In deel
2 van 'Les Buttes de Paris', wandel ik u mee naar Ménilmontant, Belleville,
buttes Chaumont, de butte Bergeyre, en de Montagne Sainte-Géneviève.
Parijs is niet alleen de stad van de
man met de baret op het hoofd, de Gauloise in de mond en een baguette onder de
arm. Parijs kent immers ook een grote groep immigranten binnen de périphérique,
die inmiddels zo'n 15% van de Parijse bevolking uitmaken,. Dit heeft weer met
het langdurige koloniale verleden van Frankrijk te maken, in onder andere
Noord- en Midden Afrika en zuidoost Azië. De invloeden uit deze streken zijn
zichtbaar in de wijken van la Goutte
d'Or, Château Rouge, Barbès Rochechouart, Belleville, Charonne en Ménilmontant.
Deze quartiers worden steeds populairder onder voornamelijk jonge Parijzenaars
en duiken steeds vaker op in trendy reisgidsen en glossy modebladen. Het zijn
ontegenzeggelijk de wijken die het meest in beweging zijn.
Nee, dit is niet Montmartre, maar het begin van een wandeling naar Butte Bergeyre
Natuurlijk vind je er ook de lelijke
betonnen hoogbouw uit de jaren zeventig, maar ook kronkelende steegjes met
winkels, ateliers en kleine lokale eethuisjes. Steile hellingen,
duizelingwekkend hoge trappen met aan het eind weer een prachtig doorkijkje.
Passages, villa's, impasses (staat in Parijs voor een doodlopend straatje) en verstilde
tuinen achter sierlijke poorten. Hier vindt je de charme van het ongewone met
het ouderwetse. Een mengeling van exotische gemeenschappen samen met de
arbeidersbevolking, die in de 19e eeuw als gevolg van de herstructureringen van
Hausmann, uit de binnenstad werd verdreven. De bevolking in de wijk is een van
de meest gevarieerde en kosmopolitische in Parijs.
Veel van het dorpse karakter van de
dorpjes Belleville, Charonne en Ménilmontant is bewaard gebleven. Zij dragen
nog steeds de sporen van hun landelijk verleden, van de arbeiders die werkten
in de gipsgroeven en de wijngaarden van de Parijse kloosters. Hier kwamen de
arbeiders hun zuur verdiende Francs verdrinken in de guinguettes, de cafés en
'bals musettes'. Hier debuteerden Maurice Chevalier, Yves Montand en Edith Piaf
op straat en in de verschillende café-chantants. Vele straatnamen herinneren
nog aan de grote hoeveelheid waterbronnen en aan het rijke wijnbouwverleden:
Rue des Cascades (waterval), rue de la Duée (de kleine bron), rue des Rigoles
(slootjes) en rue des Vignoles (wijngaard).
Deze wandeling geeft u ongekende doorkijkjes op een ander Parijs
Wandeling Ménilmontant, Belleville buttes Chaumont en
Butte Bergeyre:
Hoog tijd voor een wandeling door Ménilmontant in het 20e arrondissement.
Om het verrassingselement te behouden ga ik niet alle bezienswaardigheden voor
u beschrijven maar wel de route die u het beste kunt bewandelen. We beginnen
bij de uitgang van het metrostation
Saint Fargeau en nemen de rue Saint
Fargeau die overgaat in de rue de
Ménilmontant. Rechts het park square de Ménilmontant in, door de passage des Saint Simoniens en links de
rue de la Duée vervolgen. Rechts de passage de la Duée, een van de smalste
passages van Parijs. Aan het einde van de passage keren we terug naar de rue de
la Duée, rechts af om via de rue
Pixérécourt terug te gaan naar de rue
Ménilmontant. Rechtsaf de straat vervolgen en we kruisen de rue des Pyrénées. Op 121 Maison Carré
de Baudoin het stadhuis van het 20e arrondissement.
