Paris FvdV is een niet commercieel weblog speciaal voor kenners en liefhebbers van de stad Parijs - en voor hen die dat willen worden. Parijs is een stad met een gewichtig verleden, respectabel en gerespecteerd. Het is totaal niet nostalgisch. Parijs is er in geslaagd om, soms op brutale maar altijd op elegante wijze, om te gaan met zijn grootse monumenten. Ze te beschermen en te integreren in de nieuwe dynamiek van de stad. Parijs is een meester op het gebied van herstel en transformatie. U zult er nooit in slagen een volledig overzicht te maken van plekken en verhalen, die allemaal op hetzelfde punt uitkomen en de glorie van deze stad bezingen. toch wil ik een poging wagen. Wekelijks wil ik u niet alleen informeren over wat Parijs nog meer te bieden heeft, maar ook wil ik mijn liefde voor deze stad op u over dragen. In de hoop dat het raakt aan iets wat u herkent of voelt. Ferry van der Vliet.

Privacy verklaring: Indien u weblog Paris FvdV, dat bij Google-Blogger is ondergebracht, leest en reageert op de blogs van Paris FvdV, doet u dat vrijwillig en is uw IP-adres en mailadres - indien u dat vermeld - bekend en wordt opgeslagen. Ook uw schuilnaam waaronder uw reageert wordt opgeslagen. Paris FvdV zal uw gegevens nooit aan derden doorgeven. We houden uw gegevens privé, tenzij de wet of rechtelijke macht ons dwingt uw gegevens aan hen te verstrekken. Datalekken in het systeem vallen onder de verantwoordelijkheid van Google-Blogger. Door weblog Paris FvdV te bezoeken en/of de op of via deze weblog aangeboden informatie te gebruiken, verklaart u zich akkoord met de toepasselijkheid van deze disclaimer. Google gebruikt cookies om services te leveren en verkeer te analyseren dus uw IP-adres en user-agent zijn bij Google bekend, samen met prestatie- en beveiligingsstatistieken om servicekwaliteit te garanderen, gebruiksstatistieken te genereren, misbruik te detecteren en maatregelen te treffen.

woensdag 31 maart 2021

ALBERTO GIACOMETTI, DE GENIALE BEELDHOUWER VAN HET EXISTENTIALISME

Ik ben er stil van. Het is of de bekende beeldhouwer zijn atelier voor even heeft verlaten. Door toeval of door puur geluk ben ik voor de ‘Covid lockdown’ helemaal alleen in de Fondation Giacometti Parijs, in de rue Victor Schœlcher 5, in de wijk Montparnasse. De Italiaans Franse schilder en beeldhouwer; Alberto Giacometti woonde en werkte een groot deel van zijn leven in Parijs. Veertig jaar jaar lang maakte hij beelden en bustes in zijn atelier aan de rue Hippolyte Maindron in het 14e arrondissement. In zijn kleine atelier van slechts 23 vierkante meter kreeg hij regelmatig bezoek van grote fotografen waaronder Robert Doisneau, Sabine Weiss en Brassaï, maar ook Franse schrijvers Jean-Paul Sartre en Jean Genet kwamen er om te discussiëren.

Het is net of Giacometti zijn atelier voor even heeft verlaten

Sinds juni 2018 heeft de Fondation Giacometti een nieuw onderkomen gevonden in dit prachtige Art deco-pand aan de rue Victor Schœlcher. Dit herenhuis werd tussen 1912 en 1914 gebouwd en was het oude atelier van ontwerper Paul Follot. De Stichting Giacometti heeft het oorspronkelijke atelier, met de hulp van de architecten Grasso en Gatier, gereconstrueerd, precies zoals Giacometti het achterliet toen hij in 1966 stierf. Zijn halfvolle asbak, de vingerafdrukken op een brilmontuur en kleine onafgewerkte beeldjes tegen de achterwand brengen het atelier tot leven. Zelfs de muren ademen Giacometti uit, omdat de kunstenaar er tekeningen en schilderingen op heeft achtergelaten. Vanachter een glazen wand kunnen bezoekers de werkplaats bekijken.

