Vergelijkbaar
met deze schoonheid is de Passage du
Grand Cerf (117 m), tussen de rue Saint-Denis 145 en de rue Dussoubs 10 aan
de oostkant van het tweede arrondissement. Er is tien jaar aan gebouwd (1825 –
1835) en gerestaureerd in 1990. Loopbruggen tussen de gevels van de tweede
verdieping onder een duizelingwekkend hoog glazen plafond (11,8 m). Een van de hoogste passages van de Franse
hoofdstad met mooie winkels van trendy ontwerpers en designers. Boven op het
dak op “de derde verdieping”, prachtige stadsappartementen die men “la dalle”
heeft genoemd (de glasplaat). Op de rue Saint Denis 120 de ingang naar de passage du Bourg l’Abbé (47 m). Niet echt de moeite waard. Een glazen dak met
ronde boog, een oude barometer en klok die het lang geleden al liet afweten.
Oude winkelfronten die het beeld oproepen uit het begin van de twintigste eeuw.
Passage du Grand Cerf
We
begeven ons in noordelijke richting naar de passage du Caïre (360 m) Op de place de Caire omzoomd door
Egyptisch ogende gebouwen, die uitbundig zijn versierd met hiërogliefen. Hier
ligt de ingang naar de passage du Caire, gebouwd in 1798 en fraai versierd met
drie koppen van de godin Hathor. Hier begint de wijk Sentier, het koninkrijk van de prêt-à-porter ofwel het rijk van de confectiekleding.
Een van de oudste en langste passages van Parijs, gevuld met een opeenvolging
van concurrerende stoffengroothandels. Als particulier kun je hier niets kopen,
maar de omgeving is leuk voor wie graag wil weten welke modetrends er aankomen.
De passage is gebouwd met de gebrekkige techniek van tweehonderd jaar geleden.
De gemiddelde straatbreedte is niet meer dan drie meter en dat heeft weer te
maken met de ijzeren, vaak zeer inventieve dakconstructies. Er is ook een in-
uitgang aan de rue Saint Denis nr. 239. In de buurt liggen nog wat mindere
interessante passages, smal, geheimzinnig en duister; passage du Ponceau op nr. 212, passage
Lemoine, boulevard Sébastopol 135 en passage
Sainte-Foy op nr. 261. Deze wijk is ’s avonds nog steeds het rijk van de
Parijse tippelaarsters, vriendelijke dames die graag enkele ervaringen met je
willen delen.... ook dat is Parijs, het Parijs van Irma la Douce.
Passage du Caïre
We
pakken de metro van Strassbourg Saint Denis naar Madeleine (lijn 8 direction
Balard) Daar bezoeken we de village
Royal (Cité Berryer), de galerie de la Madeleine (53 m). Aangelegd in 1845.
Verbindt de place de la Madeleine met de rue Boissy d’Anglas en, recentelijk
gerestaureerd, de Galerie Royale,
tussen de rue Royale 9 en rue Boissy d´Anglas. Boetieks, restaurants en cafés
voor de hogere inkomens.
Nu we er toch zijn, place de la Madeleine (8e) is een paradijs voor fijnproevers. Boutique
Maille op nr. 6; dè zaak voor Franse mosterd, meer dan 30 soorten, azijn en
vinaigrettes. Het drie-sterren Michelin restaurant van Lucas Carton op nr. 9, Kaviaar bij Caviar Kaspia op nr. 17 en de beste truffels van Parijs bij Maison
de la Truffe op nr. 19. Op nr. 17
restaurant et bar à vin, l´Ecluse,
een gezellige wijnbar met een mooie binnenplaats. Een ideale plek om te
lunchen. Tempels van de fijne keuken en het mekka voor lekkerbekken, de
traitteurs Hédiard op nr. 21 en Fauchon op nr. 26. Tip; beide zaken
hebben ook een restaurant. Gek op
chocolade, dan ga je naar La Marquise de
Sévigné op nr. 31en voor kaas naar de gerenommeerde kaaswinkel van Crepet Brussol. Vlak in de buurt op de
boulevard de la Madeleine nr. 3, de grootste wijnzaak van Europa, Lavinia. Schrik niet, hier liggen meer
dan zesduizend wijnen op voorraad. Bij hevige aandrang na een copieuze maaltijd
verwijs ik u nederig naar de mooiste openbare toiletten van Parijs. Ze dateren
uit 1905 en zijn geheel gebouwd in de stijl van art nouveau. Deuren van
mahonihout met koperen klinken en gebrand-schilderde raampjes. Het keramiek in
de oorspronkelijke staat.
La Madeleine, Place de la Concorde
De
ingang bevindt zich rechts van de kerk la
Madeleine. Indrukwekkend van buiten dankzij zijn kolossale uiterlijk en de
20 meter hoge Corintische zuilen. Donker en weinig imponerend van binnen. In
1842 werd deze kerk ingezegend en is nu
vooral beroemd omdat het een van de beste orgels van de stad bezit. Drie jaar
later bouwde men de galerie de la
Madeleine.
Ironisch
gezien staan we hier aan het begin van de Grands Boulevards, aangelegd door
Baron Haussmann in opdracht van Napoleon III. Tussen 1852 en 1870 vinden onder
zijn regie gigantische stadvernieuwingen plaats die Parijs moeten bevrijden van
haar middeleeuwse karakter. Meer dan 25.000 arbeiderswoningen moeten plaats
maken voor nieuwe boulevards en straten met trottoirs, gaslantaarns en
riolering over een lengte van 250 km. Aan weerszijden voorzien van de typische
natuurstenen Parijse Haussmann-gebouwen, gekenmerkt door hun samenhang en
architectonische eenheid. Met maximaal vijf verdiepingen en een balkon op de
eerste en vierde verdieping. “De grote
lanen” zijn er om te kuieren, slenteren, wandelen of zoals de Fransen zeggen om
te flaneren. Flaneren in de buitenlucht is nu de mode. De opkomst van de grands
magasins, grote warenhuizen als le Bon Marché (1852) en Printemps (1865) vormen
uiteindelijk de nekslag voor de overdekte en inmiddels verwaarloosde
winkelpassages.