, de Velib, en lijn 14, de eerste metro zonder machinist. Rue Réaumur 60, metrostation Arts et Métiers, lijn 3&11.

 

Zicht op de Saint-Gervais et Saint Protais vanuit de rue de Barres


Saint-Gervais-et-Saint-Protais (4e)

Deze kerk is gebouwd op de resten van het eerste gebouw aan de Rive Droite; een basiliek die voor het eerst wordt vermeld in documenten uit het eind van de 4e eeuw. Een basiliek gewijd aan de broers Gervasius en Protasius, twee Romeinse officieren die onder Nero de marteldood stierven. Deze prachtige kerk, een van de mooiste van Parijs,  staat op een zachte helling, wat nog eens wordt benadrukt door de traptreden aan de voorgevel en in de rue François-Miron. Begin je bezoek aan de kerk aan de zijde van de Seine in een van de mooiste straatjes van Parijs, de rue des Barres, schuin tegenover het café-restaurant Louis Phillipe. Let ook op het vakwerkhuis op de hoek van de rue Grenier sur l’eau  waarschijnlijk afkomstig uit de 14e eeuw. Het hout aan de buitenkant is duidelijk te zien ondanks het feit dat toentertijd houtbouw verboden was vanwege het brandgevaar. Tegenover dit straatje ligt de zijingang naar de kerk. Rue des Barres 13, metrostation Hôtel de Ville, lijn 1&11.

 


Val de Grâce



Val-de-Grâce & Musée du Service de Santé des Armées (5e)

Het museum van de Gezondheidsdienst der Strijdkrachten, het ‘Musée du Service de Santé des Armées’, gehuisvest in het klooster van de voormalige koninklijke abdij van Val-de-Grâce.

Na de aankoop van je toegangskaartje sla je twee vliegen in een klap. Je krijgt niet alleen toegang tot het museum maar ook nog eens toegang tot de voormalige kapittelzaal van de nonnen en de kerk van Val-de-Grâce. Het interieur van de kerk is geïnspireerd op de Basiliek van Sint Pieter te Rome. De 40 meter hoge koepel is rijk versierd met beelden, religieuze voorstellingen en medaillons. Het museum, opgericht in 1916, geeft een boeiende inkijk in drie eeuwen geschiedenis van de verschillende componenten van de militaire geneeskunde. , Place Alphonse Laveran 1, metrostation Port-Royal, lijn RER-B.

 


Musée de l'Histoire de la Médecine, (6e)

Achter een immense zuilengalerij van de ‘Université Paris Cité’ bevindt zich de voormalige Faculteit Geneeskunde, opgericht in 1803. Een klein museum; 25 meter lang en 8 meter breed – een enkele ruimte met twee niveaus – versierd met houtwerk waarin portretten zijn geplaatst van beroemde doctoren en chirurgen, meestal geschilderd in de 18e-eeuw. De collectie is verbazingwekkend en laat ons zien hoeveel de chirurgische en medische technieken door de jaren heen zijn geëvolueerd. De zeldzame collectie is de oudste in Europa en werd in de 18e eeuw bijeengebracht door ene Dean Lafaye. Later werden nog belangrijke stukken toegevoegd die de verschillende taken van de operatieve kunst tot het einde van de 19e-eeuw bestrijken. Rue de l’École de la Médicine 12, metrostation Odeon, lijn 4 & 10.

 


‘Le cantonnement’, een geheime bunker onder de Champs de Mars (7e)

Een mysterieuze bunker onder de Champs-de Mars. Discreet verborgen met een ingang halverwege het grasveld, tussen de Eifeltoren, het tijdelijke Grand Palais Éphémère en de École Militaire. Het ‘cantonnement’ is een ruimte enkele honderden vierkante meters groot. Een strategische plek met een rijke geschiedenis en niet toegankelijk voor het publiek. Nee, geen officiële bunker die de president van de republiek beschermt in geval van een vijandelijke aanval, nee, het is / was een militair radiostation. 

Gebouwd tussen 1903 en 1908 om de profiteren van de hoogte van de IJzeren Dame. Toen werd op de top een telegraaf gemonteerd en om ontdekking te voorkomen begroef het leger zijn radiotelegraafstation onder de Champs-de-Mars, verbonden met een tunnel naar de zuidelijke pijler, die onder de wandelpaden doorloopt. Sinds het begin van de 20e eeuw tot het jaar 2000 deed het dienst als het draadloze telegraafstation (TSF) van de Eiffeltoren. De ingang bevindt zich halverwege de Champs-de-Mars, metrostation École Militaire, lijn 8.

 


Lavatory de la Madeleine’ (8e).

