Paris FvdV is een niet commercieel weblog speciaal voor kenners en liefhebbers van de stad Parijs - en voor hen die dat willen worden. Parijs is een stad met een gewichtig verleden, respectabel en gerespecteerd. Het is totaal niet nostalgisch. Parijs is er in geslaagd om, soms op brutale maar altijd op elegante wijze, om te gaan met zijn grootse monumenten. Ze te beschermen en te integreren in de nieuwe dynamiek van de stad. Parijs is een meester op het gebied van herstel en transformatie. U zult er nooit in slagen een volledig overzicht te maken van plekken en verhalen, die allemaal op hetzelfde punt uitkomen en de glorie van deze stad bezingen. toch wil ik een poging wagen. Wekelijks wil ik u niet alleen informeren over wat Parijs nog meer te bieden heeft, maar ook wil ik mijn liefde voor deze stad op u over dragen. In de hoop dat het raakt aan iets wat u herkent of voelt. Ferry van der Vliet.

Privacy verklaring: Indien u weblog Paris FvdV, dat bij Google-Blogger is ondergebracht, leest en reageert op de blogs van Paris FvdV, doet u dat vrijwillig en is uw IP-adres en mailadres - indien u dat vermeld - bekend en wordt opgeslagen. Ook uw schuilnaam waaronder uw reageert wordt opgeslagen. Paris FvdV zal uw gegevens nooit aan derden doorgeven. We houden uw gegevens privé, tenzij de wet of rechtelijke macht ons dwingt uw gegevens aan hen te verstrekken. Datalekken in het systeem vallen onder de verantwoordelijkheid van Google-Blogger. Door weblog Paris FvdV te bezoeken en/of de op of via deze weblog aangeboden informatie te gebruiken, verklaart u zich akkoord met de toepasselijkheid van deze disclaimer. Google gebruikt cookies om services te leveren en verkeer te analyseren dus uw IP-adres en user-agent zijn bij Google bekend, samen met prestatie- en beveiligingsstatistieken om servicekwaliteit te garanderen, gebruiksstatistieken te genereren, misbruik te detecteren en maatregelen te treffen.

zondag 31 oktober 2021

DE DAKEN VAN PARIJS

Droom het, wens het en ik maak het! Wat het ook is ik vind dè manier om jouw verhaal te vertellen en zo het verschil te maken. Foto’s zijn zoveel meer dan simpelweg een vastgelegd moment. Het is een manier van communicatie. Naast het delen van mijn persoonlijke visie, is fotografie ook een manier voor mij om mijzelf uit te drukken als kunstenaar”.

Dat is het motto van de talentvolle fotograaf Robin Timmermans. Afgestudeerd aan het Sint Lucas Eindhoven waar hij zijn talent voor fotografie ontdekte en aan de Fontys in Eindhoven als hbo Bachelor of Arts. Ondanks dat hij nog jong is (27), heeft hij al gewerkt voor grote namen zoals: Hangeleven, Lexus, Stooker, Dodge Ram, Colourful Rebel, Toyota, Maan, Dstrezzed, Mini Cooper, JFK, Top Gear, Super73, en BMW. 

Paris FvdV zocht met deze creatieve topper hogere sferen op in Parijs. ‘Sur les Toits de Paris’, niet helemaal legaal maar het zorgt wel voor spectaculaire uitzichten en foto’s;  “Kicken toch”! 

In een van mijn boeken kwam ik de volgende zin tegen: "Parijs is een verleidelijke stad, die permanent aandacht wil, wil worden bekeken en gezien door de ogen van een liefhebbende, verlangende en jaloerse minnaar". Wie mij goed kent weet dat ik zo naar mijn favoriete stad kijk. Altijd zoekend als een ware vrijbuiter, naar verborgen plekken, oases van stilte, onvermoede paradijsjes in anonieme straatjes, in miskende wijken, waar mijn fantasie het rijk alleen heeft.    Foto: Robin Timmermans genietend van het prachtige uitzicht over Parijs

Bovendien moet ik bekennen dat ik een tic heb. Ik loop in Parijs altijd naar boven te kijken. Kijkend naar de patronen van de typische Franse balkonnetjes, de symmetrie van de Mansardedaken van zink of leisteen met dansende schoorstenen. De daken van Parijs vormen een uniek landschap, dat op elk moment van de dag anders kleurt. Soms zijn ze donker dan weer spiegelen ze alle tinten van de hemel. Prachtig vormgegeven in fraaie rondingen, onderbroken door rijen dakkapellen. Dan denk ik wie woont daar? Zeker bloedheet in de zomer? Is er überhaupt een lift in dat pand? Hoe zou Parijs er hebben uitgezien met rode pannendaken?



De daken van Parijs vormen een uniek landschap, dat op elk moment van de dag anders kleurt - Foto's  © Robin Timmermans

De zolderkamers, vaak in prestigieuze gebouwen van de Parijse Bourgeoisie, waren ooit bedoeld voor de dienstmeisjes, ‘les petites bonnes’. Die mochten natuurlijk niet bij de familie slapen en kregen de restruimte op zolder. Meestal onder het zinken dak, met een eigen trap naar de zesde of zevende verdieping en piepklein; minder dan 9m². Van boven af is Parijs een wereld die bevolkt wordt door koepeltjes, met lood beklede dakkapellen en platte daken, relingen van zwart gietijzer, schoorstenen die overeind gehouden worden door ijzeren laddertjes. Tja, Sur les toits te Paris.



De daken van Parijs tijdens het 'gouden uur' - Foto © Robin Timmermans

 

Deze daken met hun ouderwetse charme zijn inmiddels een van de symbolen van de hoofdstad geworden. Onsterfelijk gemaakt door de vele chansons, fotografie, affiches, posters en films. Maar de daken van Parijs lopen gevaar. Steeds minder jonge mensen willen het beroep van dakdekker, dat al bestaat sinds 1817, nog uitoefenen. In Parijs zijn nog slechts 500 ‘couvreur-zingueur’ te vinden, zoals het ambacht in Frankrijk heet en het zink op de daken moet elke 50 jaar worden vervangen. Niemand wil meer in weer en wind, in zomer en winter, dit gevaarlijke beroep uitoefenen. 



