Paris FvdV is een niet commercieel weblog speciaal voor kenners en liefhebbers van de stad Parijs - en voor hen die dat willen worden. Parijs is een stad met een gewichtig verleden, respectabel en gerespecteerd. Het is totaal niet nostalgisch. Parijs is er in geslaagd om, soms op brutale maar altijd op elegante wijze, om te gaan met zijn grootse monumenten. Ze te beschermen en te integreren in de nieuwe dynamiek van de stad. Parijs is een meester op het gebied van herstel en transformatie. U zult er nooit in slagen een volledig overzicht te maken van plekken en verhalen, die allemaal op hetzelfde punt uitkomen en de glorie van deze stad bezingen. toch wil ik een poging wagen. Wekelijks wil ik u niet alleen informeren over wat Parijs nog meer te bieden heeft, maar ook wil ik mijn liefde voor deze stad op u over dragen. In de hoop dat het raakt aan iets wat u herkent of voelt. Ferry van der Vliet.

Privacy verklaring: Indien u weblog Paris FvdV, dat bij Google-Blogger is ondergebracht, leest en reageert op de blogs van Paris FvdV, doet u dat vrijwillig en is uw IP-adres en mailadres - indien u dat vermeld - bekend en wordt opgeslagen. Ook uw schuilnaam waaronder uw reageert wordt opgeslagen. Paris FvdV zal uw gegevens nooit aan derden doorgeven. We houden uw gegevens privé, tenzij de wet of rechtelijke macht ons dwingt uw gegevens aan hen te verstrekken. Datalekken in het systeem vallen onder de verantwoordelijkheid van Google-Blogger. Door weblog Paris FvdV te bezoeken en/of de op of via deze weblog aangeboden informatie te gebruiken, verklaart u zich akkoord met de toepasselijkheid van deze disclaimer. Google gebruikt cookies om services te leveren en verkeer te analyseren dus uw IP-adres en user-agent zijn bij Google bekend, samen met prestatie- en beveiligingsstatistieken om servicekwaliteit te garanderen, gebruiksstatistieken te genereren, misbruik te detecteren en maatregelen te treffen.

maandag 25 juli 2022

HET ANDERE PARIJS: CLICHY BATIGNOLLES

"Sneller dan het hart van een sterfelijke verandert de stad, het oude Parijs is verdwenen"; Aldus treurde Baudelaire in de 19e eeuw - en zo horen we nostalgische mensen tot op de dag van vandaag klagen. Echter in de loop der eeuwen stapelden de gebouwen zich in Parijs op als een gigantische puzzel. Elke wijk, elk bouwwerk draagt de sporen van voorbije tijden en levert een bijdrage aan de toekomst. De Franse hoofdstad is absoluut geen museumstad. De nieuwe architectuur van de stad getuigt van respect voor het verleden én van bruisende creativiteit. Prachtige voorbeelden zijn de revival en de verbouwing van het in 2005 gesloten warenhuis La Samaritaine, een project van het Japanse bureau Sanaa. De Fondation Pinault in de Bourse du Commerce, een schepping van weer een Japanse architect: Tadao Ando, betaald door de puissant rijke zakenman en mecenas François Pinault. Ja, Japanse architecten zijn in trek, getuige ook het nieuwe hoofdgebouw van het Albert Kahn museum, ontworpen door Kengo Kuma. De renovatie van La Poste du Louvre op de hoek van de rue du Louvre en de rue Étienne Marcel. Het totale project wordt toevertrouwd aan architect Dominique Perrault. En zo kan ik nog een hele tijd doorgaan.

 

Het Parc Clichy Batignolles Martin-Luther-King omgeven door moderne architectuur


Als bewijs neem ik je mee naar een nieuw stukje Parijs dat al sinds 2002 in ontwikkeling is en waar je hoogstwaarschijnlijk nog niets van hebt gehoord.; het Parc Clichy Batignolles Martin-Luther-King, vernoemd naar de Amerikaanse dominee en activist voor burgerrechten. In Parijs is dit mega project beter bekend als het stedelijk Clichy-Batignolles project. Een ontwikkeling toentertijd bedoeld als atletendorp voor de Olympische Spelen van 2012, die uiteindelijk niet naar Frankrijk gingen, maar naar Groot Brittannië. Het totale project omvat een gebied van 54 hectare (de grootste bouwplaats in Parijs sinds Haussmann) met een grote centrale groene ruimte van 10 hectare. De eerste tranches zijn reeds afgerond, waarvan de verplaatsing van het gerechtsgebouw en de daarbij behorende diensten vanuit het centrum van Parijs naar het 17e arrondissement. Omgeven door 3400 woningen voor 7500 inwoners. Gezinnen, studenten, jonge ondernemers maar ook ouderen vonden hier een plek om te wonen. De helft van de woningen is toegewezen als sociale huisvesting met gecontroleerde huren die tenminste 20% lager liggen dan de gemiddelde ‘markthuren’ van € 23,50 per m² per maand. Verder 140.000 m² kantoren, 120.000 m² voor het nieuw Paleis van Justitie en 31.000 m² ten behoeve van cultuur en recreatie. 12.700 mensen zullen werkzaam zijn in dit gebied. De nieuwe wijk wil het beste van de hedendaagse architectuur bieden, die voldoet aan de hoogste comfort- en milieueisen.

 

Dit prachtig nieuw aangelegd park is maar liefst 10 hectare groot


Een stukje geschiedenis

Het project werd ontwikkeld op een gedeelte van een enorm spooremplacement van de SNCF dat in directe verbinding staat met het station Saint Lazare. Dit deel vormde vroeger een onderdeel van de 'Petite Ceinture'. Zo rond 1850 werd besloten om een spoorbaan aan te leggen langs de toenmalige stadsgrenzen van Parijs. De 'Chemin de fer de Petite-Ceinture', voorloper van de metro, maar dan grotendeels bovengronds. Meer dan 160 jaar later bestaat het grootste deel van het traject nog steeds. Vroeger stond hier het station Batignolles, geopend op 2 mei 1854, als onderdeel van de Auteuil-lijn. Het vormde een directe verbinding met Versailles. Niet lang daarna werd het weer afgebroken om plaats te maken voor een houten gebouw, om later weer herbouwd te worden op de hoek van de boulevard Pereire met een brug naar de rue Cardinet. Het  station opende op 15 mei 1922 en kreeg de naam Pont Cardinet. In 1996 wordt de Auteuil-lijn opgeheven en vervangen door een busdienst. Een deel van de gebouwen op het emplacement, La Forge, werd gerehabiliteerd en opgenomen in het 10 hectare grote park. 

