Paris FvdV is een niet commercieel weblog speciaal voor kenners en liefhebbers van de stad Parijs - en voor hen die dat willen worden. Parijs is een stad met een gewichtig verleden, respectabel en gerespecteerd. Het is totaal niet nostalgisch. Parijs is er in geslaagd om, soms op brutale maar altijd op elegante wijze, om te gaan met zijn grootse monumenten. Ze te beschermen en te integreren in de nieuwe dynamiek van de stad. Parijs is een meester op het gebied van herstel en transformatie. U zult er nooit in slagen een volledig overzicht te maken van plekken en verhalen, die allemaal op hetzelfde punt uitkomen en de glorie van deze stad bezingen. toch wil ik een poging wagen. Wekelijks wil ik u niet alleen informeren over wat Parijs nog meer te bieden heeft, maar ook wil ik mijn liefde voor deze stad op u over dragen. In de hoop dat het raakt aan iets wat u herkent of voelt. Ferry van der Vliet.

Privacy verklaring: Indien u weblog Paris FvdV, dat bij Google-Blogger is ondergebracht, leest en reageert op de blogs van Paris FvdV, doet u dat vrijwillig en is uw IP-adres en mailadres - indien u dat vermeld - bekend en wordt opgeslagen. Ook uw schuilnaam waaronder uw reageert wordt opgeslagen. Paris FvdV zal uw gegevens nooit aan derden doorgeven. We houden uw gegevens privé, tenzij de wet of rechtelijke macht ons dwingt uw gegevens aan hen te verstrekken. Datalekken in het systeem vallen onder de verantwoordelijkheid van Google-Blogger. Door weblog Paris FvdV te bezoeken en/of de op of via deze weblog aangeboden informatie te gebruiken, verklaart u zich akkoord met de toepasselijkheid van deze disclaimer. Google gebruikt cookies om services te leveren en verkeer te analyseren dus uw IP-adres en user-agent zijn bij Google bekend, samen met prestatie- en beveiligingsstatistieken om servicekwaliteit te garanderen, gebruiksstatistieken te genereren, misbruik te detecteren en maatregelen te treffen.

woensdag 25 maart 2020

PARIS LES ANNÉES FOLLES DOOR DE LENS VAN BLAISE ARNOLD


De corona ‘lock down’ is een mooie gelegenheid om terug te kijken, te dromen van vervlogen tijden. Velen van u weten dat ik een grote voorliefde heb voor fotografie. 99% Van alle foto’s geplaatst op mijn weblog Paris FvdV zijn door mij zelf gemaakt. Dit keer geef ik aandacht en ruimte aan een fotograaf die ik al jaren bewonder om zijn bijzonder fotografisch werk. Eerst even een kleine inleiding.

Pierrette Filoux - foto Blaise Arnold


Robert Copeau - foto Blaise Arnold

De belle époque of te wel de mooie eeuw verwijst naar de periode tussen 1895 en het begin van de eerste Wereldoorlog in 1914. Industriële misère en anarchistische moorden werden vergeten ten gunste van het goede leven in de opéra, de nieuwe boulevard cafés en de danspaleizen, waaronder de Folies Bergère en de Moulin Rouge. De uitjes van de middenklasse, boottochtjes, picknicks op het land en in de voorsteden, dansen in de guinguettes vormden de thema’s van een nieuwe generatie schilders: Monet, Renoir, Degas, Caillebotte en Sisley. Bohemiens; zij ontmoeten elkaar op Pigalle, Montmartre en later in Montparnasse. De decadenten en symbolisten gaven vorm aan de zonnige onbezorgdheid van het impressionisme. In de jaren negentig kwam een ingewikkelde, decoratieve stijl, de art nouveau, tot bloei in de gebouwen van Guimard die vorm gaf aan de nieuwe metro en de warenhuizen waaronder Galeries Lafayette.

Albert Masson - foto Blaise Arnold

André Jaubert - foto Blaise Arnold

Wereldtentoonstellingen volgden elkaar op en waren niet alleen goed voor het moreel maar leverden ook nieuwe monumenten: Het Palais de Chaillot, de Eiffeltoren, het Grand en Petit Palais, de Pont Alexandre. Parijs werd bekroond tot dè wereldhoofdstad, kosmopolitisch, bruisend. Waar een genotzuchtige aristocratie zich zij aan zij vermaakte met alcoholisten, morfineverslaafden, prostituées en cancan-danseressen in de Moulin Rouge en de maison closes waaronder de  Le Chabanais en de ’One Two Two’. Aan het begin van de 20e eeuw vestigden kunstenaars als Picasso, Braque, Chagall zich in Parijs. In het interbellum volgden veel buitenlandse schrijvers. Onder hen bevonden zich Gertrude Stein, Ernest Hemmingway, Ezra Pound en Henry Miller. Jazz was de muziek, Chanel de mode, Charleston de dans, Art Deco de stijl, Surrealisme de kunst en Montparnasse de wijk die het culturele klimaat van die bijzondere tijd belichaamde.

