Paris FvdV is een niet commercieel weblog speciaal voor kenners en liefhebbers van de stad Parijs - en voor hen die dat willen worden. Parijs is een stad met een gewichtig verleden, respectabel en gerespecteerd. Het is totaal niet nostalgisch. Parijs is er in geslaagd om, soms op brutale maar altijd op elegante wijze, om te gaan met zijn grootse monumenten. Ze te beschermen en te integreren in de nieuwe dynamiek van de stad. Parijs is een meester op het gebied van herstel en transformatie. U zult er nooit in slagen een volledig overzicht te maken van plekken en verhalen, die allemaal op hetzelfde punt uitkomen en de glorie van deze stad bezingen. toch wil ik een poging wagen. Wekelijks wil ik u niet alleen informeren over wat Parijs nog meer te bieden heeft, maar ook wil ik mijn liefde voor deze stad op u over dragen. In de hoop dat het raakt aan iets wat u herkent of voelt. Ferry van der Vliet.

Privacy verklaring: Indien u weblog Paris FvdV, dat bij Google-Blogger is ondergebracht, leest en reageert op de blogs van Paris FvdV, doet u dat vrijwillig en is uw IP-adres en mailadres - indien u dat vermeld - bekend en wordt opgeslagen. Ook uw schuilnaam waaronder uw reageert wordt opgeslagen. Paris FvdV zal uw gegevens nooit aan derden doorgeven. We houden uw gegevens privé, tenzij de wet of rechtelijke macht ons dwingt uw gegevens aan hen te verstrekken. Datalekken in het systeem vallen onder de verantwoordelijkheid van Google-Blogger. Door weblog Paris FvdV te bezoeken en/of de op of via deze weblog aangeboden informatie te gebruiken, verklaart u zich akkoord met de toepasselijkheid van deze disclaimer. Google gebruikt cookies om services te leveren en verkeer te analyseren dus uw IP-adres en user-agent zijn bij Google bekend, samen met prestatie- en beveiligingsstatistieken om servicekwaliteit te garanderen, gebruiksstatistieken te genereren, misbruik te detecteren en maatregelen te treffen.

woensdag 21 februari 2018

LE PETIT BAL MUSETTE, ER WORDT GEDANST IN DE STRATEN VAN PARIJS


Er is niets heerlijker dan in Parijs op zondagochtend vroeg op te staan en dan de stad in te gaan. De echte parijzenaars zijn nog in diepe rust en het lijkt of je de stad voor je zelf hebt. Nauwelijks autoverkeer, lege straten en stilte. Ik heb besloten om te gaan wandelen in het 5e arrondissement en stap uit op metrostation Odéon. Ik vermijd de grote boulevards maar wandel kris kras door kleine smalle straatjes om uiteindelijk terecht te komen in de rue Pot au Fer, een zijstraat van La Mouffe zoals de rue de Mouffetard liefkozend genoemd wordt door de inwoners van het vijfde.

De 21 eeuwen oude Église Saint-Médard koestert zich in de ochtendzon

Een tip van een van mijn lezers leidt mij naar de oude Église Saint-Médard, waarvan de oorsprong teruggaat tot de 7e eeuw, toen verrees hier aan de oevers van de Bievre, waar La Mouffe over de brug met de  veelzeggende naam ‘Pont au Tripes’ verder liep, een kerkje aan de zuidelijke kant van het gehucht Saint-Médard. De bouw van de kerk strekte zich uit over twee eeuwen. De kerk werd twee keer algemeen bekend; in 1561 toen ze werd geplunderd door protestantse oproerkraaiers tijdens rellen met de katholieken, het ‘tumulte de Saint-Médard’ genoemd, en in 1727, toen hier een vreemde cultus ontstond en de geruchten gingen dat een voorman van de ‘jansenisten’ zogenaamd ziektes kon genezen vanuit zijn graf. Groepen mensen verzamelden zich in het knekelhuis en namen deel aan orgies van hysterie, zelfkastijding en stuiptrekkingen, in de hoop op wonderbaarlijke genezing of visioenen. De overheid verbood toen de toegang tot het kerkhof en iemand schreef op de muur, misschien wel de eerste graffiti, “De par le Roi, défense à Dieu de faire miracle en ce lieu” (Van Koningswege is het God verboden op deze plek wonderen te verrichten).