De daken van Parijs lopen gevaar. Steeds minder jonge mensen willen het beroep van dakdekker, dat al bestaat sinds 1817, nog uitoefenen

De vakbond van Parijse dakdekkers het GCCP – ‘Syndicat des entreprises de Génie Climatique et de Couverture Plomberie’ – luidt dan ook de noodklok.  Om erkenning te krijgen voor dit bijzondere beroep, werd op 27 juni 2017 een eerste belangrijke stap genomen door de kennis en vakmanschap ervan te laten opnemen in de nationale inventaris van het Franse immaterieel cultureel erfgoed. Op termijn willen ‘les couvreurs-zingueurs’ ook dat de daken van Parijs worden opgenomen in het werelderfgoed van UNESCO. Zij zien zichzelf als de bewakers van de ‘grijze oceaan’ – Gardiens d’un ‘océan de gris’ – die Parijs zo’n uniek karakter geeft.

 

37 Meter boven straatniveau, de daken van Parijs zijn ook oases van stilte - Foto © Robin Timmermans


De ambachtslieden worden hierin ondersteund door de journalist, fotograaf Gilles Mermet. Mermet werkte o.a voor het tijdschrift Geo, National Geographic en de Figaro en is tevens de auteur van het fotoboek ‘Les toits de Paris ou l’art des couvreurs’. Jarenlang fotografeerde hij de couvreurs-zingueurs  in hun habitat, hoog boven de straten van Parijs, boven op de daken. “Mijn doel was het vastleggen van hun vakmanschap, de perfecte beheersing van verschillende materialen, hun passie voor hun vak en hun liefde voor de architectuur van Mansart en Haussmann. De nauwkeurige renovatie van koepelvormige daken, dakvensters, de ‘l’œils-de-boeuf’ (een klein rond, ovaal of achthoekig raam in het dak met een zandstenen omlijsting) en de zinken mansardes. Met behulp van mijn journalistieke achtergrond  wilde ik een communicatie instrument creëren om jongeren weer in contact te brengen met dit prachtige ambacht, door middel van prachtige foto’s en tekst”, zodat ze zich weer trots voelen”, aldus Gilles Mermet.


 Het boek van fotograaf Gilles Mermet

Zijn fotografisch werk kwam ook onder de aandacht van de burgemeester van het negende arrondissement mevrouw Delphine Bürkli. Zij wil de daken van Parijs laten registreren als werelderfgoed door de UNESCO. In Parijs zijn, sinds 1991, alleen de oevers van de Seine tussen de pont de Sully en de pont d’Iéna geclassificeerd als UNESCO ‘World Heritage’. “De daken van Parijs hebben een universele waarde”, benadrukt mevrouw Bürkli. Maar ze ondervindt sterke tegenwind van de burgemeester van Parijs Anne Hidalgo die juist de daken wil vergroenen, om zo de opwarming van de stad tegen te gaan. “Het klimaat is de grootste prioriteit”, aldus Hidalgo.

 


Waar je ook kijkt, vanaf de daken van Parijs is de Eiffeltoren altijd dichtbij - Foto's  © Robin Timmermans


Een ander opstakel is dat Unesco bepaalt dat niets mag worden veranderd indien een gebied of bouwwerk is benoemd tot wereld erfgoed. Een van de veelzeggende uitdrukkingen van Hidalgo is; “We leven niet in een museum”. De burgemeester wil onder meer de luchtvervuiling in de Franse hoofdstad bestrijden door het autoverkeer te verminderen, het gebruik van de fiets, het openbaar vervoer te bevorderen en de stad in een snel tempo te vergroenen. Bürkli weet dat zij de kar niet alleen kan trekken, ook al heeft ze de gehele Parijs gemeenteraad achter zich staan. Samen met Gilles Mermet, als voorzitter van de commissie ter ondersteuning voor de kandidatuur van de Parijse daken als Unesco erfgoed en het GCCP, probeert zij het Ministerie van Cultuur en de Mairie van Parijs te overtuigen.



Sint Nicolaas- & Kersttip

Meer ontdekken over het onbekende Parijs? Kies dan voor een van mijn twee reisgidsen over Parijs: ‘Ongewoon Parijs’ en / of  ‘Ongekend Parijs’, beiden zijn te verkrijgen bij de boekhandel of online bij Edicola Publishers, Bruna, Libris, Bol, Blz, Managementboek, Hebban, Veltman uitgevers, boekhandel Smit, Amazon Frankrijk, Amazon UK.

‘Ongewoon Parijs’ - ISBN: 978-94-92500-81-6, prijs € 22,95

‘Ongekend Parijs’- ISBN: 978-94-93160-14-9, prijs € 22,95



woensdag 27 oktober 2021

DE ZIEL VAN PARIJS

Laat ik maar meteen met een nadeel beginnen, dit vuistdikke boek weegt maar liefst 1,4 kilo. Dus zo’n dik boek neem je natuurlijk niet mee in je rugzak op ontdekkingstocht door Parijs. Maar eigenlijk hoeft dat ook niet. De schrijver, Dirk Velghe, neemt jou mee langs bijzondere plekken, mensen en geschiedenissen, zittend vanuit je luie stoel. De ziel van Parijs is een zoektocht van de schrijver naar de ziel van haar inwoners. Zij die de lichtstad en haar geschiedenis hebben ingekleurd. Het is ook de openingszin in het 560 pagina tellende boek. Hij is juist niet op zoek naar de bekende Parijzenaars, naar de bekende verhalen die in de vele boeken, geschreven over Parijs, steeds worden gekopieerd en / of worden naverteld. Velghe is op zoek naar de ‘unusual suspects’, en ik citeer: “Vrouwen en mannen met nochtans onwaarschijnlijke lotgevallen: een gifmengster, een vergeten keizer, een verpleegster-résistante van het Amercain Hospital, een roi des bandits die later politieprefect wordt van Parijs, een hulp conservatrice van het Jeu de Paume die haar leven op het spel zet, een koningin voor 20 minuten, mannen die hun herenliefde met de brandstapel bekopen, de vrouwelijke uitgever van het – voor die tijd – als pornografisch gebrandmerkte ‘Ulysses, of telgen van de grote beulendynastiën van Parijs. Zij en hun bijzondere stadsgenoten bevolken dit boek”. En mede dankzij de plattegronden in het boek kan de echte Parijs-liefhebber ze er zelf ontmoeten aan de hand van nog zichtbare herinneringen.


