Als ik in Parijs ben en
mijn hotel verlaat dan ga ik niet de straat op zonder mijn camera. Vaak ook tot
ergernis van mijn echtgenote die altijd tegen mij zegt; “wandelen door Parijs
met jou is altijd twee stappen vooruit en telkens weer een stap terug”. Ze
heeft gelijk, er is altijd wel weer iets wat mij boeit, een mooie deur, een
ornament boven die deur, zonlicht door de bomen die hun reflecties tonen op
fraaie Haussmanngevels, en zo kan ik een hele tijd doorgaan. Geen enkele
metropool heeft zoveel fotografen het hoofd op hol gebracht en tot sensuele en
mysterieuze beelden geïnspireerd als de Franse lichtstad. Parijs is vaker
beschreven, bezongen, geschilderd en gefotografeerd dan menig andere stad op
aarde. Zij mag dan niet de grootste of machtigste hoofdstad van de wereld zijn,
zij is ontegenzeggelijk de betoverendste. Het is dan ook geen wonder dat
fotografie het daglicht zag in Parijs, want als je aan fotografie denkt, denk
je aan Parijs, de stad van het licht.
We maken in deze blog kennis met het Parijs van Quoci
Mopolis - Photo © Christopher Nisperos
In de Parijse straten is
Eugène Atget (1857-1927) te vinden, die bekend is van zijn foto's van het
toenmalige Parijse straatleven en de architectuur. Zijn werk wordt vandaag de
dag nog steeds hoog gewaardeerd in de wereld van de fotografie. Mede dankzij
zijn assistente, de later bekende Amerikaanse fotografe Berenice Abbott, is
zijn hele oeuvre bewaard gebleven voor het nageslacht. Na zijn dood wist Abbot
een deel van zijn werk te verkrijgen en te bewaren. Circa 5000 van Atgets
foto's en glasnegatieven bevinden zich in de collectie van het Museum of Modern
Art in New York.
In 1924 vestigt zich een
Franse fotograaf van Hongaarse afkomst in wijk Montparnasse. Gyula Halász
(1899-1984), beter bekend onder zijn pseudoniem Brassaï voor zijn werk als
journalist. Onder invloed van zijn vriend en fotograaf André Kertész ontwikkelt
Brassaï een fascinatie voor het fotograferen van het Parijse nachtleven. Dat
bezorgt hem uiteindelijk grote faam. In de jaren dertig publiceert hij diverse
fotoboeken, waarvan met name 'Paris de Nuit' (1932) de essentie van zijn werk
weergeeft. Oprechte en waarachtige beelden van het ware Parijs leven in al haar
facetten, ook van de louche buurten. Henry Miller noemde hem 'het oog van
Parijs'.
In 1934 begint Robert
Doisneau (1912-1994) aan een carrière als beroepsfotograaf. Eerst als
industrieel fotograaf en reclamefotograaf, later als freelance fotojournalist.
Zijn werk als journalist voert hem naar de buitenwijken van Parijs waar hij
bijna een halve eeuw foto's maakt van het straatleven en portretten van mensen
van allerlei allooi. Dit alles in zwart-wit. Zijn bekendste foto is 'Le Baiser
de l’Hôtel de Ville' (de kus voor het stadhuis - 1950)
Henri Cartier-Bresson
(1908 - 2004) de Franse fotograaf, cineast en schilder, was in 1947 samen met
Robert Capa en andere fotografen één van de oprichters van het befaamde
fotoagentschap Magnum, het eerste fotografen-coöperatief ter wereld. Eigenlijk
wilde hij schilder worden, maar als fotograaf was hij een van de grote getuigen
van de 20ste eeuw. Zijn talent lag in het licht en het voortdurend streven naar
hèt ultieme moment. Hij hield niet van manipulaties. Hij fotografeerde wat hij
zag en deed dat met zwart-wit foto's, waarin de emotie werd gevangen in strakke
composities. Cartier-Bresson fotografeerde vele beroemdheden waaronder Marilyn
Monroe. Hij fotografeerde Monroe op de set van haar laatst voltooide film; the
Misfits, van John Huston. Ook was hij op bezoek bij Mahatma Gandhi, op het
moment dat Gandhi werd neergeschoten. De foto's die Cartier-Bresson maakte van
Gandhi op zijn sterfbed, werden wereldberoemd.
