Parijs
is altijd toonaangevend geweest op 't gebied van chique winkelen. Het is dan
ook geen verrassing, dat overdekte winkelstraten hun oorsprong vinden in
Parijs. Om zijn schulden te betalen besluit Louis Phillippe d’Orleans in de
tuin van het Palais Royal houten galerijen
te laten optrekken met winkeltjes, die hij verhuurt aan de plaatselijke nering.
Et voila, de eerste passage was geboren. We schrijven het jaar 1785. Rond de eeuwwisseling van de 18de naar de 19de
eeuw volgden vele Parijse speculanten het voorbeeld van de hertog. In
die tijd waren er nog geen riolen en trottoirs, alleen straten vol met stof en
vuil, waar koetsen, getrokken door paarden, zorgden voor opspattende modder op
regenachtige dagen. De komst van de industriële revolutie, met de uitvinding
van gietijzer en glas als bouwmaterialen, gaf het woord flaneren een diepere
betekenis. Er ontstaan verkeersvrije overdekte galerijen met hoge glazen daken
met sierlijke gietijzeren constructies, die een overdekte passage vormen van de
ene straat naar de andere.
Winkelparadijzen, centra van cultuur en vermaak voor het 19de - eeuwse
winkelpubliek. Parijzenaars die de laatste nieuwtjes willen ontdekken, zijn
beschermd tegen de elementen. Parijs telde in de 19de eeuw meer dan honderd van
deze kleine werelden. Tegenwoordig zijn er nog zeventien over. Hier proeft u
nog de sfeer van kunst, cultuur en commercie uit lang vervlogen dagen. Veel
zijn fraai gerestaureerd, anderen zijn helaas bouwvallig, maar wonderlijke
winkels vindt u er altijd. Alle passages
in Parijs zijn inmiddels benoemd tot cultureel erfgoed; ISMH, wat staat voor
Inventaire Supplémentaire des Monuments Historiques. Ideaal voor een van de
zeldzame regenachtige dagen in Parijs.
Cultureel erfgoed
U
bent in Parijs om te wandelen dus wij begeven ons naar het eerste
arrondissement, naar misschien wel de mooiste passage met houten en koperen
winkelfaçades, Korintische zuilen, beschilderde gewelven en een zwart-wit
betegelde vloer. De raampjes van de tussenverdiepingen met houten luiken en gepatineerd
goud. Gebouwd in 1826 in opdracht van twee slagers uit de Hallen; Benoît Véro
en Francois Dodat. Zij verleenden ook hun naam aan de Galerie Véro-Dodat (80 m). Tussen de rue
Jean-Jacques Rousseau nr. 19 en de rue Bouloi nr.2, vlakbij het Grand Louvre en
Palais Royal. Vol met
winkels met traditie. De boekhandel Le Troisième Faust, de twee meest
gerenommeerde antiquairs van Parijs; Pierre Passebon en Éric Philippe. Verder
zeer prestigieuze internationale modezaken waaronder de schoenontwerper Christian
Louboutin.
Galerie Vivienne
We
vervolgen onze wandeling in het tweede arrondissement bij Galerie Vivienne (176 m), rue des Petits-Champs nr. 4. Ongetwijfeld
de meest stijlvolle passage, met een prachtige mozaïekvloer en een glas-in-lood
plafond en bijpassende chique winkels. De passage is met zorg gerestaureerd.
Hier vindt u de beste wijnzaak van Parijs; wijnhandel Legrand Filles et Fils.