Het plan verenigt de wijken Clichy (noorden) Épinettes (oosten) Batignolles (zuiden) en Monceau, Saussure en Hauts-de-Malesherbes (westen). Tot voor de Eerste Wereldoorlog behoorden Batignolles en Épinettes tot de îlots insalubres, de sloppenwijken van Parijs. Een groot onderzoek, uitgevoerd door Paul Juillerat van 1894 tot 1904, onthulde grote problemen van hygiëne in relatie tot opkomst van tbc-gevallen. ‘TB’ of ongezond. De overheid achtte het van essentieel belang om deze buurten te vernietigen of te herontwikkelen. Een project dat tot ver na de Tweede Wereldoorlog zou duren.


Foto Eugène Atget


Vooral ‘chiffonniers’- voddenrapers - en verkopers van twijfelachtige voorwerpen bevolkten hier de morsige straten vol armoedige logementen met aan de gevels lantaarns waarop ‘ici on loge la nuit’ stond. Waar de kamers als het ware per uur verhuurd werden. Hier bloeiden de straatmadelieven. De ‘respectueuses’, zij die werkten voor een pooier en de ‘insoumises’ de opstandigen, die dat niet deden. 

Achter de warboel van de rangeersporen van Batignolles, kleine woonwagenkampen bevolkt door Roma en andere nomaden die op het ritme van de seizoenen migreerden. Bij de poorten van het spoorwegemplacement verschenen bedrijfjes die zich richten op vrachtvervoerders. Vooral wijnlokalen, cafés en bordelen. Er waren maar weinig verharde straten, nauwelijks verlichting, geen riool, laat staan waterleiding of sanitair. Water moest gehaald worden bij pompen of bij afgelegen waterlopen.


De sloppen van Parijs - Foto Galerie Lumière des Roses


Volkswijken die werden bezongen door Aristide Bruant (1851-1925), de onbetwiste koning van het populaire lied, door hem steevast aangekondigd als “À Batignolles, Chanté par Aristide Bruant”. Maar ook door de altijd in zwart geklede zangeres Barbera. Ze speelde als kind altijd op de square des Batignolles, nu een van de fraaiste pleinen van de wijk met een Engelse tuin en typische landelijke elementen waaronder een vijver, een kunstmatige rivier en kronkelende wandelpaden. Het dorp Batignolles, zoals het nog altijd wordt genoemd heeft gelukkig weinig van zijn oorspronkelijk landelijke karakter verloren. Mede dankzij de ontwikkeling van het nieuwe Clichy-Batignolles project blijft het een buurt met relatief jonge mensen die zorgen voor een trendy windje.

 

Het Parc Martin Luther-King

Het park opende in 2007. De eerste ideeën van de hand van landschapsarchitect Jacqueline Osty omtrent dit duurzame park, zagen het daglicht zo rond 2002. In 2004 is men begonnen met de bouw. Doelstelling: Een park dat energie neutraal is en nauwelijks uitstoot heeft van CO2. De publieke gebouwen La Forge zijn voorzien van een zonne-energiecentrale die het water verwarmt van de sanitaire voorzieningen en het complete park van licht voorziet. De eerste fase van het park, 4,3 hectare groot, werd geopend in 2007 en op 18 april 2014 werd het park uitgebreid met nog eens 2,2 hectare. De totale kosten 22 miljoen euro en is dan met zijn 10 hectare het achtste grootste park in Parijs.


Een park dat energie neutraal is en nauwelijks uitstoot heeft van CO2


 

De volgende fase was de bouw van het nieuwe Paleis van Justitie. Juist dit 160 meter hoge gebouw, ontworpen door de Italiaanse architect Renzo Piano (die van het Centre George Pompidou), zorgde voor 'Haussmannsiaanse' verschuivingen in het hart van Parijs. In juni 2017 werd het nieuwe 'Tribunal de Grande Instance de Paris', het TGI in gebruik genomen. Het hooggerechtshof van Parijs. Wederom een iconisch gebouw, een architectonisch hoogstandje. Het uiterst transparante 'glazen' gebouw, 160 meter hoog, bestaat uit een speelse vorm van vier in terrasvorm gestapelde glazen blokken, ieder ter hoogte van een traditioneel Parijs gebouw, met in totaal 38 verdiepingen, waar 9000 mensen werkzaam zullen zijn. "Door gebruik van nieuwe technieken kunnen we licht glas gebruiken, waardoor het gebouw 'transparant' wordt. Door deze hoogbouw winnen we ruimte voor groen, voor parken en pleinen"; aldus de architect. Het gebouw beschikt over daktuinen met een totale oppervlakte van 10.000 m², volgepland met eiken, dennen en struiken en is daarmee de grootste groene oase in de buurt en zorgt voor recuperatie van het regenwater. Daarbij is het de meest energiezuinige kantoortoren van Parijs met een verbruik van 75 KwhEP per vierkante meter per jaar maar ook het meest veilige. Beveiligd tegen terroristische aanslagen en beglazing met kogelvrij glas, want per dag worden hier zo’n 5.000 bezoekers verwacht.


Het nieuwe Paleis van Justitie, ontworpen door de Italiaanse architect Renzo Piano

 

De gebruikers; rechters, advocaten, politieagenten en gendarmes, ambtenaren van het gevangeniswezen, administratie en andere diensten. Twintig verschillende rechtbanken waaronder het Hoog Gerechtshof, de politierechtbank, de jeugdrechtbank en andere rechtbanken krijgen de beschikking over 90 rechtszalen. De 'Cité Législative' gevestigd aan de avenue de la Porte de Clichy 15 heeft een oppervlakte van 104.000 m².


Het uiterst transparante 'glazen' gebouw, 160 meter hoog, bestaat uit een speelse vorm van vier in terrasvorm gestapelde glazen blokken


Wat we ons niet realiseren is dat dit een van de grootste volksverhuizingen en leegstand in Parijs te weeg bracht. Al deze diensten waren gevestigd in verouderde en te kleine gebouwen op het Île de la Cité. Want niet alleen het oude 'Palais de la Justice' kwam leeg te staan, maar ook het beroemde hoofdbureau van politie aan de quai des Orfèvres 36, de 'werkplek' van commissaire Maigret en het Huis van de Orde van Advocaten, het MODA.