Het zijn jongeren, ouderen, mensen uit de buurt, ouders met hun kinderen maar ook daklozen, bobo’s en toeristen die elke zondag genieten van Le Petit Bal Musette

Voor op het plein wordt hard gewerkt aan het opzetten van een kleine tent. Een grote poster met daarop ‘La Guinguette de la Mouffe avec Chris de la Mouffe et ses Apaches’, toont dat ik op tijd ben. Sinds 1975 is het hier elke zondag om 11.00 uur, weer of geen weer, bal musette. Tafeltjes worden klaargezet en er wordt druk gesleuteld aan de schamele muziek installatie. Krakkemikkige stoeltjes en plastic krukjes te linkerzijde worden opgesteld voor het hooggeacht publiek. Een man is druk in de weer.  Pet op grijze manen, rode sjaal een verouderde Gavroche, de straatjongen die we kennen uit de roman Les Misérables van Victor Hugo uit 1862. Vrolijk zegt hij iedereen goedendag en verontschuldigt zich dat alles nog niet klaar is.

Christian Bassoul, al meer dan veertig jaar hoort hij bij het stadsbeeld van La Mouffe

Ik maak kennis met Christian Bassoul, ik schat hem begin zestig en al meer dan veertig jaar hoort hij bij het stadsbeeld van La Mouffe. Hij viel op muziek, op z’n twintigste speelde hij al gitaar en accordeon. De liefde voor barok bracht hem zijn viola da gamba (Italiaans voor beenviool) daarna de viool, de mandoline , trombone en de piano. “Echt goed accordeon spelen leerde ik van Marcel Azzola de accordeonist van Jacques Brel. Ik werd muziekdocent aan de universiteit en verhuisde naar de rue Mouffetard en ben nooit meer weggegaan”.

Zo gauw de eerste akkoorden klinken gaan de voetjes van de vloer

“Elke zondag ben ik hier en speel ik op mijn accordeon en zing voor mijn publiek. Dat is heel gemengd. Het zijn jongeren, ouderen, mensen hier uit de buurt, ouders met hun kinderen maar ook daklozen, bobo’s en toeristen. In de jaren ’30 was het heel gewoon; het zingen op straat. Het is een Franse traditie. Edith Piaf is zo ontdekt. Ik beschouw mijzelf als een uitlaatklep voor al die gestreste mensen in het internet tijdperk. Ik zie ook vaak elke zondag dezelfde eenzame mensen die hier met elkaar praten, lachen en dansen. Sommigen komen helemaal uit de buitenwijken om samen met ons te zingen en te dansen. Het zijn net als ik allemaal liefhebbers van het Franse chanson. Samen zingen om hun zorgen te vergeten”.

Samen dansen, samen zingen, elke zondag in de rue de Mouffetard van 11.00 uur tot 14.00 uur

De oude Saint Médard laat zijn klokken horen als signaal dat het echt tijd is om te beginnen. Meteen klinken de akkoorden uit zijn goudkleurige accordeon: ‘Dede de Montmartre’ van Albert Préjean en onmiddellijk vullen de kasseien zich met dansende echtparen. Mylène deelt driftig, aan iedereen die mee wil zingen, blaadjes met songteksten uit. De square Saint Médard vult zich langzaam met nieuwsgierigen. Jong en oud zingt mee en een invalide jongleert als het ware met zijn rolstoel op de maat van de muziek. Nostalgie ten top. Oude deuntjes doen herinneringen herleven. ‘Allez venez, Milord’ zingt een dame uit volle borst die zomaar het evenbeeld van Edith Piaf zou kunnen zijn.

Hoe het Parijs van de jaren '30 herleeft

Allez venez, Milord
Vous asseoir à ma table
Il fait si froid dehors
Ici, c'est confortable
Laissez-vous faire, Milord
Et prenez bien vos aises
Vos peines sur mon cœur
Et vos pieds sur une chaise
Je vous connais, Milord
Vous ne m'avez jamais vue
Je ne suis qu'une fille du port
Une ombre de la rue

Zomer en winter worden hier op zondag de stembanden gesmeerd,  zwieren de rokken, wordt er gelachen

Kom toch hier, Meneer,
en ga zitten aan mijn tafel.
Het is zo koud buiten,
en hier is het gezellig.
Kom tot rust, Meneer,
en maak het u gemakkelijk.
Uw zorgen in mijn hart
en uw voeten op een stoel.
Ik ken u, Meneer,
u heeft mij nooit gezien.
Ik ben maar een dochter van de haven,
een schaduw van de straat.