De ziel van Parijs is een boek dat uitblinkt door goed vakmanschap en lezenswaardige content. Het moet monnikenwerk zijn geweest om alle mythes van de lichtstad te herontdekken en op waarheid te onderzoeken. Maar wetende wat zijn achtergrond is, is dat ook weer niet zo gek. Dirk Velghe is voormalig oprichter-CEO van Vacature en later van Mediafin, het uitgeefbedrijf van de kranten De Tijd en L’Echo, waar hij de raad van bestuur voorzit. Hij maakte meer dan twintig jaar deel uit van het groepscomité van DPG Media, waar hij in 1987 zijn medialoopbaan startte. Naast een passie voor media koestert Dirk Velghe er een voor Parijs. Toen hij enkele jaren geleden stopte als CEO, richtte hij samen met Raf Vandenbussche ‘Mirakelhof’ op, waarmee zij voor kleine groepen, van een man of zes,  wandelingen door Parijs organiseren. De stad die voor Dirk Velghe een stuk van zijn leven werd. Of zoals hij zelf zegt; “de lichtstad houdt mij al meer dan dertig jaar prettig wakker”.

De ziel van Parijs is een uitgave van Hannibal Books, België

Nederlandse editie ISBN 978 94 6388 785 4

Verkoopprijs € 39.95

Bestellen kan via deze website


woensdag 20 oktober 2021

DE HISTORIE VAN ‘LES GRANDS MAGASINS DE PARIS’

De afgelopen maanden stonden de media bol van de opening van een van de mooiste aanwinsten van Parijs; het warenhuis Samaritaine. Op maandag 21 juni 2021 opende de Franse President Emmanuel Macron La Samaritaine, in aanwezigheid van Bernard Arnault, CEO van LVMH, eigenaar van dit luxe warenhuis. Na 16 jaar gesloten te zijn geweest en een verbouwing van 750 miljoen euro is Parijs weer een uniek stukje Frans erfgoed rijker, aldus Macron.


Na 16 jaar gesloten te zijn is het warenhuis La Samaritaine weer in ere hersteld

Je vindt ze over de hele wereld; luxe warenhuizen. Weinigen weten dat het warenhuis een Franse vinding is. Eigenlijk moet ik zeggen een Parijse vinding. Het begon allemaal in 1852 toen Aristide Boucicaut zijn warenhuis Bon Marché opende. Een zogenaamd Grand Magasin. In 1855 volgt le Bazar Napoléon, dat later wordt getransformeerd in le Bazar de l’Hôtel de Ville, kortweg BHV. Kort daarop in 1865 volgen Jules Laluzot en Jean-Alfred Duclos met Au Printemps en vier jaar later, in 1869 opende Samaritaine, het warenhuis van Ernest Cognacq en Marie-Louise Jaÿ. Parijs kreeg de smaak te pakken. In 1893 openden de Galeries Lafayette hun deuren. Het is la Belle Époque, wat duidelijk te zien is aan de buitenkant van de 'paleizen van de handel'. Prachtige gevels die bol staan van beelden, verguld stucwerk en andere pompeuze decoraties.

 

Le Bon Marché

Voor het chicste warenhuis van Parijs moet je zijn in het zevende arrondissement, aan de rue de Sèvres op de hoek van de rue du Bac. Daar vind je Le Bon Marché. Dit warenhuis op de Rive Gauche is een echt instituut. Deze winkel vol met nouveautés, het eerste echte warenhuis van Parijs, werd opgericht door het echtpaar Aristide en Marguerite Boucicaut en de gebroeders Videau. Een snelle rekenaar weet dat dit prestigieuze warenhuis dit jaar 169 jaar bestaat. 



Wat weinigen weten is dat Le Bon Marche’ (sinds 1984) net als Samaritaine (sinds 2001) eigendom is van LVMH

Aristide verkocht shawls in de winkel van de gebroeders Videau, genaamd Au bon Marché. Zijn vooruitziende blik, handelsgeest en stoute uitbreidingsplannen benauwden de beide broers zo, dat die vervolgens besloten om in 1863 hun aandelen aan Boucicaut te verkopen. Boucicaut leende 2,2 miljoen Franse Francs van Henry-Francois Maillard, die fortuin had gemaakt in New York met onroerend goed, en begon aan de uitbouw van zijn imperium. Als geen ander begreep hij het gedrag van de consument en misschien is hij wel de grondlegger van wat vandaag consumentenmarketing wordt genoemd. Boucicaut introduceerde voorgeprijsde artikelen, in plaats van dat de prijzen alleen bekend waren bij het verkopend personeel. Nam genoegen met lagere winstmarges om zo grotere hoeveelheden te kunnen afzetten. Creëerde op vaste periodes uitverkoop tegen sterk gereduceerde prijzen en een thuisbezorgservice (1860). Speciaal daarvoor liet hij stallen bouwen voor 150 paarden en 100 bezorgkoetsen. In 1867 introduceerde hij de postordercatalogus met een oplage van 500.000 stuks. Bij de postorderdivisie werkte al snel 120 man personeel, goed voor 4000 tot 5000 zendingen per dag. Tevens verzorgde hij kinderopvang voor winkelende moeders. 

Zijn ongelofelijke succes was gebaseerd op een vernieuwende aanpak, die revolutionair was voor die tijd. Voor zijn personeel initieerde hij als eerste een bonussysteem, gebaseerd op verkopen, een 12-urige werkdag, betaalde vakantiedagen, gratis maaltijden, opleidingen, medische verzorging en zelfs een pensioenfonds. Vergis u niet, we spreken van de negentiende eeuw!

De zaken gingen zo goed dat Aristide Boucicaut besloot om in 1872 alle naastliggende gebouwen op te kopen. Het Hospice des Petits Ménages en de Assistance Publique. Dat zelfde jaar bezit hij het gehele blok tussen de rue du Bac, rue de Sèvres, de boulevard l'Enfer - de huidige boulevard Raspail - de rue Babylone en de rue Velpeau. De architecten Boileau en Gustave Eiffel krijgen de opdracht om van de aanpalende gebouwen een eenheid te maken. Gustave Eiffel was een geniale constructeur die, in zijn tijd, de vooruitgang in de architectuur flink vooruit heeft geholpen door de toepassing van staal, in plaats van zware, ouderwetse baksteenconstructies. De Industriële Revolutie; West Europa industrialiseerde en nieuwe technologieën en materialen kwamen niet alleen beschikbaar, maar waren ook nodig om de nieuwe ontwikkelingen te kunnen uitvoeren. Eiffel deed zijn eerste ervaringen op met metaalconstructies toen hij voor spoorwegmaatschappijen in Frankrijk begon te werken. Nog voor dat hij aan de bouw begon van zijn bekendste werk, de toren die naar hem is genoemd, werd in 1876 het warenhuis Le Bon Marché voorzien van een door hem ontworpen, moderne ijzer-glas-cocon.