In de jaren '50 en '60
van de 20e eeuw trokken Nederlandse fotografen, waaronder Henri Berssenbrugge,
Ed van der Elsken, Johan van der Keuken en Emmy Andriesse, naar Parijs om daar
het vak te leren van de Amerikaan Man Ray en zijn assistente Berenice Abbott ,
de uit Luxemburg afkomstige Edward Steichen en de fransman Jean Eugène Atget.
Na de oorlog verschijnen verschillende prachtige fotoboeken van en over Parijs
van diverse Nederlandse fotografen, die blijvend geïnspireerd waren door deze
bruisende stad. De meest gefotografeerde stad ter wereld wordt in die jaren
boeiend vastgelegd door Jesse en Van der Elsken. Van der Elsken fotografeert
het echte straatleven, de rauwe kant van de samenleving en Jesse fotografeert
alleen maar "Parisiennes". Vrouwen waaronder actrices, mannequins,
studentes en vrouwelijke clochards.
Quoci Mopolis met zijn favoriete camera de Rolleiflex 3,5F - Photo © Cherki
Maar wie zijn de Atget’s.
de Brassaï’s, de Doisneau’s, de Cartier-Bresson’s, de van der Elsken’s van deze
wereld?
Al een tijd volg ik op facebook een Parijse straatfotograaf die zijn foto’s dagelijks
publiceert. Grotendeels in zwart-wit, net als ik op mijn blog. Hij heeft
duidelijk een zwak voor fotografie en ik ben gek op zijn beelden. Reden voor
mij om op zoek te gaan in Parijs naar de man achter de camera, de man achter de
naam Quoci Mopolis. Ik ontmoet hem in het zesde arrondissement op een van de
terrassen van de rue de l’Université.
Wie
is Quoci Mopolis?
“Quoci
Mopolis is een grappig pseudoniem uitgevonden door mijn vriend, fotograaf Frank
Jackson. Begonnen als een grap toen hij een verjaardagskaart zag die ik
gekregen had van mijn moeder waarop ze mijn echte naam verkeerd had gespeld. -
Hij zei; Oh mijn God, je eigen moeder weet jouw naam niet! Ze denkt waarschijnlijk dat Christopher wordt
gespeld als Q-U-O-C-I’ (uitgesproken als ‘Kwatchee’). Sindsdien is dat mijn
alias geworden, met als toevoeging de familienaam ‘Mopolis’”.
“Even
mijn CV in het kort. Mijn echte naam is Christopher Nisperos en ik kom uit
California, USA. Lang geleden werkzaam in de foto-industrie als technisch
vertegenwoordiger voor de importeur van de merken Nikon, Durst, Sinar en
Mamiya. In de jaren ’80 studeerde ik fotografie onder andere met Ansel Adams,
Brassaï, Minor White, Jerry Uelsman en Al Weber. Later woonde ik een korte tijd
in Amsterdam en werkte daar als sales manager voor LICI-Colorstar. Ik ben zelfs
nog co-writer van een boek over ‘Hollywood Portrait Lighting’, tevens schreef
ik voor Amerikaanse fotobladen.
‘In the mood and mode’ voor fotografie mijn belangrijkste drijfsfeer - Photo: © Christopher Nisperos
Wat
deed je besluiten om in Parijs te gaan wonen en waarom juist Parijs?
“De
allereerste keer dat ik Parijs bezocht was in 1985 en ik voelde mij direct
thuis. Nadat ik een paar keer was teruggekeerd besloot ik om te blijven. Het
gaf mij zo’n heerlijk gevoel dat je zelfs als je niets doet, je toch iets aan
het doen bent. Cafés op elke hoek van de straat, een metro altijd in de buurt,
geen auto nodig en verdwalen kan ook al niet. Ben je moe of je moet heel nodig
dan kun je altijd op elk uur van de dag terecht in een café voor een kopje koffie,
een thee, bier of wijn en je kunt uren blijven zitten op een consumptie.
Bovendien hou ik van historie maar ik ben te lui om er uitgebreid over te
lezen. Elk historisch gebouw heeft wel een plaquette over de geschiedenis en
wie er allemaal gewoond heeft. Tot slot; Parijs is een genot om naar te kijken,
de uniformiteit van de Haussmann architectuur en het tijdloze van de stad geeft
je het gevoel dat je permanent door een gigantische film set loopt”.
Onderbewust kijk ik altijd fotografisch - Photo: © Christopher Nisperos
Je
weet ik ben een groot liefhebber van jouw straatfotografie. Neem jouw dag eens
met mij door?