Meer dan honderd jaar deed dit toilet, misschien wel het mooiste van Europa, trouwe dienst. In maart 2011 werd de ‘Lavatory de la Madeleine’ geclassificeerd als Historisch monument. Zodra je binnenkomt bevindt zich aan de linkerkant de ontvangstcabine van de hôtesse, een elegantere benaming voor ‘madame pipi’ of zoals bij ons juffrouw van de retirade. De cabine is volledig origineel en registreert nog steeds automatisch het aantal klanten dat passeert. Midden in de ruimte de originele schoenpoetsstoel, bovenop een podium van vier treden, omgeven door een rood koord om beklimming te voorkomen. Een schoenpoetser zal er niet zijn aangezien dat beroep in Europa niet meer bestaat. In een etalage hangen enkele posters uit de Belle Époque. Zeven toilethokjes zijn beschikbaar voor zowel vrouwen als mannen. Ik kan je vertellen, in de hoofdstad is er geen mooiere en luxueuzere plek om van plotselinge aandrang af te komen. Place de la Madeleine, metrostation Madeleine, lijn 8, 12 & 14.

 




La Coupole de Galeries Lafayette (9e)

Om het een wereldwonder te noemen is misschien iets te veel van het goede, maar de majestueuze koepel van Galeries Lafayette Haussmann is een van de meest iconische architectonische monumenten van Parijs. Een technisch hoogstandje en een juweel van art nouveau,  jaarlijks bewonderd door zo’n 37 miljoen bezoekers. Dit monument is het resultaat van de samenwerking van drie iconische kunstenaars: Ferdinand Chanut voor de geometrie en structuur, Jacques Grüber voor de glas-in-loodramen en Louis Majorelle voor het ijzerwerk. Het heeft zich in de loop van de tijd gepositioneerd als een emblematisch element van de Franse hoofdstad. Deze enorme koepel werd ingehuldigd op 8 oktober 1912. Het binnenwerk van de koepel kun je bezoeken tijdens een rondleiding. Boulevard Haussmann, metrostation Chaussée d’Antin La Fayette, lijn 7&9.



 

Bouillon Julien (10e)

Julien is een overblijfsel uit de voorbije tijd. Persoonlijk vind ik dit de mooiste bouillon. Een monument uit de begintijd van de art-nouveau. Hoge, immens grote spiegels worden omgeven door sierstucwerk met links en rechts prachtige panelen van glaspasta, gemaakt door glaskunstenaar Louis Trézel en geïnspireerd op het werk van de kunstschilder Alfons Mucha. Afgebeeld zijn vier jonge vrouwen, die de vier seizoenen symboliseren. De plafonds zijn voorzien van glas in lood en de vloeren rijk versierd met plantenmotieven in mozaïek. In het midden koperen kapstokken voorzien van lampen met witte bollen. Elke keer als ik weer een bezoek breng aan dit restaurant vallen mij weer nieuwe details op in dit adembenemende decor, dat je steeds weer meeneemt in een reis terug naar de Belle Epoque. De 23 koppige bediening, altijd smetteloos gekleed in zwart-wit maakt de simpele en betaalbare maaltijd hier tot een feest. Rue du Faubourg Saint Denis 16, metrostation Strasbourg Saint Denis, lijn 4, 8 & 9.

 


Lees ook mijn reisgids ‘Ongewoon Parijs’, een boek vol met mijn Parijse juweeltjes.



vrijdag 6 september 2024

PARIJS BUDGETVRIENDELIJK BELEVEN

Elke bestemming heeft een onverteld verhaal 

Over Parijs is al veel geschreven. Maar laatst zei iemand tegen mij “Parijs wordt langzaamaan onbetaalbaar”. En natuurlijk heeft die persoon een punt. Parijs is een druk bezochte wereldstad, maar zeker geen stad voor alleen de ‘happy few’. Er is genoeg te zien, te doen, te ontdekken zelfs met een klein budget. Maar tot mijn grote verbazing bestaat er geen reisgids waarmee je budgetvriendelijk Parijs kunt beleven. Tot nu natuurlijk!



 

Parijs biedt ongelofelijk veel voor de budgetreiziger. Sterker nog, na het lezen van mijn nieuwe reisgids ‘Parijs budgetvriendelijk beleven’ vol met tips en alternatieven ontdek je de stad zonder je bankrekening te plunderen. Deze gids, samengesteld uit mijn ervaringen gedurende honderden bezoeken in tientallen jaren. Een ‘grand merci’ gaat ook uit naar mijn tipgevers, want deze reisgids bundelt de origineelste ideeën van de vele stagiaires, studenten en au pairs die ik heb mogen ontmoeten gedurende al mijn Parijs trips. 



Zij waren mijn experts, want rondkomen met een stagevergoeding is al een hele kunst op zich, en ik moet bekennen, hùn enthousiasme werkt aanstekelijk. Zij voedden mij met de meest originele invalshoeken. Uiteindelijk ben jij als reiziger toch op zoek naar die plekken waar je ook de polsslag van de stad voelt. Waar je het gevoel krijgt te leven als een echte Parijzenaar en niet als toerist. Waar je Parijs prijsvriendelijk kunt ontdekken en juist die plekken waar je je vrienden en familie absoluut naartoe kunt sturen. 