 De visie van Eiffel is nog steeds zichtbaar in het luxe warenhuis

Een jaar later overlijdt Boucicaut. Maar zijn geesteskind werd voortgezet door zijn vrouw Marguerite en zijn zakenvrienden van het eerste uur: Narcisse Fillot, Émile Morin en Jules Plassard. De kooptempel inspireerde zelfs schrijver Émile Zola  voor zijn werk 'Au Bonheur des Dames' gepubliceerd in 1883. Au Bon Marché is en blijft een van de meest exclusieve plaatsen om te winkelen in Parijs. Op de dames- en herenafdeling vindt u de laatste ontwerpen van alle Franse modehuizen. De parfum- en lingerieafdeling zijn ruim voorzien met juist dat, waar de Fransen al zo lang beroemd om zijn. Zelfs in de paskamers hangt een handige telefoon waarmee u kunt vragen om een andere maat. De delicatessenafdeling in de naastliggende Grande Épicerie is nog steeds een van de mooiste van Parijs. In het park recht tegenover de Bon Marché staat een enorm standbeeld van Marguerite Boucicaut als symbool van goedheid en barmhartigheid, terwijl zij de hongerige spijst. Na haar dood in 1887 laat zij al haar geld na aan diverse goede doelen en ruim 5 miljoen Franse Francs aan het pensioenfonds van haar personeel. 

Wat weinigen weten is dat Le Bon Marche’ (sinds 1984) net als Samaritaine (sinds 2001) eigendom is van LVMH (Louis Vuitton Moët Hennessy). LVMH is het grootste conglomeraat ter wereld van luxeproducten. Het Franse bedrijf is gevestigd in Parijs en is voor een overgrote meerderheid in handen van de Groupe Christian Dior. Deze groep heeft wereldwijd meer dan 77.000 mensen in dienst en 2400 winkels over de hele wereld.


Printemps

Op 3 november 1865 opende dit warenhuis zijn deuren als koophuis met vaste prijzen. De winkel, naar een ontwerp van de bekende architecten Jules en Paul Sedille, opende op de hoek van Le Havre en de Boulevard Haussmann. De winkel werkte met vooraf vastgestelde prijzen, terwijl het in die tijd heel gewoon was dat een prijs uitsluitend werd vastgesteld door loven en bieden. Het gebouw werd sterk uitgebreid in 1874, met liften (toen een grote nieuwigheid) afkomstig van de Wereldtentoonstelling van 1867. In 1888 installeerde het als eerste warenhuis elektriciteit en het was ook een van de eerste warenhuizen met een directe verbinding met de metro (1904).

 

In het begin van de 20e eeuw werd het gebouw vervolgens uitgebreid langs de Boulevard Haussmann door architect Rene Binet in een Art Nouveau-stijl en in 1923 werd de 42 meter hoge Art Nouveau-koepel het middelpunt van het warenhuis, om in 1939 weer te worden gedemonteerd. Dit om te voorkomen dat hij onherstelbaar zou worden beschadigd bij eventuele bombardementen. De koepel werd opgeslagen bij Clichy en pas in 1973 weer in ere hersteld en geheel gerestaureerd door de kleinzoon van de oorspronkelijke ontwerper. Helaas is de prachtige Art Nouveau-trap in 1955 verwijderd. Ondanks twee grote branden bleef het warenhuis zich vernieuwen. In 1975 werd de gehele voorgevel  geclassificeerd als historisch monument.


Gelukkig zijn de klassieke elementen na de restauratie bewaard gebleven

In 2008 onderging het warenhuis een totale restyling onder leiding van het architecten duo George Yabu en Glenn Pushelberg. Yabu en Pushelberg, bekend van de restyling van het New Yorkse Bergdorf Goodman, gingen voortvarend aan de slag gegaan om het gehele warenhuis te voorzien van een totaal nieuw interieurontwerp van internationale allure dat tegelijk onmiskenbaar Frans oogt. Een groot deel van de plafonds tussen het souterrain, parterre en de eerste etage zijn verdwenen waardoor een geweldig atrium is ontstaan, geïnspireerd op de magische glazen koepel op de zesde etage. Een groot kunstwerk van de Japanner Hirotoshi Sawada siert de vide. Grote zilverkleurige bladen hangen in het luchtledige en reflecteren het licht. De oorspronkelijke zwart marmeren vloeren zijn vervangen door vloeren van wit marmer. 18 luxe boetieks, met een totale oppervlakte van 6000 m², hebben één centrale architectuurstijl met sterke grafische lijnen. Elegante stellages van glas, zwart hout en roestvrij staal. De Canadese kunstenaar Pascale Girardin bedacht voor de ingangen twee enorme zwevende clusters van witte handgemaakte polycarbonaat bloemen. Last but not least zijn alle voorgevels opnieuw gerestaureerd en alle ornamenten en koepels opnieuw voorzien van bladgoud. De totale kosten van de vijf jaar durende verbouwing; ruim 70 miljoen euro.



Een groot kunstwerk van de Japanner Hirotoshi Sawada siert de vide. Grote zilverkleurige bladen hangen in het luchtledige en reflecteren het licht.


De cosmetica-afdeling van Printemps is een van de mooiste van Parijs en voert meer dan 200 cosmetica merknamen. Ook vind je maar liefst 7 restaurants in dit warenhuis: Ladurée, Brasserie Printemps, Café Pouchkine en Pouchkine terras, Cojean, Perruche en Café Jules, vernoemd naar de oprichter van Printemps; Jules Jaluzot. Le brasserie Printemps mag je niet missen; deze is gevestigd onder de 42 meter hoge dôme, bestaande uit 3185 glazen panelen geheel in Art Nouveau-stijl. Vergeet ook niet de negende etage met een prachtig panoramisch terras met een onbelemmerd uitzicht. Hier vind je Perruche, een groene oase waar het goed lunchen is of gewoon om iets te drinken. Het terras loopt gelijk met de prachtige zinken daken om je heen, af en toe onderbroken door indrukwekkende architectuur zoals het Palais Garnier, de Madeleine, het Grand Palais, de Eiffeltoren en la butte Montmarte met de Sacre Cœur.


Le brasserie Printemps mag je niet missen; deze is gevestigd onder de 42 meter hoge dôme, bestaande uit 3185 glazen panelen geheel in Art Nouveau-stijl


Samaritaine

De geschiedenis van Samaritaine heb ik uitgebreid beschreven in mijn blog van 7 juli 2021.