Zomer en winter worden hier op zondag de stembanden gesmeerd,  zwieren de rokken, wordt er gelachen. Een mooier Parijs tafereel is niet denkbaar. Le Petit Bal Musette de la Guingette de la Mouffe. Elke zondag van 11.00 uur tot 14.00 uur.

maandag 12 februari 2018

MUSÉE FONDATION PINAULT, DE NIEUWE PUBLIEKSTREKKER VAN PARIJS


Al eeuwen wordt er gebouwd in het gebied van het traditionele marktcentrum van Parijs. Les Halles; het gebied omsloten door de rue du Louvre, rue Étienne Marcel, boulevard de Sébastopol en de rue de Rivoli, in het eerste arrondissement, is al meer dan 800 jaar oud. Rijk aan geschiedenis maar ook rijk aan contrasten. De wijk waar arm en rijk naast elkaar woonden, waar handel werd gedreven en ambachten werden bedreven. Met in het kielzog nog een bonte stoet van hoeren, koppelaarsters, clochards, dieven, vervalsers en andere vagebonden, onlosmakelijk verbonden met de folklore van deze wijk. Al rond 1135 hielden koop- en ambachtslieden tweemaal per week markt in de straten van Les Halles, waar iedere straat zijn eigen specialiteit had. De eerste markthallen van Parijs werden in 1183 onder het bewind van Filips II gebouwd. Aan de overzijde verrees het Hôtel de Soissons een woonhuis in het bezit van de Franse adel. Op aandringen van zijn biechtvader creëerde Karel VIII in 1498 in een deel van het hôtel een klooster voor ‘meisjes van berouw’, terwijl de rest van het gebouw werd verdeeld tussen de politie en de Hertog van Orleans. Gezien de beruchtheid van de wijk geen overbodige luxe.

Hôtel de Soissons in de 17e eeuw

In 1572 verliet Catherine de Medici plotseling het Paleis van de Tuileriën en verwierf de huizen die grensden aan het klooster. In haar opdracht bouwde Salomon de Brosse in 1611 het enige overblijfsel van  het Hôtel de Soissons; de Medici-kolom. 31 meter hoog. De precieze functie ervan is nooit vastgesteld, maar het had gebruikt kunnen worden voor de waarnemingen van de persoonlijke astroloog van de koningin, de Florentijn, Como Ruggieri. Door een te grote schuldenlast kwam het hotel in het bezit van de familie De Bourbon. Tot 1720 wisselde het gebouw vele malen van eigenaar, waar het van 1740 tot 1748 dienst deed als de Parijse effectenbeurs. De provost van Parijs kocht het land en verwoestte de gebouwen. De Medici-kolom werd aangekocht door Louis Petit-de-Bachaumont die het vervolgens aan de stad Parijs schonk.

De Bourse de Commerce met aan de linkerzijde de Medici-kolom

Tussen 1763 en 1767 kreeg het grondgebied een nieuwe bestemming. De gebroeders Oblin, handelaren in graan, wilden een enorme graanhal bouwen in de nabijheid van de Seine waar boten geladen met graan gemakkelijk konden afmeren. De opengevallen plek van het vroegere Hôtel de Soissons bleek ideaal. Nicolas Le Camus de Mézières, de architect, was verantwoordelijk voor de bouw van de hal en het omliggende gebied. Le Camus koos voor een ringvormig gebouw met een omtrek van 122 meter met twee concentrische galerijen, aan de buitenzijde geopend voor de buitenwereld middels 25 bogen en bedekt met gewelven. De binnenzijde gesloten. De galerijen bevatten de gebouwen van de politie die de controle hield over de gewichten en maten. Op de eerste verdieping waren grote graanschuren bedekt met bogen in baksteen en toegankelijk door twee prachtige trappen , waarvan er één een dubbele omwenteling had, zoals in het kasteel van Chambord, zodat de administratieve staf de kooplieden niet in de weg liepen. Rondom de graanmarkt werd een cirkelvormige straat opgetrokken de huidige rue de Viarmes.