 De beglazing is voorzien van kogelvrij glas

Het totale gebied van Clichy-Batignolles draagt het etiket ‘Nouveau Quartier Urbain’ en is een van de meest zuinige ecowijken van de stad Parijs. Alle gebouwen maken gebruik van geothermische energie dat het grondwater oppompt,  650 meter diep, met een temperatuur van 28°. Alle kantoorgebouwen met uitzicht op de spoorbanen van Saint Lazare worden voorzien van zonnepanelen, zo’n 35.000 m². Deze productie van zonne-energie neemt ongeveer 40% van het elektriciteitsverbruik in dit gebied voor zijn rekening. Al het regenwater wordt door de bestaande bodem gefilterd en hergebruikt. Er is een terminal voor het verzamelen van afval met een pneumatisch afvalverzamelsysteem. In de wijk bevinden zich diverse terminals die verbonden zijn met ondergrondse leidingen waar het afval wordt opgezogen naar een verdichtingscentrum.

 

Het park wordt omringd door de meest moderne architectuur



Het nieuwe bouwplan zorgde wel voor een logistieke nachtmerrie. Het gehele gebied wordt doorkruist door drie spoorwegbundels. Vanuit het Station Saint Lazare rijden dagelijks 1200 treinen af en aan vanuit Ile de France en Normandië. De RER-C tak die Parijs-Austerlitz met Ermont-Eaubonne verbindt zorgt dagelijks voor zo’n 180 treinen. De nieuwe wijk verwelkomt ook metrolijn 14 die wordt uitgebreid naar het station Marie de Saint-Ouen en verder de tramlijn 3b die verlengd is tot in Porte d’Asnières. Om nog maar te zwijgen van alle nieuwe buslijnen, busstations en de aanleg van nieuwe wegen. De herbouw van al het spoorwegmaterieel kost de stad Parijs zo’n slordige 268 miljoen euro. Openbare voorzieningen nog eens 221 miljoen euro en de aankoop van onroerend goed 223 miljoen euro. Met alle ontwikkelingskosten levert dit een totaal op van 892 miljoen euro voor de stad Parijs en 740 miljoen euro voor de projectontwikkelaar SEMAVIP. (Bron financieel overzicht brochure gemeente Parijs 2009)


Clichy-Batignolles is een van de meest zuinige ecowijken van de stad Parijs


Om de bouw van het gehele project mogelijk te maken moesten de eerdere drempels van de PLU, Plan local d’urbanisme, een wet die bepaalt dat er niet hoger gebouwd mag worden in Parijs dan 37 meter, worden aangepast. Woongebouwen plus 13 meter met een maximum van 50 meter en het gerechtsgebouw 160 meter.

 

Een wandeling door het nieuwe Parijs

Na een rondwandeling door het park neem je de uitgang aan de noordzijde en loop je richting het nieuwe Paleis van Justitie van Renzo Piano. Steek de boulevard Berthier over, neem de rue André Suares. Linksaf de rue de Bastion in maar niet voordat je de indrukwekkende oostzijde van het gerechtelijk paleis hebt bekeken. De rue Bastion alsmaar blijven vervolgen naar de rue Mstislav Rostropovitch vernoemd naar de Russische dirigent en cellist Mstislav Leopoldovich "Slava" Rostropovich. Let hier vooral op de bijzondere architectuur van de hoogbouw. Doorlopen via de allée Yvette Guilbert. Zij was een Franse zangeres, tekstdichter, schrijfster, componiste, actrice en regisseur tijdens de belle époque, maar vooral bekend van de Moulin Rouge. Vervolgens de place Françoise Dorin, een Franse schrijfster en comédienne.  Ze begon vanaf 1965 met het schrijven van teksten voor populaire chansons. Een groot aantal vedetten zongen liederen op teksten die door haar waren geschreven. Onder hen Charles Aznavour; Que c'est triste Venise. Voor Dalida voorzag ze de Danse de Zorba van een Franse tekst. In 2006 schreef ze voor Céline Dion ; Et s'il n'en restait qu'une, je serais celle-là en On s'est aimé à cause. Toen de inspiratie voor het liedjes schrijven stilaan opdroogde, begon François Dorin aan een vruchtbare carrière als romanschrijfster en schreef zo’n 26 boeken. Een afzonderlijk deel van haar schrijverstalent besteedde Dorin aan toneelwerk, dat bijna volledig in Parijse theaters werd gecreëerd.



Batignolles, een afkick moment na zoveel moderne architectuur

 

Het dorp Batignolles

Terug naar de rue Mstislav Rostropovitch om vervolgens de drukke rue de Cardinet over te steken om te genieten van het ‘dorp’ Batignolles. Een afkick moment na zoveel moderne architectuur. Begrensd door de spoorlijnen en rangeerterreinen van Saint-Lazare en de avenue Clichy ligt in het 17e arrondissement het ‘dorp’ Batignolles, voldoende bewust van zijn unieke karakter om een eigen vereniging te hebben tot behoud van zijn ‘caractère villageois’. Batignolles was een onafhankelijk dorp buiten Parijs tot 1860, toen keizer Napoleon III het aan de hoofdstad annexeerde. De dichter Verlaine groeide er op. De zangeres Barbara, altijd in het zwart gekleed, werd er geboren. Haar geboortehuis staat in de rue Brochant nr. 6. De kunstschilder Éduard Manet en zijn vrienden, bekend als de ‘le groupe des Batignolles, hadden hier hun uitvalsbasis. Ze verzamelden zich in het Café Guerbois, dé ontmoetingsplaats van kunstliefhebbers, schilders, schrijvers en kunstcritici in de tweede helft van de 19e eeuw. Het was gelegen in Parijs aan de grande rue des Batignolles 9-11, vandaag de avenue de Clichy 9. De groep bestond uit schilders als Auguste Renoir, Claude Monet, Frédéric Bazille en anderen. Ze schilderden vele scènes van het caféleven. Hun oude ateliers zijn vervangen door kunstgalerijen. Ook de beroemde schrijver Émile Zola woonde tijdelijk in het dorp Batignolles.