Dus laat deze reisgids je leiden door toeval en door de stemming van het moment. Laat de sfeer van de stad op je inwerken. Je bent tenslotte in Parijs!  Wat een voorrecht…. 

Mijn speciale dank gaat ook uit aan de Franse ambassadeur in Nederland Z.E. Mr. François Allabrune voor het schrijven van het voorwoord.

 

Dit was mijn eerste kennismaking met onze Franse ambassadeur en -consul in Nederland - foto: Mme Fabienne Javault, Atout France

 

‘Parijs budgetvriendelijk beleven’ is vanaf de eerste week oktober 2024 leverbaar en verkrijgbaar bij de betere boekhandel en online bij onder andere Edicola, Frankrijkboeken.nl Libris, Bol, Bookspot, Scheltema, Boekhandel, Boekhandel Smit, Managementboek, Hebban, Jongbloed, Veltman uitgevers,  Bruna, De Drvkkery, (ja zo wordt het geschreven), Donner en Boekenroute. 

‘Parijs budgetvriendelijk beleven’ is een uitgave van PassePartout reisgidsen en na ‘Ongewoon Parijs’, ‘Parijs anders bekeken’ en ‘Rondom Parijs’, de vierde reisgids van journalist, blogger en fotograaf Ferry van der Vliet. 

Paperback met vele kleurenfoto’s van Parijs, 160 pagina’s. ISBN 978-94-93358-65-2, prijs € 24,50

 


DEEL I: REIZEN

De reis naar Parijs, het feest kan beginnen

Aankomst in Parijs

Reizen door Parijs

Veiligheid



 

DEEL II: OVERNACHTEN

Prijsvriendelijk overnachten

 



DEEL III: ONTDEKKEN & BELEVEN

Ontdekken en beleven

Tot op grote hoogtes                                                                                                

Gratis cultuur snuiven                                                                                                          

Parijs ontdekken

Juwelen van de architectuur

Hartje stad; de Marais

Les Halles

Lekker gratis uit je dak gaan            

Buiten de platgetreden paden

‘Alors on danse’

Hoge nood



 

DEEL IV: ETEN & DRINKEN

À Table                                                                                                                                 

Happy hour    

Pretentieloos uit eten

Streetfood

Multi culti cuisine

De Iconen

Budgetvriendelijk uit eten

Gratis bronwater

Au revoir Paris

Websites voor aanbiedingen

 

Gesigneerde versies met officiële preegstempel kun je vanaf oktober 2024 rechtstreeks bij mij bestellen. Stuur een email naar fvdvliet@upcmail.nl 

€ 24,50 plus verzendkosten. Voor Nederland € 4,95 – voor Frankrijk, Duitsland, België, Spanje en Italië zijn de officiële Post.nl portokosten € 10,00




maandag 26 augustus 2024

HET HART VAN HET QUARTIER LATIN

De brede boulevard Saint-Germain doorsnijdt de wijk in oost-westrichting en de rue Saint-Jacques, waarover vroeger de pelgrims van de gelijknamige route naar Spanje trokken, in noord-zuidrichting. De eerste stap van de weg tussen Parijs naar Saint-Jacques de Compostella. Tussen de Seine-oever en de boulevard loopt een wirwar van nauwe stegen die in de verte nog herinneren aan de middeleeuwen. Volgens mij was het in de jaren ’70 dat ik voor het eerst kennis maakte met deze wijk waar je moest zijn voor het studentenleven waar de kroegen, kelder en jazzlokalen een jong publiek trokken. Sinds de middeleeuwen wordt het karakter van deze wijk bepaald door de Sorbonne. Het Quartier Latin ontleent zijn naam aan de latijn sprekende studenten. In de loop van de geschiedenis was dit ook de plaats van politieke onrust. In 1871 werd de place Saint-Michel het centrum van de Parijse Commune en in mei 1968 was het het centrum van de studentenopstand.


Het smalste straatje van Parijs; rue du Chat-qui-Pêche

 

Van het studentenleven is hier echter niets overgebleven. Toch is, het samen met de Marais, een van de Parijse wijken die niet te veel heeft geleden onder de sloophamers van baron Haussmann. Als je de wijk ingaat vanaf de fontein op de place Saint-Michel wordt je onweerstaanbaar aangetrokken door de smalle straatjes rond wat vroeger bekend stond als het Ĩlot Saint-Sévérin. Rue de la Huchette, rue de la Harpe, rue Saint-Sévérin, rue Xavier-Privas en het kleintste en smalste straatje van Parijs ; de rue du Chat-qui-Pêche, 20 meter lang en 1,50 meter breed. Samen met de rue Galande en de rue du Fouarre behoren zij tot de oudste delen van Parijs. Fouarre, een oude naam voor hooi, diende als zitkussen voor de studenten terwijl ze de lessen volgden. Helaas zijn deze straatjes ingepalmd door restaurants voor toeristen, fastfoodtenten en cafés die befaamder zijn voor hun prijzen en schamele kwaliteit dan voor hun vriendelijke bediening. Toch blijft de wijk fascineren.