Christian Astugueveille; ontwerper van meubelen. Liefhebbers van boeken vinden
hun weg bij Librairie Siroux. Verder vindt u er speelgoed, mode van onder
andere Jean-Paul Gaultier, kunst, prentbriefkaarten en een fraaie theesalon À
Priori Thé. Op nummer 6 de Galerie
Colbert (84m). Nu een bijgebouw van de Bibliothèque
Nationale. Voorzien van een grootse rotonde, een fraaie reeks lampen met de
bekende melkglazen bollen, die jammer genoeg zorgen voor een te helle en kille
verlichting. De smetteloze ambiance van Brasserie du Grand Colbert slaagt er
niet in om een beetje warmte te creëren in deze passage. Er worden regelmatig
exposities gehouden van oude mode, boeken en antiek. Heeft u tijd, breng dan
beslist een bezoek aan de Bibliothèque Nationale, het Franse heiligdom voor
boekenliefhebbers. De ingang is aan de rue de Richelieu.
Galerie Colbert
Even
verder in de rue des Petits-Champs, begint bij nummer 42, de Passage Choiseul (190 m) die een
verbinding vormt met de rue Saint-Augustin. Een wat sombere ingedutte passage
waar voornamelijk winkels met goedkope kleding zijn gevestigd, die u van mij
ook mag overslaan. Keer terug naar de rue Vivienne. We lopen omhoog richting
het Palais de la Bourse (de vroegere aandelenbeurs) tot de rue Saint-Marc. Op
nummer 10 begint de Passage des
Panoramas (133 m), beroemd door de geschilderde panorama’s van Rome, Londen
en andere wereldsteden, die ooit de ingang versierden, gemaakt door de
Amerikaan Robert Fulton. In 1817 werden hier de eerste gaslantaarns van de stad
geplaatst. Deze passage heeft zijn levendige oorsprong nog niet verloren en is
nog altijd de levendigste van allemaal. Een rustpunt vindt u bij de theesalon
l’Arbre à Canelle met een ongewijzigd interieur van de vroegere eigenaar; de
chocolatier Marquis.
Passage des Panoramas
Als
u bij de uitgang de boulevard Montmartre oversteekt vindt u bij nummer 12 de Passage Jouffroy (140 m). Een drukke
passage met de meest originele winkeltjes, die de nieuwsgierige bezoeker
trakteren op allerlei verrassingen. Miniaturen, affiches, handgemaakt speelgoed
en prachtige wandelstokken van de Frères Ségas. Middenin, de uitgang van het
wassenbeeldenmuseum Musée Grévin. De hoofdingang zit aan de boulevard
Montmartre nr. 10. Zeer de moeite waard,
al was het alleen al voor het “Palais de Mirages”. Dit betoverende spiegelpaleis met zijn “Son et Lumière” (geluid– en
lichtshow), stond in 1900 al opgesteld op de wereldtentoonstelling in Parijs en
is toen aangekocht door het museum. Tip: mocht u hier zijn rond lunchtijd, om
de hoek op rue du Faubourg-Montmartre nr. 7 zit Bouillon Chartier. Een schitterende eetzaal uit de Belle Époque.
Geniet te midden van gezellig geroezemoes van een eenvoudige maaltijd.
Passage Verdeau
We
vervolgen onze ontdekkingsreis via de uitgang op de rue de la Grange Batelière.
Aan de overkant begint de Passage
Verdeau (75 m) op nr. 6, een ware trekpleister voor eenieder die iets
verzamelt. Deze passage met zijn hoge dakramen en spitsboogvorm heeft zijn oude
waardigheid weten te behouden. Kleine gespecialiseerde winkeltjes vol met
rariteiten zoals l’Anciene France; zeldzame boeken en prentbriefkaarten. Roland
Buret voor bijzondere postzegels en bij Latou, oude fototoestellen. Parallel
aan de gehele passage loopt een geheim privé straatje; courette in het Frans.
Met een beetje geluk is de ingang op nr. 13 bis
geopend.
We
blijven in de buurt en begeven ons op loopafstand naar de rue Richelieu nr. 95;
de Passage des Princes (80 m).
gebouwd in 1860. U gaat hier voor de schoonheid, niet voor de winkels. In 1994
nog geheel gerestaureerd door de huidige eigenaar de Compagnie d’Assurance
générales sur la Vie (AGF).
Vervolg: Parijse passages, deel 2.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten