Paris FvdV is een niet commercieel weblog speciaal voor kenners en liefhebbers van de stad Parijs - en voor hen die dat willen worden. Parijs is een stad met een gewichtig verleden, respectabel en gerespecteerd. Het is totaal niet nostalgisch. Parijs is er in geslaagd om, soms op brutale maar altijd op elegante wijze, om te gaan met zijn grootse monumenten. Ze te beschermen en te integreren in de nieuwe dynamiek van de stad. Parijs is een meester op het gebied van herstel en transformatie. U zult er nooit in slagen een volledig overzicht te maken van plekken en verhalen, die allemaal op hetzelfde punt uitkomen en de glorie van deze stad bezingen. toch wil ik een poging wagen. Wekelijks wil ik u niet alleen informeren over wat Parijs nog meer te bieden heeft, maar ook wil ik mijn liefde voor deze stad op u over dragen. In de hoop dat het raakt aan iets wat u herkent of voelt. Ferry van der Vliet.

Privacy verklaring: Indien u weblog Paris FvdV, dat bij Google-Blogger is ondergebracht, leest en reageert op de blogs van Paris FvdV, doet u dat vrijwillig en is uw IP-adres en mailadres - indien u dat vermeld - bekend en wordt opgeslagen. Ook uw schuilnaam waaronder uw reageert wordt opgeslagen. Paris FvdV zal uw gegevens nooit aan derden doorgeven. We houden uw gegevens privé, tenzij de wet of rechtelijke macht ons dwingt uw gegevens aan hen te verstrekken. Datalekken in het systeem vallen onder de verantwoordelijkheid van Google-Blogger. Door weblog Paris FvdV te bezoeken en/of de op of via deze weblog aangeboden informatie te gebruiken, verklaart u zich akkoord met de toepasselijkheid van deze disclaimer. Google gebruikt cookies om services te leveren en verkeer te analyseren dus uw IP-adres en user-agent zijn bij Google bekend, samen met prestatie- en beveiligingsstatistieken om servicekwaliteit te garanderen, gebruiksstatistieken te genereren, misbruik te detecteren en maatregelen te treffen.

vrijdag 25 september 2020

LANDELIJK PARIJS; QUARTIER MOUZAÏA

De laatste keer dat ik dit jaar Parijs kon bezoeken was eind juli en sindsdien maakt de pandemie het vrijwel onmogelijk om om de zes weken, de Franse hoofdstad te bezoeken. In juli ben ik terug gegaan naar een stukje landelijk Parijs in het 19e arrondissement, beter bekend als het Quartier Mouzaïa. Gelegen ten zuiden van de place Rhin-et-Danube. Tussen de metrostations Botzaris en Pré-Saint-Gervais ligt een apart dorpje met 250 charmante huisjes, in feite zijn het arbeidershuisjes van eind 19e eeuw. Links en rechts aan de rue Mouzaïa ook wel het Quartier Mouzaïa of Quartier d'Amerique genoemd.

Het Quartier Mouzaïa met 250 charmante huisjes


De wijk is ontstaan op de gipsafzettingen van de Butte de Beauregard, beter bekend als de Amerikaanse steengroeve. Gelegen ten noorden van de rue des Carrières-d'Amérique die hier aan zijn naam te danken heeft.  Volgens een legende werden de steengroeven Carrières-d'Amérique genoemd omdat een deel van het hier geproduceerde gips zou zijn geëxporteerd naar de Verenigde Staten en gebruikt voor de bouw van het Witte Huis. Deze steengroeven, geëxploiteerd van de middeleeuwen tot eind 19e eeuw, strekten zich uit over zo’n 25  hectare. Het gips werd hier verwarmd in ovens tot 120° en vormde zo gips van een A-kwaliteit.