Alles is precies gereconstrueerd zoals Giacometti het achterliet toen hij in 1966 stierf. Zijn halfvolle asbak, de vingerafdrukken op een brilmontuur en kleine onafgewerkte beeldjes

Het is aan zijn weduwe Annette Giacometti te danken dat zijn achterblijvende werk, het meubilair, het werkmateriaal en al zijn persoonlijke spullen zo goed bewaard zijn gebleven. Na haar dood in 1993 nam de Stichting Giacometti de zorg over. Naast vele beelden in diverse internationale musea waaronder het Stedelijk in Amsterdam, het Kröller Müller in Otterloo, Centre Pompidou en de Fondation Louis Vuitton in Parijs en het MoMa te New York, heeft de stichting de grootste collectie van Giacometti in bezit. 350 Sculpturen, 90 schilderijen en meer dan 2.000 tekeningen.

Door toeval of door puur geluk ben ik die ochtend helemaal alleen in de Fondation Giacometti Parijs

Tot juni 2018 had de beroemde beeldhouwer Giacometti nog geen eigen museum in Parijs. Dit in tegenstelling tot belangrijke beeldhouwers wiens musea zijn ondergebracht in hun ateliers. Rodin heeft er zelfs twee, één in het zevende arrondissement en één in de buitenwijk Meudon. Het atelier van Brancusi werd gereconstrueerd op de piazza van het Centre George Pompidou. Bourdelle en Zadkine resideren in hun eigen atelier en Maillol in een hôtel particulier aan de rue de Grenelle.

Sommige beelden in het museum zijn nog nooit aan het publiek getoond


Het prachtige pand beschikt over een belangrijke verzameling maar is te klein voor een echte museale infrastructuur. Fraai is de uitzonderlijke constructie van zijn atelier waarvan de elementen volledig bewaard zijn gebleven. Zelfs de wanden, Alberto Giacometti tekende zijn ontwerpen op alles wat zich daarvoor leende, zelfs de muren. Onder de tentoongestelde objecten in zijn atelier bevinden zich enkele zeer fragiele kunstwerken in gips en klei waaronder de zittende man, ook wel bekend als Lotar III. Sommige beelden zijn nog nooit aan het publiek getoond. In een speciaal prentenkabinet worden zijn schetsboeken en tekeningen tentoongesteld. De Fondation bezit een uitzonderlijke verzameling van bijna 5000 tekeningen en lithografieën en getuigen van een niet aflatende scheppingsdrift. 

Dit herenhuis werd tussen 1912 en 1914 gebouwd en was het oude atelier van ontwerper Paul Follot

De renovatie is met zorg uitgevoerd. Tussen de hoge plafonds en de niveauverschillen tussen de kleine ruimtes heeft de architect Pascal Grasso een origineel parcours uitgezet. Het interieur heeft prachtige mozaïeken en door de kleine ruimtes en doorgangen wordt je steeds verrast door de intieme opstelling van de kunstwerken en de fraaie overgangen tussen Jugendstil en Art deco. Tussen 1913 en 1916 had Pablo Picasso zijn atelier in het aangrenzende pand. Een stukje verder woonde de schrijfster Simone de Beauvoir van 1955 tot aan haar dood in 1986.

Fraaie details en op de wand een simpele plattegrond zoals bedacht door de architect Pablo Grasso


Wie was eigenlijk Alberto Giacometti?

