Paris FvdV is een niet commercieel weblog speciaal voor kenners en liefhebbers van de stad Parijs - en voor hen die dat willen worden. Parijs is een stad met een gewichtig verleden, respectabel en gerespecteerd. Het is totaal niet nostalgisch. Parijs is er in geslaagd om, soms op brutale maar altijd op elegante wijze, om te gaan met zijn grootse monumenten. Ze te beschermen en te integreren in de nieuwe dynamiek van de stad. Parijs is een meester op het gebied van herstel en transformatie. U zult er nooit in slagen een volledig overzicht te maken van plekken en verhalen, die allemaal op hetzelfde punt uitkomen en de glorie van deze stad bezingen. toch wil ik een poging wagen. Wekelijks wil ik u niet alleen informeren over wat Parijs nog meer te bieden heeft, maar ook wil ik mijn liefde voor deze stad op u over dragen. In de hoop dat het raakt aan iets wat u herkent of voelt. Ferry van der Vliet.

Privacy verklaring: Indien u weblog Paris FvdV, dat bij Google-Blogger is ondergebracht, leest en reageert op de blogs van Paris FvdV, doet u dat vrijwillig en is uw IP-adres en mailadres - indien u dat vermeld - bekend en wordt opgeslagen. Ook uw schuilnaam waaronder uw reageert wordt opgeslagen. Paris FvdV zal uw gegevens nooit aan derden doorgeven. We houden uw gegevens privé, tenzij de wet of rechtelijke macht ons dwingt uw gegevens aan hen te verstrekken. Datalekken in het systeem vallen onder de verantwoordelijkheid van Google-Blogger. Door weblog Paris FvdV te bezoeken en/of de op of via deze weblog aangeboden informatie te gebruiken, verklaart u zich akkoord met de toepasselijkheid van deze disclaimer. Google gebruikt cookies om services te leveren en verkeer te analyseren dus uw IP-adres en user-agent zijn bij Google bekend, samen met prestatie- en beveiligingsstatistieken om servicekwaliteit te garanderen, gebruiksstatistieken te genereren, misbruik te detecteren en maatregelen te treffen.

Posts tonen met het label Historie. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Historie. Alle posts tonen

donderdag 22 september 2022

EEN BEZOEK AAN DE INGEWANDEN VAN PARIJS

In 1862 publiceerde Victor Hugo de roman Les Misérables, waarvoor het idee zo’n 30 jaar eerder ontstond. Het zijn de Parijse opstanden van 5 en 6 juni 1832 die centraal staan in het laatste deel van wat Hugo zelf beschreef als bovenal een religieus boek. Hierin redt de voormalige gevangene Jean Valjean het leven van de student Marius Pontmercy die in een vuurgevecht op de barricaden getroffen wordt door een verdwaalde kogel en het bewustzijn verliest. Jean Valjean aarzelt niet, tilt de gewonde jongeman op zijn schouders en samen ontsnappen ze aan een gewisse dood door af te dalen in de Parijse riolering waar het lawaai van de straat al gauw verbleekt bij de stank van de gigantische beerput. ‘Een wereld van uitwerpsels waaraan alleen de menschelijke gedaante ontbreekt’


 

Een bezoek aan de riolen van Parijs is een duik nemen in de ingewanden van de stad en de verborgen kant ervan verkennen. Het is ook een manier om de geschiedenis van dit netwerk te ontdekken, dat nauw verbonden is met de evolutie en de architectuur van de straten van de hoofdstad. Een duik in de Parijse onderbuik is geen alledaags uitstapje maar al geliefd sinds de wereldtentoonstelling in 1867, toen het Parijse rioolmuseum nog niet eens bestond. Het Musée des Égouts de Paris is meer dan drie jaar gesloten geweest voor een ingrijpende renovatie en het opende zijn deuren op 23 oktober 2021. Met een geschiedenis van meer dan 150 jaar is het een mysterieus en ongewoon museum dat een ongekende comeback maakt in het centrum van de stad. Een modern gebouw op de Seinekade, vlakbij de Pont d’Alma in het 7e arrondissement, verwelkomt nu haar bezoekers voordat ze afdalen in de riolen voor een bezoek aan de stad onder een stad.



De nieuwe entree van het Musée des Égouts de Paris vlakbij de Pont d'Alma
 

Dit Parijse erfgoed vol geschiedenis weerspiegelt de boeiende fascinatie van de bovenwereld met de ondergrondse stad beneden. Ze is hèt vlaggenschip van het industriële erfgoed van Frankrijk omdat ze een belangrijke rol speelt in de hygiënische sanering van de hoofdstad. Bovendien een onuitputtelijke inspiratiebron voor kunstenaars, schilders, en schrijvers die helden en schurken stuurden door de goten van dit eindeloze ondergrondse netwerk Zoals Victor Hugo in Les Misérables, Gaston Leroux met Le Fantôme de l'Opéra, Umberto Ecco met de slinger van Foucault. Maar ook van filmregisseurs met La Grande Vadrouille van Gérard Oury met Louis de Funès en Bourvil, Le Trou (1960) van Jacques Becker, Baisers volés (1968) van François Truffaut. Recenter; Ratatouille (2007, waar de rat Rémy in de riolen terechtkomt en meegesleurd wordt door de stroming van de Bièvre en Rush Hour 3 uit 2007. Last but not least videogames zoals Tomb Raider (2003) en Assassin’s Creed (2014).

 


Tijdens het bezoek daal je af tot zo’n vier meter onder straatniveau en bezoek je 500 meter aan werkende galerijen

Het gerenoveerde museum geeft een prachtig overzicht van het sanitaire systeem van Parijs vanaf de Romeinse periode tot de 21e eeuw waarbij moderne multimedia, in het Frans en in het Engels, wordt gecombineerd met historische items. Bovendien is het museum onderdeel van het werkende riool. Tijdens het bezoek daal je af tot zo’n vier meter onder straatniveau en bezoek je 500 meter aan werkende galerijen terwijl onder de roosters het afvalwater van Parijs stroomt. Een rioolgeur is dan ook  prominent aanwezig. Maar ik kan je vertellen dat een bezoek aan dit museum een echte meeslepende realistische ervaring is. Je stapt nooit meer over een putdeksel zoals voorheen.