Het opende zijn deuren in 1869 als een klein zaakje. De eigenaars waren Ernest Cognacq en zijn vrouw Marie Louise Jay, eens verkoopster bij het warenhuis Le Bon Marché. Hun leven lijkt wel de verwezelijking van de American Dream. Een weeskind dat het brengt van straatventer tot oprichter van La Samaritaine. De naam, La Samaritaine, is ontleend aan de waterpomp bij de Pont Neuf in de tijd van Hendrik IV. Het begon allemaal met het succesvol verkopen van stropdassen in een klein zaakje op de hoek van de rue Pont Neuf en de rue de la Monnaie. Toen Cognacq in 1883 hoorde dat de aangrenzende middenstandswoningen te koop kwamen was dit de aanzet tot de eerste winkel van de ‘Grand Magasins de la Samaritaine’.


Het rijke interieur van La Samaritaine. Na een verbouwing van 750 miljoen euro is Parijs weer een uniek stukje Frans erfgoed rijker



Galeries Lafayette

In december 1893 openden de neven Théophile Bader en Alphonse Kahn een winkel met naaigerief, dat 'Aux Galeries Lafayette' werd genoemd. De naam van de winkel verwees naar het oorspronkelijke adres aan de rue La Fayette, op wandelafstand van de Opera Garnier. In 1905 gaf Bader de Franse architect Georges Chedanne de opdracht om nieuw aangekochte gebouwen (rue la Fayette 38, 40 en 42) volledig te herbouwen, wat duurde tot in 1907.  Weer een aantal jaren later werd Galeries Lafayette uitgebreid met de aankoop van het pand aan de boulevard Haussmann nummer 15 en groeide uit tot het indrukwekkende warenhuis dat we nu kennen. 


Vanaf de derde etage heb je een prachtig overzicht


Pas in 1912 kreeg Lafayette de monumentale koepel in Byzantijnse stijl van gekleurd glas en smeedijzer, een ontwerp van de Franse architect Ferdinand Chanut. Maar liefst 33 meter hoog. Het metalen frame steunt op 10 punten en is voorzien van
  gebrandschilderd glas, rijkelijk versierd met bloemmotieven dat weer zorgt voor een prachtig goudkleurig licht.  De rijk geornamenteerde balustrades zijn van de hand van Louis Majorelle. De koepel gaf het gebouw de bijnaam "Magasin Coupole". 



Zicht op de constructie van de koepel heb je op de vijfde etage van het warenhuis

Wat je zeker moet doen is een bezoek brengen aan de vijfde etage waar je door de binnenramen kunt kijken naar de speciale ijzeren constructie van de achterkant van de koepel. Met de roltrappen ga je naar de zevende etage en vervolgens met trappen naar de achtste etage. Vanaf het terras wordt je  gratis getrakteerd op een adembenemend uitzicht over Parijs. Met name het uitzicht op de Opera Garnier is spectaculair. Volgens een gedenksteen is op dit zelfde dak op 19 januari 1919 een vliegtuig geland. Ook kun je de stalen buitenconstructie bekijken die de grote binnenkoepel van daglicht voorziet. 



Volgens een gedenksteen is op het dak van Galeries Lafayette op 19 januari 1919 een vliegtuig geland

Tenslotte adviseer ik je om zeker in december een kijkje te nemen in Galeries Lafayette. Onder de koepel, op de plek waar Edith Piaf in 1950 haar chansons; ‘la Vie en rose’, ‘l'Hymne à l'amour’ en ‘La plus belle histoire d'amour’ ten gehore bracht, staat dan een immense kerstboom met een hoogte van meer dan 25 meter.



Jaarlijks siert een steeds verschillende kerstboom de grote koepel van Galeries Lafayette




maandag 11 oktober 2021

EEN ODE AAN CHRISTO EN JEANNE-CLAUDE

Christo (Christo Vladimirov Javacheff) en Jeanne Claude (Jeanne-Claude Marie Denat de Guillebon) waren kunstenaars met durf. Durf was nodig om projecten te bedenken en te realiseren waar alleen zij in geloofden. Meer dan vijftig jaar lang, soms tegen alle verwachtingen in, hebben ze de wereld verrast met hun onderscheidende visie. Niets leek onmogelijk voor deze kunstenaars van de kortstondigheid. Met hun monumentale acties in de openbare ruimte hebben ze zich een weg weten te banen naar de harten van het publiek.


De kunstenaars Christo and Jeanne-Claude bij 'The Gates' - New York - February 2005 Photo: Wolfgang Volz © 2005 Christo and Jeanne-Claude Foundation


Helaas zijn beiden kunstenaars niet meer in leven, maar juist door de ingepakte Arc de Triomphe wil ik hen hulde brengen. Christo geboren in 1935 in Gabrovo, Bulgarije, ontvluchtte het communisme en settelde zich in Parijs in maart 1958. Daar ontmoette hij Jeanne-Claude, geboren in 1935 in Casablanca, Marokko. Zij was de geadopteerde dochter van een Franse generaal; Jacques de Guillebon. De zeven jaar durende periode in Parijs, van 1958 tot en met 1964, was essentieel voor Christo. Deze intense periode van creatie lijkt vandaag de dag fundamenteel te zijn geweest voor zijn artistieke ontwikkeling. In 1961 begonnen Christo en Jeanne-Claude interventies te bedenken op groot stedelijk niveau. Van een muur gemaakt van olievaten; ‘het ijzeren gordijn’ in de rue Visconti in 1961-1962 tot het idee, eveneens ontstaan in 1961, van het inpakken van de Arc de Triomphe. Toch zou het 60 jaar duren voordat hun idee werkelijkheid werd.



Het idee voor inpakken van de Arc de Triomphe ontstond al in 1961 - Christo met een van zijn eerste studies voor het project van de ingepakte Arc de Triomphe / Photo: Wolfgang Volz © 2019 Christo and Jeanne-Claude Foundation

 

Een collage van Christo uit 2019 van de ingepakte Arc de Triomphe / Photo Wolfgang Volz © 2019 Christo and Jeanne-Claude Foundation


Toen het Centre Pompidou hem in 2017 vroeg om een retroperspectief van hun gezamenlijk werk in 2020, zei hij onmiddellijk ja. (Jeanne-Claude overleed in New York in november 2009) Zijn wens was om de expositie over hun levenswerk te combineren met het inpakken van de Arc de Triomphe conform zijn visie uit 1961. In oktober 2018 presenteerde Philippe Béleval, President van het Centre Monumental Nationaux (de Franse monumentenzorg) en Christo het project aan President Emmanuel Macron. In februari 2019 wordt het project technisch bekeken en berekend door Schlaich Bergermann & Partners, een constructie- en adviesbureau met hoofdkantoor in Stuttgart. In juni 2019 volgt officiële toestemming voor april 2020, echter een broedende torenvalk gooit roet in het eten. De installatie wordt uitgesteld tot september. In de tussentijd begint het Duitse bedrijf Setex-Textil-gmbh met de fabricage van 25.000 m² gerecycled polypropyleen stof. Helaas, de covidpandemie gooit opnieuw roet in het eten. Opnieuw wordt het project uitgesteld, nu tot september 2021. Christo zelf zal het helaas niet meer meemaken. Hij overlijdt in New York in mei 2020. De tentoonstelling in het Centre Pompidou opent zonder hem in juli 2020.



