Paris FvdV is een niet commercieel weblog speciaal voor kenners en liefhebbers van de stad Parijs - en voor hen die dat willen worden. Parijs is een stad met een gewichtig verleden, respectabel en gerespecteerd. Het is totaal niet nostalgisch. Parijs is er in geslaagd om, soms op brutale maar altijd op elegante wijze, om te gaan met zijn grootse monumenten. Ze te beschermen en te integreren in de nieuwe dynamiek van de stad. Parijs is een meester op het gebied van herstel en transformatie. U zult er nooit in slagen een volledig overzicht te maken van plekken en verhalen, die allemaal op hetzelfde punt uitkomen en de glorie van deze stad bezingen. toch wil ik een poging wagen. Wekelijks wil ik u niet alleen informeren over wat Parijs nog meer te bieden heeft, maar ook wil ik mijn liefde voor deze stad op u over dragen. In de hoop dat het raakt aan iets wat u herkent of voelt. Ferry van der Vliet.

Privacy verklaring: Indien u weblog Paris FvdV, dat bij Google-Blogger is ondergebracht, leest en reageert op de blogs van Paris FvdV, doet u dat vrijwillig en is uw IP-adres en mailadres - indien u dat vermeld - bekend en wordt opgeslagen. Ook uw schuilnaam waaronder uw reageert wordt opgeslagen. Paris FvdV zal uw gegevens nooit aan derden doorgeven. We houden uw gegevens privé, tenzij de wet of rechtelijke macht ons dwingt uw gegevens aan hen te verstrekken. Datalekken in het systeem vallen onder de verantwoordelijkheid van Google-Blogger. Door weblog Paris FvdV te bezoeken en/of de op of via deze weblog aangeboden informatie te gebruiken, verklaart u zich akkoord met de toepasselijkheid van deze disclaimer. Google gebruikt cookies om services te leveren en verkeer te analyseren dus uw IP-adres en user-agent zijn bij Google bekend, samen met prestatie- en beveiligingsstatistieken om servicekwaliteit te garanderen, gebruiksstatistieken te genereren, misbruik te detecteren en maatregelen te treffen.

woensdag 24 juli 2024

LE MONT-VALÉRIEN; EEN PLEK VAN VERZET, REPRESSIE EN HERINNERING

De Mont-Valérien is 161 meter hoog en ligt in het departement Hauts-de-Seine, in maar liefst drie gemeenten: Suresnes, Nanterre en Rueil-Malmaison, ongeveer twee kilometer ten westen van Parijs. Deze ‘berg’ is vol geschiedenis. Volgens de legende liet Saint Geneviève als kind hier haar schapen grazen. In de 15e eeuw vestigde zich een gemeenschap van kluizenaars op de top, voordat daar, onder Lodewijk XIII, een Calvarieberg werd gebouwd. Vrome Parijzenaars gingen er vroeger in processie naar toe. Deze plek kende tot aan de Franse Revolutie talloze bedevaarten. In 1824 openden missiepriesters een begraafplaats, die al snel een favoriete begraafplaats werd voor de Parijse aristocratie. Onder de Julimonarchie (1830-1848) werd hier een militair fort gebouwd (dat nog steeds overeind staat) dat diende om Parijs te beschermen tegen de Pruisen. Het speelde een belangrijke rol tijdens de Frans-Duitse oorlog van 1870-1871 en ook bij die van de Commune.

 

Het Memorial bestaat uit een 150 meter lange muur met zestien bronzen reliëfs


Tijdens de Tweede Wereldoorlog kreeg het een bijzondere connotatie aangezien het dienst deed als plaats van executie. Meer dan duizend gijzelaars, verzetsstrijders, communisten en joden werden hier van 1941 tot 1944, tijdens de Duitse bezetting, geëxecuteerd. Recent historisch onderzoek heeft de identificatie mogelijk gemaakt van meer dan duizend personen die hier zijn geëxecuteerd. Op initiatief van generaal de Gaulle werd op 18 juni 1960, hij was toen net president,  een gedenkteken opgericht als eerbetoon aan alle gesneuvelden tijdens de oorlog van 1939-1945, het ‘Memorial de la France combattante’. Het Memorial bestaat uit een 150 meter lange muur met zestien bronzen reliëfs, elk gemaakt door verschillende beeldhouwers. Zij illustreren allegorieën van de gevechten tegen de vijand. Ze omarmen een monumentaal Lotharinger kruis, symbool van het Vrije Frankrijk, waar de vlam van het ‘Verzet’ brandt.

 

Zestien bronzen reliëfs omarmen een monumentaal Lotharinger kruis, symbool van het Vrije Frankrijk



‘Elzas’ - beeldhouwer: Joseph Rivière

Ter herinnering aan de bevrijding van de Elzas (van november 1944 tot februari 1945), de laatst bezette Franse regio, reiken twee handen naar het wapen van Colmar, dat een ster van hoop vormt.

 

‘Casabianca’ - beeldhouwer: Georges Saupique

De man vecht tegen de omhelzing van een octopus, naar het beeld van de onderzeeër ‘Casabianca’ die op 27 november 1942 ontsnapte uit de door de Duitsers bezette haven van Toulon en zich bij de Franse strijdkrachten in Zuid-Afrika voegde.