 


Het gerenoveerde museum geeft een prachtig overzicht van het sanitaire systeem van Parijs vanaf de Romeinse periode tot de 21e eeuw


Geschiedenis

Op de plek waar nu Parijs ligt, stond ooit een Romeinse enclave met de stadsnaam Lutèce. De eerste riolen die tijdens die Romeinse periode in Lutèce werden aangelegd zijn verdwenen en al lang vergeten. Romeinen waren eerste klas ingenieurs en wisten hoe belangrijk afvoeren en rioleringen waren om afval en rioolwater te verwijderen. Het was onder de huidige boulevard Saint-Michel dat de Romeinen de eerste Parijse riolen aanlegden. Overblijfselen werden ontdekt onder de thermale baden van Cluny, tijdens het boren onder de boulevard Saint-Michel in de jaren 1850. Van de Romeinen is bekend dat zij een zeer hoogstaande sanitaire cultuur hadden opgebouwd, iets wat we van de Parijzenaar in de middeleeuwen niet kunnen zeggen. Zij hadden toen een stelregel voor het omgaan met vuilnis. ‘Tout à la rue’, gooi alles maar op straat; van huishoudelijk afval, urine, ontlasting tot zelfs foetussen toe. De talrijke loslopende varkens en honden vraten veel van het afval dankbaar op. Zeker als iemand zijn behoefte op de keien deed, waren ze er als de kippen bij. Maar ook de onzichtbare micro-organismen deden hun best, met als gevolg een ondragelijke stank in de straten.

 

Momenteel strekt het netwerk van riolen zich uit over meer dan 2442 kilometer


In de dertiende eeuw maakte Philippe Auguste een begin met de aanleg van openbare werken zoals de massabegraafplaats voor de armen; het ‘Cimetière des Innocents’. Tevens liet hij ook een executieplaats ten noorden van Parijs inrichten, de koninklijke galgen van Montfaucon, die tevens dienst deed als één grote vuilstortplaats. Duizenden mensen werden er opgehangen, al dan niet na foltering. De lijken bleven net zolang hangen tot de beenderen er vanzelf afvielen. De overblijfselen werden dan samen met huisafval, ontlasting en puin in een geul gedumpt. De afschuwelijke geur die van dit ‘epicentrum’ van stank afkwam, was bedoeld om de Parijzenaars af te schrikken. De situatie werd nog eens verergerd door de afvoer van al dat afval in de Seine. Inmiddels stapelde het vuil in de straten van Parijs zich steeds hoger op. Sommige buurten raakten vrijwel ontoegankelijk. Omdat de toestand echt onleefbaar dreigde te worden, vaardigde Filips VI van Valois in 1348 de verordening uit dat iedere burger op straffe van gevangenis het vuil voor zijn eigen huis moest opruimen.

 


Het museum is onderdeel van het werkende riool

Naarmate de bevolking groeide, probeerden de autoriteiten in Parijs het afvalprobleem aan te pakken met beerputten. Men deed ook een poging om al het afval uit de stad op te halen en buiten de stad te deponeren. Veel mensen konden of wilden echter niet voor deze dienst betalen. Het was zoveel gemakkelijker om de kamerpot via het raam te ledigen. Ook werkten de beerputten nauwelijks. Ze vervuilden de grond en de kuilen waren moeilijk schoon te maken. In 1370 maakte Hughes Aubriot, provoost onder Karel V, het eerste overdekte stenen riool in Montmartre. Het was de eerste gesloten afvoer in Parijs. De inhoud daarvan kwam terecht in de Seine, bij het Louvre. De andere beerputten waren niets meer dan geulen in het midden van de straten die verschrikkelijk stonken en vaak overliepen. Na de aanleg van het eerste riool in 1370 heeft de Franse overheid voortdurend riolen toegevoegd, vergroot, gerepareerd en gemoderniseerd. Je zou kunnen spreken van een eeuwig ‘work in progress’.


Eugène Belgrand
 

Pas in 1855 kreeg Parijs een coherent systeem voor zowel de drinkwatervoorziening als de afvoer van afvalwater, naar een ontwerp van de Franse ingenieur Eugène Belgrand, die ook wel de grondlegger van het huidige rioleringssysteem wordt genoemd. Van hem kwam ook het idee om een grote buis vanuit de Rive Droite aan te leggen, naar de dorpjes Annières en Gennevilliers, om zo de alsmaar vervuilende Seine te ontzien. Vanaf 1895 werden de afvoeren uitgebreid tot Achères. Het afvalwater werd weer hergebruikt als irrigatie van de landbouw-gronden in de voorsteden. Al snel bleken de vloeivelden te klein om het totale aanbod van afvalwater aan te kunnen, vandaar dat men in 1910 in Yvelines een zuiveringsinstallatie bouwde, maar later zijn ook andere stations geïnstalleerd op andere sites: Valenton, Noisy-le-Grand in Seine-Saint-Denis en Colombes in de Hauts- de Seine. die tot op de dag van vandaag zorgdragen voor de afvoer van de ingewanden van Parijs.  

Momenteel strekt het netwerk van riolen zich uit over meer dan 2442 kilometer, het grootste netwerk van de wereld met bijna 20.000 mangaten. Elke straat heeft zijn eigen riool. Straten breder dan twintig meter hebben er zelfs twee. Parijs kent ook nog ruim 63.000 'privé-riolen'. De hoogte van de rioolbuizen variëren van 5 meter (hoofdriool) tot  3,8 meter en 2,6 meter (basisriool). Fraaie porseleinen bordjes geven de naam van het riool aan, die overigens overeenkomen met de naam van de straat, boulevard, avenue of plein waaronder het riool loopt. Dagelijks stroomt er 300 miljoen kubieke meter aan afval- en regenwater door dit bijzondere buizensysteem. Bovendien wordt het water naar elektriciteitscentrales geleid waar het wordt behandeld en gereinigd. De riolen huisvesten ook andere netwerken: drinkwater, niet-drinkwater en telecommunicatiekabels en zelfs glasvezel sinds meerdere jaren!  Alleen gasleidingen, elektrische kabels en verwarmingsleidingen zijn om veiligheidsredenen niet toegestaan. Het is een stad onder een stad met trottoirs, bruggen, kanalen en kades waarover de égoutiers zich verplaatsen. In Parijs werken zo'n 900 égoutiers, het corps dat toezicht houdt op de riolen.  Zo'n 320 zijn er in dienst bij de gemeente Parijs, de overigen werken in de privé sector. Geen ongevaarlijk werk, vanwege infectierisico's van open wondjes of rattenbeten, gezien de grote kolonie ratten die in de riolen huist. Men schat dat er op elke Parijzenaar (rond de 2,2 miljoen) een tot drie ratten beneden wonen. Een rekensom is nu snel gemaakt. Gemiddeld brengt een égoutier 22 jaar van zijn werkzame leven door onder de grond. Ze gaan dan ook rond hun 52e met pensioen.