De cité de L'Ermitage die u brengt naar een oase van rust met huizen en verrassende binnenplaatsen; de villa de l'Ermitage
Rechts de cité de L'Ermitage heen en terug en een stukje verder rechts van de
rue Ménilmontant de rue de l'Ermitage. We vervolgen het quadrant via een oase
van rust met huizen en verrassende binnenplaatsen; de villa de l'Ermitage, cité Leroy, rue des Pyrénées totdat je weer
bij de rue l'Ermitage komt. We nemen rechts de pittoreske trappen van de rue Fernand Raynaud (met een prachtig
uitzicht over de daken van Parijs), die je naar beneden volgt tot aan de rue des Cascades.
Een ouderwetse lange smalle straat met
huizen van slechts twee of drie verdiepingen. Hier ontdekt u de regard (waterbron) Saint Martin (nummer 42), vroeger eigendom van de priorij Saint
Martin en de regard des Messiers (op
de binnenplaats van nummer 17). De Messiers waren de bewakers van de
wijngaarden. Deze waterbekkens zijn gebouwd in de 13de eeuw om het water op te
vangen uit diverse bronnen en via hellingen te laten stromen naar de
herenhuizen in de Marais. Beide regards zijn nog steeds in werking. Let ook nog
even op het bijzondere uithangbord op nummer 48. Aan het einde van de rue des
Cascades kunt u even uitrusten bij de Bistrot Littéraire les Cascades met
uitzicht op de place Henri Krazuki.
Een van de nog werkende waterbronnen van Parijs: regard Saint Martin - Photo courtesy Wikimedia
Uitgerust? Dan vervolgen we onze weg
via de rue des Envierges, waar u aan
het einde van de straat weer wordt beloond met een fantastisch uitzicht
over Parijs, met op de voorgrond het parc de Belleville. Tevens het hoogste
natuurlijke punt van Parijs: 148,45 meter (Bron Mairie de Paris). Vanaf het terras heb je ook nog de
mogelijkheid om naar het park af te dalen met behoud van dit prachtige
uitzicht. Maar niet voordat u heeft genoten van een espresso op het terras van 'la Mer à boire', het café op de hoek
van rue Piat en rue des Envierges. Je kunt hier ook terecht voor een smakelijke
lunch. Nadat we genoten hebben van het prachtige uitzicht nemen we de rue Piat en de passage Piat, langs een
van de laatste Parijse wijngaarden, door het park. Links de rue de Couronnes in en rechts, via de rue de Henri Chevreau naar het einde
van de rue de la Mare voor een
klassieker; een grillige brug in de vorm van een trap die over de chemin de fer
(ringspoorweg) de la petite Couronne loopt.
Weer zo'n onverwacht uitzicht; rue Piat met op de voorgrond het Parc Belleville
Voor u doemt de Église Notre Dame de la Croix op met zijn indrukwekkende trappen
die ooit een rol speelde in de Franse Film 'Le Balon Rouge'. Op de place
Maurice Chevalier met zijn verkoelende loofbomen, banken en een 'Wallace'
fontein, vindt u een ideale plek om het vervolg van uw route te plannen.
De place Maurice Chevalier
Buttes
Chaumont is een van de minder bekende parken in Parijs
en eigenlijk zeer onterecht. Sterker nog, het is een van de mooiste parken van
Parijs. Gebouwd in opdracht van Napoléon III in 1867, door het duo Haussmann en
Jean-Charles Alphand, op een vroeger galgenveld en een verlaten en vervuilde
gipsgroeve. In de 14e eeuw werden de huizen voorzien van een laag pleister. Het
gips hiervoor haalde men uit de groeven van Montmartre en Buttes-Chaumont.