Artist impression van de buitenzijde van het nieuwe Musée Fondation Pinault

De binnenplaats was oorspronkelijk open gelaten, maar dit bleek schadelijk voor het behoud van het graan. In 1782 werd het gehele gebouw voorzien van een houten koepel bedekt met vertind koper en lood. Een aardig hoogstandje in die tijd. Helaas werd de koepel in 1802 door brand verwoest en gereconstrueerd met de moderne materialen uit die tijd, gietijzer en koper, met een spanwijdte van maar liefst 40 meter, om in 1838 weer te worden vervangen door glas. In 1886 wordt het gebouw nog eens onder handen genomen door de architect Henri Blondel. Hij behoudt de beroemde koepel maar het lagere deel wordt voorzien van een fresco dat de geschiedenis van de handel symboliseert. In 1889 staat het gebouw, net als de Eifeltoren, symbool voor de technische en architecturale innovaties van die tijd. Het huidige gebouw, dat bekend staat als de Bourse de Commerce, is sinds 1975 volledig geclassificeerd en beschermd en in bezit van de Parijse Kamer van Koophandel en Industrie, CCI.

In 1889 staat het gebouw, net als de Eifeltoren, symbool voor de technische en architecturale innovaties van die tijd

In december 2017 komt Le Figaro met de scoop dat de gemeente Parijs, onder leiding van Anne Hidalgo, de huidige burgemeester van Parijs, 86 miljoen heeft betaald voor de aankoop van het gebouw. Het is aardig om te weten dat het CCI het architectonische wonder in bezit kreeg in 1949 voor het symbolische bedrag van één enkele frank. Volgens het Parijse stadhuis vergoedt het bedrag de investering die het CCI door de jaren heeft gedaan voor het behoud van dit historische gebouw. Maar nog een andere beslissing lag ten grondslag aan deze aankoop. Hidalgo wilde zo een van de grootste mecenas en verzamelaar van hedendaagse kunst alsnog binnenhalen voor de vestiging van een museum.

Zakenman Pinault had al decennialang het plan opgevat om in Parijs een museum voor hedendaagse kunst op te richten. De Japanse architect Tadao Ando had al een gebouw ontworpen in de vorm van een op het eiland aangemeerde boot bij het Ile Seguin in de Seine ten westen van Parijs. In 2005 echter gooide de puissant rijke Fransman,  eigenaar van de Fondation Pinault, de handdoek in de ring na het eindeloze administratieve uitstelgedrag van de gemeente Parijs en besloot om zijn kunst collectie onder te brengen in een Paleis te Venetië in plaats van op het Île de Seguin in Boulogne-Billancourt. De boodschap was duidelijk.
De Fondation Pinault is een stichting die de uiterst omvangrijke en kwalitatief hoogstaande private kunstverzameling van de Franse zakenman François Pinault (1936) beheert. Pinault mag zich eigenaar noemen van onder meer de Fnac-keten, de modehuizen Gucci, Yves Saint Laurent en Samsonite. Ook bezit hij het veilinghuis Christie's. Pinault is daarbij sinds 1994 ook eigenaar van een premier cru wijn, Château Latour.

De eerste schetsen van de Japanse architect Tadao Ando

In het voorjaar 2006 vond een deel van zijn collectie hedendaagse kunst een onderkomen in het door architect Tadao Ando daartoe verbouwde 18e-eeuwse Palazzo Grassi in het centrum van Venetië. Dit gebouw was voorheen eigendom van de Italiaanse familie Agnelli van het Fiat-concern. Deze liet het gebouw eerder restaureren door de architecten Gae Aulenti en Antonio Foscari. De collectie bevat werk van de belangrijkste beeldende kunstenaars van de tweede helft van de 20ste eeuw, waaronder museumstukken als "La petite danseuse" van Edgar Degas en "Tableau losangique II" (1919) van Piet Mondriaan. Verder beeldend werk van Pablo Picasso, Joan Miró, Henry Moore, Richard Serra, Eduardo Chillida, David Smith, Jackson Pollock, Jasper Johns, Willem de Kooning, Robert Ryman, Robert Rauschenberg, Gilbert and George, Marcel Broodthaers, Don Flavin, Frank Stella, Donald Judd, Antoni Tàpies, Gerhard Richter, Maurizio Cattelan, Andy Warhol, Mark Rothko, Daniel Buren en Bruce Nauman. Daarbij ook werk van Brice Marden, Cy Twombly, Piero Manzoni, Jannis Kounellis, Jeff Koons, Sigmar Polke, Thomas Schütte, Marlene Dumas, Jake & Dinos Chapman, Michaël Borremans en Luc Tuymans. In totaal bevat de collectie zo'n 2000 kunstwerken.
De collectie beperkt zich niet tot beeldhouwwerk en schilderkunst, maar bevat ook fotografie van Cindy Sherman en Hiroshi Sugimoto, videokunst van Bill Viola, Aernout Mik, Douglas Gordon, Pierre Huyghe, Shirin Neshat en Adel Abdessemed.