“Dank
je Ferry. Uit jouw mond beschouw ik dat als een groot compliment. Belangrijk is
natuurlijk dat je in de stemming moet zijn – ‘in the mood and mode’ – voor
fotografie. Dus als ik de deur van mijn appartement achter mij dicht trek begin
ik dingen te zien. Mijn camera heb ik altijd bij me. Ik ben altijd bang om DE
FOTO te missen. Ik ben niet bewust op zoek, maar zeker als ik goed geslapen heb
en heerlijk ontbeten dan ga ik dingen zien. Onderbewust kijk ik fotografisch.
En als je mijn straatfotografie goed bekijkt ben ik altijd op zoek naar thema’s;
handen, voeten, hoeden etc. Eenmaal buiten, op weg naar de metro, op weg naar
mijn werk, dan ontdek ik al tal van mogelijkheden”.
“Toch
moet ik je ook wat bekennen. Eigenlijk ben ik een grote lafaard. (Lafaards zijn
eigenlijk geen goede straatfotografen, voegt hij er lachend aan toe). Dan zie
ik vrouwen bezig met hun make-up, koppeltjes die zoenen, etc. Zelden richt ik daar
dan mijn lens op, bang voor de confrontatie of een boze blik. Een andere
oorzaak is ook dat de autofocus van mijn oude digitale camera lawaai maakt. Dus
richt ik mij op handen en voeten, zolang ik maar niemand door de lens hoef aan
te kijken. Maar zodra ik uitstap op de perrons zie ik daklozen die hun roes uit
liggen te slapen onder treffende billboards of bedelaars op de trottoirs. Ik
weet het, dit ligt sociaal gevoelig en om kritiek te voorkomen ben ik zelfs te
laf om ze te publiceren”.
Mensen fotografeer ik zoveel mogelijk anoniem, bang voor boze blikken - Photo: © Christopher Nisperos
Mijn
camera heb ik altijd om, zelfs op mijn werk, ik ben leraar Engels. Ik werk op
de vierde verdieping en vandaar heb ik weer een prachtig uitzicht op het
wisselende licht dat valt op de Haussmanngevels. Soms met prachtige
wolkenpartijen en licht dat weerkaatst op de trappen. In ieder geval
fotografeer ik geen collega’s en studenten!”.
Nu
het winter is, het is donker wanneer ik mijn werkstek verlaat, geeft het mij de
kans om te experimenteren met het bestaande licht. Mijn volgende aankoop wordt
dan ook een lichtgewicht statief om mee te dragen in mijn fototas”.
Zodra
ik thuis ben gekomen sta ik te popelen om mijn foto’s te bewerken. Ja digitaal
want ik lijd ook nog eens aan analoge luiheid. Ik heb nog veel fotorolletjes
liggen maar het ontbreekt mij gewoon aan tijd en energie om ze te ontwikkelen”.
Digitaal
of analoog?
“Vanuit
mijn verleden gaat mijn voorkeur uit naar analoog. Maar het ontbreekt mij ook
de tijd voor de complexe fotobewerking, lees de donkere kamer en eerlijk gezegd
ook het geld. Gedurende de afgelopen jaren ben ik mij meer en meer gaan
toeleggen op digitaal. Zeker gezien facebook waar ik mijn volgers en verre
familie kan laten delen van mijn leven in Frankrijk. Voor zover dat ze daar in
geïnteresseerd zijn. Ik heb wel een aantal analoge camera’s, een Nikon FM2, een
Leica allebei met 35mm lenzen en mijn favoriet een Rolleiflex 3,5F. Vaak ga ik
ook met twee camera’s op mijn buik op stap. Gek genoeg gebruik ik analoog alleen
voor foto’s waar geen snelle actie voor is vereist of voor foto’s die
‘dierbaar’ voor mij zijn, wat dat ook moge zijn?!”
Ik heb vaak bepaalde thema's in mijn hoofd zoals Het weer, handen, hoeden, voeten, zelfportretten in spiegels - Photo: © Christopher Nisperos
Wat
triggert je in een foto?
“Zoals
ik eerder al zei heb ik vaak bepaalde thema’s in mijn hoofd. Het maakt je tot
een soort verzamelaar. Als ik iets zie wat past in mijn ‘collectie’, dan wil ik
dat ook toevoegen. Het weer, handen, hoeden, voeten, zelfportretten in
spiegels. Een stuk moeilijker is het spelen met licht, licht-donker-effecten,
reflecties in ramen, een etalage in de nacht, het gouden uur. Het voelt als
schilderen met licht. Als ik de juiste sfeer kan vastleggen dan voelt dat als
een overwinning”.