Amédée Hennion - foto Blaise Arnold

François Dignan, 34éme Régiment d'Infanterie. Blessé en 1915, obus -foto Blaise Arnold

Parijs, ‘les années folles’ door de lens van fotograaf Blaise Arnold. Blaise is een fotograaf die verliefd is op het verleden. Zijn naam doet het niet vermoeden maar hij is een Fransman en woont in Parijs. Al meer dan tien jaar werkt hij aan zijn serie ‘Stories’. Prachtige geënsceneerde beelden over het Parijs op de drempel van de twintigste eeuw. Krachtige portretten van fictieve personen, ieder met hun eigen verhaal, geplaatst in een decor dat zo in elke film uit die tijd zou passen. Zoals films van Henri Verneuil, Denys de La Patellière en Marcel Carné. Nauwkeurig en minutieus bewerkt in Photoshop. Historische reproducties, geraffineerd samengesteld, die ons een inkijk geven in het tijdsbeeld van 'les années folles' zoals gegrift in ons collectieve geheugen.

Marianne Monnestier - foto Blaise Arnold

Victor Castelli & Rose Husson - foto Blaise Arnold

De hoofdpersonen uit de foto’s zijn steeds getuige van een scene die zich afspeelt op de achtergrond, meer dan honderd jaar geleden. Een haast superrealistische constructie van het verleden. Alles klopt en past in het tijdsbeeld, zoals de kentekens van een auto op de achtergrond, de kledingstijl, de reclameschilderingen op muren, oude posters. Hoe langer je kijkt naar de foto’s des te meer details worden zichtbaar. Foto’s die je doen hunkeren naar deze voorbije tijd. Een complete film gevangen in slechts een beeld.

Léon Bichat - foto Blaise Arnold

Alfred Agostinelli - foto Blaise Arnold

Blaise werkt soms maanden aan een foto. Met een enorm historisch besef, steeds op zoek naar beelden uit die tijd, die hij kan verwerken in zijn samengestelde foto’s, om zo de problemen van anachronisme te voorkomen. Zo maakt hij hooguit acht tot tien beelden per jaar. Maar soms duurt het maanden voor hij tevreden is met het resultaat. Dan is er ook nog de tijd die hij besteed op zoek naar geschikte locaties. Blaise fotografeert met een Hasselblad H3D39 of een Nikon D850 en creëert zijn meesterwerken met behulp van Photoshop. Ik vind zijn werk over het Parijs 'les anées folles' zo uniek dat ik hem graag een forum biedt in mijn weblog Paris FvdV. Helaas heeft deze fotograaf nog geen galerie of fotoboek. Wel kun je zijn foto’s bestellen via zijn eigen website. 


Note: voor de goede orde, de meeste beelden hebben betrekking op de periode 1900 tot 1960





woensdag 18 maart 2020

ABBAYE DE PENTHEMONT PARIJS


Donderdag 12 maart 2020, een rare gewaarwording, wandelend door een bijna leeg Parijs vanwege het Corona virus. Ik ben op zoek naar de abdij van Penthement. Ik maak de oversteek via de Place da la Concorde over de Seine, richting het zevende arrondissement. Voor mij, het prachtige Palais Bourbon van de Chambre des Députés of de Assemblée Nationale. De Franse Tweede Kamer is hier gevestigd. Dit paleis, gebouwd in 1722, is genoemd naar de eerste eigenares, de hertogin van Bourbon, een buitenechtelijke dochter van Lodewijk XIV. Het ligt pal tegenover de Madeleine, aan de overkant van de Seine, daar waar de Place de la Concorde wordt verbonden door de sobere Pont de la Concorde met de chique Quai d'Orsay.

De place du Palais Bourbon met op de achtergrond de Assemblée Nationale

Ik begeef mij naar het nobele Faubourg Saint-Germain, de wijk van de adel en de aristocratie, vol met ministeries en ambassades. Tot de 16e eeuw was dit het grondgebied van de machtige Abdij van Saint-Germain-des-Prés. Saint Germain was ooit een raadgever van de Franse koning en vanaf 556 bisschop van Parijs. Des Prés betekent letterlijk 'in de velden'. De abdij werd omgeven door akkers, weiden en jachtterreinen. Deze werden in de achttiende eeuw geconfisqueerd door de universiteit en de Franse adel. De huidige stadspaleizen of hôtels, statige herenhuizen, dateren allemaal uit de eerste helft van de achttiende eeuw, toen de Marais uit de gratie was. Op een gebied van circa tweehonderd hectare vind je er wel honderdvijftig.

Op weg naar een stukje onbekend Parijs: de Abdij van Penthement

Het zevende arrondissement behoort tot 'les beaux quartiers'. Het is een gegoede buurt, waar de huren en koopprijzen behoorlijk hoog zijn. Een groot arrondissement, met lange straten en lanen, die tal van oude hôtels herbergen, vaak met grote tuinen. Hôtel komt van het Latijn; 'hospitum', herberg. In de 17e eeuw oorspronkelijk het huis van een adellijke heer. Later werd het de algemene aanduiding voor paleisachtige gebouwen met een privé of openbaar karakter. Bij de place du Palais Bourbon kom ik in de rue de Bourgogne. De derde zijstraat rechts, de rue de Grenelle. Het is bijna 12 uur en een voorjaarszonnetje verlicht de vanillekleurige gevels van de huizen.

Rue de Grenelle 85 de residentie van onze Ambassadeur in Frankrijk

De rue de Grenelle, met zijn lengte van 2.250 meter, doorkruist zowel het zevende als het zesde arrondissement. Het was de verbindingsweg tussen Parijs en het dorpje Grenelle en werd in de 16e eeuw voornamelijk gebruikt voor het vervoer van koeien, maar ook door justitie voor het overbrengen van veroordeelden op weg naar hun executie door middel van de galg of de guillotine, die opgesteld stonden op de place de la Concorde. De straat herbergt de mooiste stadspaleizen van Parijs, vaak verscholen achter immense poorten. Hier wonen ambassadeurs, hoge functionarissen uit het politieke en of economische leven maar ook erfgenamen van de grote puissant rijke families, gebroederlijk naast elkaar. Ook hebben diverse ministeries hier hun plek gekozen. De maîtresse is een courant verschijnsel in deze chique buurt van Parijs, nog meer dan elders, in dit land van ondeugende Franse presidenten als Jacques Chirac en François Mitterand, die hun minnaressen 's avonds laat per limousine aan de speciale deur van het Elysée lieten afzetten of zoals François Hollande die op regelmatige basis per scooter 'discreet' naar het liefdesappartement van zijn 'amour' trekt, op amper 800 meter van het Elysée.

Zicht op de Temple de Penthement tegenover de residentie

De prachtige ambtswoning van onze Ambassadeur in Frankrijk is gevestigd aan de rue de Grenelle 85 in het voormalige Hôtel d'Avayray. In 1718 kreeg de architect Jean-Baptiste Le Roux van Claude Théophile de Bésiade, markies van Avaray, de opdracht een luxueuze residentie te bouwen, nabij het buurtschap 'près de la justice Saint-Germain'. De bouw nam ongeveer twee jaar in beslag. Directe nazaten van de familie Bésiade d’Avaray verkochten dit herenhuis in 1920 aan de Nederlandse regering en sinds die tijd is het Hôtel d’Avaray de officiële residentie van de ambassadeurs van het Koninkrijk der Nederlanden in Parijs. Juist tegenover de Nederlandse residentie staat een protestantse kerk, ooit onderdeel van de Abdij van Penthemont. Weinigen kennen het gigantische complex achter deze kerk, een reeks gebouwen uit de 18e en 19e eeuw op de hoek van de rue de Grenelle en de rue de Bellechasse.  De Abbaye de Penthemont was een cisterciënzer klooster gesticht in 1217 en verhuisde naar Parijs in 1672 op aandringen van Louis XIV toen de nonnen er hun intrek in namen. Een grote verbouwing van de abdij werd in 1745 geïnitieerd door de abdis Marie-Catherine Béthisy de Mézières en het werk werd voltooid in 1783. De reconstructie van de Abdij werd toevertrouwd aan de architect van de Hertog van Orleans, Constant d’Ivry, bekend vanwege zijn werkzaamheden aan de bouw van het Palais Royal. Gebrek aan financiën verhinderde de decoratie aan de gebouwen.