Net als het Gugenheim te New York wordt dit een circulair museum

Pinault was direct onder de indruk van het aan hem aangeboden gebouw. En, in tegensteling tot anderen (lees Bernard Arnault van de Fondation Louis Vuitton), wilde François Pinault niet profiteren van een belastingpauze om zijn privémuseum te financieren. Een belasting vermindering van 66% die wordt gegarandeerd door de Franse Staat aan mensen die een stichting financieren. De totale verbouwing, geschat op 108 miljoen, komt volledig voor rekening van de zakenman en zijn familie. Hierdoor houdt Pinault zelf de teugels in handen. Zijn bedrijf betaalt de stad 7,5 miljoen euro in de eerste twee jaar, vervolgens 60.000 per jaar gedurende een 48 jaar lange erfpachtovereenkomst. Geen wonder; Anne Hidalgo prees de kans dat Parijs zou profiteren van de hulp van zo'n patron. Eind 2018 moet het gebouw klaar zijn en begin 2019 wordt deze nieuwe Parijse toeristenstrekker geopend voor het publiek.

Artist impression van het interieur van het nieuwe museum met de fresco's uit 1886

De gehele verbouwing staat onder leiding van de Japanse architect en Pritzker-prijs winnaar, Tadao Ando vergezeld door Pierre-antoine Gatier specialist in historische monumenten. De gebouwen van Ando zijn onmiskenbaar van hem. Het zijn perfect geproportioneerde creaties van glad beton (overigens een Franse vinding) die een ingetogen dialoog aan gaan met de natuur eromheen. In zijn werk duiken elementen uit de traditionele Japanse architectuur op, zoals terrassen, veranda's en binnentuinen, maar dan geïnterpreteerd op de moderne tijd.
Net als het Gugenheim te New York wordt dit een circulair museum. Op die manier benadrukt de architect Parijs als het epicentrum van de schone kunsten.  “Zo koppelen we het verleden, heden en toekomst” aldus de architect. Een nieuwe betonnen cilinder, 9 meter hoog en met een diameter van 29 meter, wordt geplaatst als een dubbele huid in de oorspronkelijke behuizing. De werken worden verdeeld over 3.000 m² op drie niveaus en zal plaats bieden aan 2500 bezoekers per uur. Een cirkelvormig pad naar buiten en een grote tentoonstellingsruimte in het midden. Hier worden de mooiste stukken tentoongesteld. De cilindrische vorm gaat verder in de kelder waar een auditorium met 300 zitplaatsen zal worden gegraven. Ongeveer 7.700 m2 is toegankelijk voor het publiek, die op verschillende niveaus kunnen lopen. Het project omvat ook de restauratie van de buiten- en binnengevels, daken, en de koepel waarvan de glazen worden vervangen. Op de derde verdieping komt een restaurant en de kantoren van het museum. Het historisch monument is al de thuisbasis van beroemd en artistiek erfgoed, waaronder drie allegorische sculpturen van Aristide Croisy op de voorzijde, evenals fresco's van Georges Clairin en de fraaie mozaïekvloer die volledig in ere wordt hersteld.  “We willen het gebouw in zijn staat van 1889 herstellen”; aldus de 82 jarige zakenman.

De cilindrische vorm gaat verder in de kelder waar een auditorium met 300 zitplaatsen zal worden gegraven

De ingang van het nieuwe museum komt aan de rue de Viarmes. De Pinault Collection Parijs is een volledige dochter van Palazzo Grassi SpA in Italië, en een dochteronderneming van de Artemis holding, 100% gefinancierd door de Pinault familie. Het nieuwe museum zal onderdak bieden aan de privécollectie met een waarde van 1,25 miljard euro. Er worden steeds twee soorten projecten georganiseerd: Thematische tentoonstellingen rond de werken van de veelzijdige collectie en monografische tentoonstellingen geheel gewijd aan een kunstenaar, eveneens uit de collectie.
Parijs is straks weer een iconisch museum rijker. Ik kan niet wachten.

All photo’s courtesy of Collection Pinault Paris