Na al die jaren, na de vele bezoeken aan
de Franse hoofdstad moet ik bekennen dat de stad mij nog steeds blijft verbazen
en…..er is zelfs sprake van een overtreffende trap. Het overkwam mij na een
wandeling door het Parc de Monceau in het 17e arrondissement. Via de uitgang
van het park aan de zijde van boulevard de Courcelles kom ik terecht aan de
overzijde in de rue de Thann die loopt naar de place du Général-Catroux. Daar
staat een van de mooiste stadspaleizen van Parijs; het Hôtel Gaillard. In 1878
kocht Émile Gaillard, een bankier en kunstliefhebber afkomstig uit Grenoble,
twee percelen grenzend aan de vlakte van Monceau, vroeger een groot weiland en
moestuin.
Een van de mooiste stadspaleizen van
Parijs; het Hôtel Gaillard
Op zoek naar een locatie voor zijn
steeds maar uitbreidende kunstverzameling met voornamelijk stukken uit de
Middeleeuwen en de Renaissance. Emile Gaillard maakt carrière bij de bank,
opgericht door zijn grootvader Theodore François Gaillard. Tijdens zijn
bankcarrière financiert hij de bouw van
spoorwegen, ondersteunt de ‘Graaf van Chambord’ bij het vastgoedmanagement en
is ook een van de bankiers van Victor Hugo. Al snel is hij lid van de
gerenommeerde 19de-eeuwse bankwereld waaronder de Rothschilds, de Pereire, de
Greffuhle en Hottinguer. Zijn artistieke
gevoeligheid maakt hem bovendien tot een van de beste leerlingen van Chopin.
Hôtel Gaillard is geïnspireerd op de
gevel en versieringen van de galerij van Karel van Orléans in het Loire kasteel
van Blois - Foto Wikimedia
Zijn kunstcollectie werd te groot voor
zijn woonhuis in de rue Daru en daarom gaf hij de architect Jules Février de
opdracht tot de bouw van een herenhuis, geïnspireerd op de gevel en
versieringen van de galerij van Karel van Orléans in het Loire kasteel van
Blois. De bouw ervan nam vier jaar in beslag. Het huis wordt binnen versierd
met wandtapijten uit Vlaanderen, faience van Bernard Palissy en rijkelijk
versierde badkamers en slaapkamers, riante trappenhuizen en zwaar
geornamenteerde deuren. Zelfs de afvoerbuizen op de gevel werden verguld en
gedecoreerd. Om zijn investering in het land rendabel te maken bouwde hij nog
eens twee aangrenzende herenhuizen. Een met uitzicht op de rue Georges Berger,
de andere op rue de Thann. Tesamen vormen zij het Hôtel Gaillard. De service
kamers bevinden zich op de begane grond. De privé appartementen op de eerste
etage en de tweede etage is gereserveerd voor zijn oudste zoon Eugène.
Het ‘Plaine Monceau’ wordt het centrum
van de welvaart met de Camondos, Gustav Dreyfus, de Goldschmidts, die allemaal
privéwoningen bouwen op deze strategische plek. Daarna volgen ‘les bourgeois’,
waaronder Claude Debussy, Sarah Bernhardt en Marcel Proust. In 1885 geven de
heer en mevrouw Gaillard een groot gekostumeerd bal voor meer dan 2000 gasten.
Hun naam en rijkdom is zo voor altijd gevestigd. Gaillard sterft op 5 mei 1902
en de familiebank wordt verkocht aan de Crédit Lyonnais. Zijn verzameling
wordt, na een veiling gehouden in juni 1904, verspreid over het gehele land. In
1919 wordt het chique woonhuis verkocht aan de Banque de France voor de som van
2 miljoen Franse francs.
97 Miljoen koste de verbouwing tot
museum. Gelukkig zijn alle monumentale details bewaard gebleven
Sinds het einde van de 19e eeuw heeft de
buurt een gigantische metamorfose meegemaakt. De aanwezigheid van de Gaillards
trok grootindustrielen aan om zich in deze wijk te vestigen: Peugeot, Breguet, Guerlain,
Michelin en de Haviland wonen nu in deze wijk. De ideale plek voor de Banque de
France om zich hier te vestigen voor het verkrijgen van de grootste
effectenportefeuilles. De twee andere woonhuizen worden eveneens aangekocht en
er volgt een vierjarige verbouwing om het Renaissance kasteel te veranderen in
een bankgebouw met aanzien. Het werk wordt toevertrouwd aan de architect
Alphonse Defrasse. Op de binnenplaats, gevormd door de drie gebouwen, vindt
Defrasse de ruimte om een kluiskamer van gewapend beton te bouwen omringd door
een slotgracht tussen de binnenmuren.
De ‘Salle des
Coffres’ - de kluiskamer
De kluiskamer wordt geconfigureerd op twee niveaus met een tussenverdieping, imposante pilaren, 112 kledingkasten en 3874 kluizen in verschillende grootten. Dit alle beschermd door een zware ingesloten veiligheidsdeur en omgeven door een gracht gevuld met water. Het is uitsluitend toegankelijk via een soort van ophaal brug en een schuifvloer bewogen door een elektrisch systeem.
Bovenop de kluis komt een houten gewelf
waar ramen in worden geplaatst. Het geheel is monumentaal en voor die tijd
spectaculair. Met als één doel, de klanten te verleiden en vertrouwen te geven
om spaargeld en hun kostbaarheden hier in bewaring te geven. In 1999 wordt het
gebouw geclassificeerd als historisch monument. Helaas wordt in 2006 deze
vestiging gesloten na een reorganisatie van het kantorennetwerk van de Banque
de France.