Het Duitse bedrijf Setex-Textil-gmbh is verantwoordelijk voor de de fabricage van 25.000 m² gerecycled polypropyleen stof, Lübeck, July 2020 / Photo: Wolfgang Volz © 2020 Christo and Jeanne-Claude Foundation


Op 12 juli 2021 beginnen de voorbereidingen, stalen kooien worden bevestigd om de kunstwerken te beschermen / Photo: Wolfgang Volz © 2021 Christo and Jeanne-Claude Foundation

Op 12 juli 2021 beginnen de voorbereidingen voor het inpakken van de Arc de Triomphe. Meer dan 1.000 mensen werken mee aan het project, waaronder een constructie team van 140 man waaronder 95 alpinisten. 30 samenwerkende bedrijven waaronder de firma ‘Les Charpentiers de Paris’ dat ook medewerking verleende aan het inpakken van de Pont Neuf in 1985. 350 hosten en hostessen werden gerekruteerd om de bezoekers te verwelkomen en vragen te beantwoorden in het Frans, Engels, Italiaans, Spaans, Duits, Bulgaars, Chinees, Japans, Grieks en Portugees. Op 12 september beginnen de alpinisten met het werkelijk inpakken van de triomfboog met het bijzondere geplisseerde, licht reflecterende, blauw-zilveren doek. Samengepakt met behulp van 3.000 meter rood touw. Op 18 september is dan het eindelijk zover; de wereld kan het project van Christo en Jeanne-Claude aanschouwen.

 

Het constructieteam bestaat uit 140 man waaronder 95 alpinisten / Photo: Matthias Koddenberg © 2021 Christo and Jeanne-Claude Foundation

Photo: Wolfgang Volz © 2021 Christo and Jeanne-Claude Foundation


“It will be like a living object which will move in the wind and reflect the light. With its moving folds, the monument’s surface will become sensual. People want to touch the Arc de Triomphe, “ Christo said. 

“Het ziet er uit als een levend object, dat beweegt in de wind en het licht zal reflecteren. Met zijn bewegende plooien wordt het oppervlak van het monument haast sensueel, waardoor mensen de Arc de Triomphe willen aanraken," aldus Christo.



Op 12 september beginnen de alpinisten met het werkelijk inpakken van de triomfboog met het bijzondere geplisseerde, licht reflecterende, blauw-zilveren doek / Photo: Wolfgang Volz © 2021 Christo and Jeanne-Claude Foundation 

Het reflecterende doek wordt samengepakt met behulp van van 3.000 meter rood touw / Photo: Benjamin Loyseau © 2021 Christo and Jeanne-Claude Foundation


Napoleon zei over de Arc de Triomphe het volgende: “Triomfbogen zijn monumenten, die in talrijke steden worden gebouwd om overwinningen te gedenken. Jullie zullen naar huis terugkeren door triomfbogen”, beloofde Napoleon zijn mannen na zijn grootste overwinning, de Slag bij Austerlitz in 1805.



"Het ziet er uit als een levend object, dat beweegt in de wind en het licht zal reflecteren", aldus Christo / Photo Ronald Balder


Mede dankzij het licht toont de Arc de Triomphe elk uur een ander gezicht - Photo Ronald Balder - Ferry van der Vliet

 

Mede dankzij de uitmuntende samenwerking met het Ministerie van Cultuur, de stad Parijs onder aanvoering van Anne Hidalgo, Philippe Bélaval, President van het Centre Monuments Nationaux, Vladimir Yavachev (neef van Christo) die het project regisseerde en de Parijse politie konden bijna 1 miljoen mensen tijdens de drie weekenden vrij rondlopen over de Place d’Étoile  en de Champs Élysees. Zondag 3 oktober was de laatste dag. De ingepakte Arc de Triomphe was 16 dagen zichtbaar voor de wereld.

Bijna 1 miljoen mensen konden tijdens de drie weekenden vrij rondlopen over de Place d’Étoile  en de Champs Élysees / Photo: Wolfgang Volz © 2021 Christo and Jeanne-Claude Foundation

 

Social media was verdeeld over het project. Maar ik ben er speciaal voor naar Parijs afgereisd. Het deed mij denken aan de woorden van Hidalgo, mede naar aanleiding van alle moderniteiten in de stad Parijs: “We wonen niet in een museum”, en gelijk heeft ze. Parijs is de enige stad in de wereld die twee grootse projecten van Christo heeft mogen huisvesten. De Pont Neuf in 1985 en nu de Arc de Triomphe, en daar mogen de Parijzenaars maar wat trots op zijn.


 Op 4 oktober werd begonnen met de demontage van de installatie van Christo die tot 10 november zal duren / Photo: Matthias Koddenberg © 2021 Christo and Jeanne-Claude Foundation

14 miljoen euro bedragen de totale kosten die geheel gefinancierd worden zonder publieke fondsen, maar uitsluitend door de verkoop van originele kunstwerken van Christo inclusief studies en collages van modellen, lithografieën, boeken en andere memorabilia. Dit, zoals altijd, op uitdrukkelijke wens van het kunstenaarsechtpaar. 

Op 4 oktober werd begonnen met de demontage van de installatie van Christo die tot 10 november zal duren.

Maar wat gebeurt er eigenlijk met de 25.000 m² canvas en de 3.000 meter rood touw? De gerecyclede polypropyleenstof die werd gebruikt om het monument in te pakken, wordt opnieuw gerecycled in Duitsland, waar het is vervaardigd. Het wordt dan hergebruikt als verpakking, in de industrie of zelfs als isolatie en coating in voetbalstadions. Het hout wordt hergebruikt bij nieuwe bouwprojecten en het staal, geleend van ArcelorMittal gaat terug naar de eigenaar.

 


350 hosten en hostessen werden gerekruteerd om de bezoekers te verwelkomen en vragen te beantwoorden in het Frans, Engels, Italiaans, Spaans, Duits, Bulgaars, Chinees, Japans, Grieks en Portugees /  Photo: Lubri © 2021 Christo and Jeanne-Claude Foundation

Er ligt nog een onuitgevoerd project op de plank bij de nazaten van Christo en Jeanne-Claude. Door hun beiden bedacht in 1977: ‘De Mastaba’ het evenbeeld van de grote Pyramide van Gaza. Bedacht voor Abu Dhabi in de Verenigde Emiraten. Opgebouwd uit 410.000 meerkleurige vaten die samen een kleurrijk mozaïek vormen, een ode aan de Islamitische architectuur. De Mastaba wordt 150 meter hoog, 300 meter lang en 225 meter breed onder een helling van 60 graden. De kleuren van de 55-gallon stalen vaten zijn in 1977 al uitgekozen door Christo en Jeanne-Claude toen zij een bezoek brachten aan de Verenigde Arabische Emiraten. De plek is ook al uitgekozen; 160 kilometer ten zuiden van Abu Dhabi. Het wanneer is nog onbekend.

 

Maar hoe zat het ook al weer met de geschiedenis van de echte Arc de Triomphe?

Tussen 1806 en 1808 krijgt als eerste de Arc de Triomphe du Carrousel, aan de voorzijde van het in 1871 gesloopte château des Tuilleries, gestalte. In die tijd, Napoleon had een voorliefde voor de Romeinse Oudheid, werden drie Romeinse triomfbogen als ideaal beschouwd: die van Titus, Septimus Severus en die van Constatijn. De mooie zuilen van roze marmer zijn een ode aan de veldslagen van 1805. De paarden zijn inmiddels kopieën van het originele vierspan, dat Napoleon jatte van het San Marcoplein in Venetië. Overigens hadden de Venetianen deze paarden weer gestolen in Istanbul. Het was Lodewijk de XVIII die de paarden weer teruggaf aan de Venetianen, maar dat terzijde. 

Op 18 februari 1806 verordent Napoleon I de bouw van weer een triomfboog, ter ere van de militairen van het Grote Leger van de Revolutie en het Keizerrijk. Dit monument moest Parijs domineren en de architecten Chalgrin en Raymond volgen het voorbeeld van de Romeinse triomfboog van Titus: één enkele boog met zuilen. Het uiterlijk en de bestemming van de Arc de Triomphe, die geleidelijk tussen 1806 en 1836 gestalte kreeg, wordt niet minder dan zes maal grondig gewijzigd. Allereerst zorgde de bouw van de 50 meter hoge triomfboog voor de nodige problemen. Voor de stabilisatie van het 45 meter brede gebouw in de weke grond waren funderingen nodig van meer dan 8 meter diep. Het totaalgewicht van het monument, gebouwd uit steen uit de groeven van Château Landon, is ongeveer 100.000 ton. Het definitieve plan van de architect wordt pas in 1809 goedgekeurd. De beelden aan de zijden van de Champs Élysées en de avenue de la Grande Armee worden pas besteld in 1833 door de toenmalige Minister van Binnenlandse Zaken: Adolphe Thiers. De beeldhouwwerken worden gemaakt door een twintigtal jonge talenten en beroemde meesters waaronder François Rude. Jean Pierre Cortot en Antoine Etex.


Parijs is de enige stad in de wereld die twee grootse projecten van Christo heeft mogen huisvesten; de Pont Neuf en de Arc de Triomphe / © 1985 Christo and Jeanne-Claude Foundation


Een collage van Christo uit 2019 van de ingepakte Arc de Triomphe / Photo Wolfgang Volz © 2019 Christo and Jeanne-Claude Foundation

Aan de kant van de Champs Élysées, aan de rechterkant, ‘La Marseillaise’, het zinnebeeld der vrijheid gemaakt door Rude. Op de linkerpilaar een afbeelding van Napoleon als keizer met lauwerkrans, van de hand van Cortot. De beelden, voorstellende het Verzet en de Vrede, zijn te zien op de linker- en rechterpilaar aan de zijde van de avenue de la Grande Armee.  De lijst met namen verwijzen naar beslissende veldslagen en generaals uit de oorlogen die Frankrijk tijdens de Revolutie en onder het Keizerrijk heeft gevoerd. De inscripties werden pas in 1836 aangebracht door Koning Lodewijk Filips, uit respect voor Napoleon I. In totaal zijn 660 namen van personen en 174 namen van veldslagen aangebracht. 

In 1853 belast Baron George Haussmann de architect Jacques Ignace Hittorff met de herinrichting van de place de l’Étoile, Omliggende gebouwen worden afgebroken om ruimte te maken voor nieuwe avenues. De 12 avenues worden vernoemd naar veldslagen en personen die verband houden met de militaire Franse geschiedenis. Hittorff ontwerpt ook de gevels van de 12 statige gebouwen aan de hoeken van de avenues. Zo staat de Arc de Triomphe centraal en loodrecht op de hoofdas, die Parijs van oost naar west doorkruist en de verbintenis vormt met de Arc de Triomphe du Carrousel bij het Paleis van het Louvre, de obelisk op de place de la Concorde, gevolgd door de avenue de la Grande Armee. 

Het idee één enkele soldaat te eren, als symbool voor allen die voor het vaderland zijn gevallen wordt geboren in 1916, tijdens de Eerste Wereldoorlog. Het duurt nog tot 1921 voordat ‘De Onbekende Soldaat’ onder de boog wordt begraven. Postuum en in aanwezigheid van de Britse Eerste Minister, de maarschalken en de volledige Franse regering ontvangt ‘De Onbekende Soldaat’ de orde van het Légion d’Honneur, in 1802 door Napoleon Bonaparte ingesteld. De Eeuwige Vlam wordt op 11 november 1923 ontstoken door André Maginot, Minister van Oorlog en is sinds die dag altijd blijven branden. Het monumentale bouwwerk is sinds zijn voltooiing het beginpunt van parades, staatsbegrafenissen en overwinningsfeesten, zoals in 1840 voor de lijkstoet van Napoleon, in 1895 voor Victor Hugo, de overwinningsparade van 1919 en de bevrijding van Parijs door Charles de Gaulle in 1944. Vier jaar eerder had Hitler dit ook gedaan, maar vroeg op de morgen in een praktisch verlaten Parijs. 