 

Saint-Sévérin een schoolvoorbeeld van de flamboyante gotische stijl


Saint-Sévérin

Te midden van de stroom bezoekers in dit oude deel van het Quartier Latin ligt een juweel uit de late middeleeuwen, de gotische kerk Saint-Sévérin. Velen lopen er langs maar weinigen nemen de moeite om deze kerk eens met een bezoekje te vereren, terwijl het behoort tot een van de mooiste kerken van Parijs, een schoolvoorbeeld van de flamboyante gotische stijl. De kerk is vernoemd naar een kluizenaar uit de 6de eeuw die in de buurt woonde en die de toekomstige kleinzoon van koning Clovis, een van zijn leerlingen, aanspoorde om heilige opdrachten uit de voeren. Hij verliet de koninklijke familie om zelf monnik en kluizenaar te worden. Na de dood van Sévérin, rond 540, werd op deze plek en kapel gebouwd. Deze kapel werd weer verwoest tijdens de Normandische invasie in de 9de eeuw.



 De kerk heeft een oogverblindend interieur

De kerk kent verschillende bouwfases. De toren en het hoofdportaal dateren uit de 13e eeuw en zijn afkomstig van een afgebroken kerk op het Ĩle de la Cité, de église Saint-Pierre-aux-Boeufs. Wegens plaatsgebrek werd de Saint-Sévérin in de 14de en 15de eeuw zijwaarts uitgebreid. De kerk is nu 50 meter lang, 34 meter breed en 17 meter hoog. Na de voltooiing in 1520 kreeg de kerk het uiterlijk dat ze vandaag nog steeds heeft. Tijdens de Franse revolutie werd de kerk gesloten en omgebouwd tot een opslagplaats voor buskruit, en later een opslagplaats voor graan en kerkklokken, die in die tijd vaak werden omgesmolten tot kanonnen. De klok in de toren is gespaard en behoort tot de oudste die nog in Parijs bewaard is gebleven, gegoten in 1412. In 1803 werd het gebouw teruggegeven aan de katholieke clerus. Net als vele andere kerken in Parijs is de Saint-Sévérin eigendom van de Franse staat.


De hoofdingang bevindt zich aan de rue des Prêtres-Saint-Sévérin 1


De grote trots van de kerk is de wandelgang achter het altaar. Een dubbele rij slanke zuilen met een gedraaide pilaar in het midden die oprijst naar het dak gewelf. Het lijkt wel een tuin van stenen fonteinen. Verder schilderijen uit de 17e eeuw en zeldzame glas-in-loodramen uit de 14de, 15de en 16de eeuw. De bovenste muren tussen de ribben zijn gevuld met diepgekleurde glas-in-loodramen uit het einde van de 14e eeuw, die het leven van de apostelen illustreren. Deze ramen werden genereus gefinancierd door rijke parochianen, die, in ruil voor hun financiële steun, als model dienden. Onder de afgebeelde gezichten vindt je die van Charles Garnier, de architect van de Opéra aan de place de l’Opéra.


Te bewonderen zeldzame glas-in-loodramen uit de 14de, 15de en 16de eeuw




In 1970 droeg glaskunstenaar Jean René Bazaine bij aan de glas-in-loodcollectie van de kerk door zeven kleurrijke hedendaagse ramen te maken voor de zijkapellen en de dubbele kooromgang. Deze ramen, met als thema de zeven sacramenten, voegen een levendige en moderne toets toe aan het decor van de kerk, waardoor de visuele pracht ervan nog verder wordt verrijkt. Vijf jaar lang heeft hij hier aan gewerkt.

De geschiedenis leert dat er al sinds 1521 een orgel in Saint-Séverin heeft gestaan. Het was echter in de 18e eeuw dat de prachtige orgelkast werd geïnstalleerd. Het dateert uit 1745 en is het werk van twee ambachtslieden: de timmerman François Dupré en de beeldhouwer J. François Pichon en is sinds 1905 geclassificeerd als een Frans historisch monument. Pas in 1960 werd het orgel volledig gerestaureerd door orgelbouwer Alfred Kern. Jammer is wel dat het roosvenster, dat dateert uit 1482, voor een groot deel wordt verborgen door de kast van het orgel. Mede dankzij de kwaliteit van dit orgel is de Saint-Sévérin uitgegroeid tot een belangrijk centrum voor religieuze muziek. Regelmatig vinden hier concerten plaats met koorzang.