Vandaag de dag is het Quartier Mouzaïa een waar landelijk  paradijs, gekenmerkt door veel groen, kleine geplaveide straatjes overladen met klimop



De 250 huisjes van de Mouzaïa werden rond 1879 gebouwd voor de arbeiders die werkten in de gipsgroeven en in de molens van deze wijk. (Op de top van de Butte de Beauregard in de rue de Bellevue stonden zes molens: le moulin Vieux , le moulin Neuf , le moulin Basset , le Petit Moulin , le moulin de la Motte en le moulin du Costre).  Eigenaar van dit stukje land was de stukadoor Jacques Montréage, tevens gemeenteraadslid van de voormalige gemeente Belleville. Samen met een aantal aandeelhouders richtte hij in 1875 de Société des Marchés aux cheveaux et aux fourrages de Paris op, met als doel dit afgelegen stuk land levensvatbaar te maken door het organiseren van paardenmarkten. In ruil voor werkgelegenheid stond de stad Parijs land af aan het bedrijf en er werden speciaal wegen aangelegd waaronder de rues du Général-Brunet, David d’Angers, de Mouzaïa en de place Rhin-et-Danube. Helaas stortte tussentijds de paardenmarkt in en werd de Société failliet verklaard in 1879.

Kenmerkend voor de kleine huisjes is de smalle toegangsdeur
 

Het land kwam in bezit van projectontwikkelaars waaronder de familie Crabbe en de bank d’escompte de Paris, die de architect Paul-Casimir Fouquiau opdracht gaf tot het bouwen van deze arbeidershuisjes met rode bakstenen gevels (de meeste zijn nu in verschillende kleuren geverfd). Er werden verschillende typen huizen gedefinieerd met een straatbreedte van slechts 4 meter en 8,45 meter diep voor de kleinste, 6,475 of 7 meter breed en 13,745 meter diep voor de grootste. Allemaal voorzien van een smalle toegangsdeur, smeedijzeren luifel en een kleine binnenplaats aan de voorzijde. Gezien de kwetsbaarheid van de ondergrond mochten de huisjes niet meer dan twee etages hebben. Deze kleine huisjes, omzoomd door bloementuinen, liggen aan de zuidkant en de noordkant van de rue de Mouzaïa, de ruggegraat van deze wijk. Aan de zuidkant liggen de villa’s (steegjes) d’Alsace, Eugène Leblanc, de Bellevue, de Lilas, Sadi Carnot en Félix Faure. Aan de noordkant die van du Progrès en de la Renaissance.  De hellingen komen overeen met die van de oude steengroeven waarop de wijk is gebouwd.

Het is ook een paradijs voor katten die genieten van de heerlijke rust
 

Vandaag de dag is het Quartier Mouzaïa een waar landelijk  paradijs, vooral bij mooi weer. Gekenmerkt door veel groen, kleine geplaveide straatjes overladen met klimop, blauwe regen, seringen, jasmijn, rozen en kamperfoelie. Sinaasappelbomen uit Mexico en appelbomen uit Japan. Kortom alle geuren die onze grootmoeders kenden, hangen hier nog. Verder Kleurrijke huizen met vaak ongebruikelijke versieringen die door de bewoners zijn toegevoegd. Het is ook een paradijs voor katten die genieten van de heerlijke rust en zich niet gek laten maken door de merels die van tak tot tak rondvliegen. (Alstublief, respecteer de stilte en het privéleven van de bewoners van Mouzaïa) 

Humor

Nu wil iedereen hier wel wonen in deze kleine idyllische oase, maar jammer genoeg rukt aan de zijde van de villa du Progrès, de naam zegt het al, de stad op met spuuglelijke betonnen woontorens. Wat een contrast. En dan te bedenken dat nog geen halve eeuw geleden hier de molenwieken draaiden op de rue de Bellevue. 

Deze idyllische wijk bestaat uit diverse 'villa's' steegjes waar het heerlijk wandelen is

Stap uit bij het metrostation Danube (lijn 7bis: Louis Blanc – Pré-Saint-Gervais) dat naar de place du Rhin-et-Danube leidt. Dit metrostation is gevestigd in een voormalige steengroeve. Het is gebouwd op funderingen in de vorm van pilaren met een lengte van meer dan 30 meter rustend op de vaste grond. Hierdoor is het een echt ondergronds viaduct waar het spoorniveau ligt op 33,39 meter hoogte. Op dit station kun je een zijspoor zien dat aansluit op lijn 3bis, bestemd voor het testen van rollend materieel van de RATP.

