Paris FvdV is een niet commercieel weblog speciaal voor kenners en liefhebbers van de stad Parijs - en voor hen die dat willen worden. Parijs is een stad met een gewichtig verleden, respectabel en gerespecteerd. Het is totaal niet nostalgisch. Parijs is er in geslaagd om, soms op brutale maar altijd op elegante wijze, om te gaan met zijn grootse monumenten. Ze te beschermen en te integreren in de nieuwe dynamiek van de stad. Parijs is een meester op het gebied van herstel en transformatie. U zult er nooit in slagen een volledig overzicht te maken van plekken en verhalen, die allemaal op hetzelfde punt uitkomen en de glorie van deze stad bezingen. toch wil ik een poging wagen. Wekelijks wil ik u niet alleen informeren over wat Parijs nog meer te bieden heeft, maar ook wil ik mijn liefde voor deze stad op u over dragen. In de hoop dat het raakt aan iets wat u herkent of voelt. Ferry van der Vliet.

Privacy verklaring: Indien u weblog Paris FvdV, dat bij Google-Blogger is ondergebracht, leest en reageert op de blogs van Paris FvdV, doet u dat vrijwillig en is uw IP-adres en mailadres - indien u dat vermeld - bekend en wordt opgeslagen. Ook uw schuilnaam waaronder uw reageert wordt opgeslagen. Paris FvdV zal uw gegevens nooit aan derden doorgeven. We houden uw gegevens privé, tenzij de wet of rechtelijke macht ons dwingt uw gegevens aan hen te verstrekken. Datalekken in het systeem vallen onder de verantwoordelijkheid van Google-Blogger. Door weblog Paris FvdV te bezoeken en/of de op of via deze weblog aangeboden informatie te gebruiken, verklaart u zich akkoord met de toepasselijkheid van deze disclaimer. Google gebruikt cookies om services te leveren en verkeer te analyseren dus uw IP-adres en user-agent zijn bij Google bekend, samen met prestatie- en beveiligingsstatistieken om servicekwaliteit te garanderen, gebruiksstatistieken te genereren, misbruik te detecteren en maatregelen te treffen.

zondag 16 juni 2019

CHAPELLE EXPIATOIRE EN ÉGLISE SAINT-AUGUSTINE


In de achttiende eeuw is er in Parijs nog geen sprake van begraafplaatsen. De doden worden ‘te ruste’ gelegd op braakliggende terreinen in de stad. Zo ontstaan massagraven die open blijven tot ze gevuld zijn, waarna de bovenste rij doden weer met een laag aarde wordt bedekt. In de herfst, wanneer het extra vochtig is, vulden de kuilen zich met grondwater, waarna schuimig ontbindingswater naar de oppervlakte kwam. Het lijkt alsof de doden door de drassige grond uit hun graven komen gisten. De wolven lijken hun prooien makkelijk te kunnen vinden en de dieven stelen de lijken voor de anatomische proeven van de opkomende artsen- stand. (citaat uit wandelen over Père Lachaise)

De  Chapelle Expiatoireis omringd door machtige bomen

In diezelfde periode, tussen 1816 en 1826 laat Lodewijk XVIII een boetekapel bouwen boven op een massagraf van Zwitserse Gardisten, die waren afgeslacht in de tuinen van het koninklijk paleis tijdens de Franse Revolutie en de meer dan 3000 geguillotineerden van de place de la Concorde, toen de place de la Révolution. Onder de slachtoffers bevonden zich ook Lodewijk XVI en Marie-Antoinette. De lijken werden overgebracht naar het Cimetière de la Madeleine. Het kerkhof hoorde bij de beroemde kerk met dezelfde naam. Louis XVI werd begraven met het hoofd tussen de benen. Een macabere gedachte, maar ze moesten met die (ont)hoofden toch iets doen. In 1794 werd de begraafplaats gesloten en de lap grond werd verkocht aan een zekere Desclozeaux, die getuige was geweest van de begravingen. Hij plantte op de graven van Louis XVI en Marie-Antoinette twee treurwilgen. Later verkocht Desclozeaux zijn eigendom aan Louis XVIII de broer van Louis XVI en dankzij die treurwilgen werden de graven snel gevonden. Teneinde de herinnering aan de koninklijke familie leven in te blazen gaf Koning Louis XVIII opdracht op de plaats van de oorspronkelijke graven een boetekapel te bouwen. De eerste steen werd gelegd op 21 januari 1815 (de dag waarop Lodewijk XVI werd gedood) en de Chapelle Expiatoire werd voltooid in 1826. Wonder boven wonder heeft de kapel de Commune van 1871 overleefd.