Jammer is wel dat het roosvenster, dat dateert uit 1482, voor een groot deel wordt verborgen door de kast van het orgel


Vergeet tijdens je bezoek ook niet een wandeling te maken door de tuin, die vanaf de 15e eeuw diende als begraafplaats voor Parijse notabelen en gewone mensen. Archeologen hebben zelfs sporen van sarcofagen uit de Middeleeuwen gevonden, wat bewijst dat hier al voor de 15e eeuw een begraafplaats was! En als kleine anekdote moet je weten dat op het kerkhof van de Saint-Séverin in januari 1474 de eerste chirurgische ingreep voor nierstenen werd uitgevoerd. Lodewijk XI gaf het startsein voor de operatie en deze werd uitgevoerd op een ter dood veroordeelde boogschutter - die gratie werd beloofd als de operatie slaagde. En….. het was een succes! Tegenwoordig is deze afgelegen openbare tuin een oase van rust en groen in het midden van deze drukke wijk. De kerk dient ook als rustplaats voor de relikwieën van de Heilige Ursula, de patroonheilige van de nabijgelegen Sorbonne-universiteit. 


De kloostertuin is vrij te bezichtigen - Foto: Wikipedia


De kerk Saint-Séverin, in het hart van het Quartier Latin, is een mooi voorbeeld van gotische architectuur, een betoverende mix van architectonische stijlen en artistieke elementen die ons terugbrengen naar het middeleeuwse Parijs. 

Église Saint-Sévérin, rue des Prêtres-Saint-Sévérin 1, 5e arrondissement, metrostation Saint-Michel, lijn 4 & RER-C 



zondag 18 augustus 2024

HÔTEL LARIBOISIÈRE EN MEER

Ik weet niet hoe dat bij jou is, maar als ik in het buitenland ben hebben kerkhoven en kerken een grote aantrekkingskracht op mij. En in Parijs kun je dan je hart ophalen. Vele kerkhoven heb ik al bezocht en in diverse blogs omschreven, zo ook de mooiste kerken van Parijs. Maar onlangs ontdekte ik een ander latent aanwezig verlangen; het bezoeken van oude ziekenhuizen. Het is tenslotte beter om een ziekenhuis te bezoeken uit nieuwsgierigheid dan uit noodzaak. En laatst was het die nieuwsgierigheid die mij bij toeval naar het Hôpital Lariboisière in het 10e arrondissement leidde, op korte afstand van het Gare du Nord waar ik naar op weg was. Dit ziekenhuis is ook een van de mooiste in Parijs en in de tijd van de bouw, midden 19e eeuw, zeer innovatief op het gebied van architectuur, maar daar straks meer over. Niet voor niets is het Lariboisière ziekenhuis sinds 1975 geklasseerd als historisch monument.

De monumentale ingang is sinds 1854 onveranderd


Het huidige Hôpital Lariboisière ontstond uit de cholera-epidemie die Parijs in 1832 trof. Het Hôtel Dieu, het oudste ziekenhuis in Parijs, kreeg de zwaarste klappen van de epidemie en naar verluidt was, eind maart 1832, elke opname in het Hôtel Dieu vanwege cholera en werd er vrijwel niemand ontslagen. Bijna 20.000 zielen stierven aan de zes maanden durende epidemie en dat was tevens de reden om in Parijs een nieuw algemeen hospitaal op te richten, het Hôpital du Nord. Het ‘Conseil des Hospices’ adviseerde om ‘un monument de charité où la philanthropie, où la science et l’art soient développés avec tous les progrès du temps’ te bouwen. Een monument van liefdadigheid waar filantropie, wetenschap en kunst zich kunnen ontwikkelen met alle vooruitgang van de tijd’.


Het ontwerp bestond uit zes gebouwen rond een centrale binnenplaats, verbonden door zuilengangen

 

Hoe verwoestend de cholera epidemie ook was, de epidemie leverde ook positieve resultaten op. In de 19e eeuw was het genezen van cholera zoiets als het vasthouden aan strohalmen, dus de aandacht ging meer naar preventie dan naar genezing. Er werden grote stappen gezet om de hygiëne in de stad te verbeteren en tegen de tijd dat Baron Haussmann in 1853 begon met de wederopbouw van Parijs, was de hygiënebeweging de belangrijkste kracht van de stadsplanning geworden. Sloppenwijken werden gesloopt, straten werden verbreed, het rioleringssysteem werd verbeterd en er werd een nieuw ziekenhuis gebouwd om de inwoners van de rechteroever te bedienen: het Hôpital Lariboisière.