Het interieur van
de kluiskamer maar het is niet alles goud wat er blinkt
In 2009, drie jaar na de sluiting wordt
een project gelanceerd om het gebouw om te bouwen tot het eerste economie
museum van Europa. Het geheel wordt begroot op 47,5 miljoen euro. De initiële
planning voorzag in een architectuurwedstrijd en een renovatieperiode van twee
jaar. De opening van Citéco, de naam van het nieuwe museum, werd gepland voor
2014. Economisch gezien had het museum de wind niet mee. Het budget explodeerde
door enorme tegenvallers tijdens de renovatie tot 97 miljoen euro, meer dan het
dubbele. Er moest asbest verwijderd worden. Een bedrijf gespecialiseerd in het
verwijderen van loodverven gebruikte een verkeerde techniek waardoor lood zich
kon verspreiden door het gehele gebouw. Aangezien het gebouw geclassificeerd
was als historisch monument moesten stenen opnieuw worden gemaakt op dezelfde
grootte en in dezelfde specifieke rode kleur. Glas in loodramen voorzien van
een haast onzichtbare dubbele beglazing en alle vloeren moesten worden
verstevigd. Uiteindelijk moest de opening uitgesteld worden 2019.
Uiteindelijk op 14 juni 2019 ging de
‘Cité de l’Economie’ of Citéco open voor het publiek. Uit meerdere onderzoeken
bleek dat de Fransen weinig kennis hebben van economie. “Met dit nieuwe
interactieve museum willen we economie aantrekkelijk maken en zo de kennis van
de bezoekers vergroten”, aldus Nicolas Vinci. “Citéco kent in de wereld maar
een gelijke. Je moet de Atlantische Oceaan oversteken om het equivalent van
Citeco te vinden. Helemaal in Mexico is het MIDE; Museo Interactivo de
Economia, gecreëerd door de Centrale Bank van Mexico. Dit museum bleek het
inspirerend voorbeeld te zijn voor de Banque de France”. Het parcours is
opgedeeld in vijf onderwerpen: Ruilhandel of valuta, de actoren (staten,
bedrijven, banken), markten, instabiliteit (depressie, recessie, financiële
crisis) en regelgeving. Interactief gaat de bezoeker hier in het Frans of
Engels mee aan de slag. We leggen bij elk onderdeel de klassieke theorie uit,
vervolgens komen verschillende invalshoeken aan bod zoals die van Keynes, het
marxisme en het kapitalisme”.
De beroemde
pers van Nicolas Thonnelier, die handmatige balanceerpersen heeft verdrongen
voor het slaan van munten
Wat tijdens de rondleiding meteen opvalt
is de pracht en praal van dit indrukwekkende stadspaleis. Wanneer krijg je de
kans om rond te lopen in een bankgebouw dat bijna honderd jaar historie
uitademt? Waar je in de ‘Salle des Coffres’ de kluis een goudstaaf kunt
aanraken, de levensduur van een bankbiljet kunt ontdekken en waar te zien is
hoe het geld door de tijd evolueerde. Drie grote machines getuigen van
veranderende technieken om geld te drukken. Waaronder de beroemde pers van
Nicolas Thonnelier, die handmatige balanceerpersen heeft verdrongen voor het
slaan van munten. In de hal ontdek je nog een juweel. De hangende mand waar de
nachtwaker boven de slotgracht zijn beveiligingsrondje maakte rond de kluis.
De majestueuze
trappenhal van het museum
De grote centrale trap brengt je naar de
verschillende etages. Een spectaculaire ‘son et lumière’ een grafische
projectie op de arcades en kolommen geven een illustratie van de belangrijkste
problemen van de economie. Je doorloopt 2400 m² aan expositieruimtes verdeeld
over zes ruimtes die vroeger de
monumentale privékamers waren van de familie Gaillard. De bovenste etage is
ingeruimd voor tijdelijke tentoonstellingen maar door het glas heb je een
prachtig uitzicht op het leien dak met onderbroken lijnen door torentjes en
dakramen. Tevens is er een terras dat gevormd wordt door een glazen dak boven
de binnenplaats.
Dit nieuwe plateau is bestemd voor
recepties en laat je genieten van de originele architectuur van de originele
daken. Soms waan je je in Hogwarts, de Hogeschool voor Hekserij en Hocus-Pocus
uit de film Harry Potter. Kleine kamers met elkaar verbonden door een doolhof
van gangen en monumentale trappen. In alle ruimten zijn borden en foto’s te
vinden met daarop de informatie over de architectuur en geschiedenis van Hôtel
Gaillard.
Soms waan je je
in Hogwarts, de Hogeschool voor Hekserij en Hocus-Pocus uit de film Harry
Potter
De uitdaging naar de toekomst is groot:
Bezoekers en vooral jongeren, verwacht aantal 130.000 per jaar, vertrouwd maken
met de verschillende economische theorieën om zo de belangrijkste mechanismen
beter te begrijpen. Een bezoek aan dit nieuwe museum kan ik je zeker aanbevelen
al was het alleen al om de schitterende architectuur van een van de mooiste
stadspaleizen van Parijs. Een ding moet mij echter van het hart; waarom de
algemene esthetiek van dit prachtige pand bederven met materiaal van een
bedroevend design. Knalrode meubels, enorme borden die economie spelenderwijs
uitleggen.
Maar waarom nou zo lelijk? Gelukkig doet
de prachtig gerestaureerde buitengevel mij dat weer onmiddellijk vergeten.
Dus ga het Cité de l’Economie, Citéco
bezoeken en geniet van haar vroegere pracht.
Place du Général
Catroux 1, 17e arrondissement. Metro
station Monceau – lijn 2, Malesherbes – lijn 3. Maandags gesloten, geopend van
dinsdag t/m zondag van 14.00 uur tot 18.00 uur. Zaterdag tot 19.00 uur. Entree
€ 12