Meestal
in zwart-wit, waarom?
Ik
ben gek van zwart-wit. Sinds mijn vroege jaren, vanaf 1964 was ik bezig met het
fotograferen en ontwikkelen en vergroten van foto’s in zwart-wit. Het was de
begintijd van de kleurenfotografie en die werd steeds populairder. Laten we
eerlijk zijn, sommige onderwerpen schreeuwen om gefotografeerd te worden in
kleur. Maar kleur leidt ook af. Zwart-wit daar en tegen dwingt je om je te
concentreren op andere aspecten zoals het onderwerp, de vorm, de kwaliteit van
het licht. De verschillende grijstinten zijn vaak minder hard als de felle
kleuren. Bovendien vind ik het werken in de donkere kamer heerlijk (als ik de
tijd heb). De geur van het fotopapier en de chemicaliën. Het werken in alle
rust in het donker, het geeft mij een enorm thuisgevoel een herinnering aan vroeger”.
Ik ben gek op zwart-wit - Photo: © Christopher Nisperos
Hoe
lang woon je al in Parijs en wat zijn je favoriete plekken?
“Aha,
je wil mijn geheimen!
Ik
woon al meer dan twintig jaar in Parijs en mijn favoriete plekken kun je
ontdekken in al mijn foto’s. Denk aan de tuinen van het Palais Royal en de Tuilleries.
Verder de gebieden waar weinig toeristen komen waar je nog kleine huisjes vindt
met voortuintjes. Niet echt bedoeld voor straatfotografie. Ik ben er op dit
moment mee aan het experimenteren en ik zal ze aan je onthullen wanneer ik
klaar ben met fotograferen. Een soort van ‘teaser’”.
Welke
beroemde (straat) fotograaf is jouw voorbeeld?
“Simpel
antwoord: Vivian Maier*. Ik ontdekte haar werk lang na dat ik zelf begonnen was
met straatfotografie”.
* Vivian Maier (New York, 1 februari 1926 - Chicago, 21 april 2009) was
een Amerikaanse straatfotografe. Ze
nam meer dan 150.000 foto's, voornamelijk van mensen en de architectuur van New
York, Chicago en Los Angeles. Maar zij reisde rond 1960 ook naar andere delen
van de wereld. Maiers werk bleef tijdens haar leven onbekend en veel van haar
fotorolletjes bleven onontwikkeld. Kort voor haar dood werden enige dozen met
daarin haar bezittingen verkocht op een veiling. Een historicus en verzamelaar
uit Chicago, John Maloof, onderzocht de foto's en begon scans van Maiers
fotografische negatieven vanaf 2009 op het web te publiceren. Hierop volgden al
snel positieve kritieken en ontstond er verdere interesse in haar werk. Bron:
Wikipedia
Mijn voorbeeld: Vivian Maier de Amerikaanse straatfotografe - Photo: © Christopher Nisperos
“Maar
ik heb toch een verrassing voor je. Ik ben niet echt een grote fan van
straatfotografie. Ik leer het wel steeds meer te waarderen. Zou je niet zeggen
als je mijn foto’s bekijkt maar mijn voorkeur gaat uit naar het maken van
portretten, stillevens van groenten en objecten. Ik zou ook niet zo een twee
drie een fotograaf kunnen noemen. Ik zou eens kunnen googelen. Ik vond Martin
Parr* goed, totdat ik eens een expositie
van hem zag”.
* Martin Parr is een
Britse documentaire fotograaf, fotojournalist en verzamelaar. Hij is bekend
door zijn fotografische projecten met een kritische blik op de moderne
samenleving, met name het consumentisme, buitenlandse reizen en toerisme,
autorijden, familie en relaties en voedsel. Bron: Wikipedia
“Eigenlijk
weet ik niet hoe ik deze vraag eerlijk moet beantwoorden. Begrijp mij niet
verkeerd ik hou van straatfotografie, ik doe het zelf graag, maar niet genoeg
om een fan te worden. Ik weet het, het klinkt heel tegenstrijdig.
Ik
ben sterk beïnvloed door de West-Coast-fotografie, door fotografen als Edward
Weston, Al Weber, Michael Kenna, Irving Penn, Arnold Newman, Yousouf Karsh, Josef
Sudek en Ansel Adams, bij wie ik een aantal workshops heb gedaan in Californië,
als tiener”.
Wat is momenteel de
absolute 'must see' in Parijs?