De hygiënistische vormgeving zorgt voor veel lucht en licht, en dat is voortdurend zichtbaar in de centrale binnentuin en de gangen en terrassen eromheen

Het werd tussen 1846 en 1854 gebouwd volgens de plannen van architect Gauthier op grond die in 1818 door de stad Parijs was gekocht, precies op de locatie van een oude leprozerie genaamd Saint-Lazare.  De naamgeving wisselde nogal eens: 1839 – Hôpital du Nord, 1841 – Hôpital Louis-Philippe, 1848 – Hôpital de la République en tenslotte in 1854 – Hôpital Lariboisière. Gauthier ontwierp het nieuwe ziekenhuis op basis van de toen geldende hygiënische principes. Van het bieden van veel licht en lucht, een vrije waterstroom en paviljoens gescheiden door galerijen om kruisbesmetting te voorkomen. Zijn ontwerp bestond uit zes gebouwen rond een centrale binnenplaats, verbonden door zuilengangen.


Eliza Roy Comtesse de Lariboisière 

 

Een legaat van Eliza Roy Comtesse de Lariboisière financierde de bouw van het ziekenhuis.  Omdat ze sinds 1830 aan een kwaadaardige ziekte leed die haar weinig rust gunde, eindigde ze haar dagen overweldigd door fysieke pijn. Ze koos ervoor om het eigendom van al haar bezittingen aan de stad Parijs na te laten: er wordt een bedrag van 8  miljoen frank genoemd. 

“Ik wil ons fortuin nalaten om een ​​nieuw asiel voor zieken te openen. Ik wil dat een ziekenhuis de herinnering aan onze familie bewaart”. Dit waten de woorden die de gravin in haar laatste momenten vaak lijkt te hebben herhaald. De Comtesse had geen erfgenamen. Zij stierf op 27 december 1851 en op 29 juli 1853 bevestigde een keizerlijk decreet dat het ziekenhuis voortaan Hôpital Lariboisière zou heten, de naam waaronder het vandaag de dag nog steeds bekend is. Het ziekenhuis werd geopend in 1854.

 

Niet voor niets werd dit ziekenhuis in 1854 het Versailles van de armen genoemd


Een rijk erfgoed

Het gebouw bestaat uit tien parallelle vleugels die met elkaar zijn verbonden door galerijen en rond een rechthoekige binnenplaats zijn gerangschikt. Op drie niveaus zijn zes vleugels gereserveerd voor de zieken, gescheiden door binnenplaatsen, waardoor een beschermde circulatie op alle niveaus mogelijk is. De hygiënistische vormgeving zorgde voor veel lucht en licht, en dat is voortdurend zichtbaar in de centrale binnentuin en de gangen en terrassen eromheen. Centraal gelegen is de kapel, met drie beelden, 'La Foi', 'L'Espérance', et 'La Charité' (geloof, hoop en naastenliefde) - alle drie werden ze gezien als cruciaal voor het leven van patiënten in die tijd, en waar op instigatie van haar echtgenoot in 1853 een monument ter nagedachtenis aan de Comtesse werd opgericht. Het is het werk van de beeldhouwer Carlo Marochetti.

 

In de kapel een monument ter nagedachtenis aan de Comtesse


Het ziekenhuis verwelkomde zijn eerste patiënten op 13 maart 1854. Het kreeg al snel de bijnaam het Versailles van de arme man, omdat het grotendeels werd bezocht door de achtergestelde bevolking van de omliggende wijken, wier algemene medische aandoeningen vaak verband hielden met alcoholisme of verband hielden met ernstige endemische ziekten. Door de oprichting in 1905 van een kraamafdeling kon de capaciteit worden vergroot en de functies worden gediversifieerd. Inmiddels is het met ongeveer 1.000 bedden een van de grotere ziekenhuizen van Europa. Samen met twee andere ziekenhuizen in de buurt, het Hôpital Saint-Louis en het Hôpital Fernand Widal, maakt het Hôpital Lariboisière deel uit van de ‘Groupe Hospitalier Universitaire Saint-Louis, Lariboisière, Fernand Widal’. Onderdeel van de AP-HP; ‘Assistance publique-Hôpitaux de Paris’.

 

Een artist impression van de nieuwe hoofdingang aan de boulevard de la Chapelle


Inmiddels heeft het ziekenhuis een 315 miljoen kostende verbouwing achter de rug. De nieuwe hoofdingang is verplaatst van het zuiden, van de rue Ambroise-Paré naar het noorden op de hoek van de boulevard de la Chapelle en de rue Maubeuge. Maar wil je net als ik een bezoek brengen aan de oudbouw dan pak je de oude hoofdingang aan de rue Ambroise Paré. Metrostation Gare du Nord, lijn 4 & 5.