De prachtige binnenplaats van de voormalige abdij, binnenkort geopend voor het publiek

De abdij diende tot de Franse Revolutie als een klooster voor nonnen maar tijdens de Franse revolutie (1789–1799) werden de gebouwen geconfisqueerd door de ‘Nationale Garde’ en vervolgens door de ‘Keizerlijke Garde’. De kapel werd gebruikt om graan op te slaan en later hooi voor de paarden. Nadat het Concordaat van 1801 de hervormde kerk in Frankrijk officieel erkende, werd besloten om drie voormalige katholieke kerken in Parijs over te dragen aan gereformeerde gemeenten, de Saint-Louis-du-Louvre, de Sainte-Marie-des-Anges en de kapel van de abdij van Pentemont.

Pas in 1844 begon architect Victor Baltard met de ombouw van de kapel tot een protestantse kerk

Het enorme orgel, gebouwd door Aristide Cavaillé-Coll en geïnstalleerd in 1846

In de late 18e eeuw was de abdij een van de meest prestigieuze onderwijsinstellingen in Parijs voor dochters van de elite. Vele beroemde studenten werden hier opgeleid  waaronder de prinses Louise Adélaïde de Bourbon en Louise d'Esparbès de Lussan, de minnares van de graaf van Artois, de toekomstige Karel X van Frankrijk. Ook de beide dochters van Thomas Jefferson, Martha en Mary volgde hier een opleiding terwijl hij minister van Frankrijk was. Hun entree in de school werd mogelijk mede dankzij de tussenkomst van de vrouw van de markies de Lafayette . De toekomstige first lady Abigail. De omstandigheden waren streng voor de studenten, ondanks de aanwezigheid van drie prinsessen, geen verwarming totdat het water door de winterkou bevroor en een verbod om buiten de les en recreatie te spreken. Haar tijd op de school bracht Martha, bijgenaamd Patsy, ertoe een brief aan haar vader te schrijven waarin ze haar wens uitte om non te worden. De geschrokken Jefferson verwijderde vervolgens snel zijn dochters uit het klooster. De abdij bood ook kamers voor dames met een goede reputatie die op zoek waren naar rust, waaronder Joséphine de Beauharnais (de toekomstige keizerin van Frankrijk) tijdens haar scheiding van haar eerste echtgenoot, Alexandre de Beauharnais.  Zij zou daar 15 maanden hebben verbleven. Een deel van de gebouwen werd afgebroken tijdens de uitbreiding van de rue de Bellechasse.

De kapel werd ingewijd op 11 april 1857

Pas in 1844 begon architect Victor Baltard met de ombouw van de kapel tot een protestantse kerk. Hij isoleerde de kapel van de rest van de gebouwen, voegde nieuwe deuren toe en verbouwde het voormalige koor om tot een schip. Hij sloot ook de oorspronkelijke ingang af door er een enorm orgel toe te voegen, gebouwd door Aristide Cavaillé-Coll en geïnstalleerd in 1846 voor de opening van de kerk. Het orgel heeft in de loop der jaren verschillende modificaties ondergaan, waaronder een restauratie van 2011 tot 2014 om zo de resterende originele elementen te herstellen. De kerk zelf werd in 2005-2007 gerestaureerd in opdracht van de stad Parijs en uitgevoerd door Benjamin Mouton, de hoofdarchitect van de Parijse monumentenzorg. 


De architectuur en het meubilair van deze protestantse tempel zijn bescheiden. Geen beelden, geen glas in lood, geen schilderijen, bijna geen enkele vorm van religieuze kunst, want voor de protestanten ligt het wezenlijke in de mens. De kapel werd ingewijd op 11 april 1857. Elke zondag om 10.30 uur is er een dienst in de kerk en elke donderdag om 12.30 is er gelegenheid om te bidden; ‘Une pause- prière’.

Artist impression van het nieuwe Hôtel du Génie met vijftig kamers

In 1915 werden de kloostergebouwen toegewezen aan het Ministerie van Defensie en vervolgens aan het Ministerie van Veteranenzaken. Hier regelde men de oorlogspensioenen, bonussen en toeslagen. In 2014 werd dit enorme architecturale complex verkocht door de staat vanwege bezuinigingsmaatregelen aan een vastgoed-beleggingsmaatschappij. Het ministerie bleef huurder tot 2016. Inmiddels ondergaan de gebouwen een complete metamorfose. Een deel is inmiddels al in gebruik als hoofdkantoor van Yves Saint Laurent en in het voorjaar van 2020 opent een 5-sterrenhotel van de Mariott-groep: het Hôtel du Génie met vijftig kamers. Onder de riante binnentuin komt een parkeerkelder voor 28 auto’s. Parijs is weer een stukje gerehabiliteerd erfgoed rijker.