Alberto Giacometti werd op 10 Oktober 1901 geboren in Borgonovo, vlakbij de  Italiaanse grens in Zwitserland als zoon van Giovanni Giacometti, oorspronkelijk Portugese vluchtelingen. Alberto komt uit een kunstzinnige familie, zijn broers waren ook bekende  kunstenaars. Na een tijdje gestudeerd te hebben aan de kunstacademie in Genève, ging hij in 1922 in opleiding bij de beeldhouwer Antoine Bourdelle in Parijs. In zijn atelier experimenteerde hij met surrealisme en kubisme, de leidende stromingen van die tijd. Hier ontmoette hij onder meer Pablo Picasso en Salvador Dali. Hij exposeerde samen met  Joan Miro en Jean Arp. Eind jaren ‘30 ontwikkelde hij zijn eigen stijl, toen hij studies ging maken van het menselijk hoofd.

 

Zijn vrouw Annette en zijn zusje stonden vaak model voor Alberto Giacometti

Tijdens de tweede wereldoorlog vluchtte Giacometti naar het neutrale Zwitserland, maar in 1945 keert hij weer terug naar Parijs. In 1946-1947 begonnen zijn experimenteren met uitgerekte dunne beelden, waarbij hij zijn zusje als model gebruikte. Hij maakte haar ledematen langer en de beelden werden steeds dunner. Het betekende zijn doorbraak en dit resulteerde in een reeks solo exposities in New York en Parijs. Al in 1947 maakte hij zijn eerste ‘Homme qui marche’. Hij vertegenwoordigde Frankrijk op de biënnale van Venetië in 1956. Naar het eind van zijn leven maakt hij zijn beroemdste beelden waaronder de serie L’Homme qui marche I en II (1960) en Grand Femme (1960).


Elke dag dacht Alberto Giacometti aan het plegen van zelfmoord, bij voorkeur door zichzelf in brand te steken. Hij was benieuwd naar de ervaring van de dood, maar betreurde wel ten zeerste dat ze maar één keer beleefd kon worden. Giacometti overleed op 11 januari 1966 in Zwitserland, als een van de grootste beeldhouwers van de 20
e eeuw. Hij overleed aan de gevolgen van een hartziekte en chronische bronchitis en werd begraven in Borgonovo, dicht bij zijn ouders.

 


Zoveel prachtige details. Net als deze jas die nonchalant op het bed is gegooid. De meester is aan het werk

De lange dunne werken van Alberto Giacometti behoren tot de meest beroemde en meest kostbare beeldhouwwerken van de moderne kunst. Begin februari 2010 werd een van de zes exemplaren van Giacometti's werk ‘L'Homme qui marche’ door de Commerzbank geveild voor 74 miljoen euro. De bank wilde het geld besteden aan culturele initiatieven en aan musea die door de bank worden gesteund.

In 2015 werd tijdens de lenteveiling van Christie's in New York ‘L’Homme au Doigt’ verkocht voor 141,3 miljoen dollar (126,7 miljoen euro). waarmee deze bronzen sculptuur het duurst geveilde beeldhouwwerk ooit werd.

 

Het prachtige pand van de Fondation Giacometti aan de rue Victor Schœlcher

Toegangskaarten voor een bezoek aan de Fondation Giacometti kunnen uitsluitend vooraf via het internet worden besteld. In verband met Covid is het museum tot nader order gesloten. Voor meer informatie raadplleg a.u.b. de website.

 

Fondation Giacometti Parijs, rue Victor Schœlcher 5, 14e arrondissement, metrostation Raspail of Denfert-Rochereau, lijn 4 & 6. 

Paris FvdV is nu ook te volgen op Instagram. Klik hier “Like me if you can”



woensdag 17 maart 2021

VAN GRAND PALAIS NAAR GRAND PALAIS ÉPHEMERE

Hèt Parijse monument, symbool voor de wereldtentoonstelling van 1900, het Grand Palais is gesloten. Tot voorjaar 2025 geen parades van Chanel, geen grote beurzen zoals Paris Photo, Art Paris, La Fiac, le Salon du livre ancien & objets d’art, la Biennale Paris, Monumenta en zo kan ik nog een hele tijd door gaan. Onvoorstelbaar als je bedenkt dat het Grand Palais samen met het Palais de la Découverte al decennia lang  een belangrijk centrum is voor kunst en wetenschappen in het hart van Parijs. Het Palais de la Découverte, gelegen in de westelijke vleugel van het Grand Palais, werd gecreëerd door Jean Perrin, Nobelprijs winnaar voor natuurkunde, als onderdeel van de wereldtentoonstelling in 1937. 