Andere metrostations in de buurt zijn Botzaris en Pre-Saint-Gervais, beiden lijn 7bis.

Rue de la Fraternité
 

Ce n'était rien qu'un peu de pain, mais il m'avait chauffé le corps, et dans mon âme il brûle encore“. Het was maar een klein stukje brood, maar het had mijn lichaam opgewarmd en in mijn ziel brandt het nog steeds. Een stukje tekst uit een chanson van George Brassens. Als je vanuit het metrostation Danube richting het Quartier Mouzaïa loopt kom je door de rue de la Fraternité. Aan de rechterzijde zie je een pand met in ceramiek het opschrift ‘Oeuvre de la Bouchée de Pain’. Bouchée de pain, werd opgericht in 1884 door het echtpaar Dehaut. Een voedselbank avant la lettre. Tot op de dag van vandaag open voor de kanslozen van het arme Parijs van vandaag. Moeders, kinderen, ouderen, werklozen en daklozen kunnen hier nog dagelijks terecht voor een maaltijd. De naam van de straat had niet beter gekozen kunnen zijn; rue de la Fraternité, de straat van de broederschap.



maandag 7 september 2020

EAU DE PARIS DE GRAND CRU VAN PARIJS


Herken je dat ook als je op een Nederlands terras iets besteld en als drinken gewoon om een glas water vraagt. Of ze schenken je ongevraagd een flesje spa blauw of ze zeggen gewoon, “nee, dat schenken wij niet. Ik los het dan vaak op met, “ik wil graag even mijn medicijnen innemen”. Oh dan kan het plotseling wel. Zoiets is ondenkbaar in Parijs. Als je in een café of restaurant in Parijs bent, is water net als brood overigens, altijd gratis. En… het is het enige drankje dat gratis wordt bijgevuld. Vraag gewoon om een glas water (un verre d'eau) of een karaf (une carafe d'eau) om aan te geven dat je van plan bent te genieten van de gratis geneugten van de 'grand cru' van de stad. Of als je de ober een duwtje in de rug wil geven na zijn vraag; “plat (plat) of sprankelend (gazeuse of pétillante)? Antwoord dan ‘Château-la-Pompe’ - de brutale bijnaam voor kraanwater. Hiermee demonstreer je de beheersing van de Franse humor en de wetenschap dat je niet hoeft te betalen voor iets dat je gratis kunt krijgen.


Wist je dat het drinkwater van Parijs een van de zuiverste is? Het zou zelfs een van de beste ter wereld zijn! Dat leren we tenminste in de zeer populaire Netflix docu-serie genaamd ‘Down to Earth’ (in Frankrijk ‘Les Pieds sur Terre’) met Zac Efron en co-host Darin Olien. Darin is de auteur van de New York Times bestseller ‘Superlife’. De vijf oplossingen die je gezond, fit en eeuwig vitaal zullen houden. Zac Efron, neem ik aan, behoeft geen introductie. Op de serie werd ik gewezen door mijn zoon met als gevolg deze blog, waar ik duik in de kwaliteit van het Parijse drinkwater, dat volgens kenners zelfs uitzonderlijk is te noemen. Kwaliteit van drinkwater is sowieso belangrijk aangezien de mens voor zo’n 65% uit water bestaat. We kunnen drie dagen zonder eten maar niet drie dagen zonder water.


Het Parijse drinkwater, dat volgens kenners zelfs uitzonderlijk is te noemen
'De Parijzenaars zijn trots op hun grand cru'