De ingang van de boetekapel ligt in het parkje aan de rue Pasquier

Een Chapelle Expiatoire; boetekapel. Expier betekent verzoenen en boete doen. Het gebouw lijkt te zijn opgericht om een fout, een misdaad te herstellen. Welke? De misdadige terechtstelling van het koningspaar door de revolutionairen natuurlijk. Of…. was het om boete te doen vanwege de schandalige uitbuiting van het Franse volk in die tijd? Vergeet het maar.
Wekelijks komen hier mensen die nog steeds verontwaardigd zijn over de terechtstelling van Lodewijk XVI en Marie-Antoinette. Zij lezen gedichten, wisselen verhalen uit, wensen elkaar het allerbeste en nemen afscheid met een kort "à bientôt".

De Chapelle Expiatoire staat op een lichte verhoging. Aan weerzijde van de tuin staan symbolische grafstenen ter nagedachtenis aan de Zwitserse Gardisten die tijdens de arrestatie van de koning in de Tuileries werden gedood.

Het kleine gedenkteken is omringd door machtige bomen en fungeert tegenwoordig als cenotaaf (leeg graf onder andere voor het laatste koningspaar van het Ancien Régime). De verscheidenheid van de soorten bomen gepland in het parkje moesten de verschillende klassen uitbeelden van de mensen die tijdens de Revolutie waren omgekomen. De voorzijde is een vrij kale gevel voorzien van een monumentale deur. De bouw ervan koste toentertijd 3 miljoen livres, kosten die werden gedeeld door de Hertogin van Angoulême en de Koning. De Chapelle Expiatoire staat op een lichte verhoging. Er zijn twee gebouwen, gescheiden door een binnenplaats die is omgeven door een omsloten kloosterachtig gebied, een zuilengalerij, die de kapel isoleert van de buitenwereld. 

Links en rechts omgeven door een omsloten kloosterachtig gebied, een zuilengalerij, die de kapel isoleert van de buitenwereld.

De ingang ligt in het parkje aan de rue Pasquier. Er is een inscriptie boven de ingang, die luidt : Le roi Louis XVIII a élevé ce monument pour consacrer le lieu où les dépouilles mortelles du roi Louis XVI et de la reine Marie-Antoinette, transférées le XXI Janvier MDCCCXV dans la sépulture royale de St-Denis, ont reposé pendant XXI ans. Il a été achevé la deuxième année du regne du roi Charles X, l’an de grace MDCCCXXVI - Koning Lodewijk XVIII richtte dit monument op om de plaats te heiligen waar het stoffelijk overschot van koning Lodewijk XVI en koningin Marie-Antoinette, overgedragen op 21 januari 1815 naar het koninklijke graf van Saint-Denis, 21 jaar rustte. Het was voltooid tijdens het tweede jaar van de regering van Charles X, het jaar van genade 1826.    

Eenmaal binnen kom je in een kleine hal, die versierd is met slingers en kronen, en monogrammen van Lodewijk XVI en Marie-Antoinette. Vanuit de hal kom je bij een binnentuin, de vroegere begraafplaats. Aan weerszijde van de tuin staan symbolische grafstenen ter nagedachtenis aan de Zwitserse Gardisten die tijdens de arrestatie van de koning in de Tuileries werden gedood. Langs de trap naar de ingang van de kapel bevinden zich nog de graven van Philippe Egalité, de vader van Lodewijk Filips en van Charlotte Corday die Jean-Paul Marat (revolutionair, links-extreme politicus en journalist) in zijn badkuip had doodgestoken. Aanvankelijk werd Marat vereerd als een martelaar, maar enkele jaren later kreeg Corday postume erkenning om haar opoffering om het land van een monster te bevrijden. Marat werd medeverantwoordelijk geacht voor de vervolging van en moord op duizenden vermeende tegenstanders van de Franse revolutie.  
Door een sobere zuilengang en geornamenteerde deuren kom je in de kapel en de trappen in de zijkapellen brengen je naar een crypte. Het zwart marmeren altaar in de vorm van een graftombe geeft de plek aan waar het lichaam van Lodewijk XVI is opgegraven. De resten van de Koningin lagen drie meter verder. In de kapel zelf, wit marmeren sculpturen van de Koning en de Koningin in extatische houding gemaakt door François Joseph Bosio en Jean-Pierre Cortot.

De binnenzijde van de kapel - Photo: © Centre des monuments nationaux / J.L. Paillé – Press photo

Chapelle Expiatoire, rue Pasquier 25. Metro: St. Augustin, Havre Caumartin. Geopend op donderdag, vrijdag en zaterdag van 13.00 uur tot 17.00 uur.




In de voetsporen van Marcel Proust
Je loopt nu om het parkje heen en je bevindt je op de boulevard Haussmann. Aan de overzijde op nummer 102 herinnert een plaquette ons aan de schrijver Marcel Proust, die hier van 1907 tot 1919 woonde. Het was het appartement van zijn tante. Proust wilde er wonen omdat hij daar zijn oom had zien sterven en hoopte uit die herinnering inspiratie te putten. Hier schreef hij een groot deel van zijn roman ‘À la recherche du temps perdu’ (Op zoek naar de verloren tijd). Een van de belangrijkste en invloedrijkste romans van het moderne tijdperk. Deze romancyclus werd uiteindelijk uitgegeven in zeven delen, tussen 1913 en 1927.

Église Saint-Augustin, een ontwerp van Victor Baltar die we kennen als dè architect van de oude markthallen

Een stukje verder de bijzondere gevel van de Église Saint-Augustin ingeklemd tussen de boulevard Malesherbes, rue de la Bienfaisance, avenue César Caire en de place Saint-Augustin. Jaren geleden heb ik deze kerk links laten liggen vanwege zijn armzalige staat en roetzwarte gevel. De kerk werd gebouwd tussen 1860 en 1870 in de armenwijk ‘Petite Pologne’ (Klein Polen), nadat de prefect Georges-Eugène Haussmann lange rechtlijnige avenues liet aanleggen en op plaatsen waar de boulevards elkaar kruisten prestigieuze en markante gebouwen liet neerzetten. ‘Klein Polen’werd snel omgevormd tot een burgerlijk district en Victor Baltard, die we kennen als dè architect van de oude markthallen kreeg de opdracht om een kerk te bouwen op een onmogelijk trapezoïde grondstuk. Hij nam de onregelmatigheden eenvoudig op in zijn ontwerp en gaf de kerk een origineel trapeziumvormig grondplan met een smalle façade en een verbrede oostzijde.

Vorig jaar, 2018, herwon de kerk weer zijn glans. 4,2 miljoen koste de restauratie van de 150 jaar oude voorgevel

Na zijn opgedane ervaring bij de bouw van de smeedijzeren markthallen in het centrum van de stad, was hij de eerste architect die een nieuwe bouwwijze met ijzeren constructies voor het eerst toepaste in een kerk. Toch werd het ijzeren geraamte ommanteld met steen. Door deze constructie hoefden er geen steunberen aan de buitenkant te komen en konden de muren aanzienlijk dunner worden. Vanzelfsprekend scheelde dat enorm in de kosten. De kerk werd op 28 mei 1868 ingehuldigd maar de gekozen locatie voor het godshuis, op de kruising van drukke boulevards, maakte de kerk tot een van de meest lawaaierige kerken van Parijs, hetgeen uiteraard niet bevorderlijk was voor de contemplatie. De kerk is zo’n 100 meter lang met een 80 meter hoge ‘lantaarn’ met een diameter van 25 meter. In het schip zijn geen glas-in-lood-ramen en dat verklaart waarom het schip nogal donker is.

Het meest indrukwekkend is ongetwijfeld de restauratie van de grote centrale rozet waarop 12.000 goudblaadjes zijn verwerkt

Maar door de jaren heen raakte de kerk in verval en werd steeds zwarter door het langsrazende verkeer. Tot overmaat van ramp viel het hoofd van de stier van Saint-Luc, onderdeel van een van de sculpturen, in 2012 op het voorplein. Wonder boven wonder raakte niemand gewond. De burgemeester van Parijs, Anne Hidalgo’, maakt vervolgens 80 miljoen euro vrij, over een periode van zes jaar, voor de restauratie van verschillende kerken in Parijs, waaronder de Églises van Saint-Germain-des-Prés, de Saint-Sulpice, Saint-Augustin en de Saint-Eustache.
Jaren stond de kerk verscholen achter een groot reclamedoek voor Samsung mobiele telefoons tot ergernis van de omgeving. “Ja ik had liever gehad dat het zeildoek de architecturale elementen van de kerk overnam”, zei pater Denis Branchu, predikant van de Saint-Augustin. “Maar elke extra bijdrage versneld het bouwproces”. En zo werd de predikant zeven jaar lang een specialist in telefoonproducten.

De smeedijzeren ornamenten verraden de signatuur van Victor Baltard

Vorig jaar, 2018, herwon de kerk weer zijn glans. 4,2 miljoen koste de restauratie van de 150 jaar oude voorgevel. En het resultaat mag er zijn, beeldhouwers, keramisten en gilders werkten aan de 39 beelden aan de voorzijde. Maar het meest indrukwekkend is ongetwijfeld de restauratie van de grote centrale rozet waarop 12.000 goudblaadjes zijn verwerkt. De verblindend witte voorgevel is prachtig, maar de achterkant van het religieuze gebouw is nu toe aan een grondige opknapbeurt die zeker een aantal jaren in beslag zal nemen.

De 80 meter hoge koepel met een diameter van 25 meter is hard aan restauratie toe

Of Proust ooit de kerk van buiten of binnen heeft bewonderd is onbekend. Hij werkte het liefst ’s nachts en overdag probeerde hij te slapen ondanks het lawaai van de drukke boulevard Haussmann. Naar het schijnt had hij zijn slaapkamer laten voorzien van kruktegels en zware overgordijnen. Daar sleet hij zijn dagen, vaak aan het bed gekluisterd en voorzien van de nodige stoombaden om zijn chronische astma, waarvan hij vanaf zijn negende jaar last van had, te verlichten. Proust stierf op 18 november 1922, op 51-jarige leeftijd aan een longontsteking.

Schuld en boete

maandag 3 juni 2019

DE DUIVEL REDDE PARIJS VAN DE ONDERGANG


Voor de Duitse filmregisseur Volker Schlöndorff, maker van de film Diplomatie, is het zonneklaar: 'Parijs is niet gered door een held, maar door de duivel'. Met zijn woorden doelt hij op de Duitse generaal Dietrich von Choltitz. Het was een serieus dreigement, de uitwas van een direct bevel van Hitler, dat echter op het laatste moment is afgewend. 'Hij treuzelde zo lang met het geven van het commando. Toen het Franse verzet, op 25 augustus 1944, bijna in zijn slaapkamer stond kon hij niet meer terug'. Hij gaf de stad, zijn leger van 17.000 man en zichzelf over aan de leider van het verzet Henri Rol-Tanguy en generaal Jacques-Philippe Leclerc.