Grand Palais 120 jaar historie
 

De renovatie wordt het grootste culturele project van de komende jaren in Parijs en de Franse rekenkamer ziet dit project dan ook met angst en beven tegemoet. Vier stakeholders zullen het project financieren: De staat tot 128 miljoen, een subsidie van 150 miljoen, het Grand Palais zelf met een lening van 150 miljoen, modehuis Chanel met 25 miljoen en het Palais de la Découverte met 3 miljoen. De werkzaamheden zijn zojuist van start gegaan en moeten in juni 2024 zijn afgerond. Een strak schema, want er zijn hier twee evenementen voor de Olympische- en Para Olympische Spelen in Parijs in 2024 gepland.

Tot voorjaar 2025 geen parades van Chanel en geen grote beurzen zoals Paris Photo

 

Een half miljard om van het Grand Palais een wereldmonument te maken zou wel eens het budget van het Ministerie van Cultuur kunnen doen exploderen. Voorbeelden uit het verleden hebben bewezen dat het ministerie slechte rekenmeesters kent. Zoals bij de bouw van de Philharmonie de geplande 173,1 miljoen werd 534,7 miljoen. De renovatie van het Maison de la Radio, gepland 176 miljoen, de teller eindigde op 584 miljoen. Of de eerdere restauratie van de glazen koepel van het Grand Palais in 1993 oorspronkelijk gebudgetteerd op 53,3 miljoen explodeerde naar 108,9 miljoen euro.

Omvang van het restauratieplan - Artist Impression: Chatillon Architectes pour la Rmn


De dringende restauratiewerkzaamheden zijn bedoeld om het Grand Palais in de 21e eeuw te brengen en te behouden. In tegenstelling tot vele andere historische gebouwen in Parijs heeft het tot op de dag van vandaag nooit een ingrijpende restauratie ondergaan, behalve dan de glazen koepel en de funderingen aan de kant van de Seine. Het gebouw is al jaren onderhevig aan slijtage en verval. Decoraties en mozaïeken zijn aangetast, verschillende glazen daken verduisterd en vele muren hebben last van binnendringend vocht. Beelden op het dak zijn aangetast door de zure regen. Ook is de glazenkoepel niet bestand tegen de vaak tropische regenbuien door verandering van het klimaat. Tevens voldoet het gebouw niet meer aan de regels voor brandveiligheid en warmteregulering. Ook het elektriciteit netwerk  is sterk verouderd en ronduit brandgevaarlijk. Het project zal worden geleid door François Chattillon, hoofdarchitect en ‘chef des Monuments Historiques’ sinds 2004, de Franse monumentenzorg, onderdeel van het Ministerie van Cultuur.


Het Grand Palais is een prachtige art-nouveau constructie uit staal en glas. Het gebouw heeft zelfs de grootste dakconstructie in smeedijzer, staal en glas ter wereld. Er kwam maar liefst 9.400 ton staal, 15.000 vierkante meter glas en zo’n 5.000 vierkante meter zink aan te pas. Nog enkele indrukwekkende cijfers: Nuttig oppervlak van het Grand Palais: 72.000 m² - Oppervlakte van het schip: 13.500 m² - Lengte van het schip: 200 m, breedte: 50 m tot 100 m - Hoogte van het schip: 45 m onder de koepel en 60 m onder de bal van de campanile.