De gehele watervoorziening in Parijs is ook uniek in de wereld. De stad heeft meer dan 1200 drinkwaterfonteinen met gratis toegang, de bekendste zijn de Walace fonteinen. Een geschenk aan de stad aan het einde van de 18e eeuw door de Engelse filantroop Richard Wallace. Er zijn nu zelfs 13 fonteinen met bruisend kwaliteitswater. Er is een app; ‘Château la Pompe’ die de locaties laat zien waar je gratis je bidon kunt vullen. Ook zijn er automaten waar je een herbruikbare, door Philippe Starck ontworpen waterfles, kunt halen bij de bruiswaterfonteinen. Dit alles in een poging Parijzenaars aan te moedigen om kraanwater te drinken en zo de enorme plasticberg, ontstaan door wegwerpflesjes met mineraalwater of bronwater drastisch terug te brengen. Wist je dat er per minuut, wereldwijd 1 miljoen flesjes water worden gemaakt. Dat zijn er maar liefst 525.600.000.000.000 per jaar. Kraanwater is het meest duurzaam. Daar waar kraanwater lokaal wordt getapt, geldt voor mineraal- en bronwater, dat het (meerdere malen) moet worden getransporteerd. En het Parijse drinkwater kan zonder problemen de concurrentie aan met grote Franse merken als Cristaline, Evian, Vichy St-Yorre, Badoit en Perrier. Het Parijse kraanwater is zelfs het meest gecontroleerde voedingsproduct in Frankrijk, maar daarover straks meer.

Parijs heeft meer dan 1200 drinkwaterfonteinen met gratis toegang, de bekendste zijn de Walace fonteinen 


Verder is Parijs een van de weinige hoofdsteden ter wereld met een tweede waternetwerk, naast het netwerk voor de drinkwatervoorziening. Het idee achter de aanleg van een tweede netwerk, de infrastructuur uit de 19e eeuw is te danken aan ingenieur Eugène Belgrand. Hij voorzag Parijs van een betrouwbare infrastructuur voor de toevoer van schoon water en moderne riolering. Een en ander is ontstaan in 1860, nadat de stad de omliggende gemeenten had geannexeerd. De Parijse bevolking nam met bijna een derde toe. Na deze annexatie begon de stad met een gedeeltelijke privatisering van het waternetwerk van Parijs, door een beroep te doen op de CGE (Compagnie Générale des Eaux), waarmee bepaalde geannexeerde omliggende gemeenten een contract hadden ondertekend. De stad kocht alle bestaande waternetten in de bijgevoegde gemeenten op en ondertekende tegelijkertijd een contract met de CGE voor de distributie van water. Haussmann besloot toen om de openbare dienst en particuliere dienst te scheiden op basis van de kwaliteit van het water. De particuliere dienst werd voorzien van bronwater en de openbare dienst kreeg water van mindere kwaliteit uit de Seine en het kanaal van Ourq, bestemd voor industrieel gebruik en straatreiniging. Zo kreeg de stad de beschikking over twee waternetwerken die heden ten dage nog steeds in gebruik zijn. Het niet-drinkbare water wordt door de gehele stad gedistribueerd via een 1.700 kilometer lang netwerk. Het hart van de installatie is te vinden op nummer vier van de Quai de Seine met het bord ‘Usine de la Villette’. Hier stopt de productie nooit. 24 Uur per etmaal filtert Eau de Paris hier het niet drinkbare water. Dagelijks zo’n 180.000 m³.


Parijs een van de weinige hoofdsteden ter wereld met een tweede waternetwerk bestemd voor industrieel gebruik en straatreiniging


Waar een tweede waternetwerk niet alleen goed voor is


De reis van een druppel water
Sinds 1 januari 2010 is de Eau de Paris de gemeentelijke beheerder van de waterdienst in de Franse hoofdstad. De dagelijkse consumptie van leidingwater is in Parijs gemiddeld 130 liter per persoon. Parijs heeft meer dan 2.2 miljoen inwoners en er werken nog eens bijna 1 miljoen mensen in Parijs, komend vanuit de voorsteden. De stad maakt in een straal van 80 tot 150 kilometer gebruik van vele natuurlijke bronnen die haar voor ongeveer de helft van het zuiverste drinkwater voorzien. Het water wordt op natuurlijke wijze gefilterd door de geologische lagen. Deze bronnen bevinden zich in de regio’s Sens, deze bron is de verste en bevindt zich op 156 kilometer afstand, Provins en Fontainebleau ten zuiden en Verneuil-sur-Avre en Dreux in het westen. Dit opgevangen water wordt vervolgens via 470 kilometer aan aquaducten naar Parijs getransporteerd. Dit alles is te danken aan de visie van Eugène Belgrand en Georges Haussmann in de 19e eeuw.