 

‘Parijs’ - beeldhouwer: Marcel Damboise

Parijs moet de hand van de bezetter loslaten, gegrepen door het verzet, om zo de ketenen van gevangenschap te verbreken.



 ‘Maquis’- beeldhouwer: Raymond Corbin

Patriotten, rebellen en bandieten vormen de maquis, gewapende groepen verborgen in afgelegen gebieden. In de schaduw van de bossen liggen de Maquisards op de loer, klaar om toe te slaan onder de blik van een waakzaam en vastberaden Frankrijk.

 

‘Alençon’ - beeldhouwer: René Leleu

Net als de feniks die uit zijn as herrijst, landde de 2e pantserdivisie van generaal Leclerc in Normandië en bevrijdde Alençon op 11 augustus 1944. Het Franse leger vocht daarmee zijn eerste grote strijd voor de bevrijding op nationaal grondgebied.



 ‘Saumur’ - beeldhouwer: Pierre Duroux

De soldaat die valt, getroffen in het hart, symboliseert de strijder van 1940 die, net als in Saumur van 19 tot 21 juni, een ongelijke strijd voert, maar vecht tot het punt van opoffering en voor de eer.

 

‘Deportatie’ - beeldhouwer: Henri Lagriffoul

Uitgemergelde handen die proberen het prikkeldraad af te rukken dat een gemarteld hart verscheurt, zijn die van de gedeporteerden die, wegens verzetsdaden of omdat ze Joods zijn, naar de kampen worden gestuurd, waar velen zullen sterven.



 ‘FAFL’ - beeldhouwer: Claude Grange

De Vrije Franse Luchtmacht (FAFL Forces Aériennes Françaises Libres) vecht op alle fronten en voert luchtverdedigings- en grondaanvalmissies uit onder constante dreiging van vijandelijke troepen, hier gesymboliseerd door roofvogels met formidabele klauwen.

 

‘Actie’ -beeldhouwer: Alfred Janniot

Uit de weigering van de wapenstilstand van 1940, gesymboliseerd door de oproep van generaal de Gaulle, op 18 juni, zijn de Vrije Franse Strijdkrachten en het Interne Verzet ontstaan. Dit verlangen naar actie wordt vertaald in het beeld van een Frankrijk dat een felle strijd levert. haar geofferde zoons vasthoudend, zodat het vaderland overleeft.

 

‘Fezzan’ - beeldhouwer: Aimé Bizette-Lindet

Net als deze gewonde leeuw die de slang aanvalt, veroverden de troepen van generaal Leclerc op 2 maart 1941 de oase van Koufra (Libië) en veroverden vervolgens de Fezzan-woestijn, wat getuigde van de wedergeboorte van Frankrijk in de strijd.



 ‘Gefusilleerd’ - beeldhouwer: Maurice Calka

Verzetsstrijders, gijzelaars, veel Fransen en buitenlanders werden tussen 1940 en 1944 gefusilleerd. Door deze doorboorde vorm, het door kogels verscheurde vlees, drukt de man zijn gruwel uit tegen onderdrukking en oorlog.

 

‘Cassino’ - beeldhouwer: Ulysse Gemignani

Dankzij de troepen van generaal Juin konden de geallieerden in mei 1944 Monte Cassino veroveren, het sterke punt van de Duitse verdediging in Italië. Gewurgd door een hand met ijzeren handschoenen begint de vijandelijke adelaar te verzwakken.


‘Bir Hakeim’ - beeldhouwer: Raymond Martin

Van 27 mei tot 10 juni 1942 verdedigde de 1e Vrije Franse Brigade van generaal Koenig in Libië de positie van Bir Hakeim, belegerd door de Duits-Italiaanse strijdkrachten, en dwong met het zwaard het spervuur van ijzer en vuur dat de brigade omsingelde.

 

‘Narvik’- beeldhouwer: Robert Juvin

Op 28 mei 1940 namen Franse eenheden Narvik in beslag en keerden vervolgens terug naar Frankrijk, dat met een invasie werd bedreigd. Een deel van hen sloot zich aan bij de Vrije Franse Strijdkrachten van generaal de Gaulle. Het expeditieleger verlaat Noorwegen zoals dit langschip de pijlen trotseert.


‘Siena’ - beeldhouwer: René Andrei

Na de bevrijding van Siena, op 3 juli 1944, voltooide het Franse expeditieleger op glorieuze wijze zijn campagne in Italië. Dit reliëf verbindt het zegevierende Frankrijk en het paard, het embleem van de stad.

 

‘Rijn’ - beeldhouwer: Louis Dideron

Het Franse leger sloeg het Duitse offensief op Straatsburg zegevierend af en stak op 31 maart 1945 de Rijn over. Dit reliëf symboliseert Straatsburg, een verminkte maar ongetemde stad, die haar ketenen verbreekt en de rivier bevrijdt.



De crypte - Foto © Didier Raux - Wikimedia 

In de crypte liggen zestien doodskisten met daarin de overblijfselen van zestien soldaten afkomstig van de ‘Armée Régulaire’ en de ‘Armée des Ombres’, vergezeld door een zeventiende lichaam als symbool voor de soldaten in Indochina die tegen de Japanners vochten.

