Een beetje verdwaasd loop ik door de rue de la Montagne
Sainte-Geneviève in het vijfde arrondissement. Hier moet volgens het boek ‘Achter
de Façade’* het Politie museum
gesitueerd zijn. Natuurlijk had ik het huisnummer niet genoteerd in mijn ‘Paris
To-Do-Lijst’, dus ten einde raad maar even het terrein opgelopen van het
politiebureau ter plaatse. Een lelijke betonnen kubus aan het begin van de
straat die ik inmiddels twee keer had belopen.
*Achter de Façade, een cultuur-historische
ontdekkingsreis door Parijs van Kees en Chrisje Brants.+
Alom verbazing; in dit schuwlelijke gebouw is het 'museum van de Misdaad' gevestigd
“Mais c’est ici monsieur!”
Verbaasd kijk ik de agente aan die mij uiterst vriendelijk te woord
staat maar ook nog even in mijn fototas wil kijken. Het politiemuseum is dus
gehuisvest in een werkend commissariaat.
Je moet dus moedig langs de politieagenten lopen die buiten de wacht
houden. Vervolgens de trap op naar de lobby waar je indien nodig in de rij moet
staan met de lokale bevolking die daar zijn voor andere, maar meestal
politie-gerelateerde zaken. Het museum bevindt zich namelijk op de derde verdieping.
Dus eerst langs de ‘accueil’ en vervolgens langs de hekjes met de klok mee. Een
agent begeleidt je naar de lift die alleen bediend kan worden door zijn of haar
inbreng. Een klein belletje geeft aan dat je op de juiste verdieping bent
gearriveerd waarna de liftdeur zich langzaam opent. Curieus, maar ik ben dan
ook eindelijk in het ‘Musée de la Préfecture de Police’, ook wel bekend als het
‘Musée des Collections Historiques de la Préfecture de Police de Paris’, wat
eenvoudigweg museum voor historische collecties van de Parijse politie
betekent.

De politie is er voor iedereen ook voor de daklozen
Het museum werd oorspronkelijk opgericht in 1909 door Louis
Jean-Baptiste Lépine, (tweemaal Préfet de Police bij de Parijse
politieprefectuur, van 1893 tot 1897, en opnieuw van 1899 tot 1913) met de
stukken die hij verzamelde voor de Wereldtentoonstelling van 1900. Om de
politie dichter bij de mensen te brengen, wilde de prefect bezoekers over de
hele wereld de menselijkheid van de Parijs politie laten zien, door middel van
portretten en diverse erfgoedobjecten die verband hielden met het politiewerk. De
officiële opening vond plaats op 20 december 1909, op de zolder van 36 quai de
Orfèvres, het adres wat we zeker herkennen als het hoofdkantoor van inspecteur Jules
Maigret, een fictieve commissaris van de Parijse recherche en het
hoofdpersonage in 75 detectiveromans en 28 korte verhalen die de Belgische
schrijver Georges Simenon tussen 1930 en 1972 heeft geschreven. In juni 1975
verhuisde het museum naar de huidige locatie in het vijfde arrondissement.

Dit museum in een wereldstad heeft een heerlijk provinciaal tintje
Jaren geleden begon men aan een renovatie, maar deze werd
onderbroken toen het idee ontstond om het te verplaatsen naar het hoofdbureau
van de Parijse politie op het Īle de la Cité, nadat de hoofdkantoren in 2018
waren verhuisd naar het nieuwe Tribunale de Justice in Batignolles in het 17e
arrondissement. 2/3 Van het museum is
daardoor nog steeds in de ouderwetse staat, wat ook iets heerlijks provinciaals
heeft maar weer niet hoort bij een grote stad als Parijs.
Eenmaal gearriveerd wordt je opgewacht door een medewerkster
die je uitleg geeft over de te lopen route die verspreid ligt over een
oppervlakte van ongeveer 520 M², links en rechts onderbroken door kamers die
weer in gebruik zijn als kantoor. Zoals vaak in kleine Franse musea is niet
alles voorzien van een tweetalig label, maar gelukkig wijst de vriendelijke
medewerkster je op een QR-code die je kunt scannen waarin je uitleg krijgt bij
diverse maar lang niet bij alle onderwerpen, in de taal van jouw herkomst. Let
er wel op dat je het volume van je telefoon op laag zet.