Voorbeelden van de verschillende riolen onder Parijs


Werking van de systemen bij afvoer van regenwater en vervuild water


Fraaie porseleinen bordjes geven de naam van het riool aan, die overigens overeenkomen met de naam van de straat, boulevard, avenue of plein waaronder het riool loopt

 

De riolen zelf stromen niet meer naar Parijs maar stroomafwaarts, naar Clichy . Om dit te bereiken, ontmoeten de netwerken van de linkeroever elkaar bij de Pont de l'Alma , waar ze via een sifon onder de Seine door gaan. 10 Pompstations waarvan 7 permanent aan het werk zijn en drie uitsluitend actief in geval van overstromingen door hevige regenval. Overigens werkt het overgrote deel van het netwerk grotendeels zonder de hulp van pompen, simpelweg dankzij de zwaartekracht. De ingenieur Belgrand zorgde ervoor dat alle rioolpijpen met een helling van 3% naar het noordwesten aflopen. Bij die helling zorgt de zwaartekracht voor het transport zonder dat de onderhoudsploegen erin uitglijden. In de 20e eeuw is het stelsel twee keer zo groot geworden. De riolen vormen een spiegelbeeld van de stad. In welk opzicht? Elk riool draagt de naam van de straat die het volgt en het nummer van het gebouw erboven.



 Tijdens je bezoek aan het museum zie je de égoutiers gewoon aan het werk


Terwijl onder de roosters het afvalwater van Parijs stroomt is een rioolgeur ook  prominent aanwezig

De helft van het drinkwater dat in Parijs wordt verbruikt, wordt uit de Seine en Marne gehaald en de andere helft uit natuurlijke bronnen. Deze liggen op meer dan 150 km van de hoofdstad. Na transport en behandeling wordt het water opgeslagen in 5 ondergrondse reservoirs . Er vindt gemiddeld 10 keer controle plaats tussen de bron en de kraan. De kwaliteit ervan wordt als uitstekend beschouwd. Hoewel het waterverbruik sinds de jaren 1990 in de regio Parijs is afgenomen, blijft het een kostbaar goed dat moet worden beschermd door passende onttrekkingen en de versterking van de strijd tegen lekkages. Wist je dat het drinkwater van Parijs een van de zuiverste is? Het zou zelfs een van de beste ter wereld zijn! Dat leren we tenminste in de zeer populaire Netflix docu-serie genaamd ‘Down to Earth’ (in Frankrijk ‘Les Pieds sur Terre’) met Zac Efron en co-host Darin Olien. Darin is de auteur van de New York Times bestseller ‘Superlife’. De vijf oplossingen die je gezond, fit en eeuwig vitaal zullen houden. Zac Efron, neem ik aan, behoeft geen introductie. Kwaliteit van drinkwater is sowieso belangrijk aangezien de mens voor zo’n 65% uit water bestaat. We kunnen drie dagen zonder eten maar niet drie dagen zonder water.

 

Een wel zeer realistisch beeld bij het zien van alle menselijke uitwerpselen en afval die ook  onderdeel zijn van het museumbezoek


Overigens is het vandaag de dag nog steeds erg droevig gesteld met de sanitaire mentaliteit van de Parijse bevolking, misschien wel van alle  Fransen,  gezien de deplorabele staat van de toiletten in de vele restaurants.


Ik kan je vertellen dat een bezoek aan dit museum een echte meeslepende realistische ervaring is. Je stapt nooit meer over een putdeksel zoals voorheen


Ik kom aan het einde van mijn bezoek aan dit bijzondere museum en verheug mij op een ademteug gewone Parijse lucht. 

Musée des égouts, Pont de l’Alma tegenover Quai d'Orsay nummer 93, 7e arrondissement, Métro: Alma-Marceau, lijn 9 ; La Tour-Maubourg, lijn 8 - RER: Pont de l’Alma, RER C

Geopend van dinsdag t/m zondag van 10.00 tot 17.00 uur (laatste toegang 16.00 uur)

Toegangsprijs € 9, senioren € 7 

Met dank aan Ir W.J. Eradus.



vrijdag 27 mei 2022

DE WEDERGEBOORTE VAN EEN PARIJS ICOON

7 Juli 2021 schreef ik al een blog over dit Parijse icoon. Ruim twee weken na de opening door de Franse President Emmanuel Macron in aanwezigheid van Bernard Arnault, CEO van LVMH, het bedrijf dat 750 miljoen neerlegde voor de wedergeboorte van het warenhuis LaSamaritaine, een uniek stukje erfgoed in het centrum van de Franse hoofdstad. Velen van jullie zullen in de tussentijd zeker al een bezoek hebben gebracht aan dit warenhuis, een van de mooiste restauraties sinds jaren, waar letterlijk kosten nog moeite zijn gespaard. Deze blog gaat dan ook over de hoofdrolspelers die deze prestatie van formaat mogelijk hebben gemaakt. Het gebouw of eigenlijk gebouwen staan op een van de mooiste en duurste locaties van Parijs, tegenover de Pont Neuf, ingesloten door de kerk waar Molière in het huwelijk trad en waar vele beroemde architecten en kunstenaars werden begraven: de Saint Germain-l'Auxerrois uit de 12e eeuw. Tussen de chique rue de Rivoli, rue de la Monnaie, quai du Louvre en de rue de l’Arbre Sec.

 Het prachtig gerestaureerde warenhuis gezien vanuit de lucht - Foto Sanaa Architectes


Het begin

De betrokkenheid van LVHM (Louis Vuitton Moët Hennessy) in de geschiedenis van La Samaritaine gaat terug tot het jaar 2001 toen zij een meerderheidsbelang kregen en tevens het management overnamen over het toen al slecht renderende warenhuis. Drie jaar lang werden er studies uitgevoerd om het historisch erfgoed van Frantz Jourdain en Henri Sauvage aan te passen aan de tand des tijds. Maar in 2005 werden de gebouwen afgekeurd door de brandweer en werd het besluit genomen om het warenhuis te sluiten. Twee jaar later, in 2007, werden het  Zwitserse architectenbureau Herzog et de Meuron en het Japanse SANAA benaderd om met plannen te komen voor een totale renovatie van drie gebouwen die bekend staan als de bâtiments Sauvage, -Jourdain en -Rivoli. In 2010 viel de keuze op SANAA die in dat zelfde jaar de Pritzker architectuurprijs won, de meest gerenommeerde architectuurprijs ter wereld,  terwijl LVHM voor 100% eigenaar werd van Samaritaine. SANAA werd opgericht in 1995 door Kazuyo Sejima en Ryue Nishizawa. Ze tekenden onder meer het museum voor hedendaagse kunst in Kanazawa, het New Museum of Contemporary Art in New York en het glazen paviljoen bij het Toledo Museum of Art in Ohio. In Almere ontwierpen ze de Schouwburg en het cultureel centrum De Kunstlinie.