Voorjaar 2020, Parijs is weer een stukje gerehabiliteerd erfgoed rijker




zaterdag 7 maart 2020

DE DODENAKKER VAN MONTPARNASSE


Montparnasse is in de 17e eeuw nog landelijk gebied. Le mont Parnasse, een hoop gruis, ontstaan bij het uitgraven van de catacomben. Hier kwamen de studenten hun gedichten declameren in ruil voor een belastingvrij wijntje in een van de Guingettes. Zelfs de molenaar van de moulin de la Charité vult in zijn vrije tijd de glazen. Er wordt lustig gedanst, gedronken en gefeest in de straat van plezier letterlijk de rue de la Joie, nu de huidige rue de la Gaîté (straat van de vrolijkheid). Het gebied groeide uit tot een levendig Parijs centrum met cafés, bordelen en danstenten. De cancan werd hier eerder gedanst dan in de Moulin Rouge. De stad Parijs besluit echter tot de aanleg van een kerkhof op een naastliggende akker, waar de broeders van de Gemeenschap van Barmhartige Broeders hun overleden confraters al hun laatste rustplaats hebben gegeven. Rond de moulin de la Charité, niet ver van het Charité ziekenhuis. De plaatselijke uitbaters komen in opstand, maar als de stad beloofd om een bedrag te betalen per dode die in de grond wordt gestopt, wordt er naast de nieuwe dodenakker lustig verder gefeest. Oorspronkelijk worden tien hectaren gereserveerd, maar een halve eeuw later wordt het Cimetière du Sud al uitgebreid tot de huidige achttien hectaren. De eerste teraardebestelling vindt plaats op 25 juli 1824. Vijftig jaar later is het de rustplaats van bijna vierhonderdduizend Parijzenaars en is de naam al lang veranderd in Cimetière du Montparnasse.

De liefde voor elkaar spat er vanaf. De schoonheid van de dodenakker van Montparnasse

De beroemde namen op deze begraafplaats zijn vooral te danken aan de periode vanaf 1900 als la bohème, het artiestenwereldje van Montparnasse een begrip wordt. Veel beroemdheden die hier zijn begraven hebben een groot deel van hun leven in deze wijk doorgebracht. Vooraanstaande figuren, dichters, schrijvers en kunstenaars, velen niet van Franse afkomst, politieke vluchtelingen gevlucht voor een dictatuur, om in Parijs te kunnen genieten van de vrijheid van meningsuiting.  Arme migranten op de vlucht voor de ellende in eigen land. Troost zoekend bij de blozende Bretonse meisjes aangevoerd vanuit Bretagne. Montparnasse; eindstation, het symbool van vertrek en aankomst genoemd naar de straten in de omgeving van het station:  de rue du Départ (vertrek) en de rue de l'Arrivee (aankomst)

De cenotaaf van Charles -  Pierre Baudelaire, de beroemdste onder de schrijvers van Montparnasse

Enkele namen: Beeld-houwers waaronder Ossip Zadkine (De Verwoeste Stad - Rotterdam), Constatin Brancusi (De Kus), Cesar Balldacini (Le Pouce - De Duim), Frédéric Auguste Bartholdi (Vrijheidsbeeld van New York). Zanger en componist Serge Gainsbourg. Fotograaf Man Ray en schrijvers waaronder Samuel Beckett (En attendant Godot - Waiting for Godot), Charles Baudelaire (Les fleurs du mal en La révolte), De grondleggers van het existentialisme, Jean-Paul Sartre filosoof en zijn levensgezellin Simone de Beauvoir, filosoof en feministe. Nederlanders: autofabrikant André Citroën (originele naam Limoenman) en cineast Joris Ivens en op 30 september 2019 de Franse oud-president Jacques Chirac.

De hoofdingang van het kerkhof ligt aan de Boulevard Edgar Quinet, vernoemd naar de historicus en filosoof Edgar Quinet. Ook hij werd in 1875 hier op deze begraafplaats ter aarde gesteld. De dodenakker is ingedeeld in het Grand Cimetière en het Petit Cimetière en wordt gescheiden door de rue Émile Richard, de enige straat in Parijs zonder levende bewoners en huizen. Vroeger kwamen hier liefdesparen in hun auto's, met gedoofde lichten, horizontaal de liefde bedrijven. Slagbomen aan het begin en aan het einde van de straat hebben dit nu onmogelijk gemaakt. De eeuwige rust is letterlijk en figuurlijk weer teruggekeerd. De begraafplaats is ingedeeld in 30 divisies waarvan een divisie, divisie 5, plaats biedt aan een Israëlische begraafplaats. En de molen? Die staat er nog steeds, in sectie 9, te midden van de doden, letterlijk gekortwiekt als symbool van het stilstaande leven.