Het Grand Palais van de 21e eeuw - Artist impressions: Wilmotte & Associates Architects

De langdurige en kostbare restauratie moet het gebouw weer herstellen naar zijn oorspronkelijke architectuur. De balkons en galerijen rond het middenschip, groot 3700 m2, nu gesloten vanwege veiligheidsoverwegingen, zullen weer worden geopend voor het publiek. Er zal ook een binnenstraat worden aangelegd zodat er circulatie binnen in het gebouw kan plaatsvinden van noord naar zuid (verbinding Champs-Elysées – Seine) en van het oosten naar het westen (verbinding tussen de koepel en het Palais de la Découverte). Het dak zal worden opengesteld voor het publiek en het voorplein wordt in zijn geheel gerenoveerd. Een van de functionele uitdagingen van het project is het creëren van één gemeenschappelijke ingang voor het publiek naar het Grand Palais en het Palais de la Découverte. De capaciteit van het gebouw zal met ruim 30% toenemen en bruikbaar zijn voor meerdere manifestaties per jaar. Nu wordt het Grand Palais maar zes maanden per jaar gebruikt. De vergroting van de capaciteit heeft ook consequenties voor de nooduitgangen. Verder komt er een auditorium voor 350 mensen een klein auditorium op de bovenverdieping en de huidige bioscoop maakt plaats voor een derde auditorium.

Nieuwe entree - Artist Impression: Chatillon Architectes pour la Rmn


Het gehele gebouw zal opnieuw worden geïntegreerd in de buitenruimte die ook in zijn geheel op de schop gaat. De Square Jean-Perrin, de Square du Berlin, de Jardin de la Nouvelle France en de Cours de la Reine krijgen een face lift. Wandelaars en bezoekers profiteren zo van vernieuwd groen in en om het monument.

Grand Palais Éphémère - Artist impressions: Wilmotte & Associates Architects 


Je vraagt je misschien af, waar gaan die grote evenementen nu naar toe? Het antwoord is naar het Grand Palais Éphémère, een tijdelijk gebouw van 10.000 m² dat verrijst achter de Eiffeltoren op het Champ-de-Mars. Een ontwerp van de architect Jean-Michel Wilmotte. Wilmotte is bekend in Frankrijk en ver daarbuiten. Hij bedenkt en ontwerpt vernieuwende bouwwerken die direct behoren tot het Franse erfgoed. Ontwerpen van zijn hand zijn de Halle Freyssinet in het 13e arrondissement, het Spiritueel en Cultureel Russisch Orthodox Centrum in het 7e, de restauratie van Hôtel Le Lutetia in het 6e en Wilmotte & Associés werkt op dit moment aan de modernisering van drie stations in Parijs: Gare du Nord, Austerlitz en la Défense (verbonden met Roissy).


Het tijdelijke gebouw zal tijdens de renovatie de evenementen van het Grand Palais organiseren -  Artist impressions Wilmotte & Associates Architects

Het gebouw is een toonbeeld van soberheid en duurzaamheid. De structuur van het gebouw is zodanig ontworpen dat het in meerdere configuraties kan worden hergebruikt na de verwijdering van de Champ-de Mars in het najaar van 2024. In juli 2020 zijn de voorbereidingen getroffen en de opening van het tijdelijke Grand Palais Éphémère staat gepland voor het tweede kwartaal van 2021. Bedoeld niet alleen voor de kunst-, mode-, maar ook voor sportevenementen die gewoonlijk in het Grand Palais worden georganiseerd. Tijdens de spelen van 2024 zullen hier de onderdelen judo en worstelen plaatsvinden. De spelen duren tot 11augustus 2024. Het eerste event in het geheel gerestaureerde Grand Palais is zeer waarschijnlijk Paris Photo 2024. 


maandag 1 maart 2021

DE LAATSTE RUSTPLAATS VAN LES MISÉRABLES

‘Pique puce’; het zou een vreemde puistenepidemie zijn geweest die een groot deel van de bewoners van dit deel van Parijs in de 16e eeuw trof. Ik heb het over het 12e arrondissement dat toen nog geen onderdeel was van het grote Parijs. Letterlijk betekent het; vlooienbeet. In het huidige straatnamenboek van Parijs toebedeeld aan een straat, boulevard, metrostation en…. een begraafplaats.


Cimetière de Picpus, je moet even goed zoeken om het te vinden verborgen achter een anonieme poort

Cimetière de Picpus, onbekend, zelfs bij de meeste Parijzenaars. Sinds 1998 geklasseerd als historisch monument en de enige privé-begraafplaats in Parijs die nog steeds actief is. Tevens een van de vier begraafplaatsen van het Parijs van de revolutie, waar lichamen, onthoofd door de guillotine, gedumpt zijn in massagraven. Het is misschien wel de meest trieste plek in de Franse hoofdstad en je moet even zoeken om het te vinden in de rue de Picpus. Op nummer 35 achter een grote bruine poort ging ik, in de pre-coronatijd, op zoek naar het martelarenveld ontstaan door het schrikbewind van  Maximilien-Marie-Isidore de Robespierre.

Nadat Frankrijk in de zomer van 1793 tijdens de opstand in de Vendée, uiteen dreigde te vallen, werd de republiek aan het einde van dat jaar op straffe wijze door hem geleid. Hij stuurde tegenstanders van de revolutie, gematigden, iedereen die hem dwars zat en corrupte politici naar de guillotine. Maar vooral de adel werd gestraft voor hun losbandige en puissant rijke leven dat door de arbeidersklasse moest worden gefinancierd. Uiteindelijk eindigde ook hij onder de guillotine, op 28 juli 1794.  De executie van Robespierre markeerde het eindpunt van de radicale fase van de Franse Revolutie.


De plaquette die er op wijst dat er achter deze muren iets bijzonders is gebeurd

Op deze begraafplaats liggen twee massagraven met 1306 slachtoffers die geguillotineerd zijn tussen 13 juni en 28 juli 1794 op de nabij gelegen Place du Trône het huidige Place de la Nation. Place du Trône omdat Lodewijk de XIV hier in 1660 zijn triomfantelijke intocht maakte samen met zijn jonge vrouw, infante Maria Theresia. Tijdens de revolutie werd het plein omgedoopt tot de Place du Trône-Renversé, het plein van de omvergeworpen troon. Daarvoor stond de Guillotine op de Place de la Révolution (het huidige Place de la Concorde) maar de chique bewoners van de aangrenzende rue de Saint-Honoré klaagden dat de karren met de veroordeelden voortdurend onder hun raam passeerden. Terwijl daar in 13 maanden zo’n duizend slachtoffers vielen, werden hier in slechts 45 dagen 1300 executies uitgevoerd. De uitvoering was in handen van Charles-Henri Sanson en het beroep werd doorgegeven van vader op zoon. Charles-Henri was inmiddels de vierde in een zes generaties familie-dynastie van beulen.  Sanson voerde 2.918 executies uit, waaronder die van Louis XVI. Een executie bij hem duurde gemiddeld 30 seconden en vond steeds plaats rond 17.00 uur. Op 17 juni onthoofdde hij naar het schijnt 54 mensen in 24 minuten.

 

De kapel die toebehoort aan de zusters van de ‘Adoration perpétuelle du Sacré-Cœur, ooit ingewijd door Koning Lodewijk XIV


Maar waarom deze begraafplaats de enige privé-begraafplaats is werd mij pas later duidelijk. Het begon met het betalen van een toegangsprijs van slechts € 2.

Na het passeren van de kassa, een openstaande deur waar ik uiterst vriendelijk werd ontvangen, sta ik op een sobere binnenplaats met grind, een oude waterput en een kapel die toebehoort aan de zusters van de ‘Adoration perpétuelle du Sacré-Cœur, ooit ingewijd door Koning Lodewijk XIV op 7 juli 1658 als dankbaarheid voor een wonderbaarlijke genezing. Het interieur is uiterst sober maar achterin de kapel, links en rechts van het altaar marmeren plaquettes met daarop een lijst van alle slachtoffers minutieus bijgehouden door de zusters van de congregatie. Op deze wanden staan alle namen van de slachtoffers vermeld met hun beroepen van kok tot tuinman, van advocaat tot minister. Zelfs jonge kinderen, simpele huisvrouwen, priesters en 16 nonnen, maar vooral edelen werden schuldig bevonden en terechtgesteld.