 


Samaritaine door mij gefotografeerd in 2012 en 2013, met het verval duidelijk zichtbaar - Foto's Paris FvdV


In 2011 werden de plannen ingediend bij de gemeente Parijs voor de restauratie van de gebouwen Sauvage en Jourdain en de sloop en nieuwbouw van het pand aan de rue de Rivoli. De bouwplannen omvatte 29.566 m² winkelruimte, 16.778 m² kantoorruimte, 96 sociale huurwoningen, een kinderdagverblijf voor 80 kinderen en een vijfsterren hotel met 72 kamers, 2 restaurants en een zwembad in de kelder. Het pand aan de rue Rivoli zou worden voorzien van een ultra moderne glaswand die in de wandelgangen al snel het douchegordijn werd genoemd. Een volksraadpleging in 2012 leverde zoveel protesten op tegen deze gevel dat diverse rechtszaken de start van de bouw stagneerden tot 2015. Uiteindelijk verwierp het Franse Hof van Cassatie in juni 2015 alle bezwaren. Eindelijk kon men dan beginnen tot wat zou uitgroeien tot de meest complexe bouw sinds 1977, toen de toenmalige president Chirac opdracht gaf voor de bouw van het Forum des Halles bestaande uit een deels ondergronds  commercieel en cultureel complex met meer dan 200 winkels, 10 bioscopen, een toneelzaal, muziekcentrum, museum, zwembad, 12 restaurants, snelwegen, een metro-  en een RER-station.

 


De hoofdrolspelers in beeld - Foto persdossier La Samaritaine

Opdrachtgevers waren La Samaritaine en het LVHM hotelmanagement. Maar liefst vijf architectenteams werden betrokken bij de bouw. SANAA voor het concept en design, Lagneau Architectes verantwoordelijk voor de restauratie van het cultureel erfgoed, SRA Architectes produceerde alle bouwtekeningen gebaseerd op de ontwerpen van Sanaa, François Brugel Architectes voor de sociale huurwoningen en het kinderdagverblijf en Maison  Édouard François voor het Hôtel Cheval Blanc. Het bedrijf EGIS werd verantwoordelijk voor de coördinatie en projectmanagement. De hoofdaannemer werd VINCI Construction. Verbonden aan het werk waren 1.000 bouwvakkers, 130 ingenieurs en 350 onderaannemers.



 Deze gevel ontworpen door Sanaa Architectes vertraagde de bouwplannen met vier jaar - Foto's Paris FvdV

Bâtiment Rivoli

Het gebouw, aan de zijde van de rue Rivoli, werd als eerste volledig gesloopt tot drie lagen ondergronds, met uitzondering van de inpandige woningen uit de 17e en 18e eeuw op de hoek van de rue de l’Arbre Sec en de rue Baillet. Een huzarenstukje op zich, om er voor zorg te dragen dat de bestaande woningen die later dienst gaan doen als sociale huurwoningen, niet zouden verzakken. Bâtiment Rivoli biedt plaats aan drie etages winkelruimte, 6 etages kantoorruimte en sociale huurwoningen. Aan de voorzijde een uniek stukje architectuur, het zogenaamde douchegordijn bestaande uit 9.000 m² golvend glas bestaande uit 343 panelen met elk een gewicht tussen de 600 en 1.250 kg. 12 mm. dik, 2,70 meter breed en 3,25 meter hoog. 26 verschillende mallen waren nodig om de verschillende golven te construeren. Achter deze glaswand bevinden zich nog eens twee glaswanden voor isolatie, zonwering en brandveiligheid. Het bedrijf Frener & Reiffer France S.A.S was verantwoordelijk voor de fabricage en de installatie van de golvende gevel, de kabel gedragen glazen paraplu die het dak vormt van de binnenplaats van de Rivoli-winkel en voor de glazen loopbrug die de verbinding vormt tussen bâtiment Rivoli en Jourdain.

 

Een huzarenstukje, de montage van het 'douchegordijn'. - Foto's Frener Reiffer


François Brugel Architectes waren verantwoordelijk voor het creëren van 96 sociale woningen en het kinderdagverblijf. Uniek gezien het feit dat Samaritaine zich bevindt op een van de duurste locaties in de Franse hoofdstad. Echter dit was een van de eisen van het Parijse gemeentebestuur voor goedkeuring van de totale bouwplannen. Het was nog een aardige puzzel. De 96 sociale woningen werden deels ondergebracht in de bestaande 17e en 18e -eeuwse woningen, de overige woningen in het Rivoli-gebouw met uitzicht op de gecreëerde binnenplaats en een deel in het Jourdain-gebouw samen met het kinderdagverblijf. De ingang werd gemaakt in de rue de l’Arbre Sec. De huur (de Prêt Locatif à Usage Social - PLUS) voor een sociale woning is door het stadhuis vastgesteld op € 6,94 per m² huur per maand, gezinnen met een middeninkomen betalen maximaal € 13,54 per m² per maand.

 

Binnenkijkje in de diverse sociale woningen - Foto's François Brugel Architectes en Paris Habitat


Bâtiments Jourdain et Sauvage

Een van de grootste uitdagingen van het project was de restauratie van de bestaande art- nouveau en art-deco gebouwen die het dichtst bij de Seine liggen en als historisch monument geregistreerd staan: Het bâtiment Jourdain, gebouwd door Frantz Jourdain, tussen 1905 en 1908 en het bâtiment Sauvage, gebouwd door Henri Sauvage tussen 1926 en 1928. Voor deze omvangrijke restauratie werd Jean-François Lagneau ingeschakeld; hoofdarchitect en inspecteur-generaal  van historische monumenten in Frankrijk. Hij wordt vrijwel altijd ingeschakeld als het gaat om gebouwen met een historisch en patrimoniaal karakter. Hij was ook betrokken bij de restauratie van La Poste du Louvre (zie mijn blog van zondag 8 mei 2022)

 

De gebouwen Sauvage (l) en Jourdain (r) na restauratie - Foto Sanaa Architectes


De restauratie van het historisch erfgoed

De onderaannemers werkzaam onder de supervisie van Lagneau, vormen de crème de la crème van Frankrijk als het gaat om restauratie van historisch erfgoed. Allereerst Socra sinds 1964 verantwoordelijk voor de meest emblematische elementen van het Franse erfgoed waaronder de spiegelzaal van het Château de Versailles, De beelden op de Place de la Concorde, de sculpturen van de Opéra Garnier en de beelden van de torenspits van de Notre Dame, de 12 apostelen en de 4 evangelisten die een paar dagen voor de brand op 15 april 2019 op wonderbaarlijke wijze werden gered. Socra werd belast met de restauratie van alle historische decoratieve elementen, de geëmailleerde panelen van lavasteen aan de buitenzijde (24 panelen die ontbraken werden opnieuw gerecreëerd door de emailleur Maria da Costa), luifels, 37 zinken dakkapellen, 7 pinakels tevens vlaggendragers, de door Alexandre Bigot (1862-1927) geglazuurde zandstenen panelen onder het centrale trappenhuis en de houten sierbekleding aan de buitenzijde van de begane grond.