Le Lit Conjugal, Charles Pigeon en zijn vrouw

Een van de meest gefotografeerde graven zijn die van Charles Pigeon en zijn vrouw (divisie 22). De uitvinder van de anti-explosielamp. 'Le Lit Conjugal' stelt Pigeon voor, half opgericht, lezend bij het licht van zijn beroemde lamp, naast zijn rustende vrouw die in een vredige slaap verzonken is.

Het veel bezochte graf van Serge Gainsbourg

Het graf van Serge Gainsbourg (Divisie 1, Carrefour du Rond Point) ademt dezelfde sfeer als dat van Jim Morrison op Père Lachaise. Vol afdrukken van rode lippen, tekeningen en liefdesverklaringen; "Je t'aime moi non plus". Gainsbourg werd geboren in Parijs op 2 april 1928 onder de naam Lucien Ginsburg. Zoon van Joods Russische ouders waarvan de vader piano speelde in diverse Parijse kroegen op Montmartre en zijn moeder muziekles gaf aan het conservatorium. Tot zijn twintigste kwam hij aan de kost door allerlei beroepen maar uiteindelijk kreeg hij succes als crooner in casino's en nachtclubs. Tijdens zijn carrière schreef Serge Gainsbourg soundtracks voor meer dan 40 films en regisseerde er vier. Zijn grootste hit, Je t'aime moi non plus, was zeer erotisch getint. Hoewel bedoeld voor zijn muze Brigitte Bardot, werd het niet met haar stem uitgebracht, maar met die van zijn toekomstige vriendin Jane Birkin. Van de hitsingel worden meer dan zes miljoen exemplaren verkocht. 

Serge, Je t'aime moi non plus

Gainsbourg hield er van om te choqueren zoals met zijn Album Histoire de Melody Nelson gebaseerd op de roman Lolita of met een rock album volledig gewijd aan het Nazisme. In 1978 nam hij in Jamaica een reggaeversie op van het Franse volkslied, de "Marseillaise", "Aux Armes et cetera" , samen met de band van Bob Marley, The Wailers. Op het einde van zijn leven werd Gainsbourg steeds controversiëler. Zijn meest bekende provocatie toen hij  "I want to fuck you" zei tegen Whitney Houston tijdens een tv programma of live op TV een briefje van 500 Franse Francs verbrandde als protest tegen de hoge belastingen. Zijn liedjes werden steeds excentrieker zoals het super-dubbelzinnige "Lemon Incest" opgenomen samen met zijn dochter Charlotte, toen 12 jaar. Gainsbourg was ook niet vies van vrouwen. Na zijn scheiding van Françoise Pancrazzi, van wie hij twee kinderen had, had hij een kortstondige en heftige verhouding met Brigitte Bardot. Tot 1980 leefde hij samen met de veel jongere Jane Birkin. Van haar kreeg hij zijn dochter Charlotte. Daarop volgde de 21 jaar jongere mannequin Bambou bij wie hij een zoon had; Lucien. Na zijn dood werd ook bekend dat hij tegelijk een discrete verhouding onderhield met een zestienjarige fan en een "vriendschappelijke" relatie met een twaalfjarige. Zijn eerste hartaanval kreeg hij toen hij vijfenveertig was. Uiteindelijk stierf hij op 2 maart 1991 als gevolg van een hartinfarct als gevolg van overmatig drankgebruik en het roken van 140 sigaretten per dag van zijn favoriete merk Gitanes. De arts constateert een 'natuurlijke' dood.