Dietrich von Choltitz (1894 - 1966) was een Duitse General der Infanterie ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. Hij stond bij de Duitse aanval op Nederland in 1940 als Oberstleutnant aan het hoofd van een bataljon dat vanuit Rotterdam-Zuid de Maasbruggen wilde oversteken voorafgaand aan het Bombardement op Rotterdam. Op 7 augustus 1944 werd hij vlak voor de bevrijding van Parijs, door Hitler benoemd tot bevelhebber van Parijs. Bij de opmars van de geallieerden later die maand zou hij diverse bevelen om de stad te vernietigen, in de wind hebben geslagen. Zijn rol als "Redder van Parijs" is echter zeer omstreden. Waarom Von Cholitz, die geen moeite had om andere steden zoals Rotterdam met de grond gelijk te maken, Parijs intact liet staat nog altijd niet vast. Had hij een pact gesloten met de geallieerden om zodoende een lagere straf te krijgen? Hij werd niet ter verantwoording geroepen in Neurenberg  ondanks oorlogsmisdrijven in Rusland waar hij Hitlers bevel om de Joden uit te roeien nauwkeurig zou hebben uitgevoerd. Of wilde hij zijn militaire familieverleden niet besmeuren door de geschiedenis in te gaan als de man die een van de mooiste steden aller tijden zou hebben vernietigd. In 1947 werd Von Cholitz vrijgelaten uit geallieerde gevangenschap. Hij overleed in 1966, in zijn woonplaats Baden-Baden aan een in de oorlogsjaren opgelopen longemfyseem.

Oberstleutnant Dietrich von Choltitz (1894 - 1966) - foto: Bundesarchiv Deutschland 


Als Parijs tijdens de Tweede Wereldoorlog enige rol van betekenis heeft gespeeld, dan als symbool. De Duitsers waren door de stad geobsedeerd. Hitler bezocht Parijs twee weken na de capitulatie om inspiratie op te doen voor zijn architectonische plannen met Berlijn.
Parijs is tijdens de Tweede Wereldoorlog niet belegerd, zoals Leningrad. Parijs is ook niet gebombardeerd, zoals Londen, noch vond er een grote opstand plaats, zoals in Warschau. In Parijs is tussen 1940 en 1944 relatief weinig gebeurd. Vier jaren bleef de stad in Duitse handen. Toch ging het leven van alledag gewoon verder. Vlak na de capitulatie kwamen de meeste gevluchte Parijzenaars al weer terug en hervatten hun dagelijkse bezigheden. Er waren wel verschillen natuurlijk. De standaard tijd was nu Duits, kranten publiceerden onder censuur, Duitse soldaten zag je overal en het was verboden auto te rijden voor privé doeleinden. Dus de metro moest overuren maken. Door de weeks dan, want in het weekend lag deze ook stil. Ook het intellectuele leven hervatte, de schrijvers en intellectuelen zoals Jean-Paul-Sartre, Simone de Beauvoir en Albert Camus negeerden de Duitsers en trokken naar hun plaatsen van voor de oorlog zoals het café Les Deux Magots in Saint-Germain-des-Prés. Zij schreven voor zichzelf, maar ook diverse andere kunstenaars waaronder Picasso schilderden voor zichzelf. Parijs werd bovendien overspoeld met Duitse soldaten op verlof. Ook kwamen collaboratie en verraad er op grote schaal voor. Zo kon het Vichy-bewind op veel steun rekenen. Bij de Grote Razzia van 16 juli 1942 was het de Franse politie, en niet de Duitse, die 13.000 Joden oppakte. In de kern was Parijs bang. Aan de andere kant stond de Lichtstad voor alles wat de nazi’s verfoeiden: decadentie, rasvermenging, progressieve ideeën. Bezoekende Duitse soldaten kregen een gids waarin de toeristische plekjes stonden, maar ook werden gewaarschuwd voor geslachtsziekten. De ‘Pocket Guide to France’, die Amerikaanse GI’s in 1944 kregen, bevatte dezelfde waarschuwing. Ook de Amerikanen wantrouwden het ‘verdorven’ Parijs.
(Bron: ‘Toen het licht uitging in Parijs’; Ronald C. Rosbottom)