Tonnen aarde werden aangevoerd om een romantisch park te bouwen dat zich
kenmerkt door steile hellingen met glooiende graspartijen, kronkelige paden,
grotten, waterpartijen, waaronder een grote vijver compleet met waterval en
hoog op een rotswand een kleine tempel, van waaruit je weer een prachtig
uitzicht hebt over Montmartre en Saint-Denis. Een grote hangbrug brengt je weer
naar een lager gedeelte van het park. De platanen, populieren, esdoorns,
kastanjelaars, taxusbomen, ginkgo's en sequoia's geplant aan het einde van de
19e eeuw staan er nog steeds. Vooral in de lente en de herfst is het hier
schitterend, dankzij een bont spektakel van kleuren. Aan de oostkant van het
park vind je nog sporen van de vroegere ringspoorweg van Parijs; la Petite
Ceinture. De treinsporen verdwijnen onder de "butte" in een tunnel en
komen, na plus minus een kilometer, weer te voorschijn op de plek waar eens het
station van Ménilmontant stond. (rue de la Mare)
Een echte hangbrug brengt u naar het hoogste punt van Parc Buttes Chaumont
Net achter het parc des Buttes
Chaumont wacht u nog een kleine verassing. Een van de meest ongewone plaatsen
en het best bewaarde geheim van de stad Parijs. Weinig Parijzenaars weten zelfs
het bestaan van deze natuurlijke 100 meter hoge heuvel. De enige heuvel die
niet is aangelegd in het gebied van Chaumont. Een wandeling over de Butte Bergeyre is niet zozeer een wandelingetje
qua duur maar een kuitenbijter om er te komen. Dit wijkje ligt hoog, liefst 78
treden boven straatniveau, maar dan heb je ook een prachtig uitzicht op
Montmartre. De wijk bestaat uit slechts vijf straatjes met huizen uit de jaren
'30, waar sprake is van een grote architecturale harmonie. Het is gebouwd op de
plaats waar eens een voetbalstadion stond, tijdens de Olympische Spelen van
1924. Het werd afgebroken in 1926. Vanwege oude gips steengroeven, was het hier
onmogelijk om hoogbouw te plegen. Kleine huisjes geven deze plek een bijzondere
charme.
Een van de best bewaarde geheimen van Parijs: De butte Bergeyre
Vanuit het dichtstbijzijnde
métrostation Buttes Chaumont, loop je door het Parc des Buttes Chaumont via
avenue de Puebla (links aanhouden) en de avenue Darcel naar de uitgang aan de
rue Manin. Dan naar rechts en ter hoogte van nummer 21 met de trap naar boven.
Er is ook nog een trap op de avenue Simon Bolivar ter hoogte van nummer 54. Ben
je uitgehijgd, loop dan een rondje via de leuke straatjes; rue Philipe Hecht,
rue Rémy de Gourmont, rue Edgar Poe, de rue Georges Lardennois en kom uit bij
de 'jardin partagé' een soort volkstuintje maar dan bedoeld voor de groene
vingers van dit buurtje. Helaas niet toegankelijk voor toeristen, maar er staat
wel een bankje van waaruit je kunt genieten van het beloofde prachtige
uitzicht.
Uitzicht vanuit de 'jardin partagé'
Toen Lodewijk XV in 1744 ernstig ziek
werd beloofde hij een half vervallen kerk op de Montagne Saint Geneviève te vervangen door een monumentaal
bouwwerk. De heuvel genoemd naar de heilige Genoveva, ligt op de Rive Gauche,
in het 5e arrondissement van Parijs.
De Montagne Saint Geneviève is 61 meter hoog en ligt niet ver van de plaats
waar de Bièvre in de Seine uitmondt. 20 jaar later, inmiddels hersteld van zijn
ziekte, legde de koning de eerste steen, maar door geldgebrek duurde het tot
1789 eerdat het gebouw klaar was. Een ongehoord bouwkundig huzarenstuk van 110
meter lang, 84 meter breed en 83 meter hoog; het Panthéon. De naam Panthéon verwijst naar het Pantheon in Rome. Pas
in 1812 werd de kerk volledig voltooid en heeft het een aantal malen als kerk
dienst gedaan. Het nieuwe regime na de Franse Revolutie zag in het imposante
neoclassicistische gebouw meer een soort tempel ter ere van Frankrijk, en
veranderde de functie van kerk naar mausoleum voor beroemde Fransen. In 1885
werd het definitief het mortuarium van de Franse helden. In dat jaar stroomden
een half miljoen mensen door de straten van Parijs achter de lijkkoets van
Frankrijks grootste literaire grootheid Victor Hugo, op weg om als eerste bij
gezet te worden in de tempel van de natie.
Montagne Saint Geneviève met de reflectie van het Panthéon
Panthéon, Place
du Panthéon, 5e arrondissement, metro Luxembourg, Maubert-Mutualité, Cardinal-Lemoine