Het sobere graf van de Franse president Jacques Chirac

Vlak naast het graf van Gainsbourg ligt het graf van een andere vrouwenliefhebber, dat van de Franse president Jacques Chirac, die bekendstond als een homme à femmes, een rokkenjager. De bijnaam ‘Mr. cinq minutes, douche comprise’ (Meneer 5 minuten, inclusief douche) is in Frankrijk een staande uitdrukking geworden. Tijdens zijn politieke carrière, die meer dan drie decennia omvat, bekleedde hij zowat alle denkbare politiek-bestuurlijke functies. Voordat hij in 1995 president werd, was hij onder meer lid van de Assemblée nationale, staatssecretaris, minister, oprichter en voorzitter van een politieke partij en twee keer premier. Achttien jaar lang was hij burgemeester van Parijs, voordat hij vanaf 1995 twaalf jaar lang Président de la République was. Zijn abrupte koerswijzigingen leverden hem bijnamen op als ‘Kameleon Bonaparte’ en ‘La Girouette’ (de windvaan) maar zijn populariteit dankte Chirac niet alleen aan zijn politieke uithoudingsvermogen, maar ook aan zijn charisma. Chirac was een originele en innemende persoonlijkheid, die mensen gemakkelijk voor zich wist te winnen. Als Chirac aan het woord was, luisterden de Fransen. Dat hij bier dronk, Gitanes rookte en opgroeide in de landelijke Corrèze, werkte in zijn voordeel. Over Chiracs doodsoorzaak is niets bekend. Wel deden al jaren geruchten de ronde dat hij aan de ziekte van Alzheimer zou lijden. Deze geruchten werden door hem en zijn vrouw altijd afgedaan als leugens. De Franse ex-president is op 86-jarige leeftijd overleden. Hij stierf volgens zijn schoonzoon vredig in het bijzijn van zijn naasten. Hij rust nu in een sober graf van grijze granietsteen samen met zijn oudste dochter Laurence.

Jacques Chirac rust nu samen met zijn oudste dochter Laurence

Bij de hoofdingang bevindt zich het graf van de beroemdste existentialisten Sartre en de Beauvoir. Het is een eenvoudig graf, geheel in tegenstelling tot zijn begrafenis waar de begrafenisstoet werd gevormd door meer dan vijftigduizend mensen in een meer dan drie kilometer lange stoet. Het verhaal gaat dat op het moment dat de kist in de groeve zakt, iemand die in een boom geklommen was om alles goed te zien, zijn evenwicht verliest en uit de boom boven op de kist valt. Zes jaar later sterft ook zijn levensgezellin.

Bij de hoofdingang bevindt zich het graf van de beroemdste existentialisten Sartre en de Beauvoir - foto Wikimedia

Een open brief ‘J’accuse’ gepubliceerd door de schrijver Émile Zola, op 13 januari 1898, in de krant l’Aurore en gericht aan de president van de Franse republiek, veroorzaakt een omslag in het leven van Alfred Dreyfus. Deze Frans-joodse officier heeft de geschiedenisboeken gehaald als hoofdrolspeler in een politiek schandaal dat Frankrijk twintig jaar in zijn ban heeft gehouden. Dreyfus is de zoon van een joodse industrieel en doorloopt de militaire academie met glans. Al snel wordt hij bevorderd tot kapitein bij de generale staf. In die functie is hij de enige jood op een zo hoge positie. In 1894 komt aan zijn glansrijke carrière een plotseling einde, als hij door de Inlichtingendienst van het ministerie van Oorlog beschuldigd wordt van spionage in Duitsland. Zijn veroordeling volgt op basis van bewijzen die hij, noch zijn verdediging mogen inzien. Hij krijgt een levenslange gevangenisstraf, wordt gedegradeerd en naar het Duivelseiland nabij Cayenne getransporteerd. Mede dankzij de open brief van Émile Zola wordt het bewijs geleverd in 1898 dat het enige bezwarende document tegen Dreyfus vals is. Nieuwe gerechtelijke procedures volgen, wat er zes jaar later in resulteert dat het Hof van Cassatie het vonnis verbreekt. Dreyfus wordt in zijn rechten hersteld. Zijn loopbaan eindigt als luitenant-kolonel in de Eerste Wereldoorlog. Alfred Dreyfus overlijdt in 1935 op 75-jarige leeftijd en ligt begraven samen met zijn echtgenote en hun twee kinderen. De tombe verwijst ook naar hun kleinkind Madeleine Lévy die op 25 jarige leeftijd omkwam in het vernietigingskamp Auschwitz. Dreyfus ligt begraven in de 28e divisie. Dat zijn graf nog vaak wordt bezocht, bewijzen de vele steentjes die men er als eerbetoon achterlaat.

De laatste rustplaats van Alfred Dreyfus, zijn echtgenote en dochters - Foto Wikimedia

De joodse filmregisseur Roman Polanski maakte in 2019 een film over de Dreyfus-affaire. Een verhaal van spionage, doofpotaffaires, vervalst bewijsmateriaal, brutale Jodenhaat, wilde perscampagnes en een enorme polarisatie in de maatschappij.  De lancering van de film ‘J'accuse’ ging zelfs gepaard met nieuwe controverse. Polanski wordt ervan beschuldigd dat hij in 1975 een vrouw heeft verkracht en twee jaar later in de Verenigde Staten een 13-jarig meisje heeft gedrogeerd en verkracht. Hij pleitte schuldig, maar vluchtte naar Europa nog voor een vonnis kon worden uitgesproken. Ook andere vrouwen beschuldigen hem van misbruik. Een Franse fotografe zegt dat ze in de jaren 70 door regisseur Polanski is verkracht. De film kreeg maar liefst 12 nominaties maar uiteindelijk won de film maar drie prijzen; de César voor beste regisseur. Toen de prijs voor Polanski bekendgemaakt werd, verlieten enkele actrices de show. Naast beste film won ‘J'accuse’ ook de prijzen voor beste bewerking en beste kostuums.

Het graf van Tatiania Rachevskaïa inzet van een miljoenenstrijd

Eindig je bezoek aan een graf voor de buitenmuur in de hoek van de 19e en 22e divisie. Drie beveiligingscamera’s houden de laatste rustplaats van Tatiania Rachevskaïa in de gaten. Het beeld op het graf van de onbekende Russin blijkt tientallen miljoenen euro’s waard te zijn en is nu de inzet van een hooglopende ruzie tussen haar familieleden en de Franse staat. In een vierkant blok zijn net voldoende inkepingen aangebracht om er een kussend paartje in te zien. Of zoals Brancusi ooit zelf citeerde: "Eenvoud is geen doel. Als je de werkelijke betekenis van dingen benadert, bereik je de eenvoud ondanks jezelf". Nog nooit werd een kus zo mooi en minimalistisch voorgesteld. 

'Le Baiser', de kus van Brancusi

De ouders van het 23-jarige meisje dat in 1990 zelfmoord pleegde in Parijs, kochten dit beeld voor het graf van hun dochter van Brancusi voor slechts 200 Franse franc. Inmiddels is de geschatte waarde tussen de 40 en 50 miljoen euro. In 2005 meldden zich ineens familieleden van de overledene bij de gemeente Parijs. Zij waren opgespoord door de Franse kunstkenner Guillaume Duhamel die de familie aanbood om het beeld terug te halen. Eerder dat jaar ging bij Christie’s een Brancusi van de hand voor een record bedrag van 27,5 miljoen euro. Echter de toenmalige minister van Cultuur gooide roet in het eten en verklaarde ‘De Kus’ tot nationale kunstschat, wat betekende dat het beeld niet het land uit mag. In 2010 werd de hele tombe nog eens tot historisch monument benoemd. Sinds die tijd vindt er een gerechtelijk gevecht plaats tussen de familie en de stad Parijs wie het werk mag behouden. Bij mijn laatste bezoek was het beeld afgedekt met een houten kist zogenaamd om het te beschermen voor invloeden van het milieu. Gelukkig had ik de foto’s nog van een eerder bezoek.

Het beeld van Brancusi op het sobere graf van Tatiania Rachevskaïa onttrokken aan het oog en bewaakt door drie camera's

TIP: Combineer een bezoek aan de begraafplaats op zondag met de Marché de la Création Montparnasse gelegen aan de zelfde boulevard Edgar Quinet. Elke zondag van 10.00 uur tot 19.00 uur exposeren 120 kunstenaars hun werk dat ook te koop is. Zie mijn eerder geschreven blog over deze kunstmarkt.

TIP: Een ongekend uitzicht over Parijs en het Cimetière du Montparnasse heeft u van de 56e en 59e verdieping van de 210 meter hoge Tour Montparnasse. De bouwwerkzaamheden aan deze zwarte monolith duurde van 1961 tot 1973. De ingang zit aan de rue de l'Arrivée en is dagelijks geopend van 09.30 uur tot 22.30 uur. Metrostation Montparnasse-Bienvenue. Bekijk ook zeker de spectaculaire website.

Cimetière du Montparnasse is de laatste rustplaats voor bijna vierhonderdduizend Parijzenaars

Cimetière du Montparnasse, boulevard Edgar Quinet 3, 14 arrondissement, metrostation : Raspail, Gaîté. Helaas geven de conciërges geen plattegronden meer af. Bij elke ingang staat een plattegrond afgebeeld met de graven van bekende personen en de diverse divisies. Voor openingstijden bezoek de website.

Wandelen over de dodenakker van Montparnasse is meer dan een ontdekkingstocht langs versteend verdriet