 

De kunstschilder Éduard Manet en zijn vrienden, bekend als de ‘le groupe des Batignolles - tekening van Éduard Manet


Traditioneel een arbeiderswijk met een diverse etnische bevolking maar inmiddels een modieuze enclave, een wijk in wording voor de opkomende klasse beter bekend als ‘bobos’ oftewel les bourgeois bohemiens. Vol jonge créateurs en kunstenaars op zoek naar goedkope werkruimte. Een heerlijke buurt met een gemengde persoonlijkheid waarin verleden, heden en toekomst zij aan zij leven, tamelijk harmonieus. In Batignolles beheren oma’s de bistro’s en brengen hun kleinzonen hun nachten door op de skatebaan of de diverse nachtcafés. In de ogen van de meeste Parijzenaars is dit vooral een quartier résidentiel, onbekend bij de toerist en eigenlijk willen de inwoners dat ook zo houden, maar beslist de moeite waard om er eens een kijkje te nemen. In het hart ligt een prachtig park, Square des Batignolles, ontworpen door Jean-Charles Alphand in de naturalistische Engelse tuinstijl vol met oude platanen. Alle typische landelijke elementen uit die periode zijn aanwezig, een vijver, watervallen, een meanderende kunstmatige rivier, kronkelende zacht glooiende wandelpaden, zitbankjes en voor de kinderen is er een oude draaimolen. Een oase in de stad. Als je je ogen sluit, hoor je bijna de accordeonmuziek en het gelach van de voormalige Batignollais en Batignollaises die hier elke zomer op 15 augustus (toen het nog een leeg veld was) elkaar ontmoetten om te dansen en feest te vieren. Gewoon door dit park lopen en je krijgt het gevoel dat je een schilderij binnengaat. Een perfecte plaats om te picknicken.

 


In het hart van Batignolles ligt een prachtig park, Square des Batignolles



Verlaat het park aan de zuidkant en er wacht een dorpscène met de neoklassieke kerk, de église Sainte-Marie-des Batignolles met aan de voorzijde de ingang met grote witte zuilen. Het is zeker de moeite  waard om binnen een kijkje te nemen, alleen al vanwege de bijzondere trompe-l’oeil achter het altaar met als onderwerp Maria-Hemelvaart.


De église Sainte-Marie-des Batignolles


Daar omheen een slaperig plein, althans in de vroege ochtend, met lege caféterrassen en een paar winkeltjes. In de late middag verandert dit gebied in een levendig tafereel, met restaurants die op de stoep liggen. Net als elk ander Frans dorp, wordt les Batignolles verankerd door een klein plein, de place du Dr Felix Lobligeois. Félix Lobligeois (1874-1942) was vice-president van de gemeenteraad van Parijs, radioloog en slachtoffer van de wetenschap, een teveel aan rontgenstraling. Vanaf daar kan men de hoofdstraat volgen, de rue des Batignolles , omzoomd met winkels en makelaars die uit de pan rijzende vastgoedprijzen tonen. Het geheim ligt op straat: Les Batignolles is hot!



Een must see is de ‘Marché biologique des Batignolles’ ter hoogte van nummer 34, boulevard des Batignolles. De volledig organische Batignolles-markt, die elke zaterdag wordt gehouden, is enorm populair bij de lokale bevolking. Het is niet een van de gebruikelijke markten vol met roeptoeterende standhouders die hun waren uitventen. Hier is de sfeer vriendelijk en vredig. Terwijl seizoensgebonden groenten en fruit de hoofdmoot vormen, kunt je er ook bloemen, olijfoliezeep, biologische gerechten, kaas en jam kopen, alles rechtstreeks van de boerderij en / of de producent. 




Een andere verswinkel is ‘Au bout du champ’, rue des Dames 20 (zijstraat van de rue de Batignolles) waar je kunt kiezen uit een selectie van groente en fruit die diezelfde ochtend zijn geplukt op boerderijen in de regio Parijs. Ontdek op nummer 18 het Hôtel Eldorado met het restaurant ‘Le Bistro des Dames’met een charmante binnentuin waar je kunt genieten van een drankje of Franse gerechten met een vleugje Spaans en Aziatisch. Alles o.b.v. seizoensgerechten en ‘faite maison’.

Een stukje verder op nummer 71, ‘Mama Primi’ een van de verschillende outlets van de Big Mama horecagroep. Bij Mamma primi draait het om antipasti, verse pastagerechten en cocktails. Alle restaurants van Big Mama hebben maar één nadeel, reserveren kan niet.



In Batignolles ontdek je de mooiste winkeltjes
 

Een andere tip is rue de Levis, het spoor over ter hoogte van de rue legendre, (zijstraat van de rue de Batignolles), neem de vijfde straat aan uw linkerkant. Er is genoeg in deze staat om je eetlust op te wekken. De straat is autovrij en vol met de heerlijkste winkeltjes; een charcuterie, een kaaswinkel, een zuivelfabriek, een boulanger, een wijnkelder. Kortom voer voor de smaakpapillen en de echte fijnproever waar ik mijzelf onder schaar. 

 


De rue de Levis



Slenterend langs al die vredige straatjes met winkels, galeries, restaurants, cafés herinnert mij weer waarom ik verliefd ben geworden op het Parijse straatleven.

Voor het Parc Martin Luther King: Metrostation Porte de Clichy, lijn 14

Voor Batignolles: Metrostation Pont Cardinet, lijn 14 (rue Mirotslav-Rostropovitch) 



zaterdag 16 juli 2022

(RAT)ATOUILLE IN PARIJS

De meesten van jullie kennen vast nog de animatiefilm Ratatouille uit 2007. Deze gaat over de gepassioneerde jonge rat Rémy die ervan droomt chef-kok te worden in een toprestaurant in Parijs. Zijn familie ziet dit echter niet graag gebeuren en ziet eten als een manier om te overleven. Bovendien zijn mensen in de kookwereld ook niet echt verzot op ratten. De uiterst aaibare Rémy krijgt een beetje hulp van de voorzienigheid. Hij belandt in het voormalige 5-sterrenrestaurant van zijn grote voorbeeld, de overleden topkok Gusteau, waar hij een monsterverbond sluit met het talentloze maar ambitieuze keukenhulpje Linguini. 



Rémy en Linguini uit de film Ratatouille van Pixar Animation Studios

Wanneer de jonge Linguini de talenten van Rémy ontdekt, is dat de kans voor de rat om zijn droom uit te laten komen. Linguini en Rémy werken vervolgens samen en proberen Gusteau's restaurant weer op de kaart te zetten. De film eindigt met de opening van een nieuw restaurant in Parijs dat gerund wordt door Rémy en Linguini met een keuken gemaakt op Rémy’s formaat. Het restaurant is een groot succes en op zolder is een nieuwe thuis gemaakt voor de rattenfamilie van Rémy.

 

Chef Rémy - Foto Pixar Animation Studios


Ik moest aan dit verhaal denken toen ik een artikel las in de Franse krant Le Figaro dat Parijs inmiddels op de vierde plaats staat van meest door ratten geteisterde stad ter wereld. Dat is toch wel het laatste waar je aan denkt. Wie aan Parijs denkt, denkt aan de Stad van de mode, de Stad van de liefde, de Lichtstad, maar niet aan de stad van de ratten. Nog angstaanjagender is het feit dat er meer ratten dan inwoners zijn in Parijs namelijk meer dan 3,8 miljoen ratten op slechts 2,2 miljoen Parijzenaars. Parijs zou daarmee op de vierde plaats komen van steden met de meeste ratten, achter de Indiase stad Deshnoke (een stad in het Bikaner-district van Rajasthan vlakbij de grens met Pakistan), London en New York. De Franse hoofdstad wordt op de voet gevolgd door Singapore. En dat is weer vreemd te noemen. Singapore staat er om bekend om de hoge boetes die opgelegd kunnen worden bij het overtreden van bepaalde regels. Afval op straat gooien, roken waar het niet toegestaan is of fietsen op plekken waar je alleen maar mag lopen wordt bestraft met fikse boetes. Marseille is de tweede Franse stad die voorkomt in de lijst en wel op de 10e plaats.


Een triest record; Parijs staat op de vierde plaats staat van meest door ratten geteisterde stad ter wereld

 

Inmiddels zijn de ratten publieke vijanden nummer 1 in Parijs. Met zijn kleine zwarte oogjes – soms rood – staart hij je in de verte doordringend aan. Met zijn twee witte – en vaak geelachtige – snijtanden verslindt hij alles wat op zijn pad komt. Hij knabbelt, hij knaagt, hij wil eten en drinken maar zich vooral voortplanten. Na een dronken avond, het uitje met collega’s of na een nacht hard werken, kunnen Parijzenaars het onophoudelijke ballet van deze kleine wezens aanschouwen. Maar hongerig, worden ze steeds roekelozer en zichtbaarder. Net als duiven, maar weerzinwekkender, dringen ze door in de parken, tuinen en gebouwen. Figaro Magazine besteedde er vele pagina’s aan door een fotograaf twee nachten op stap te sturen voor het observeren van de Rémy’s van Parijs. Le Parisien toonde op hun website zelfs een video waar, aan de oevers van de Seine, tussen het Musée d’Orsay en de Pont Royal (7e arrondissement, vuilnismannen met afschuw tientallen hongerige ratten ontdekken, die op de bodem zwermen van een vuilniscontainer. In 2018 filmde een klant, een maand na de ontdekking van muizen in babykleding bij Carrefour Evry 2, ratten op de brooddisplays van de bakkerijafdeling. “Het was 20.30 uur en er waren nog klanten”, aldus de klant die alles met zijn telefoon vastlegde. “Ik vraag mij af wat er dan in de nacht gebeurt”?



Bij het vallen van de avond kunnen Parijzenaars het onophoudelijke ballet van deze kleine wezens aanschouwen

 

Op de Pont Neuf, waar toeristen nieuw gaaswerk ontdekt hebben om hun liefdesslotjes aan te bevestigen, nadat ze verwijderd zijn van de Pont des Arts, brengen ze ook een bezoek aan het kleine parkje op de kop van het Ïle de la Cité, onder het ruiterstandbeeld van Henri IV. Dit kleine park van ongeveer 1500 vierkante meter wordt sinds de laatste hoge waterstand van de Seine overspoeld door ratten. Elke ochtend vegen de medewerkers van de Parijse stadsreinigingsdienst, Propreté de Paris,  het eiland schoon, maken de prullenbakken leeg en vullen de gaten die de knaagdieren ’s nachts hebben gemaakt. “De toeristen zijn de grootste boosdoeners”, aldus een van de medewerkers. Zij tonen niet altijd respect voor de plekken waar zij genieten van het uitzicht. Het afval dat zij achterlaten trekt ratten aan, die niet meer genoeg voedsel kunnen vinden in de riolen van Parijs. Het Parijs zonder natuurlijke vijanden is voor hun ideale grond.


Het kleine parkje op de kop van het Ïle de la Cité


“Kriebelt het bij jou ook al? Want hoe kun je je voorstellen dat Parijs, een ‘wereldstad’ met meerdere toeristische juweeltjes, een paar miljoen van deze knaagdieren zou kunnen huisvesten? En dat levert veel problemen op voor Anne Hidalgo, de huidige burgemeester van de stad. De uitkomst van deze ranglijst heeft inmiddels geleid tot verhitte debatten in het Hôtel de Ville tussen de Republikeinen en de Groenen die het liever hebben over ‘kruipers’ dan over ratten. Het gebruik van het woord ratten heeft ook een negatieve bijklank volgens de Partij voor de Dieren. Volgens het hoofd van de Parijse milieugezondheidsdienst. de SPSE, le Service parisien de santé environnementale, zijn er nu 1,75 ratten per inwoner en hun aantal schommelt naargelang het beschikbare voedsel en hun leefomstandigheden. Maar het stadhuis moet ook in de rat zijn meerdere erkennen. Uitroeien is vrijwel onmogelijk meldt een persbericht van het gemeentehuis van de Franse hoofdstad.


Josette Benchetrit zette in 10 dagen tijd een petitie online; ‘Stop de genocide op ratten’. In enkele dagen was de petitie al door 20.000 mensen ondertekend

Zij geven de schuld aan een Europese richtlijn die verhinderd dat de ongediertebestrijding rattengifkorrels verspreidt. Er wordt nu geëxperimenteerd met niet chemische vallen. Een soort van luiksysteem. Als de rat op de container klimt, kantelt het deksel en valt de rat in een alcoholische vloeistof die hem laat verdrinken maar ook tevens zijn bederf voorkomt. Eerder experimenteerde Le Département faune et action de salubrité, DFAS, weer een afdeling die zich bezig houdt met faunabeheer, (hoeveel afdelingen kun je hebben) met zwarte dozen waarin de rat wordt aangetrokken door een geur en zich voedt met een antistollingsmiddel waardoor ze gaan bloeden en uiteindelijk de dood van het dier veroorzaakt. Maar dit initiatief werd met name bekritiseerd door een voormalig kinderpsycholoog van het Étampes ziekenhuis, mevrouw Josette Benchetrit. Ze zette in 10 dagen tijd een petitie online; ‘Stop de genocide op ratten’. In enkele dagen was de petitie al door 20.000 mensen ondertekend. “We moeten dit bloedbad stoppen en andere oplossingen vinden zoals een anticonceptiebeleid”, aldus deze mevrouw in een interview met  Le Parisien. Zelfs Le Figaro mengde zich in de strijd. Volgens een door de krant ondervraagde specialist zijn ratten erg nuttig. Ze voorkomen dat bepaalde riolen verstopt raken. In de loop van een jaar verorbert elk van de 3,8 miljoen ratten  9 kg afval, ofwel tussen de 30 en 34 duizend ton in totaal. Verder hebben de ratten niet meer bacteriën en virussen dan onze honden, katten en papegaaien. We moeten mensen over ratten leren maar vooral opvoeden en ze weerhouden van dieren op straat te voeren en Parijzenaars aanmoedigen om voedselresten op de juiste manier in geschikte vuilniscontainers te deponeren.