6 juni 1944 de start van 'Operatie Overlord' - foto Ferry van der Vliet

In augustus 1944 gingen de geallieerden, na de omsingeling van Duitse strijdkrachten in de zak van Falaise, in volle opmars naar Parijs. Op 15 augustus gingen de Parijse metro en de Parijse politie in staking. Het geallieerde strijdplan voorzag in een omtrekkende beweging rond Parijs, om stadsgevechten, die traditioneel veel mensenlevens eisen, te vermijden. De volgende dag werden de genoemde stakingen gevolgd door de posterijen en op 18 augustus was de staking in Parijs algemeen, en werden barricaden opgericht en het stadhuis, het Hôtel de Ville, door het verzet bezet. De geallieerden waren nu door deze opstand gedwongen hun plan te herzien. Generaal Leclerc van de Tweede Franse pantserdivisie kreeg opdracht de stad binnen te trekken. Op 25 augustus trok Charles de Gaulle, leider van de vrije Franse strijdkrachten, de stad binnen en nam zijn intrek in het ministerie van Oorlog in de Rue Saint-Dominique. Hier hield hij een speech voor de Parijse bevolking. “Paris ! Paris outragée ! Paris brisée ! Paris martyrisée ! Mais Paris libérée ! “Parijs, gekrenkt, Parijs gebroken, Parijs gemarteld, maar Parijs bevrijd”!

Generaal de Gaulle: “Paris ! Paris outragée ! Paris brisée ! Paris martyrisée ! Mais Paris libérée !" - fotoverantwoording onderaan de blog

Met de bevrijding van Parijs kwam er een einde aan Operatie Overlord. Met de landingen van de geallieerde troepen op 6 juni 1944, begint een van de meest massale confrontaties van de Tweede Wereldoorlog. Twaalf weken van verbitterde strijd in het bocagelandschap, de korenvelden van de hoogvlakte rond Caen en de in puin liggende dorpjes zijn beslissend voor de afloop van de oorlog in West-Europa en versnellen de nederlaag van het Duitse rijk. Volgens de planning van operatie Overlord zou de bevrijding van Normandië binnen drie weken zijn voltooid. Uiteindelijk was daar viermaal zoveel tijd voor nodig. In die strijd zijn aan geallieerde zijde meer dan 200.000 gewonden gevallen en 37.000 doden. De Duitsers verloren, in het westen, een groot deel van hun troepenmacht. Bijna 400.000 krijgsgevangenen, gewonden of doden. Tevens verloren zij een groot deel van hun materieel. De verliezen van burgerslachtoffers waren ongekend groot. 20.000 burgers vonden de dood. Het martelaarschap van Normandie was het losgeld voor de eindoverwinning. Niemand mag deze periode ooit vergeten. Het immense offer van deze regio en haar inwoners moet in ieders geheugen verbonden zijn met het offer van al die jonge mannen die over de Atlantische oceaan en Het Kanaal zijn getrokken en die nu voor eeuwig rusten in de Normandische grond die zij wilden bevrijden.

Amerikaanse troepen op de Champs Élysées - fotoverantwoording onder aan de blog

Die Bevrijdingsdag, in Parijs, begon als een grijze regenachtige dag, zelfs zo nat dat het radioverkeer er hinder van ondervond. Buiten dromden de inwoners van de stad om de tanks en de rupsvoertuigen van het bataljon van de Franse generaal Jacques-Philippe Leclerc. Klokken van alle kerken werden geluid en even later galmde de grote klok van de Notre-Dame, ‘Le Bourdon’. Nu pas waren de bewoners van Parijs er van overtuigd dat de bevrijding was begonnen. “Ils sont là!” “Ze zijn er !” De voorste Amerikaanse onderdelen van het 38ste verkenningseskadron en de 4de infanteriedivisie kwamen Parijs binnen vanuit het zuiden. In minder dan een uur stonden ze voor de Notre-Dame. Mooie Françaises beklommen de voertuigen en gilden “Merci merci, thank you, thank you!”
Later bleek dat de verliezen onder het verzet en de burgerbevolking werden geschat op 1500 personen. De tol van de Parijse bevrijding.

In de strijd zijn aan geallieerde zijde meer dan 200.000 gewonden gevallen en 37.000 doden - foto Ferry van der Vliet

Note: The used images is a work of a U.S. Army soldier or employee, taken or made as part of that person's official duties. As a work of the U.S. federal government, the image is in the public domain.