 

Het monument voor de gefusilleerden - foto Wikimedia


Begin 2000 werd besloten om op de Mont-Valérien een monument te bouwen voor de gefusilleerden naar een ontwerp van Pascal Convert. Erop gegraveerd zijn alle namen van diegenen die op Mont-Valérien zijn geëxecuteerd, samen met de tekst: ‘Aan de verzetsstrijders en gijzelaars die hier in 1940-1945 door nazitroepen op Mont-Valérien zijn neergeschoten en aan al diegenen die nooit zijn geïdentificeerd. Het kunstwerk werd op 20 september 2003 ingehuldigd door de premier, Jean-Pierre Raffarin. 

Het fort, een militair complex, herbergt ook een museum; Le musée des transmissions. (radioapparatuur) en de laatste militaire duiventil in Europa (Le dernier colombier militaire d’Europe). Binnenin het fort kun je verschillende overblijfselen van de gruwelijke geschiedenis ontdekken waaronder de plek waar de executies plaatsvonden. Niet ver daarvandaan ligt de kapel van de geëxecuteerden, waarin veroordeelde mannen werden vastgehouden in afwachting van hun executie. Graffiti, aangrijpende getuigenissen die vandaag de dag nog steeds zichtbaar zijn, bedekken de muren van de oude kapel. Je kunt de herdenkingsroute volgen, het ‘Parcours du Souvenir’, waar je in de voetsporen van de veroordeelden treedt en het in 2003 opgerichte monument. In de oude stallen van het fort kun je de permanente tentoonstelling ‘Verzet en repressie, 1940-1944’ ontdekken, die de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog in het algemeen en die van Mont-Valérien in het bijzonder beschrijft.

 

Uitzicht op La Defense


Een wandeling rondom het fort biedt prachtige uitzichten op de hoofdstad en de omliggende gemeenten. Op de oostelijke helling van de Mont-Valérien, beslaat de Amerikaanse begraafplaats van Suresnes een oppervlakte van drie hectare en herbergt de graven van 1.541 Amerikaanse soldaten die zijn gesneuveld tijdens de Eerste Wereldoorlog en 24 onbekende soldaten die zijn gesneuveld tijdens de Tweede Wereldoorlog. Deze begraafplaats werd in 1917 aangelegd en ingehuldigd in 1919. Het is een echte herdenkingsplaats, maar ook de enige in Europa waar de twee wereldoorlogen samenkomen.

 

De Amerikaanse begraafplaats van Suresnes - Foto links Celette - Wikimedia


Mont-Valérien, avenue du Professeur Leon Bernard, 92150 Suresnes.

Vanuit Parijs, RER-A of metrolijn 1 tot aan metrostation La Defense, dan bus 360, halte Mont-Valérien of Hopital Foch-Cluseret. Met de auto de N185 – 123 Boulevard Washington.

Dinsdag t/m zondag geopend. Gesloten op nationale feest- en herdenkingsdagen.

 

Meer ideeën om Parijs te ontvluchten tijdens de Olympische Spelen 2024 vind je in mijn reisgids ‘Rondom Parijs’

‘Rondom Parijs’ is verkrijgbaar bij elke goede boekhandel en natuurlijk ook online. 160 pagina’s dik en meer dan 300 kleurenfoto’s speciaal vervaardigd voor deze gids. Het voorwoord is geschreven door Z.E. Mr. Pieter de Gooijer, onze vorige ambassadeur in Frankrijk.

Prijs € 24,50




woensdag 17 juli 2024

DE PAREL VAN VEXIN

Op vrijdag 26 juli 2024 gaan de Olympische Spelen in Parijs van start. Honderdduizenden sport-liefhebbers bezetten dan de stad tot en met zondag 11 augustus. Gevolgd door de Paralympische spelen van 28 augustus tot en met zondag 8 september. Dat het dus extra druk gaat worden in de Franse hoofdstad daarover bestaat geen twijfel. Parijs rekent nog altijd op zo’n 3 miljoen bezoekers meer bovenop de ruim 9 miljoen die de laatste jaren sowieso de Eiffeltoren, Sacré-Coeur en Montmartre willen fotograferen. Het Franse toeristenbureau verwacht dat bezoekers aan de stad tijdens de Olympische Spelen zo’n 2,6 miljard euro uitgeven. Maar er zijn ook veel toeristen die druk, duur en vol Parijs links laten liggen. 