“Ik
neem aan dat je doelt op fototentoonstellingen?
Op
dit moment is er een foto expositie van Martine Franck (nog te zien tot 10
februari 2019) in de nieuwe Fondation Henri Cartier-Bresson die onlangs
verhuisd is naar het 3e arrondissement naar de rue des Archives 79.
Ik schaar mijzelf onder de lafaards. Als ik mensen fotografeer dan zie je alleen de achterzijde. Ik heb er zelfs een naam voor bedacht: ‘Cowardography’ ® !
Photo: © Christopher Nisperos
Wat
zijn de reacties van mensen als je ze fotografeert in Parijs?
“Zoals
ik je al vertelde schaar ik mijzelf onder de lafaards. Als ik ze al fotografeer
dan zie je alleen de achterzijde. Ik heb er zelfs een naam voor bedacht:
‘Cowardography’ ® !
Zo
ga ik ook confrontaties uit de weg en krijg ik ook geen probleem met
beeldrechten, dat is nog al eens een issue in Frankrijk. Daklozen durf ik dan weer
wel maar typisch genoeg gaat het mij dan om de achtergrond. Een mooie poster of
balustrade. Een gouden regel voor mij ik laat nooit het gezicht zien van de
dakloze”.
Wat
is je favoriete foto?
Echt,
Ferry? Één favoriete foto?!
Okay,
als ik dan een foto moet benoemen dan zou ik als een geschenk de foto ‘Pepper*
No. 30’ van Edward Weston willen ontvangen.
* Pepper nummer 30, is
een van de bekendste foto's gemaakt door Edward Weston . Het toont een eenzame
groene paprika in rijke zwart-witte tonen, met sterke verlichting van bovenaf.
Edward Weston (24 maart
1886 - 1 januari 1958) was een Amerikaanse fotograaf uit de 20e eeuw. Hij wordt
gezien als een van de meest innovatieve en invloedrijke Amerikaanse fotografen.
En een van de meesters van de 20ste-eeuwse fotografie. In de loop van zijn
40-jarige carrière fotografeerde Weston diverse onderwerpen waaronder landschappen,
stillevens, naakten, portretten, genretaferelen en zelfs grillige parodieën. Hij
wordt gezien als een van de grondleggers van de zogenaamde
West-Coast-fotografie. In 1937 was Weston de eerste fotograaf die een
Guggenheim Fellowship ontving.
Bron: Wikipedia
Mijn voorkeur gaat uit naar ‘cityscape’, maar dat gezegd hebbende zou ik veel meer ‘nightlife’ willen doen - Photo: © Christopher Nisperos
Nightlife or
cityscape?
“Aan ‘nightlife’ kom ik
nauwelijks toe. Dat vereist geld en tijd, En als leraar Engels beschik ik over
beiden niet. Dus in antwoord op je vraag wordt het ‘cityscape’, maar dat gezegd
hebbende zou ik veel meer ‘nightlife’ willen doen. Het vereist, gezien de
schaarse vrije tijd, een goede planning, een statief (staat nog mijn
verlanglijstje) en winterkleding”.
Is
het dan gewoon fotografie, of onderdeel van een project of bijvoorbeeld voor
een boek?
“Goede
vraag. Hier is mijn verhaal. Zoals eerder gezegd ben ik dol op fotografie die
ik binnen kan bedrijven. Toen ik begon met lesgeven, vele jaren geleden was ik
ook verplicht om op zaterdag te werken. Dat beperkte mij enorme in de
mogelijkheid om zelf te ontwikkelen en af te drukken. Je weet hoe klein Parijse
appartementen zijn en ik had niet de beschikking over een donkere kamer. De
enige mogelijkheid was om mijn kleine badkamer steeds te transformeren tot een
donkere kamer. Een onmogelijke taak en dat alleen op de vrije zondag. Ik heb
toen ook een lange tijd niets meer gedaan en begon zowaar de interesse in
fotografie te verliezen. Toen ik plots besefte wat er met mij gebeurde dwong ik
mijzelf weer om nooit meer van huis te gaan zonder mijn camera. Zo ontstond
weer het ‘heilige vuur’. En gezien de vele reacties die ik krijg op mijn foto’s
op social media schijnt mijn strategie te werken. Het fotografisch kijken is
weer helemaal terug en dat zonder zelfs naar Lourdes te gaan. Ik dank God op
mijn blote knieën daarvoor”.