Enkel voorbeelden van het restauratiewerk door Socra - Foto's Paris FvdV en Socra



Het Atelier Jean-Loup Bouvier werd ingeschakeld voor alle geschilderde decoraties, de pauwen fresco’s, pleisterwerk, beeldhouwkunst en verborgen ornamenten bij alle ijzeren Eiffel steunberen. De pauwenfresco’s, (115 meter lang) van de hand van Françis Jourdain, inderdaad de zoon van, zijn nu in volle glorie te zien onder het glazen dak. Een voor een werden 336 panelen, elk 1,30 meter breed uiterst voorzichtig verwijderd en overgebracht naar het atelier in Avignon. Daar zijn de verlijmde doeken voorzichtig losgemaakt van de gipsen onderlaag die weer was bevestigd op een kurken ondergrond. Na voorzichtig te zijn schoongemaakt en in originele staat hersteld, werden zij weer verlijmd op een nieuwe ondergrond en overgebracht naar Parijs. Onder de freco’s zaten 132 gipspanelen, waar mede dankzij de kundige handen van de restaurateurs, geïntegreerde mozaïeken van imitatie goud werden ontdekt. Ook deze werden in volle glorie gerestaureerd.



De vakkundige restauratie van de pauwenfresco’s nu te zien op de bovenste etage van La Samaritaine - Foto's Atelier Bouvier


Het schitterende eindresultaat - foto's Paris FvdV




De gipspanelen, 132 in totaal, voor en na de restauratie door het Atelier Bouvier - Foto's Atelier Bouvier en Paris FvdV

De ‘pièce de la résistance’ is de restauratie van het glazen dak. Nadat de niet originele steunberen waren verwijderd, die in die tijd grotere glazen panelen moesten dragen, werd de originele Eiffel structuur weer zichtbaar. Nu was de vraag welk glas te gebruiken om zon te weren, hitte te voorkomen en het licht op de juiste wijze te kunnen controleren. Er werd gekozen voor elektro chromatisch glas. Met dit glas kan de tint van het glas met een elektrische regelaar worden aangepast afhankelijk van de hoeveelheid zon.



'La verrerie' het glazen dak een van de huzarenstukjes van de totale restauratie - Foto Sanaa Architectes

Voor de glazen vloer, 600 m² groot, op de bovenste ring, werd gebruik gemaakt van de expertise van het Atelier Emmanuel Barrois in Brioude , een gemeente in het Franse departement Haute-Loire. Samen met Saint Gobain maakten zij licht doorlatende tegels in het formaat 30 cm x 40 cm., en 4 cm. dik, van gehard glas met een vierkant reliëf aan de bovenzijde en een ruitpatroon aan de onderzijde. Aan de onderzijde werd vervolgens een champagnekleurige metallic hars aangebracht.



De glazen vloer op de bovenste etage zorgt voor het doorlaten van het daglicht - Foto's Paris FvdV en Atelier Barrois

Het Atelier d’Œvres de Forge voerde de restauraties uit van de statige art-nouveau trappen en bijna 800 meter lange leuningen ooit ontworpen door Raymond Subes. In het kader van de veiligheid werden alle balustrades, 1600 meter lang, in overleg met François Lagneau bijna onzichtbaar 15 cm. verhoogd. De uiteinden van de balustrades die de trappen met elkaar verbinden, werden met 60 centimeter verlengd, om de toename van de dikte van de nieuwe betonnen vloerplaten te compenseren, hetgeen overeenkomt met een extra trede. 



1600 meter balustrades werden bijna onzichtbaar 15 cm. verhoogd - Foto Paris FvdV


Restauratie werkzaamheden in het Atelier d’Œvres de Forge - Foto Atelier d’Œvres de Forge

Vervolgens werden alle kastanjebladen die onderdeel uitmaken van de balustrades, een voor een, ter plaatse verguld met echt bladgoud. Voor deze techniek werd het Atelier Gohard gevraagd. Ook vergulden zij alle belettering en ornamenten aan de buitenzijde van de gebouwen. Voor wie ooit het kasteel van Versailles heeft bezocht weet dat het alles goud is wat er blinkt. Ook dit is het werk van het familiebedrijf Gohard.

 

Ook in La Samritaine is alles echt goud wat er blinkst mede dankzij Atelier Gohard - Foto's Atelier Gohard


Hôtel Cheval Blanc

Voor het Hôtel Cheval Blanc, onderdeel van de hotelketen van het LVHM hotelmanagement, werden Édouard François benaderd van het Maison Édouard François en voor het interieur Peter Marino die al eerder winkels had ontworpen voor Louis Vuitton. Edouard François was ook verantwoordelijk voor de bouw van het vijf-sterren Hôtel Barrière en de restauratie van het beroemde etablissement Le Fouquet’s, beiden gevestigd aan de Champs Elysées. Het nieuwe Hôtel Cheval Blanc zou het eerste hotel zijn in Parijs met uitzicht over de Seine en een dakterras. Het laatste is inmiddels achterhaald door ROOF, het onlangs geopende dakterras van Hôtel Rêve in het gebouw van La Poste du Louvre.



Alle kamers van het hotel Cheval Blanc hebben uitzicht op de Seine - Foto Alexandre Tabaste, courtesy LVHM

Parijs heeft het vijfde hotel van deze groep met vestigingen in Courchevel in de Franse Alpen, Randheli op de Malediven, Saint-Barth een eiland in de Caraïbische Zee en een overzeese gemeenschap van Frankrijk en het mondaine Saint-Tropez.

De Parijse vestiging heeft 72 kamers en suites, verdeeld over 7 etages, 16 kamers op elke etage, waarvan de prijzen per nacht volgens Booking.com variëren tussen de € 1750 en € 5500 per nacht. Het hotel bevindt zich aan de voorzijde van het bâtiment Sauvage. De kamers op elke hoek zijn het grootst met twee ramen. Op de bovenste etage bevinden zich twee suites met elk een grootte van 105 m² en twee restaurants met een panoramisch terras uitzicht over de Seine, het Ïle de la Cité, het Ïle Saint Louis en de Eiffeltoren. In de kelder een zwembad met op maat gemaakte mozaïek vloeren en muren van Bianco Sivec-marmer. Aan de uiteinden grote spiegelwanden die het zwembad oneindig verlengen. “We hebben het gebouw getransformeerd zonder het bestaande erfgoed te negeren. Het werk van Franse kunstenaars en ambachtslieden werd in elk aspect van het interieur geïntegreerd”, aldus Peter Marino. De Parijse architect Édouard François leidde de buitenarchitectuur van het gebouw inclusief de restauratie van de historische gevel.



Het rijke interieur vol met kunst is een ontwerp van Peter Marino - Foto Alexandre Tabaste, courtesy LVHM

De twee restaurants zijn ook toegankelijk voor gasten van buitenaf. Bistro Le Tout Paris waar de prijzen variëren van € 21 tot € 35 voor een voorgerecht, € 35 tot € 58 voor een hoofdgerecht en € 9 tot € 21 voor een nagerecht. Verder het Italiaanse restaurant Langosteria, onder leiding van chef Enrico Buonocore, vernoemd geen prijzen bij de menu’s. Waarschijnlijk onder het motto; “als je het persé wil weten kun je het niet betalen”.

 

In de kelder van het gebouw Sauvage een zwembad en luxe spa - Foto Alexandre Tabaste, courtesy LVHM


Het interieur

Last but not least de ontwerpbureau’s, ingehuurd voor het interieur van de winkel. Drie werden er uitverkoren: Yabu Pushelberg, Ciguë en Malherbe.

Yabu Pushelberg, opgericht in 1980 door George Yabu en Glenn Pushelberg, is één van de meest erkende designfirma’s ter wereld. Zij creëren al meer dan drieëndertig jaar onderscheidende kenmerkende omgevingen voor spraakmakende klanten in de luxe retail-, horeca-, woon- en restaurantmerken over de hele wereld waaronder Four Seasons Hotels & Resorts, De Thompson Hotels, Park Hyatt International, Mandarin Oriental Hotel Group, St. Regis Hotels, Ian Schrager, Louis Vuitton, het warenhuis Le Printemps in Parijs, Barney's, Tiffany's, Bergdorf Goodman, Carolina Herrera en zo kan ik nog een hele tijd doorgaan. Zij  creëerden het basisinterieur voor alle etages.

 


Minimalistisch winkelinterieur ontworpen door het beroemde architecten due George Yabu en Glenn Pushelberg - Foto's Yabu Pushelberg Architectes


Ciguë creëerde het interieur van de drie verdiepingen aan de Rivoli zijde. Ornamenten van gegoten gips, paskamers met lambriseringen en uitsparingen, opgebouwd met hergebruikt grenen, het vrijstaande meubilair, kledingrekken, podia en sokkels. Ciguë is vooral bekend om zijn minimalistische interieurs zoals de Aesop winkel in Parijs, de chocolade ateliers van Alain Ducasse in de rue de la Roquette 40 en de rue Saint-Benoît 26. De winkels van Isabel Marant, Printemps Hommes en Yves Saint Laurent.



Ciguë was verantwoordelijk voor het winkelinterieur van het Rivoli gebouw - Foto's Ciguë 
 

Hoe transformeer je een historisch pand tot een luxe klantervaring? Malherbe Design Paris realiseerde een unieke cartografie voor La Samaritaine, voorgesteld als een Parijse wandeling, waarbij de vele cafés en verfijnde bistro's van de hoofdstad worden onthuld. Op verschillende de verdiepingen tonen speciaal ingerichte hoeken enkele van de meest gevierde champagnemerken van LVMH. Maison Ruinart, Veuve Cliquot, Dom Pérignon, maar ook de Orient Express, Boutique Lou Lou en Dior Parfums. Voor het Maison Ruinart was het zelfs voor het eerst in de geschiedenis dat men gebruik maakte van een shop in a shop concept. Malherbe opgericht in april 1989 door Hubert de Malherbe is vooral gespecialiseerd in merkenstrategie, e-commerce, social media, design van verpakkingen. Het bedrijf werkt al sinds 2002 voor LVHM.

 

Extra aandacht voor de merken van LVHM gecreerd door Malherbe Design Paris - de champagnemerken Maison Ruinart, Veuve Clquot en Dom Perignon - Foto's Malherbe Design



Epiloog

La Samaritaine heeft de rechteroever van Parijs nieuw leven ingeblazen met het creëren van bijna 3.000 banen, wederom een bewijs van de positieve impact van LVMH op de lokale economie. In de directe omgeving van het Louvre en Les Halles draagt het nieuwe complex op grote schaal bij aan de wedergeboorte van de wijk met een voetgangersplein (de rue de la Monnaie) dat directe toegang biedt tot Pont Neuf. 

Ik hoop dat je door deze blog met andere ogen door de gebouwen loopt, geniet van het werkelijk adembenemende decor dat met zoveel geld en liefde werd gerestaureerd en bewaard voor de toekomst. Loop ook langs de gebouwen en kijk vooral omhoog naar al het moois ooit geschapen door de visie van het echtpaar Ernest Cognacq en zijn vrouw Marie Louise Jay maar vooral dankzij de architecten Frantz Jourdain, Henri Sauvage en Kazuyo Sejima en Ryue Nishizawa van Sanaa.



Het echtpaar Ernest Cognacq en zijn vrouw Marie Louise Jay


Frantz Jourdain (l) Henri Sauvage (r) 


Émile Zola schreef in ‘Au Bonheur des Dames’ in 1883 het volgende:

Het voelt als een hal van een station omgeven door balustrades doorsneden door hangende trappen, verbonden door zwevende bruggen. De ijzeren trappen met dubbele omwentelingen en gewaagde krommingen, vermenigvuldigen de bordessen, ijzeren relingen, gesponnen onder het witte licht van de vensters. Een lichtvoetige architectuur, een moderne versie van een droompaleis dat als het ware een toren van Babel de verdiepingen op een stapelt  en zalen zich openen in het oneindige. 

Geen woord van gelogen en 139 jaar later onveranderd nog steeds van toepassing.



 

Rondleiding

Nog een laatste tip: La Samaritaine geeft je ook de mogelijkheid om samen met een gids het erfgoed en de architecturale verrassingen van het warenhuis te ontdekken. Mogelijk per groep of individueel. 

5 bezoeken per week (maximaal 15 personen per groep*) prijs per persoon is € 15 en de rondleiding duurt 1u30 

Woensdag 10.30 uur - Frans

Zaterdag 10.30 uur - Frans

Zaterdag 16.15 uur - Frans

Zondag 14.00 uur - Frans

Zondag 16.00 uur – Frans 

Rondleiding op maat is ook mogelijk bijvoorbeeld met een eigen groep: Groepsprijs: € 220

1 tot 10 personen, Duur van het bezoek: 1u30 

Reserveren bij de concierge in de winkel of telefonisch: +33 1 88 88 60 05 of via het internet

visits.samaritaine@dfs.comSamaritaine  


*La Samaritaine behoudt zich het recht voor om de rondleiding te annuleren als het aantal geregistreerde mensen voor het bezoek minder is dan 4 personen. 



zondag 8 mei 2022

LEGENDARISCHE GEBOUWEN IN HET HART VAN PARIJS

Ze maken onderdeel uit van de unieke transformatie in het hart van Parijs; legendarische gebouwen die na jaren van verbouwen een nieuwe bestemming hebben gekregen. Eerder schreef ik al over het warenhuis La Samaritaine, de vernieuwde Bourse de Commerce het museum dat de Pinault kunstcollectie herbergt, en het Hôtel de la Marine, het voormalige ministerie van de marine. 


La Poste du Louvre

Tijdens de week van Koningsdag in Parijs bracht ik een bezoek aan weer een legendarisch gebouw in het hart van Parijs: ‘La Poste du Louvre’ in het 1e arrondissement. Dit reusachtige pand op de hoek van de rue du Louvre en de rue Étienne Marcel, werd in 1886 ontworpen door architect Julien Guadet, leerling van de grote Henri Labrouste, op het grondgebied van het voormalige Hôtel d’Armenonville. In 1757 aangekocht door Laurent Destouches in opdracht van Lodewijk XV om er een postkantoor te vestigen. Al snel bleek het pand te klein en werd geofferd als onderdeel van de transformaties van Parijs aan het einde van de 19e eeuw. Julien Guadet werd belast, tussen 1878 en 1886, met de bouw van een nieuw postkantoor op de plek van het vorige, om tegemoet te komen aan de nieuwe vereisten van het snelgroeiende Parijs. Nieuwe bouwmaterialen doen hun intrede waaronder glas en staal. Prefect Georges-Eugène Haussmann liet tussen 1854 en 1866 tien overdekte markthallen bouwen. Architect Victor Baltard ontwierp daarvoor gietijzeren boogconstructies met glazen daken. Een hoge ijzeren toren ontstaat op de tekentafels van Gustave Eiffel. Diezelfde materialen neemt Guadet mee in zijn ontwerp voor een postgebouw, het enige in Frankrijk waar je dag en nacht terecht kon. Het nieuwe gebouw werd officieel ingehuldigd op 14 juli 1888.

 

La Poste du Louvre op de hoek van de rue du Louvre en de rue Étienne Marcel, werd in 1886 ontworpen door architect Julien Guadet


In 2015 gaan de loketten definitief dicht. Pas in 2012 geeft de Poste Immo, de vastgoeddochter van Le Groupe La Poste, opdracht om deze uitzonderlijke site te renoveren met de ambitie om het open te stellen voor de stad en er een plaats van te maken die voor iedereen toegankelijk moet zijn. Het project wordt toevertrouwd aan architect Dominique Perrault. Hij is het meest bekend om zijn ontwerp van de Bibliothèque nationale de France. Bij de start van het project werden de totale kosten van de ingrijpende renovatie geraamd op 140 miljoen euro. Echter door onvoorziene vertragingen vanwege asbestverwijdering en covid lopen de kosten hard op. Op 2 juni 2020 wordt het monumentale gebouw ook nog eens geteisterd door een brand, waarschijnlijk veroorzaakt door een gaslek.

 

Het project wordt toevertrouwd aan architect Dominique Perrault




Maar op 18 januari 2022 is het dan zover, de inhuldiging door de minister van Economie, Bruno Le Maire in aanwezigheid van de burgemeester van Parijs, Anne Hidalgo en de burgemeester van het centrum van Parijs Mr. Ariel Weil. Duidelijk is nu te zien dat La Poste opmerkelijk is vanwege zijn monumentale stenen omhulsel en zijn metalen structuur van buitengewone afmetingen. Perrault heeft de 1.400 m² grote centrale binnenplaats van glas en staal gecombineerd met hedendaagse architectuur  en op vier plaatsen geopend naar de stad. La Poste du Louvre is nu open voor voorbijgangers net als de naburige Galerie Vivienne en Véro-Dodat. Maar liefst vijf overdekte openingen geven toegang tot de centrale patio vanuit les rues du Louvre, Jean-Jacques Rousseau, Étienne Marcel en de passage Gutenberg. Op de begane grond heb je toegang tot 13 winkels. De winkels bevinden zich aan de zijde van de rue Étienne Marcel en de rue Jean-Jacques Rousseau.


Perrault heeft de 1.400 m² grote centrale binnenplaats van glas en staal gecombineerd met hedendaagse architectuur 





Naast 17 sociale woningen bevat het monumentale gebouw ook een vijf sterren hotel van ondernemer Laurent Taïeb. Het hotel, Madame Rêve, heeft de architectuur van het gebouw uit de negentiende eeuw behouden, althans op de begane grond. De kleur zwart voert er de hoofdtoon: “C’est la couleur du chic Français”, aldus Monsieur Taïeb. Maar zodra de lift is genomen en de verdiepingen zijn beklommen naar de vierde en vijfde verdieping van het gebouw, neemt  Madame Rêve haar gasten mee naar de 21e eeuw. Het hotel heeft 82 kamers en suites  met verschillende uitzichten op de hoofdstad, waarvan de helft een balkon heeft. Het hotel heeft een  panoramisch restaurant met een adembenemend uitzicht, genaamd Plume, met Japanse invloeden.


Restaurant La Plume - Foto ©  Madame Rêve


Inmiddels belooft Madame Rêve ons de 7e hemel. Op de top van het Louvre-postkantoor verbergt ROOF, een subliem U-vormig terras met 500 zitplaatsen en weer een prachtig uitzicht over heel Parijs. Het uitzicht op Saint-Eustache, de Notre Dame en de Eiffeltoren is uitzonderlijk. Hier lijkt de tijd stil te staan.

ROOF, een subliem U-vormig terras met 500 zitplaatsen - Foto © Madame Rêve

 

15.000 m² zal worden ingenomen door kantoren, verdeeld over twee niveaus plus entresol, voorzien van architecturale elementen zoals de metalen ‘Guadet-structuren’ in Eiffel-stijl met grote glazen oppervlakken die zorgen voor natuurlijk licht op alle werkplekken.. Verder is er een politiebureau gevestigd, een kinderdagverblijf en dè nieuwe versie van het Louvre-postkantoor, het enige Franse postkantoor dat tot middernacht open is, zeven dagen in de week. In de kelders zijn nog steeds de parkeerplaatsen voor postauto’s ondergebracht.

 

Felix Potin

Na mijn bezoek aan La Poste en Madame du Rêve maak ik gebruik om nog een iconisch pand te bezoeken; het voormalige hoofdkantoor van Felix Potin op de hoek van de rue Réaumur 51 en de boulevard Sebastopol nummer 99. Gelukkig op loopafstand van La Poste. Ik neem de rue Étienne Marcel in oostelijke richting, steek over bij de rue Montmartre en neem de derde zijstraat aan de linkerkant: De rue de la Chaussee d’Antin. Deze loop ik af tot aan de boulevard Sebastopol die ik links vervolg totdat deze gekruist wordt door de rue Réaumur. De rue Réaumur steek ik even over zodat ik een prachtig gezicht heb op een rijk geornamenteerd gebouw met een prachtige koepel uit de belle époque. Gebouwd in 1910 door architect Charles Lemaresquier. De imposante neobarokke constructie en de uitbundige, cilindrische hoektoren zijn een knipoog naar de welvaart van Félix Potin, het bedrijf dat hij bezat. Een Monoprix-supermarkt bezet nu de ruimte, maar de naam van het voormalige bedrijf blijft op de stenen gevel gegraveerd. Een herinnering aan de man die de eerste Franse supermarktketen oprichtte. 

Het begon allemaal in 1836. De jonge Jean Louis Félix Potin, een boerenzoon uit Arpajon in het huidige departement Essonne , vond op 16-jarige leeftijd een baan als kruidenier assistent in de rue du Rocher in het achtste arrondissement van Parijs. Acht jaar en een schat aan ervaring later, richtte hij zijn eigen bedrijf op aan de rue Neuve-Coquenard 28, in het negende arrondissement. Hij was toen nog maar 24 jaar oud. Zijn winkel leek veel op andere lokale verkooppunten en was verre van revolutionair. Bij de ingang stonden vaten met pruimen en olijven en binnen hingen slierten gerookte haring en suikerbrood. De locatie aan een drukke, door vrouwen bezochte straat bleek echter een verstandige keuze. 

Potin wilde de gebruikelijke verkooppraktijken opschudden. Geïnspireerd door Le Bon Marché en andere nieuwe warenhuizen die destijds verschenen, concentreerde hij zich op het verkopen van grote hoeveelheden voor lage prijzen, in plaats van grote winsten te maken op artikelen die van tijd tot tijd werden gekocht. Sommige producten werden zelfs met verlies verkocht, maar dit werd al snel gecompenseerd door de opwaardering op meer luxe artikelen zoals snoep. Bovendien was hij de eerste die de prijzen voor zijn waren aankondigde, waardoor de consument een vast bedrag werd gegarandeerd.


Het voormalige hoofdkantoor van Felix Potin op de hoek van de rue Réaumur 51 en de boulevard Sebastopol nummer 99

 

Potin was constant op zoek naar nieuwe producten en waagde een gok met chocolade door een cacaomolen te installeren op de binnenplaats achter zijn winkel. Gesterkt door dit succes opende hij in 1860 nog een winkel - die aan de Boulevard de Sébastopol - gevolgd door een derde aan de rue de Rennes 140.

Potin wilde zijn winkels zo efficiënt mogelijk bevoorraden en bouwde in 1861 een fabriek in de buurt van het Bassin de la Villette. De haven van La Villette was de eerste rivierhaven in Frankrijk en de fabriek bevond zich  op de hoek van de rue de l’Ourcq in de buurt van de stations van Belleville-La-Villette en Paris-Abattoirs, de slachthuizen van Parijs aan het einde van de 19e eeuw.

Vervolgens nog een fabriek in Pantin in 1881 – om olie te bottelen, mosterd en andere specerijen te produceren, suikerklontjes te maken, koffie te branden, likeuren te distilleren, koekjes en snoep te verpakken, maar ook groenten in blik en hij bereidt vleeswaren. Hij gebruikte de twee sites ook om producten te bewaren die hij rechtstreeks uit heel Frankrijk haalde. Dit maakte tussenpersonen overbodig en dus lagere kosten mogelijk. In de loop van de tijd verwierf Potin percelen grond in Zuid-Frankrijk en Tunesië, die hij gebruikte om zijn eigen fruit, groenten en wijnen te verbouwen.

 

De prachtige art-deco gebouwen, waaronder die aan de rue de Rennes (l) en de boulevard Sebastopol (r), blijven het levende bewijs van de durf en het talent van deze moderne retail pionier.

Door zijn innovatieve businessmodel had de zakenman volledige controle over zijn aanbod, terwijl hij ook een solide merkstrategie lanceerde voor rivaliserende bedrijven. Sardines, noedels, koffie en chocolade werden allemaal verpakt in de fabrieken en verkocht onder de naam Félix Potin. In zijn winkels konden klanten meel, kaas, gedroogd fruit, specerijen, snoep, conserven, wijnen en likeuren vinden, evenals hygiëne- en hardware producten. Kortom, alles wat moeder de vrouw ooit nodig zou kunnen hebben. In 1870 begon het bedrijf met het aanbieden van een nieuwe dienst: thuisbezorging. De voertuigen die door de Franse hoofdstad reden, versierd met de merknaam Félix Potin, hielpen ook bij het opbouwen van de reputatie van het bedrijf. 

Maar het klinkende succes wekte veel jaloezie. In november 1870, terwijl de Duitsers Parijs belegerden, verspreidde zich een vreemd gerucht door de Franse hoofdstad. Potin de kruidenier zou ervan zijn beschuldigd een speculant te zijn en zich van het leven hebben beroofd in plaats van met zo'n oneer geconfronteerd te worden. Het tegendeel bleek waar. Potin had juist niet geprofiteerd van de tekorten om de prijzen op te drijven, maar had zijn waren zelfs tegen lagere prijzen verkocht en zelfs kantines van gratis voedsel voorzien. De inwoners van Parijs deden hem recht door zich massaal naar de boulevard de Sébastopol te haasten om hem te bedanken. Helaas kon de zakenman van dit gebaar nauwelijks genieten, want hij stierf in juli 1871 op 51-jarige leeftijd. Zijn weduwe, Joséphine, die altijd met hem had samengewerkt, nam het bedrijf over met hun drie zonen en twee schoonzonen. 

In het begin van de 20e eeuw was Félix Potin de eerste supermarktketen ter wereld. Het had tien fabrieken, vijf wijnkelders, 70 dochterondernemingen en duizenden partnerverkooppunten die werden bevoorraad door de magazijnen van Félix Potin, die bijna 1,5 miljoen vierkante meter besloegen. Alleen al de fabrieken in Parijs hadden in 1906 1.800 mensen in dienst en breidden hun aantal uit tot 8.000 in 1926. In die tijd werd ook het prachtige art-nouveaugebouw gebouwd aan de Rue de Rennes tussen Montparnasse en Saint-Germain-des-Prés in 1904, samen met met de renovatie van het historische hoofdkwartier aan de Boulevard de Sébastopol in 1910. 

Tot het einde van de jaren vijftig behield het bedrijf zijn familiale aspect. Maar in de snel veranderende Franse economie werd Félix Potin verkocht aan vastgoedspeculanten en financiers die weinig interesse hadden om het bedrijf te moderniseren. Al snel waren er in heel Frankrijk supermarkten en grootwinkelbedrijven. De Félix Potin-winkels waren niet meer in staat om de enorme concurrentie het hoofd te bieden en begonnen in het begin van de jaren tachtig in aantal af te nemen voordat ze in 1995 hun deuren voorgoed sloten. 

Het merk is misschien verdwenen, maar oudere Parijzenaars zullen zich de beroemde slogan nog herinneren: "Félix Potin, on y revient !"