 

Hôpital Saint-Louis

Mocht je de smaak nu te pakken hebben breng dan ook een bezoek aan het Hôpital Saint-Louis. Ingesloten tussen rue de la Grange aux Belles, rue Juliette Dodu, avenue Claude Vellefaux, rue Alibert en de rue Bichat ligt het meer dan 400 jaar oude ziekenhuis Saint-Louis. De eerste steen werd gelegd door koning Henri de IV en hij vernoemde het ziekenhuis naar Saint Louis omdat die aan de pest was overleden. Het gebouw werd gefinancierd uit een deel van het koninklijk monopolie op de handel in zout. We schrijven de 16e en 17e eeuw. De Zwarte Dood  ook wel bekend als de oosterse pest of builenpest, ontleende haar naam aan het oosten. Verondersteld werd dat de ziekte ontstaan was in het oosten en vanuit Nederland naar Londen en Parijs was gebracht. Dit ziekenhuis, gelegen buiten de stad, diende om het Hôtel Dieu op Ile de la Cité in tijden van de pest  te ontlasten.  Midden in de nacht werden de zieken, herkenbaar aan een zwarte tong,  ontstoken builen, klierzwellingen en zwarte vlekken, met karren en kruiwagens vervoerd. Oorspronkelijk had het Hôpital Saint-Louis slechts 300 bedden. Als de pest woedde, deelden twee of drie slachtoffers een bed. Tussen de epidemieën door werd het ziekenhuis gebruikt als verblijf voor bedelaars en vagabonds. Van 1731 tot 1740 als tarweopslag en sinds 1773 is het hospitaal permanent in gebruik als ziekenhuis en een van de 22 openbare ziekenhuizen binnen de grenzen van Parijs. Aan de pest heeft het ook zijn specialisatie te danken. Het was het eerste ziekenhuis in de wereld gespecialiseerd in dermatologie.

 

Het Carré Saint-Louis - foto's genomen op een ijskoude winterdag


Het oude gedeelte lijkt sinds zijn bouw in 1607 praktisch onveranderd. In het centrum een prachtige binnentuin met veel bomen, gras, verharde paden en bloemperken. Het Carré Saint-Louis, omgeven door gebouwen opgetrokken uit natuursteen en baksteen met steile daken en dakkapellen. De tijd lijkt hier stil te staan. Deze voor Parijs bijzondere bouwstijl is ook te zien op de place Dauphine en de place des Vosges.  Dit nauwelijks bekende complex uit de 17e eeuw is een bezoek meer dan waard. Bezoek ook de kapel, open op woensdag, donderdag en vrijdag van 14.30 uur tot en met 16.30 uur. In het weekend is de binnentuin niet toegankelijk. Metrostation Goncourt, lijn 11.



 Het oude gedeelte lijkt sinds zijn bouw in 1607 praktisch onveranderd

Liefhebbers kunnen nog een bezoek brengen aan het ‘Musée des Moulages Dermatologiques’ (museum van dermatologische afgietsels) binnen de muren van het Hôpital Saint-Louis. Een buitengewone ervaring, maar zeker niet een die ik zou aanraden aan iedereen! Het zicht dat je begroet als je de deuren open duwt is opmerkelijk. Een grote rechthoekige kamer met aan alle vier de kanten een dubbel niveau van houten vitrines met letterlijk duizenden afgietsels. De vroegste dateert uit 1867 en de meest recente 1958 maar alle delen zijn gruwelijk gedetailleerd. De collectie bevat volledige hoofden, mond, tongen, neuzen (of gebrek aan), armen, voeten... en meer intieme delen van het lichaam. Voor een bezoek op afspraak:  biblio.dermato@sls.aphp.fr.



 Het ‘Musée des Moulages Dermatologiques'

 

Hôpital de la Salpêtrière

En dan is er nog La Pitíé-Salpetière. Wanneer Lodewijk de XIV, comfortabel in zijn koets, de Pont Neuf oversteekt wordt hij geconfronteerd met mensen met één been, één arm, of helemaal geen benen of blinden. Allemaal invaliden die hun krachten op het veld van eer hebben achtergelaten en een armoedig en beschamend bestaan als bedelaar leiden. Maar ook gestoorde mannen en vrouwen, prostituées en ander gespuis. De koning is geschokt. Dit addergebroed, boeventuig,  gajes, plebs, rapaille, schorremorrie, tuig van de richel, uitschot moet zo snel mogelijk verwijderd worden uit het centrum, worden weggestopt, want ze zijn de schaduwzijde van zijn bewind, een smet op zijn koninklijke uitstraling. En zijn wil geschiedde. De Invalides krijgt als bestemming dakloze oorlogsveteranen en het Hôpital de la Salpêtrière aan de rand van de stad wordt een gesticht voor de circa veertigduizend zwervers, bedelaars, geesteszieken die volgens de koning een bedreiging vormen voor de openbare veiligheid.