Speciaal voor hen zal mijn blog de komende periode aandacht besteden aan bijzondere locaties rondom Parijs Die ik uitgebreid heb beschreven in mijn reisgids met dezelfde titel: ‘Rondom Parijs’. Juist nu tijdens de Olympische Spelen de vreugden van Parijs worden weggedrukt door de drukte van het stadsleven, is het omringende kalme platteland van het île-de-France een volmaakt toevluchtsoord. Deze regio is een streek met een rijke historische erfenis en een groot architecturaal en artistiek erfgoed. Het is het historisch hart van Frankrijk. Dit deel van Frankrijk bezit vele andere parels, zoals musea, prachtige kastelen, voormalige abdijen, oude steden, romantische parken en tuinen, maar ook bossen, groene valleien en plassen voor recreatieve activiteiten. De bossen vormden vroeger het toneel voor jachtpartijen van koningen en prinsen en zijn bij uitstek een plek voor ontspanning en recreatie. Val-d’Oise in het noorden, Seine-et Marne in het oosten, Essonne in het zuiden en Yvelines in het westen vormen een ware groene rand om Parijs. Het onthult niet alleen de lange en rijke geschiedenis van de streek, maar ook van heel Frankrijk met maar liefst drie koninklijke residenties: Versailles, Fontainebleau en Rambouillet. Deze regio is zo divers dat het iedere bezoeker oprecht versteld zal doen staan en die tal van kunstenaars heeft geïnspireerd.


Domaine de Villarceaux

 

Een historisch landgoed

In deze blog neem ik je mee naar de ‘parel van Vexin’: het Domaine de Villarceaux, een Frans kasteel uit de 18e eeuw, een 17e-eeuws landhuis, watertuin en park gelegen in de gemeente Chaussy in het Franse departement Val d’Oise, zo’n 65 kilometer ten noordwesten van Parijs. Dit uitgestrekte landgoed, met een totale oppervlakte van ongeveer 800 hectare, omvat twee kastelen, bijgebouwen, een schapenboerderij, een golfbaan, een park van 63 hectare met een renaissancetuin, Italiaanse terrassen waarvan de waterpartijen en meren worden gevoed door 32 natuurlijke waterbronnen. Dit immense landgoed lijkt op het water geplaatst te zijn; zoveel bassins, fonteinen, watervallen en plassen als het heeft. Het domein, geopend voor publiek van april tot oktober, baadt in charme en rust, en zullen bezoekers en liefhebbers van groene perspectieven betoveren. Niet voor niets kregen de tuinen het label ‘Jardin Remarquable’ toegekend door het Ministerie van Cultuur in 2004. Ze illustreren de evolutie van de tuinstijlen door de eeuwen heen, van de middeleeuwen tot nu.



 Niet voor niets kregen de tuinen het label ‘Jardin Remarquable’ toegekend




Het domein uit de 11e tot de 19e eeuw vormde een onderdeel van de verdediging van het Koninkrijk Frankrijk tegen de Britten die op dat moment het naburige Normandië bezet hielden. Veel overblijfselen van de middeleeuwse vestingwerken zijn in het park bewaard gebleven. De kastelen en het park werden in 1941 geklasseerd als historische monumenten. De Fondation Charles Léopold Mayer, die nu eigenaar is van het landgoed, vertrouwde het beheer ervan in 1989 toe aan de Regionale Raad van Ĩle de France.

 

Dit immense landgoed lijkt op het water geplaatst te zijn; zoveel bassins, fonteinen, watervallen en plassen als het heeft



Adam en Eva zijn er niet meer om dit te bevestigen. Maar als de Hof van Eden bestond, had het er misschien zo uitgezien. Wijnstokken, vijgenbomen, kamperfoelie, geneeskrachtige planten. Perfect uitgelijnde lanen met haagbeuken, buxussculpturen die de terrassen van een tuin in Italiaanse stijl vorm geven. Dan een ongelooflijk buxusborduurwerk, doorkruist door kanalen, en subtiel geplaatst op een vijver waar het landhuis in wordt weerspiegeld. Het is zeker dat het Villarceaux-park zijn titel van opmerkelijke tuin niet heeft gestolen. Na het passeren van de indrukwekkende binnenplaats is het mogelijk om door het park te lopen via het oudste overblijfsel dat de basis vormde van de zuidwestelijke hoek van de oude verdedigingsmuur, namelijk de tour Saint-Nicolas. In het noordwesten bevinden zich de bijgebouwen, waaronder drie hoofdgebouwen, elk gemarkeerd met het jaar 1560 en 1563. Op de hoek een paviljoen genaamd Manoir de Ninon.



Het Manoir de Ninon

Manoir de Ninon vernoemd naar Ninon de Lenclos, ook De l’Enclos genoemd (1620-1705). Zij was een Franse courtisane en maîtresse van markies Louis de Mornay, eigenaar van Villarceaux. Zij leefde drie jaar met hem samen en schonk hem een zoon. Zij bracht Françoise d'Aubigné mee, markiezin van Maintenon, beter bekend als Madame de Maintenon (1635-1719) en zij was de tweede - zij het geheime - echtgenote van koning Lodewijk XIV van Frankrijk. 



Françoise d'Aubigné (l) Ninon de Lenclos (r)



Françoise d'Aubigné - foto Wikimedia

Uniek in die tijd was de opdracht voor een naaktportret van haar, ten voeten uit, wat haar erg in verlegenheid bracht en vandaag nog steeds te zien is het Château du Haut, een landhuis in Lodewijk XV-stijl, dat in de 18e eeuw werd gebouwd voor Charles-Jean-Baptiste du Tillet de la Bussière, Marquis de Villarceaux. Het bovenkasteel is te bereiken via de tuinen en biedt een prachtig panorama over de grote vijver en het Franse regionale natuurpark Vexin. Bewonder de verschillende salons, de eetzaal maar ook de indrukwekkende collectie schilderijen en meubels uit de 18e eeuw.



Château du Haut


 

Het tweede kasteel, het Château du Couvent, onderaan het landgoed biedt plaats aan een uitstekend restaurant en een terras waar je uitkijkt over een 18-holes golfbaan. Deze par 72 van 6.115 m, ingehuldigd door Jean Garaïalde in 1971, wisselt passages in het bos af met uitzicht op de heuvels van Vexin en biedt twee ‘kenmerkende’ holes: nr. 8 (bekend als Le Belvédère) en zijn indrukwekkende start, gevolgd door de nr. 9 bekend als ‘Les Étangs de Ninon’ met een onvergetelijke uitzicht op het Château du Couvent.



Het Château du Couvent met 18-holes golfbaan




Domain de Villarceaux, 95710 Chaussy, Val d’Oise – Ĩle-de-France.

Met de auto, vanuit Parijs:

- Via de A14 of de A13, afslag Mantes Est (afrit nr. 11) en volg de richting Beauvais

- Via de A15 en vervolgens de N14, volg de richting Magny-en-Vexin, afrit Vernon/Hodent en vervolg op de D86, richting Chaussy.

 

Meer ideeën om Parijs te ontvluchten tijdens de Olympische Spelen 2024 vind je in mijn reisgids ‘Rondom Parijs’.

‘Rondom Parijs’ is verkrijgbaar bij elke goede boekhandel en natuurlijk ook online. 160 pagina’s dik en meer dan 300 kleurenfoto’s speciaal vervaardigd voor deze gids. Het voorwoord is geschreven door Z.E. Mr. Pieter de Gooijer, onze vorige ambassadeur in Frankrijk.

Prijs € 24,50




dinsdag 9 juli 2024

PARIJS; PASSAGE DOOR DE HEL

In een van mijn Parijsboeken kwam ik de volgende zin tegen: "Parijs is een verleidelijke stad, die permanent wil worden bekeken en aandacht eist, en gezien wil worden door de ogen van een liefhebbende, verlangende en jaloerse minnaar". Ik moet bekennen dat ik zo naar mijn favoriete stad kijk. Altijd zoekend als een ware vrijbuiter, naar verborgen plekken, oases van stilte, onvermoede paradijsjes in anonieme straatjes, in miskende wijken, waar mijn fantasie het rijk alleen heeft. Op sommige van deze verschijningen ben ik voorbereid, maar de meeste charmante kleinigheden van Parijs ontdek ik toevallig. Op iedere willekeurige wandeling door de stad kom ik er waarschijnlijk tientallen tegen. Het is een klein wonder dat Parijs zo'n overvloed aan verborgen juweeltjes heeft kunnen bewaren, ondanks het verslindende moderne stadsleven. Het is zeker een compliment voor de smaak en geestkracht van de Parijzenaars.

 


(l) De oude cover van Ongekend Parijs - Later met een nieuwe cover en titel geheel in de nieuwe huisstijl van PassePartout reisgidsen (r)

Dit juweeltje ken je waarschijnlijk nog van de cover van mijn tweede reisgids over Parijs namelijk ‘Ongekend Parijs’. Later, toen mijn uitgever Edicola de lay out van alle reisgidsen veranderde, veranderde niet alleen de cover maar ook de titel in ‘Parijs anders bekeken’. Onlangs kwam ik er achter dat ik dit juweeltje aan de boulevard Raspail in het 14e arrondissement nooit heb beschreven. Misschien wel omdat ik stiekem wilde dat het onontdekt zou blijven. Want de absolute hit op Instagram is de rue Crémieux, eigenlijk een voetgangersgebied vol met kleurrijke huizen. De bewoners hebben er nu spijt van dat ze hun straat zo hebben opgepimpt en overwegen een toegangshek aan het begin en het einde van de straat te plaatsen. Het ligt in het 12e arrondissement, tussen de rue de Lyon en de rue de Bercy. Het is een klein straatje van slechts 144 meter lang.


Het gepimpte straatje rue Crémieux, de absolute hit op Instagram

 

Mijn juweeltje ontdekte ik na een bezoek aan de Fondation Cartier pour l'Art Contemporain, aan de boulevard Raspail 261 in het 14e arrondissement. Een gebouw van glas en staal dat speciaal voor Cartier is ontworpen door de Franse architect Jean Nouvel, schepper van onder andere het Institut du Monde Arabe en het Musee du Quai Branly. Op de plek waar Chateaubriand, Frans schrijver en politicus, in 1823 een Libanese ceder plantte, staat nu als het ware een doorzichtig gebouw. Gebouwd in en rond een tuin die is ontworpen door Lothar Baumgarten. Het zogenaamde  "Theatrum Botanicum" bevat meer dan 35 boomsoorten en 200 soorten planten.  Een grote façade van glas aan de buitenzijde verlengt het perspectief van de boulevard Raspail en vormt een bijzondere harmonie tussen kunst en planten, zowel binnen als buiten.