Er is ook een schaalmodel te zien van de guillotine, plus een echt mes
Een reis langs vier eeuwen geschiedenis van de Parijse
politie vanaf de 17e eeuw kan beginnen. Vier eeuwen bloedige
misdaden, aanslagen, politieke moorden, bloedmisdrijven, gifmoorden,
zwendel-praktijken of oplichterij en terroristische aanslagen.
Het doel is om te
laten zien hoe grote maatschappelijke problemen, zoals gerelateerd aan armoede,
drugs, pooierschap, zware criminaliteit en de omgang met gedetineerden in
openlijke hechtenis door de tijd, de Parijse politie ertoe hebben aangezet om
zich aan te passen en gespecialiseerde brigades op te richten. Dit aan de hand
van de belangrijkste gebeurtenissen uit de Franse geschiedenis (samen-zweringen,
arrestaties, enz.) hun beroemde personen en strafzaken die de krantenkoppen hebben gehaald.
De ruim 2.000 tentoongestelde stukken,
waarvan sommige uniek zijn, roepen de gebeurtenissen op waaraan de politie
deelnam. Herinneringen aan de geschiedenis van Parijs maar ook die van
Frankrijk. Je maakt kennis met enkele van Frankrijks grootste criminelen die
nog steeds het gesprek van de dag zijn, zoals Louis Dominique Cartouche*,
Henri-Désiré Landru* of Docteur Petiot*
*Cartouche, de gentleman inbreker, niet zomaar een dief. Hij
had een erecode. Hij vermeed zinloos geweld en behandelde zijn slachtoffers met
een zeker respect. Deze aanpak leverde hem een zekere
bewondering op bij het volk, vooral onder de minder bevoorrechte klassen, die
hem zagen als een wreker tegen de onderdrukking door de elite.
Cartouches einde was net zo dramatisch als zijn leven. Nadat
hij was gearresteerd, volgde er een sensationeel proces. Hij weigerde zijn
kameraden te verraden en bleef stil. Daarmee werd zijn imago als tragische held
versterkt. Hij werd in 1721 geëxecuteerd. Zijn dood was een ingrijpende
gebeurtenis die enorme menigten trok.
Cartouche, de gentleman inbreker
*Henri-Désiré Landru, (1869 – 1922) was een Franse
seriemoordenaar ook wel de Franse
Blauwbaard genoemd. In 1914 was Landru actief als handelaar in
tweedehandsmeubels. Hij begon met het plaatsen van contactadvertenties in
Franse kranten, waarbij hij zichzelf voordeed als een rijke weduwnaar die
verlangde naar een eenzame weduwe om met haar zijn laatste dagen te delen. Wel
283 vrouwen reageerden en Landru koos de rijksten uit. Met hen begon hij een
korte relatie en hij lokte hen naar de huizen die hij gehuurd had, aanvankelijk
een huis in Vernouillet, later een in Gambais. Daar bracht hij hen om het
leven. Hun lichaam hakte hij waarschijnlijk in stukken en verbrandde hij
(gedeeltelijk) in zijn oven. Op 30 november 1921 werd Landru schuldig bevonden
en tot de guillotine veroordeeld.
Originele politiefoto's van Henri-Désiré Landru
*Marcel Petiot (1897-1946) werkte als arts in Parijs.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog zette hij een gefingeerd ontsnappingsnetwerk op.
Hij bood aan mensen te laten ontsnappen via Vichy-Frankrijk naar Argentinië
tegen betaling. In werkelijkheid doodde Petiot zijn slachtoffers met een
injectie. Hij pikte hun kostbaarheden in en versneed hun lijken. De resten
dumpte hij in ongebluste kalk of verbrandde hij in een oven. Gealarmeerd door
omwonenden die klaagden over een walgelijke caramelgeur die uit de schoorsteen
kwam, vond de Parijse brandweer in maart 1944 de resten van zijn slachtoffers.
Petiot ontkwam echter aan arrestatie door zich aan te sluiten bij de Franse
Binnenlandse Strijdkrachten. Na de bevrijding van Parijs werd Petiot in oktober
1944 alsnog gearresteerd. Toen men hem kort na zijn arrestatie onder de neus
wreef dat hij zou worden aangeklaagd wegens het uit de weg ruimen van ten
minste zevenentwintig mensen, riep Petiot verontwaardigd: “Dan wel correct
blijven hè: het waren er drieënzestig,” zei hij lachend. Hij werd ter dood
veroordeeld in mei 1946 voor de moord op minstens 27 personen, waarvan 12
joden, en werd geëxecuteerd. Zijn buit, de gestolen kostbaarheden, werd nooit
teruggevonden.

Docteur Marcel Petiot
Tijdens je bezoek ontdek je hoe banale bewijsstukken het
mogelijk hebben gemaakt om grote zaken op te lossen. Een huiveringwekkende
verzameling moordwapens – hamers, ijsbijlen, messen boksbeugels en zelfs het
pistool waarmee president Doumer in 1932 werd vermoord. Minder gevaarlijke
items zoals een apparaatje waarmee bankbiljetten uit de zakken van
marktkooplieden konden worden gejat. Een museum vol gekke, duistere, wrede en
spannende verhalen.
Een uniek museumstuk; een origineel mes van de guillotine
De hoofdroute door het museum begint met het Ancien Régime,
toen koning Lodewijk XIV in 1667 het ambt van luitenant van politie instelde.
Na de Franse revolutie in 1871 herstelde Napoleon de orde door de functie van
prefect van politie in te stellen, waarmee een einde kwam aan de instabiliteit
en corruptie. In 1829 kwamen de eerste politieagenten in uniform. Vervolgens
gaat het over de oprichting van de Nationale Garde en de oprichting van het
Vredeskorps. Verder wordt ook uitgebreid uitgelegd hoe de politie zich
ontwikkelde naarmate de stad groeide. Je loopt langs glazen kasten vol met
wapens (zowel van politie als van criminelen) namaakartikelen en kranten
artikelen van beroemde zaken en gebeurtenissen. Er is ook een schaalmodel te
zien van de guillotine, plus een echt mes.
Een oude celdeur uit 1836 afkomstig van de 'Prison de Mazas', gevestigd aan de boulevard Diderot
Glazen vitrines vol met wapens
Het laatste deel van het museum is het modernste. Dit gaat uitgebreid in op de ontwikkeling van forensisch onderzoek. Er is een reconstructie van het Atelier van Alphonse Bertillon. Hij ontwikkelde in 1879-1880 een systeem om personen te identificeren. Dit systeem werd wereldwijd gebruikt en naar hem ‘Bertillonage’ genoemd.
Het Atelier van Alphonse Bertillon
Vier zones leggen op een leuke en
leerzame manier het gespecialiseerde werk uit van de forensische politie met
DNA, vingerafdrukken en andere nieuwe technieken waaronder odorologie. Odorologie,
ofwel de wetenschap van geuren, is een techniek die voornamelijk wordt gebruikt
in de forensische wetenschap voor justitiële identificatie. De techniek is
gebaseerd op geuranalyse door honden om criminelen op te sporen of de geur van
objecten te identificeren (explosieven, verdovende middelen en lichamen van
vermiste personen).
Vier zones leggen op een leuke en leerzame manier het gespecialiseerde werk uit van de forensische politie
In 1967 bracht George Simenon een bezoek aan dit museum. In
de vitrine een origineel reçu uit 1936 voor een identiteitskaart uitgegeven
door de Préfecture de la Police. Wie weet was hij ook op zoek naar materiaal
voor zijn boeken. Misschien ben jij wel een beginnend schrijver of een fervent
lezer, kenner van de avonturen van de
gentleman-inbreker of de onderzoeken van
Commissaris Maigret, je bent hier aan het juiste adres. De beroemde Parijse
politie leidt je naar de onderwereld van de Franse hoofdstad.
In 1967 bracht George Simenon een bezoek aan het museum
Een origineel reçu uit 1936 voor een identiteitskaart van George Simenon, uitgegeven door de Préfecture de la Police
Musée de la Préfecture de la Police, rue de la Montagne
Sainte Geneviève 4, 5e arrondissement. Metrostation
Maubert-Mutualiteit, lijn 10.
Het museum is gratis te bezoeken van maandag t/m vrijdag van
09.30 uur – 17.00 uur.