 


Het ontwerp van het hoofdgebouw met links en rechts twee lange vleugels is vergelijkbaar met dat van het Hôtel des Invalides

De Salpêtrière was oorspronkelijk een buskruitfabriek. Salpeter, waar de naam van is afgeleid, is een bestanddeel van buskruit.  Het instituut, aanvankelijk Hôpital Général genoemd, werd gebouwd op de plek van een voormalige kruitfabriek, net ten zuiden van de Parijse buitenwijk Saint-Victor. Een koninklijk bevelschrift van 27 april 1656 verklaarde duidelijk een einde te maken aan alle bedelarij en ledigheid als bron van alle wanorde in de stad. De Salpêtrière werd omgezet in een soort gigantisch aalmoeshuis, een duivels depot voor de droesem van de samenleving. De mannen werden opgesloten in Asylum de Bicêtre, zo’n 4,5 kilometer van het centrum van Parijs en de vrouwen in La Salpêtrière. Alleen daar al werden maar liefst 10.000 vrouwen geïnterneerd waardoor het het grootste hospice ter wereld was. Prostituées, gehandicapten, geestelijk zieken, geveegd van de straten van Parijs werden opgeborgen onder erbarmelijke omstandigheden in gebouwen die werden overspoeld door vraatzuchtige ratten. In de nacht van drie op vier september 1792 viel het ongebreidelde gepeupel van de Faubourg Saint-Marcel La Salpêtrière binnen, aanvankelijk om de wreed vastgehouden straatmeisjes te bevrijden. Terwijl inderdaad 183 prostituees werden bevrijd werden 45 geestelijk gestoorde vrouwen aan hun kettingen de straat opgesleurd en in het zicht van de dronken bevolking afgeslacht.



 Nog steeds te zien in de binnentuin; de  vroegere afdeling voor de ongeneeslijke krankzinnigen

De bouw van het ziekenhuis Salpêtrière was een creatie van de koninklijke architect Louis Le Vau. Hij was echter te druk met andere projecten waaronder de bouw van het Louvre, Palais de Versailles en de uitbreiding van het château de Vincennes en moest de werkzaamheden doorgeven aan Duval en Le Muet.

Een compound in perfecte geometrische volgorde rond een vierkante binnenplaats, La Cours Saint-Louis. Het ontwerp van het hoofdgebouw met links en rechts twee lange vleugels is vergelijkbaar met dat van het Hôtel des Invalides. Een vrij sobere gevel alleen geaccentueerd door monumentale poorten die zijn versierd met frontons en reliëfs.


‘Les loges’ de gebouwen met smalle zuilen en bankjes voor de cellen. Dit was de afdeling voor de ongeneeslijke krankzinnigen

 

De uit 1670 daterende kapel Saint Louis, voorzien van een koepel die bekroond wordt met een achthoekige lantaarn, domineert de façade van het tegenwoordige ziekenhuis. De kapel is van de hand van Libéral Bruant en heeft een traditionele plattegrond in de vorm van een Grieks kruis met vier gelijke vleugels. Met dit ontwerp konden vier groepen aanbidders voor wie de kapel werd opgericht apart worden geplaatst, vrouwen, dementen, zwakzinnigen, daklozen en verdorvenen, ieder had zo zijn eigen plaats om te luisteren naar de preek en de Heilige Schrift.



La Salpêtrière is werkelijk een stad in de stad. Je vindt er zowel de sporen van het verleden als hypermoderne bouwwerken. Metrostation Saint-Marcel, lijn 5.

 


De binnentuin van het ouste ziekenhuis van Parijs het Hôtel Dieu
 

Hôtel Dieu

Werd opgericht in het midden van de 7e eeuw, wat het tot het oudste ziekenhuis van Parijs maakt. Het staat op het Ĩle de la Cité op de Parvis de Notre Dame, naast zijn meer prestigieuze buur; de Cathédrale de Notre-Dame de Paris, die ongeveer 400 jaar later werd opgericht. Natuurlijk is het niet helemaal waar om te zeggen dat het Hôtel Dieu werd opgericht als ziekenhuis. In de 7e eeuw kende men geen ziekenhuizen als zodanig . Het voorzag wel in zekere zin in de behoeften van de zieken, maar het werd meer opgericht als toevluchtsoord voor de armen en het bleef een toevluchtsoord voor Parijzenaars tot de 17e eeuw . Tegen die tijd had het echter een vreselijke reputatie en ten tijde van de Revolutie in 1789 stierf een kwart van de opgenomen ‘patienten’ vaak aan ziektes die ze binnen de muren hadden opgelopen. Zoals de meeste ziekenhuizen uit de 19e eeuw zijn ook hier de gebouwen rondom een centrale binnenplaats gebouwd, die met elkaar verbonden zijn door zuilengalerijen. Tegenwoordig heeft het Hôtel Dieu 350 bedden en is het het belangrijkste spoedeisende hulpcentrum voor maar liefst negen arrondissementen van Parijs. Verder is het ziekenhuis gespecialiseerd in onderzoek en behandeling van diabetes en oogheelkunde. Metrostation Cité, lijn 4.