 

Street art op Le Mur van de kunstenaar Bordalo in de rue Oberkampf


Maar er zijn ook tegenstanders die roepen dat de aanwezigheid van ratten in grote getalen gezondheids-, esthetische en economische problemen met zich meebrengen. In 2017 waren de gevallen in Parijs van leptospirose, ook wel rattenziekte genoemd, waarvan de symptomen vergelijkbaar zijn met griep, geëxplodeerd. Weer een ander onderzoek onthulde dat de helft van de ratten drager zijn van veel meer parasieten dan voorheen. 



Bovendien zijn ratten veroorzakers van kortsluiting. Ratten houden ook van bepaalde elektrische kabels van auto- of scootermotoren. Garens waarvan de beschermende omhulling is gemaakt van maïszetmeel. Reden genoeg voor het Hôtel de Ville om de autoriteiten aan te zetten om handelend op te treden met nieuwe experimenten. Ratten ontwikkelen resistentie tegen bepaalde moleculen en implementeren vermijdingsstrategieën. De nieuwe aasdozen worden voorzien van verschillende pasta’s met vis- of vleessmaak, wel weer samengesteld met een antistollingsmiddel. In de tuinen zijn vuilniszakken vervangen door gesloten containers, verrijdbare bakken en afvalbakken. Deze maken ook selectief sorteren mogelijk. 250 tuinen zijn nu uitgerust met afvalcontainers, 221 locaties met verrijdbare containers en 310 Cybel-modelcontainers met beschermde zakken waardoor afval onbereikbaar is. Gemeenschappelijke tuinen zijn uitgerust met composters die zo zijn ontworpen dat ratten geen toegang hebben tot hun inhoud. Al met al geen leuk vooruitzicht voor Rémy en zijn familie.

 

Dè zaak die sinds 1872 gespecialiseerd is in ongediertebestrijding is die van Aurouze in de rue des Halles nummer 8 in het eerste arrondissement



Tja, hoe ga je dan zo’n blog nog een beetje leuk eindigen?

Nou zo dan; je kunt namelijk een rat laten lachen. Wetenschappers hebben laten zien dat ratten lachen als ze gekieteld worden en er ook dol op zijn. Maar ook dat een specifiek deel van de hersentjes opgewonden raakt. Ze zenden dan een geluid uit met een frequentie van 50 kHz, wat weer een teken is van plezier, ze springen dan letterlijk van vreugde. De opwinding was significant wanneer de rat op zijn buik en rug werd gekieteld, veel meer dan wanneer hij gewoon werd geaaid. Belangrijk om te weten is dat de ratten eerst werden getraind om de menselijke hand te waarderen. Hoe dat in zijn werk gaat? Daar moet ik het antwoord op schuldig blijven.



Wist je dat je een rat ook kunt laten lachen?


De stotterende muis van Ryan Gander in de Fondation Pinault, leuk toch?

 

Bronnen: Le Parisien, Le Figaro, AFP.



donderdag 7 juli 2022

HET NIEUWE ALBERT KAHN MUSEUM: EEN REIS DOOR DE WERELD EN DOOR DE TIJD

Net even buiten Parijs, op loopafstand van de laatste halte van metrolijn 10, Boulogne Pont de Saint-Cloud, vinden we het uiterst curieuze museum en tuinencomplex van een van de grootste filantropen van Frankrijk, de Franse bankier en pacifist Albert Kahn. Het musée Albert Kahn, genesteld aan de oevers van de Seine ligt in een bijna verborgen tuinparadijs waar landschappen en culturen van over de hele wereld samenvloeien. 



Het bijzondere ontwerp van het nieuwe hoofdgebouw van het Musée Albert Kahn


Het museum opende onlangs, op 2 april 2022 opnieuw zijn deuren, na een renovatie die uiteindelijk zes jaar in beslag nam. Het nieuwe hoofdgebouw, ontworpen door de Japanse architect Kengo Kuma, die speciaal werd geselecteerd om een nieuwe, op Japan geïnspireerde structuur, te creëren. Een manier om hulde te brengen aan de zeer speciale relatie die Albert Kahn had met het Land van de Rijzende Zon. Het architecturale project benadrukt de relatie tussen buiten en binnen, de stad, het museum en de tuinen. Het project brengt een dialoog tot stand tussen het hoofdgebouw en de tuin door middel van een element dat is ontleend aan de traditionele Japanse architectuur: de engawa. Een aangrenzende ruimte die sereniteit inspireert door een ‘dialoog’ te creëren tussen binnen en buiten via edele materialen zoals: licht hout, bamboe en metaal. Eenmaal binnen wordt de bezoeker uitgenodigd op een ongelofelijke reis in de wereld van Albert Kahn, visueel, plantaardig en interactief.


De engawa, tussenruimte tussen het museum en de tuin - Foto: © CD92/O - Ravoire

 

Kengo Kuma gebruikt een origami van schaduw en licht. Aan de zuidelijke rand van de site grenst nu het oude museum aan het nieuwe. Het werd in 1990 gebouwd door de architect Gérard Planes en dit deel heeft een eenvoudige renovatie ondergaan. Het biedt nu plaats, onder het gebogen, met koper beklede dak, aan een nieuw auditorium met 100 zitplaatsen. Naast de bouw van een nieuw hoofdgebouw, en de renovatie van 8 gebouwen waarvan 7 erfgoed gebouwen, is de hele permanente bezoekroute opnieuw ontworpen. Het bezoekers-pad van ongeveer 1.000 m², uitgerold over de gehele museum, creëert een ongekende dialoog tussen het museum en het natuurlijk erfgoed en nodigt uit tot een wandeling door het hart van een bewaard gebleven tuin, geduldig ontworpen door de filantropische bankier. Aan Albert Kahns privéwoning, discreet aan de rand van het park, raakte Kuma niet. Het is een wat sinistere plek, waar de bankier zijn laatste levensjaren sleet in armoede in een nagenoeg leeg interieur. De rondleiding langs ‘Les Archives de la Planète’, een enorm fotografisch project, begint op de begane grond van het nieuwe hoofdgebouw en gaat verder in de gerestaureerde monumentale gebouwen, waarvan sommige voor het eerst voor het publiek toegankelijk zijn. Over 22 jaar resulteerde dit project in een verzameling van 72.000 kleurenfoto’s en 183.000 meter film, maar daarover straks meer.



Het nieuwe hoofdgebouw, ontworpen door de Japanse architect Kengo Kuma


De ingang naar het museum

 

De wereld van Albert Kahn

Niets is aan het toeval overgelaten om de collecties van gisteren in de wereld van morgen te brengen. Een muur van meer dan 2.000 vaste en bewegende beelden nodigt je uit om de wereld te ontdekken. Het begint met een portret gewijd aan Albert Kahn voordat het via autochromen, gereproduceerd in het originele formaat 9 x 12 cm. en films, de duizend-en-een facetten van de ‘Archives de la Planète’ tentoonstelt. Dit interactieve programma behandelt de vier grote thema's die de bankier dierbaar waren: reizen, etnografie, geografie en actualiteit.



Een muur van meer dan 2.000 vaste en bewegende beelden nodigt je uit om de wereld te ontdekken

Deze Franse bankier en pacifist was zo rond 1900 een van de rijkste maar ook een van de vrijgevigste mensen op aarde.  In plaats van alles op te potten of te verbrassen begon Kahn toen hij zijn rijkdom had vergaard meteen massaal aan filantropie te doen. Ondanks zijn vriendschap met de beeldhouwer Auguste Rodin was Kahn geen mecenas van de kunsten, zoals veel van zijn gecultiveerde tijdgenoten. Gek genoeg spendeerde hij zijn fortuin aan niet-rendabele projecten zoals wereldvrede en de interculturele dialoog. Vandaag de dag zouden we hem alleszins goed kunnen gebruiken. Het was misschien naïef dat hij geloofde dat hij de wereld kon veranderen maar tegelijkertijd was hij een voorbeeld voor toekomstige generaties, want deze steenrijke Franse zakenbankier was een van de actiefste pacifisten en humanisten van de vorige eeuw.

 


Dit boek inspireerde mij om een bezoek te brengen aan het museum aan de rand van Parijs

Albert Kahn, geboren op 3 maart 1860 als Abraham, was de oudste van vier broers in een joodse boerenfamilie uit de Elzas. Van zijn vader, een veehandelaar, leerde hij het onderhandelen op de veemarkt. Zijn moeder verloor hij toen hij 10 jaar oud was. Ongeveer tegelijkertijd brak de Frans-Pruisische oorlog uit, waarbij Frankrijk in 1871 uiteindelijk Elzas-Lotharingen moest teruggeven aan het pas opgerichte Duitse keizerrijk. Het maakte van Kahn plotsklaps een Duitser hetgeen hij weigerde. Daarom besloot hij op zijn 16e te emigreren naar Frankrijk waar hij zijn studie voortzette aan het Collège de Saverne. Het gebruik van zijn Franse voornaam, Albert, in plaats van zijn bijbelse voornaam dateert mogelijk uit deze periode. In 1879 werd hij bankbediende bij de bank van de broers Edmond en Charles Goudchaux, die toen werd beschouwd als een van de belangrijkste financiële huizen van Europa. Daar maakte hij een opmerkelijke blitzcarrière door. Hij overtuigde Goudchaux onder meer om in de Zuid-Afrikaanse diamantmijnen van De Beers te investeren en de goudmijn projecten die Cecil Rhodes in Transvaal ontwikkelde. Deze move leverde hem en de bank extreem veel geld op, zoveel dat hij op zijn 38e vennoot werd van de Banque Goudchaux et Cie en hem vervolgens in staat stelde om op 38-jarige leeftijd zijn eigen zakenbank op te richten aan de rue Richelieu 102 in Parijs.

 

Albert Kahn gefotografeerd op het balkon van zijn bank aan de rue Richelieu 102


Kahn focuste zich niet zozeer op het oude geld maar op nieuwe technologieën en nieuwe markten zoals Zuid-Afrika en Japan, waar hij talrijke leningen aanging die hem in de jaren 1890 verzekerden van zijn fortuin. Het was toen dat hij zeer nauwe contacten legde met Hichiro Motono, de Japanse ambassadeur in Parijs en later op het hoogste niveau met de Japanse keizerlijke familie, die hij later ook in zijn eigendommen zou ontvangen.  In 1892 huurde hij een herenhuis op nummer 6 aan de quai du Quatre-Septembre in Boulogne-sur Seine welke hij drie jaar later aankocht tegelijk met vier percelen grond. Hier begon hij met de aanleg van wat hij noemde de ‘Tuinen van de Wereld’. Tot 1910 kocht hij in opeenvolgende fasen meer dan 20 percelen en huurde beroemde tuinarchitecten in om verschillende tuinen te ontwerpen. Achille Duchêne ontwierp de Franse tuin, De Japanse landschapsontwerper Fumiaki Takano ontwierp de Japanse tuin. Later volgden een Engelse tuin en een set van drie sierbossen: het ‘blauwe bos’ vol met atlasceders en sparren uit Colorado, het ‘gouden bos’ vol met berkenbomen waartussen zich in de zomer een weide ontwikkelt en het bos van de Vogezen, bezaaid met blokken graniet vol geplant met sparren en pijnbomen. Het was zijn botanische poging om de vijf continenten harmonieus te verenigen om de utopie te illustreren van een verzoenende wereld, waar verschillende realiteiten in perfecte harmonie naast elkaar kunnen bestaan.

 


The Archives of the Planet of Les Archives de la Planète

Eind 1908, begin 1909 vertrekt Kahn via de Verenigde Staten voor vele maanden naar Japan en China samen met zijn chauffeur en fotograaf Alfred Dutertre. Deze maakt meer dan 4.000 stereoscopische foto’s en cinematografische beelden die getuigen van zijn ‘reis om de wereld’. Een paar maanden later volgen landen als Uruguay, Argentinië en Brazilië. Het vele reizen bracht hem er toe om een fotografisch verslag van de hele aarde te verzamelen. Hij was ervan overtuigd; hoe meer je weet over vreemde culturen, hoe meer je de vrede tussen volkeren kunt bewaren. Hij benoemde Jean Brunhes als projectdirecteur. Van 1909 tot 1931 financierde Kahn een enorm visueel inventarisatieproject van de wereld en stuurde hij een dozijn operators naar vijftig landen, uitgerust met de nieuwste technologieën van fotografie en cinematografie. Mogelijk gemaakt door een uitvinding van de gebroeders Lumière in 1903 die octrooi hadden aangevraagd op de autochrome. Glasplaten waarop minuscule aardappelzetmeelkorreltjes waren aangebracht in de primaire kleuren rood, groen en blauw. Hierdoor kwam een einde aan het tijdperk dat het nog alleen mogelijk was de wereld in zwart-wit vast te leggen. Beroepsfotografen hadden niet veel aan deze nieuwe vorm van kleurenfotografie omdat klanten vaak een of meer afdrukken wilden hebben en dat was met autochromes niet mogelijk. De volgende stap in de ontwikkeling van de fotografie werd pas in de jaren dertig gezet. Toen bracht Kodak in 1935 het eerste rolletje voor kleurenopnames op de markt.

 


Kahn begon ook zijn eigen studiebeurzen ‘Autour du Monde’ uit te reiken. In 33 jaar tijd zou hij maar liefst 147 van die beurzen financieren. Jonge studenten van over de hele wereld liet hij op zijn kosten anderhalf jaar de wereld rondreizen. ‘Verdrink niet in boeken, vergeet wat je gelezen hebt, neem een pak sigaretten mee en vertrek. Ik vraag je maar één ding: doe je ogen wijd open”, gaf hij hun mee als enige missie. In totaal werden tijdens alle reizen 72.000 kleurenfoto’s en 183.000 meter film geproduceerd, waarmee het de grootste collectie in zijn soort ter wereld is.  Deze collectie vormt ‘The Archives of the Planet’, een aangrijpend visueel verslag van de wereld waarvan hij toen al wist dat de fatale verdwijning hiervan een kwestie van tijd was.

 

De ‘Salle des Plaques’ laat de originele meubels zien waar de archiefdozen met de autochromes werden bewaard


De autochromes werden bewaard, keurig gerubriceerd op jaartal, land en stad



Het is die gigantische fotocollectie die in het Musée Albert Kahn te zien is. En na tien jaar scannen zijn nu ook alle beelden van Kahns project gedigitaliseerd. Surfen door die onlinebeeldbank is een nostalgische wake-up call van jewelste. In de straten van Kosovo zie je nog blozende boerinnen in houten huisjes, waar sinds de oorlog in 1998 niets meer van over is gebleven. Je kunt wandelen door de joodse wijk van Wenen of het hebben van een ontmoeting met broodhandelaren op de markt van Sarajewo. Wandelen over de brug van Mostar die zo jammerlijk werd vernietigd tijdens de laatste burgeroorlog. Als de Eerste Wereldoorlog eenmaal is uitgebroken, laat Kahn ook het failliet van zijn idealisme in beeld brengen.  In Mongolië maakten ze in 1913 unieke beelden van de hoofdstad Ulaanbaatar, waar toen nog bijna geen stenen gebouwen stonden. Nu is het de meest vervuilde stad ter wereld en in Syrië fotografeerden Kahn en co. in 1921 onder meer de Unesco-beschermde stad Palmyra, die honderd jaar later bijna integraal door de terreurgroep IS zou worden vernield. Zullen we het dan nooit leren?


Genesteld aan de oevers van de Seine ligt in een bijna verborgen tuinparadijs waar landschappen en culturen van over de hele wereld samenvloeien



De beurscrash van 1929 leidde echter tot zijn ondergang en bracht zijn werk tot stilstand. Al zijn bezittingen werden verkocht inclusief zijn landgoed dat eigendom werd van het departement Hauts-de-Seine. In 1937 stelde die het privépark met bijbehorend museum open voor het publiek. Kahn mocht er wel blijven wonen tot aan zijn dood op 13 november 1940. Hij ligt begraven op de begraafplaats van Boulogne-Billancourt.



 Deze prachtige tuinen zijn aangelegd aan het begin van de 20e eeuw



Een bezoek aan het Musée Albert Kahn is als het openen van een geschiedenisboek en een persoonlijk fotoalbum waarin iedereen afbeeldingen zal herkennen die zijn of haar eigen gevoeligheid weerspiegelen. Het is bijna onmogelijk om niet ontroerd of in ieder geval geraakt te worden door deze ongelofelijke hoeveelheid foto’s en films uit vervlogen tijden. Trouw aan de missie die Albert Kahn zich had gesteld is het museum een plaats van educatie in beelden, planten en levende wezens die ons uitnodigen om de wereld om ons heen beter te begrijpen. Het ministerie, het departement en de stad Boulogne-Billancourt hebben 60 miljoen euro geïnvesteerd in deze renovatie.

 

De winterkas uit 1900 






Maak kennis met dit indrukwekkende erfgoed van de mensheid, verken de tuinen, aangelegd aan het begin van de 20e eeuw. In het midden nodigen twee gebouwen je uit om een kijkje achter de schermen van de ‘Archives de la Planète’ te nemen. De ‘Salle des Plaques’ laat de originele meubels zien waar de archiefdozen met de autochromes werden bewaard, keurig gerubriceerd op jaartal, land en stad. Terwijl de ‘Fabrique des Images’ het verhaal vertelt van de verschillende fotografen en de apparatuur die destijds werd gebruikt om de foto’s en films te maken. Verder de niet te missen prachtige winterkas uit 1900 en de Japanse tuin met een authentiek Japans dorp. Een reis die je in slechts een paar stappen brengt van west naar oost, met recht een reis door de wereld en door de tijd.

 

De ‘Fabrique des Images’ 


AlbertKahn, Musée et jardins, rue du Port 10-14, Boulogne Billancourt, metrostation Boulogne Pont de Saint-Cloud, lijn 10.

Vanwege de hoge bezoekersaantallen in het museum zijn kinderwagens in het weekend verboden. Het museum beschikt over babydraagzakken en een kinderwagengarage. 

Het museum is geopend van dinsdag tot en met zondag (wekelijkse sluiting op maandag)

Van 11.00 tot 18.00 uur (oktober tot maart): het museum en de tuin sluiten vanaf 17.30 uur.

van 11.00 tot 19.00 uur (van april tot september): het museum en zijn tuin sluiten vanaf 18.30 uur.