De Fondation Cartier pour l'Art Contemporain

1200 m² tentoonstellingsruimte verdeeld over zes niveaus, hier  worden jaarlijks vijf tentoonstellingen georganiseerd rond alle vormen van hedendaagse kunst waaronder; design, fotografie, schilder- en beeldhouwkunst.  De Fondation Cartier stelt zich als doel Internationale hedendaagse kunst te bevorderen en te ondersteunen door middel van verschillende activiteiten (financiering van nieuwe aanwinsten, tentoonstellingen, shows, het uitgeven van boeken, catalogi en animaties) van nieuwe Franse en buitenlandse kunstenaars.

 


Mijn juweeltje; de Passage d'Enfer

Wandelend richting het metrostation Raspail passeer ik een lang hek met een kleine toegangspoort. Achter het hek een onvoorstelbaar Parijs juweeltje. Bevangen door de waanzin van deze ontdekking rende ik naar de toegangspoort voordat deze zou sluiten, net nadat een bewoner het straatje binnenging. Op dat precieze moment denk je dat jij de eerste persoon op aarde bent die dit uitzonderlijk plekje heeft gevonden. Misschien overdrijf ik door te zeggen dat ik nu precies begrijp hoe Christoffel Columbus zich voelde toen hij Amerika ontdekte. Een gevoel van opwinding, intens geluk, en de twijfel of ik deze ontdekking wel met jullie moest delen. Welnu het heeft vijf jaar geduurd! 


Passage d’Enfer

Nee niet het beroemde parfum van parfumeur Olivia Giacobetti, maar een afgesloten straatje, beginnend aan de boulevard Raspail en parallel aan de rue Campagne-Première naar het zuidwesten. Aan de achterzijde maakt het een bocht van 90° naar een poort die weer uitkomt op de laatst genoemde straat. De Passage d’Enfer, Een privé weg, afgesloten door poorten. Het ontleent zijn naam aan de boulevard d’Enfer, de oude naam van de boulevard Raspail die leidt naar Place Denfert-Rochereau. Volgens verschillende bronnen komt de benaming van het ‘Bois d’Enfer’ dat dit plateau vroeger bedekte. Wat dit straatje zo bijzonder maakt is de on-Parijse sfeer en de symmetrie. Eigenlijk lijkt het meer op een filmdecor. Een autovrij straatje vol met kasseien, mooi gepleisterde huizen in pasteltinten, met houten raamluiken en authentieke straatlampen aan de huizen. De naam wekt misschien verwarring want waarom zou dit een verbinding naar de hel zijn. Misschien de verwijzing naar de vroegere naam van de boulevard Raspail, maar er wordt ook een verbinding gelegd dat de naam zou verwijzen naar ingestorte mijngroeves, Veelvuldig deden in het verleden zogenaamde sinkholes hele straten en huizenblokken inclusief bewoners verdwijnen in diepe gaten, wel degelijk een hel.

 

Een autovrij straatje vol met kasseien, mooi gepleisterde huizen in pasteltinten, met houten raamluiken en authentieke straatlampen aan de huizen


De bouw van de Passage d’Enfer in 1855, 160 meter lang en 10 meter breed, illustreert de eerste tests met sociale huisvesting in de Franse hoofdstad. Initiatiefnemers waren de heer Cazaux en de Franse architect Félix Pigeory. Laatstgenoemde was ook de belangrijkste stichter van de badplaats Villers-sur-Mer, in het Franse departement Calvados. Als directeur en hoofdredacteur van de Revue des Beaux-arts, was hij zeer geïnteresseerd in de eerste arbeiderswoningen in Parijs. Een decreet uit 1852 kende subsidies toe aan initiatiefnemers, bankiers, aannemers, architecten en eigenaars, zodat ze sociale woningen konden creëren. Zo ontstonden woonwijken voor arbeiders in typische volkswijken of dun verstedelijkte sectoren die later, in 1860, aan de stad zouden worden toegevoegd.

 


Wat onmiddellijk opvalt bij het binnengaan is de rust. Een oase, en dat op steenworpafstand van de bruisende boulevard. Bijzonder is ook dat de nummering van de huizen in deze privéweg met de klok meegaat in tegenstelling zoals in Parijs de regel is, afwisselend even-oneven. De Passage Molière in het 3e arrondissement heeft dezelfde bijzonderheid. De passage was ook rijk aan artistieke voormalige bewoners zoals dichters en schrijvers Arthur Rimbaud, Ezra Pound, de Japanse schilder Foujita, kunstschilder Chaïm Soutine,  beeldhouwers Nikki de Saint-Phalle en César Baldaccini, Jean-Pierre Raynaud, fotografen Man Ray en Dora Maar. Zelfs meesterparfumeur Olivia Giacobetti had hier, in de jaren ’70, haar hoofdkantoor wat haar in 1999 inspireerde tot het beroemde parfum ‘Passage d’Enfer’ Een ode aan deze prachtige passage.