Gek op thema's, streepjes bijvoorbeeld - Photo: © Christopher Nisperos
“Om
antwoord te geven op het tweede deel van je vraag. Als ik genoeg acceptabele
beelden heb zit ik te denken aan een kleine expositie of een boek. Ik ben niet
geïnteresseerd in een expositie in een café, restaurant of winkel. Ik ben
serieus op zoek naar een sponsor en een galerie. Lukt het mij niet dan ga ik op
zoek naar een andere stad of een ander land. Ik heb al een uitnodiging liggen
van de Universiteit van Missouri, maar ik hou niet van vliegen”.
Wat
is je favoriete stek in Parijs?
“Waarvoor? (een brede
glimlach verschijnt op zijn gezicht) Ik weet niet zo goed hoe deze vraag te
beantwoorden. Ik heb vele favoriete plekken in Parijs. De plaatsen waar ze
goede koffie schenken en ik kan je vertellen dat is niet in elk café het geval.
Ik ben ook gek op patisserie, een van mijn zondes. Daarvoor ga ik naar
boulangerie AKI, in de rue Saint-Anne op de hoek van de rue Thérèse in het 1e
arrondissement. Daar laat ik mij verleiden voor een café crème met een Matcha
muffin. En gezien mijn postuur van de laatste tijd begin ik langzaam te lijken
op een gigantische Matcha muffin !”
Als ik de juiste sfeer kan vastleggen dan voelt dat als een overwinning - Photo: © Christopher Nisperos
En
wat is je favoriete restaurant en waarom?
“Grappig
dat je mij deze vraag stelt. Ik heb gemerkt dat veel fotografen, geïnteresseerd
zijn in voedsel, muziek, vaak klassiek. Ik ben gek op eten en ik kook ook zelf.
Ik hoop niet dat ik vijanden maak onder mijn Parijse vrienden als ik mijn
eerlijke mening geef. Deze is gebaseerd op mijn leven in San Francisco Bay
Area, dat een zeer rijke restaurantcultuur heeft. En ik ben werkzaam geweest in
diverse restaurants bekend om hun uitzonderlijke keuken. Dus………
Ik
moet constateren dat, als je niet de hoofdprijs wil betalen, er maar weinig
restaurants zijn in Parijs waar je fatsoenlijk kunt eten. En laat ik duidelijk
zijn ik bedoel Parijs niet Frankrijk. Echt waar voor je geld, qua kwaliteit,
smaak en porties, krijg je in de restaurants buiten Parijs. En juist in het
zuiden en zuid-west Frankrijk, of Bretagne, de mosselen, overheerlijk!”
Maar
als ik iets kan aanbevelen, het Italiaanse restaurant Chez Ugo, in de rue du Chemin
Vert 95, 11e arrondissement. Eerlijkheid gebiedt te zeggen dat het
restaurant onlangs van eigenaar is veranderd dus ik hoop dat de kwaliteit
ongewijzigd is gebleven. Ook het Libanese restaurant Cuise in de rue Saint-Maur
48. Probeer daar eens de ‘Mezzo du Liban’
Waarom?
De kwaliteit van de ingrediënten natuurlijk, maar net zo belangrijk is de smaak
die ik niet alleen wil ontdekken wanneer
het voedsel in mijn mond is”.
Photo: © Christopher Nisperos
Is
er nog iets wat je zelf zou willen toevoegen?
“Ik
hoop dat mijn antwoorden antwoord geven op jouw vragen, dat waar je naar opzoek
was?
Ik
wil je wel bedanken voor die vragen, je bent namelijk de eerste die dat ooit
heeft gedaan. Over dit alles te moeten nadenken werkte bij mij als een soort
van therapie. (Vergeet vooral niet uw factuur te sturen ‘dokter van der Vliet’)
Bovendien hoop ik dat mijn commentaren, op de een of andere manier, van nut zijn voor je lezers van je blog ook
al heb ik niet alles willen of kunnen vertellen. Er is toch een Nederlandse
uitdrukking? ‘Je mag alles van me eten maar niet alles weten”.
Onderweg naar mijn hotel
ontdek ik dat ik veel overeenkomsten met Christopher Nisperos (zijn echte naam)
deel. Ik ga nooit Parijs in zonder mijn camera, altijd bang om de foto van mijn
leven te missen. Ook ik ben een lafaard als het om fotograferen van mensen
gaat. Dat doe ik namelijk alleen met een telelens, ver verwijderd van eventueel
boze blikken. En zoals je kunt zien in mijn blogs is het overgrote deel van al
mijn foto’s in zwart-wit.