Zo! Je bent weer helemaal bij. 



dinsdag 5 oktober 2021

PALAIS GALLIERA; VOGUE PARIS 1920-2020

Van 2 oktober 2021 tot en met 30 januari 2022 viert hèt modemuseum van de stad Parijs, het Palais Galliera, de 100e verjaardag van Vogue Paris. Vormgegeven door Adrien Rovero, artistiek directeur van de scenografie, brengt de tentoonstelling verslag uit van de verschillende belangrijke periodes die hebben bijgedragen aan de evolutie van de Franse versie van dit beroemde modetijdschrift. Sinds de oprichting in 1920 kende het tijdschrift 1007 covers, getekend of gefotografeerd. In de hoofdruimte op de begane grond worden bezoekers uitgenodigd om de tentoonstelling te betreden door een poort bekleed met 1007 covers die gezamenlijk een kleurrijk mozaïek vormen. Deze bij de opening indrukwekkende visuele installatie, in ieder geval meeslepend, getuigt van de lange levensduur van Vogue Paris, een prachtig cultobject dat het beeld vormt van de Franse vrouw als mode-icoon met een onnavolgbaar ‘je ne sais quoi’.


Sinds de oprichting in 1920 kende het tijdschrift 1007 covers, getekend of gefotografeerd


Vogue Paris schildert Parijs af als het epicentrum van het culturele en creatieve leven, en de Parisienne als de personificatie van de Vogue-vrouw. Sinds het begin in 1920 is Vogue Paris een belangrijke speler in de mode geweest, die idealen van smaak, schoonheid en elegantie weerspiegelt of in twijfel trekt. Het modeblad staat bekend als een spiegel van zijn tijd en een voorvechter van originaliteit. In de afgelopen 100 jaar heeft het tijdschrift laten zien dat het kan innoveren, aanpassen en voorspellen. 


Een van de eerste covers van Vogue Paris



Van Michel de Brunhoff tot Edmonde Charles-Roux, Francine Crescent en Carine Roitfeld, tot Emmanuelle Alt, Vogue Paris 1920-2020 beschrijft de geschiedenis van het tijdschrift via de hoofdredacteuren wiens redactionele en esthetische beslissingen het tijdschrift hebben gemaakt tot wat het is. Opgericht door Condé Nast, heeft de Parijse versie van het modeblad een nieuwe wind geblazen dankzij bovengenoemde hoofdredacteuren. Mede dankzij hen en hun gedurfde keuzes als dekmantel van vele gevechten voor empowerment van vrouwen. De jongensachtige look van modellen in de jaren ‘20, de overdreven sensualiteit van actrices, transgenders en andere trendy beroemdheden zijn altijd door de grootste fotografen gefotografeerd. Het is duidelijk, het tijdschrift dat zich altijd heeft kunnen vernieuwen houdt niet van tradities en wil de modewereld blijvend opschudden. Van modellen die supermodellen werden, tot fotografen die zijn geëvolueerd tot legendes en opkomende ontwerpers voor wie Vogue Paris een trouwe verdediger zou worden.



Kate Moss had samen met Catherine Deneuve de meeste covers voor Vogue


De tentoonstelling werpt een chronologische blik op de geschiedenis van dit iconische modeblad en volgt de grote redactionele veranderingen van het tijdschrift in overeenstemming met hun tijd en hun hoofdredacteur, en het bijzondere belang van de grote mode-illustratoren en fotografen die hebben bijgedragen aan de faam van de Parijse Vogue en aan de creatie van de verbeelding van ‘La femme Vogue’.

Hoofdredacteur Edmonde Charles-Roux (1954-1966) vertrouwde op de foto's van William Klein en de gedurfde voorstellen van Guy Bourdin, maar ook de kracht van Helmut Newton komt tot uitdrukking in de pagina's van het beroemde maandblad.

Later was het hoofdredacteur Colombe Pringle (1987-1994) die Peter Lindbergh eind jaren tachtig carte blanche gaf. Of Carine Roitfeld (2001-2011) die nauw samenwerkte met Mario Testino.



De beroemdste foto’s van sterren, als identiteit van het tijdschrift, die de pagina’s hebben bevolkt hangen als kunstwerken aan de muur

 


De muren van de begane grond van het Palais Galliera beschrijven de visuele evolutie van Vogue Paris, met een identiteit die specifiek is voor elke periode, belichaamd door de keuzes van de hoofdredacteur. Rasterpapier dat de druktechnieken reproduceert uit de eerste periode gevolgd door monochrome muren, geel, zwart, magenta, cyaan…..herinnerend aan de primaire kleuren van de printercartridges. De tentoonstelling is vooral visueel en brengt bijna 400 werken samen. Een combinatie van mode illustraties, foto’s, films, tijdschriften, evenals 15 prêt-à-porter en haute-couture objecten. De beroemdste foto’s van sterren, als identiteit van het tijdschrift, die de pagina’s hebben bevolkt hangen als kunstwerken aan de muur: Brigitte Bardot, Catherine Deneuve, Kate Moss, Jane Birkin, Laetitia Casta, Naomi Campbell, iconen onder de iconen van een tijdloze allure. Om nog maar te zwijgen van de jongere generatie die op weg is om haar voorgangers te overtreffen zoals Kaia Gerber, de Hadid-zussen, Jill Kortleve, Valentina Sampaio of Malika Louback. Overigens hadden Catherine Deneuve en Kate Moss de meeste covers voor Vogue. De tentoonstelling focust verder op de bijzondere relatie van Vogue Paris met Yves Saint Laurent en Karl Lagerfeld, twee gerenommeerde couturiers die gedurende hun hele loopbaan door het tijdschrift werden ondersteund.



In de afgelopen 100 jaar heeft het tijdschrift laten zien dat het kan innoveren, aanpassen en voorspellen
 

De Paris Fashion Week 2021 duurt nog tot woensdag 6 oktober maar gelukkig is deze tentoonstelling nog te zien tot en met eind januari 2022. Vooraf reserveren met time slots is een must.

 


Voor mode- en fotografieliefhebbers is deze tentoonstelling een must-see


Palais Galliera, het modemuseum van de stad Parijs, 10, Avenue Pierre 1er de Servie, 16e arrondissement, metrostation Iéna of Alma-Marceau

Sinds 1977 is in het Palais Galliera het Musée de la Mode de la Ville de Paris gevestigd. Een paleisje met een elegante zuilengalerij, grote hoge zalen met plafonds versierd met fresco's. De mozaïekvloeren en koepels zijn het werk van Giandomenico Facchina (1826-1904). In 1916 werd een fontein aan de voorkant van het museum gesitueerd in een weelderige tuin. Het museum diende ook als decor in de film The Devil Wears Prada. 

Openingstijden  Dinsdag – zondag, 10.00 uur – 18.00 uur Donderdag tot 21.00 uur

Maandag gesloten en op 25 december & 1 januari.

Toegang 14€ (volledige prijs) tot 12€ (gereduceerd), gratis onder de 18 jaar