 Het gebouw 31bis aan de rue Canpagne-Première - Foto Wikimedia

Nummer 24 t/m 27 is de achtergevel van het gebouw 31bis aan de rue Canpagne-Première. Deze kunstenaarsateliers, gebouwd in 1911, door architect André Arfvidson, behoren tot de meest spectaculaire van Parijs. De ateliers met hun grote glazen daken op het noorden kijken uit op de straatkant en de woonruimtes op de binnenplaats. De straatgevel strekt zich uit over vier niveaus met werkplaatsen onderbroken door imposante erkers en is prachtig gedecoreerd met witte, okerkleurige en bruine tegels. Een mooi geschulpte versiering in gevlamd zandsteen is het werk van de keramist Alexandre Bigot en werd  nog eens bekroond als een van de mooiste gevels in Parijs in 1912.  De gevels en de daken werden bij decreet van 12 juni 1986 geregistreerd als historisch monument. De gevel is in 2015 in zijn geheel gerestaureerd.

 


Details van de prachtige gevel. het werk van de keramist Alexandre Bigot




Passage d’Enfer, toegang ter hoogte van nummer 247 boulevard Raspail en rue de Campagne-Première 21. 14e arrondissement, metrostation Raspail, lijn 4&6.

 

TIP: Op loopafstand van de Passage d’Enfer, in een zijstraat aan de overzijde van de boulevard Raspail, bevindt zich de Fondation Giacometti Parijs, in de rue Victor Schœlcher 5. In maart 2021 schreef ik hier een blog over. Dit prachtige museum is zeker een bezoek waard. Dus als je toch in de buurt bent, doen! Klik hier voor de blog over deze geniale kunstenaar.



Fondation Giacometti


vrijdag 28 juni 2024

PARIJS, LA BELLE EPOQUE; RECLAME IN DE STAD

Twee tentoonstellingen brachten mij op het idee om deze blog te schrijven, maar daar straks meer over. Ik neem je mee terug in de tijd naar naar 1844 wanneer Jean-Alexis Rouchon een patent aanvraagt voor de toepassing van behangbedrukking en op het kleurenafdrukken van grootformaat posters. Misschien wel het begin van het reclameaffiche. Hij maakt houtgravures, bedoeld voor reclames voor diverse winkels waaronder die van ‘La Belle Jardinière’. Maar ook Henri de Toulouse-Lautrec, Jules Chéret en Leonetto Cappiello hebben een grote bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van de reclame poster als affiche door, elk op hun eigen manier, door middel van vormen en kleuren elk affiche nog aantrekkelijke te maken. Alfons Mucha was weer de pionier van de art nouveau, hij creëerde in 1894 al een reclameposter voor ‘Gismonda’, een toneelstuk met Sarah Bernhardt in de hoofdrol.

Alfons Mucha 1894; reclame poster voor Gismonda een toneelstuk met Sarah Bernardt

 

De populariteit van het gekleurde affiche in het laatste kwart van de negentiende eeuw kan worden toegeschreven aan de kunstzinnige vaardigheden van Jules Chéret. Hij richtte in 1866 zijn eigen drukkerij op in Parijs om zijn eigen kleurenaffiches te drukken. Het werk van Haussmann daarentegen bevorderde indirect de ontwikkeling van het affiche als reclamemedium. Hele buurten waren bedekt met hekken en blinde muren waardoor grote oppervlakten ontstonden voor de kleurrijke posters die weer werden gezien als verfraaiing van het straatbeeld, waarbij het affiche werd gezien als decoratieve kunst. Beetje bij beetje bedekken warenhuizen de muren van Parijs met grote posters.


Beetje bij beetje bedekken warenhuizen de muren van Parijs met grote posters

Photo RMN-Grand Palais - Brassaï




Aan het einde van de eeuw maakte de reclame een spectaculaire ontwikkeling door en werden posters een geliefd medium voor kunstenaars. Het kunstaffiche was niet meer weg te denken uit de lange lanen en brede boulevards van Parijs. Kunstcritici zoals Felix Fénéon noemden Parijs een grote openluchttentoonstelling. Het kunstaffiche nam zo een unieke positie in op het snijvlak van beeldende kunst en speelde dientengevolge een cruciale rol in de ontwikkeling van de beeldcultuur in de tweede helft van de negentiende eeuw.

De in Livorno, Italië, geboren tekenaar Leonetto Cappiello vestigde zich in 1898 in Parijs, waar hij onmiddellijk werd opgenomen in kringen van de Parijse elite, zoals bekende afficheontwerpers Henri de Toulouse-Lautrec en Jules Chéret. Zij bepaalden het straatbeeld in de metro’s, pleinen en langs de boulevards. Eenieder met hun eigen beeldtaal.


1891 Henri de Toulouse-Lautrec ontwierp affiches voor de Moulin Rouge


In 1891 kreeg de Toulouse-Lautrec van Charles Zidler de opdracht om een promotieposter te maken voor de Moulin Rouge. Dit werd voor beide partijen een winstgevende onderneming. Het succes van de poster bracht onmiddellijke bekendheid aan de schilder en een nieuw publiek naar de Moulin Rouge. Het affiche toont La Goulue in volle beweging met een been in de lucht en haar onderrokken zichtbaar, vergezeld door Valentin le Décossé, de enige mannelijke danser uit de periode. Vele posters zouden daarna nog volgen.

 


Jules Chéret

Chéret liet zich inspireren door sierlijke roodharige dames met wespentailles die in de volksmond al gauw ‘Chérettes’ werden genoemd. De dames verbeelden een energieke beweeglijkheid die nooit eerder op reclameaffiches waren te zien. Bovendien zorgde het gebruik van primaire kleuren, rood, geel en blauw voor een levendig effect waardoor de affiches des te meer opvielen in het Parijse straatbeeld.