Het water wordt aangevoerd via 470 kilometer aan aquaducten


Het oppervlaktewater wordt onttrokken aan de Seine en de Marne. Het wordt vervolgens ‘behandeld’ in 2 zuiveringsinstallaties in het zuidoosten van de regio Parijs: Orly sur la Seine en Joinville sur la Marne. Zij zorgen voor de andere helft van het drinkwater van Parijs.

De visionairs: Georges Haussmann & Eugène Belgrand


Het drinkwater wordt, voordat het wordt gedistribueerd, opgeslagen in 5 hoofdreservoirs met een totale capaciteit van 1.087.000 m³ water, goed voor 2 dagen consumptie: Ménilmontand, Montsouris, Saint Cloud, Les Lilas en l’Haÿ-les-Roses (Val-de-Marne). 4 Reservoirs zijn exclusief gewijd aan de opslag van niet-drinkbaar water: Charonne in het 20e, Grenelle in het 15e, Passy in het 16e en de voorstad Villejuif.  De watertoren en de reservoirs van Montmartre maken het mogelijk om drinkwater en niet-drinkbaar water op te slaan. Parijs beschikt over 2.000 km aan pijpleidingen voor het vervoer van water.


 Reservoir de Passy in het 15e arrondissement


In Parijs was de watervoorziening openbaar sinds de regering van Napoleon III (1852-1870). In 1985, na de overwinning van rechts bij de gemeenteraadsverkiezingen, besloot burgemeester Jacques Chirac, om de drinkwatervoorziening te privatiseren Het werd toevertrouwd aan twee multinationale ondernemingen: ‘Lyonnaise des Eaux’ (nu Suez Environnement) op de linkeroever van de Seine en ‘Générale des Eaux’ (nu Veolia) op de rechteroever. De concurrentie tussen Suez en Veolia zou de gebruikers ten goede komen, maar deze beloften, zoals vaker, werden niet nagekomen. Tussen 1985 en 2009 steeg de prijs van water in Parijs  twee keer zo snel als de inflatie. In totaal met 35%. Het was een campagnebelofte van Bertrand Delanoë in 2008 om de watervoorziening weer in handen van de stad te brengen. Na zijn herverkiezing werd in 2009 Eau de Paris opgericht. Gevolg; de waterprijs daalde in 2010 met 8% en vervolgens tussen 2011 en 2019 nog eens met 3,6%.


Het Réservoir de Montsouris, gebouwd tussen 1868 en 1873


Kwaliteit
Eau de Paris respecteert de 56 drinkwaterparameters die zijn gedefinieerd door de Public Health Code in het kader van Europese normen die de hoogste sanitaire kwaliteitsnorm ter wereld vormen. Haar laboratorium is geaccrediteerd door COFRAC (de Franse accreditatiecommissie). Elk jaar worden meer dan een miljoen kwaliteitsmetingen uitgevoerd om zo de sanitaire bewaking te waarborgen, en de onberispelijke kwaliteit van het water dat aan de kranen van de Parijzenaren wordt geleverd te garanderen. Het water wordt gezuiverd in opeenvolgende fasen. Allereerst met behulp van een proces dat natuurlijke filtratie door de bodem reproduceert. De verwijdering van organisch-, anorganisch materiaal en microvervuilers zoals pesticiden gebeurt vervolgens met ozon. Dan volgt een ultramoderne behandeling met uv-licht die de laatste sporen van virussen en bacteriën volledig elimineert.

Een ander goed punt, Paris-water bevat van nature minerale zouten: 90 mg / l calcium, 10 mg / l natrium en 6 mg / l magnesium. Magnesium is essentieel voor een goede zenuw- en spierbalans. Eau de Paris heeft daarom alle voordelen van flessenwater, terwijl het veel duurzamer en economischer is. Sinds de aanslagen in november 2015 wordt het drinkwater licht gechloreerd. Dit omdat chloor een product is dat een mogelijke aanval op het netwerk met chemische wapens kan detecteren. Om precies te zijn slechts zo’n 0,2 microgram per kubieke meter. De smaak verdwijnt als je de kraan iets langer laat lopen of kraanwater bewaart in de koelkast.


Advertenties die de Parijzenaars moeten verleiden meer kraanwater te drinken


In Frankrijk varieert de prijs van drinkwater tussen  € 1 en € 6. In Parijs kost een kubieke meter (1000 liter) water € 3,42 (januari 2020). Het grote verschil tussen de lokale prijzen is te wijten aan de afstand tussen de bron en het distributiepunt, en aan het type behandeling. Ter vergelijking geeft de volgende tabel de prijs weer van flessenwater in een Franse supermarkt.

Type                                       Prijs* in € / L
Cristaline flessenwater           0,52
Evian                                      1,08
Vichy St-Yorre                        1.18
Badoit                                     1,64
Perrier                                    1,36
* gemiddelde prijzen

Het goedkoopste flessenwater is Cristaline en kost 173 keer meer dan het kraanwater in Parijs. Evian kost 360 keer meer en Badoit zelfs 546 keer.

Het is ook mogelijk om gratis bronwater te krijgen. Water dat direct uit de Parijse ondergrond komt volgens het principe van de geboorde put. Op de place Paul-Verlaine, de Butte-aux-Cailles in het 13e arrondissement is de bron, een 582 meter diepe put die in 1872 werd voltooid.
Op de square Lamartine, Passy, in het 16e arrondissement.  Een put geboord in 1855 in opdracht baron Haussmann om water te leveren aan de meren van het Bois de Boulogne. Het water stroomt nu uit de fontein op het kleine plein.
Square de la Madone, Montmartre, in het 18e arrondissement. Deze 700 meter diepe put zorgt voor het zuiverste water. Water dat bijzonder goed beschermd is, geïsoleerd tussen twee geologische lagen en de zegen heeft van de Heilige Madonna.


En dan zijn er sinds kort fonteinen met bruisend water. Dat bruiswater komt natuurlijk niet uit een lokale bron. Het is gewoon water uit het hoofdnetwerk waar net onder de fontein CO2 wordt toegevoegd. Omdat de beste temperatuur om CO2 toe te voegen 7° Celsius is worden deze fonteinen ook nog eens gekoeld. De eerste van dergelijke fonteinen werd in 2010 ingewijd in de Jardin de Reuilly (vlakbij de Promenade Plantée) in het 12e arrondissement, en sindsdien zijn er ongeveer elf andere gecreëerd. Het doel van de stad Parijs is om eind 2020 ten minste één Fontaine Pétillante te installeren in elk arrondissement . De andere bruisende fonteinen zijn te vinden in:

Fontaine Pétillante des Halles – rue Berger, 1e arrondissement
Fontaine Pétillante – 25 rue Léopold Bellan, 2e
Fontaine des berges de Seine – 4, quai Anatole France, 7e
Fontaine du square Eugène-Varlin – 150, quai de Jemmapes, 10e
Fontaine du jardin Truillot – 82 boulevard Voltaire, 11e
Fontaine du siège d’Eau de Paris – Au 19 rue Neuve-Tolbiac, 13e
Fontaine du parc Montsouris – entrée coté rues Gazan et Liard, 14e
Fontaine à l’entrée du parc André Citroën – Quai André Citroën, 15e
Fontaine du parc Martin Luther King – ZAC des Batignolles, 17e
Fontaine du jardin d’Eole – Face au 28, rue d’Aubervilliers,  18e
Fontaine du square Séverine – Rue Dulaure, 20e

Andere fonteinen zijn gepland op de place Edmond Michelet (4e), tegenover het sportcentrum Valeyre, 24, rue Marguerite de Rochechouart (9e), in de Jardin Ranelagh (16e) en tenslotte in het Parc Buttes-Chaumont (19e).
Dus vergeet, Evian, Badoit en Perrier, schakel over naar dé grand cru van Parijs; La Pétillante van Eau de Paris.