 

Jules Chéret


Ook Capiello liet zich in eerste instantie inspireren door aantrekkelijke dames met wespentailles en zwierige jurken. Maar al snel vond hij zijn eigen beeldtaal. Zo wist hij vrijwel altijd bijzondere beelden te creëren. Kenmerkend voor zijn werk zijn fantasiewezens, zoals duiveltjes en het rode paard, maar ook exotische dieren zoals tijgers en zebra’s. Daarnaast had hij een voorliefde voor grappige clowneske figuurtjes, in de stijl van het Italiaanse volkstoneel de Commedia dell’Arte. Zijn bekendste poster is misschien wel die voor het drankmerk Campari, waarop een clonesk figuurtje vrolijk lachend uit een sierlijk gekrulde sinaasappelschil springt. Een verwijzing naar de bittere smaak van het alcoholisch drankje.



1906 (l) Leonetto Cappielo 1930 (r)



1922 Leonetto Cappiello voor Campari



1931 Leonetto Cappiello voor het vleesbouillonblokje Kub

 

Cassandre, zijn echte naam: Adolphe Jean-Marie Mouron, had de wens om kunst en het dagelijkse leven te combineren en zo populaire werken te creëren. Zijn eerste poster, voor een champagnemerk, was geïnspireerd op Japanse prenten. Zo ontwierp hij ook kunstaffiches voor het bedrijf Nicolas die gespecialiseerd is de verkoop van wijn. 

 

1935 Cassandre voor het wijnhuis Nicolas


Na de reclameposters volgden tijdens de eerste helft van de twintigste eeuw de muurschilderingen van grote drankmerken zoals Byrrh, gearomatiseerde rode wijn, Saint-Raphaël, Dubonnet, cognac Martell, Suze, Picon etc. en hygiëneproducten zoals Cadum. Helaas verdwijnen ze beetje bij beetje, maar maken toch deel uit van het artistiek erfgoed. Het schilderen van borden op muren is inmiddels een verloren gegane traditie. Als we omhoog kijken is soms nog een klein stukje van een oud Parijs te ontdekken. In de straten van Parijs zijn er nog een aantal te zien. Soms vage sporen, maar sommige zijn nog steeds zichtbaar en leesbaar. Een kleine reis door de tijd die voor iedereen toegankelijk is; hier zijn enkele voorbeelden:


Onlangs gerestaureerd en te zien op de Boulevard Montmartre 

 

·        Boulevard Montmartre, 2e arrondissement : Savon Cadum

·        Rue Mouffetard 73, 5e arrondissement : Bowling

·        Boulevard Batignolles 23, 8e arrondissement : Crème Eclipse (schoenpoetsmerk)

·        Rue de Charonne 50, 11e arrondissement : Kub

·        Rue Barrault 7, 13e arrondissement : Suze

·        Rue Collette 1, 17 e arrondissement: Amer Picon

·        Rue Marx-Dormoy 1, 18e arrondissement : Chocolat Rozan

 

Zoals ik al schreef; twee tentoonstellingen die mij op het idee brachten om deze blog te schrijven. Bent u in Parijs; de tentoonstelling Parijs 1924, reclame in de stad. Gratis te zien tot en met 28 september 2024. Bibliothèque Forney, rue du Figuier, 4e arrondissement, metrostation Pont-Marie, lijn 7.



De tentoonstelling Parijs 1924

Dompel jezelf onder in de opwinding van de Olympische Spelen van 1924! De Bibliothèque Forney gaat honderd jaar terug in de tijd en laat ons de emotie van een hoofdstad in volle onrust herbeleven. Ondergedompeld in het Parijs van weleer loop je langs de muren van een stad boordevol informatie, bezaaid met gigantische posters, krantenuittreksels en commerciële advertenties. Sommigen prijzen de verdiensten van krachtige auto's, anderen waarschuwen voor aankomende sportcompetities of nodigen ons uit om de programmering van de meest trendy theaters van dit moment te volgen.



 

De tweede tentoonstelling, mocht je in Nederland zijn, is de tentoonstelling Leonetto Cappiello, altijd iets aparts. Te zien tot en met 10 november 2024 in het Nederlands Steendrukmuseum, Oranje Nassau straat 8C, 5554 AG, Valkenswaard.

De tentoonstelling Leonetto Cappiello: altijd iets aparts toont voor het eerst in Nederland een uitgebreid overzicht van de meest bijzondere karikaturen en krachtige affiches die de kunstenaar met de lithografie maakte. Naast de iconische werken Nos Actrices (1899), Chocolat Klaus (1903), Campari l’apéritif (ca. 1922) en Kub / Bouillon (1931) zijn ook de schetsen, pasteltekeningen en gouaches die Cappiello ter voorbereiding op zijn karikaturen en affiches maakte in de expositie te zien. Het Nederlands Steendrukmuseum nodigt bezoekers uit om de werkwijze en het oeuvre van deze belangrijke kunstenaar te komen ervaren in een unieke tentoonstelling.