 

Op de wanden van de kapel staan alle namen van de slachtoffers vermeld inclusief hun beroepen


Naast de kapel een grote poort die je brengt naar een grote ommuurde binnentuin. Links en rechts van het gazon een lange laan omzoomd door bomen. Een wonder dat zoiets nog bestaat midden in Parijs ondanks de buitensporige grondprijzen en de nieuwbouw die in de omgeving uit de grond wordt gestampt. Ik neem het rechter pad waar de kippen vrij rondlopen. Midden op het gazon een standbeeld dat lijkt op de aartsengel Michaël. Aan het einde van de lange laan en blauwe toegangspoort naar een klein ommuurd stukje kerkhof vol met graven zoals je ze ziet op elk Frans kerkhof. Sommige sober, weer anderen monumentaal, andere verweerd omgeven door een roestig hek die duidelijk een laatste rustplaats markeert. Aan de namen af te lezen op de graven gaat het hier om Franse adel, leden van de hoogste Franse aristocratie met namen als De Noailles, La Rochefoucauld-Doudeville, Montmorency, Harcourt, Polignac, Montalembert, Nicolai, Narbonne, Rohan-Rochefort en zo kan ik nog een hele tijd doorgaan. Prinsessen, markiezen, graven en gravinnen. Het blijken allemaal nakomelingen te zijn van de slachtoffers van de revolutie.

 

Naast de kapel een grote poort die je brengt naar een grote ommuurde binnentuin


Het lijkt of de begraafplaats hier ophoudt, maar er is nog een poort die toegang geeft tot nog een kleine dodenakker met een viertal grafstenen, toebehorend aan de familie van de prins van Salm en in het gras twee langwerpige vakken met grind. Ernaast twee bordjes waarop ‘Fosse 1’ en ‘Fosse 2’. Hier liggen de resten begraven van 1306 slachtoffers van de laatste dagen van de revolutie.

Het is moeilijk voor te stellen hoe Parijs er in die tijd moet hebben uitgezien. Rond 17.00 uur rijden de karren af en aan richting de Place du Trône. Een voor een worden de ‘misdadigers van de revolutie’ geleid naar de Guillotine waar de beul zonder enige emotie vakkundig zijn werk doet. Het is tenslotte zijn werk. De onthoofde lichamen worden een voor op een kiepwagen gegooid en voorzien van rode verf. De nonnen die hier in het toenmalige klooster woonden vervoerden ’s nachts de lijken van Place du Trône naar de kuilen die gegraven waren in hun achtertuin.  Grote putten van acht bij zes meter en zes meter diep. Daar ontkleedden de helpers van de beul de dode lichamen. De kapel van het oude klooster werd door de grafdelvers gebruikt als een kantoor om de kleding te inventariseren die vervolgens weer moest worden overhandigd aan het Hôtel de Dieu. De eerste put wordt gevuld met 1000 lijken, de tweede met zo’n 300. Onder hen 16 nonnen van de Karmelietengemeenschap van Compiègne omdat zij weigerden hun geloof af te zweren. Op 17 juli werden ze veroordeeld en diezelfde avond geguillotineerd. Hun namen vereeuwigd op een grote gedenkplaat aan de muur. Op 27 mei 1906 volgt hun heiligverklaring.

 

Helemaal achterin de tuin ligt verscholen de enige privé-begraafplaats van Parijs


In 1797 wordt de grond in het geheim aangekocht door de Duitse prinses Amalie Zephyrine of Salm-Kyrburg, wiens broer en minnaar slachtoffer waren van de guillotine. Sinds juni 1802 is deze begraafplaats eigendom van de familieleden van de slachtoffers. En ook vandaag nog kunnen alleen hun nakomelingen begraven worden op het Picpus-kerkhof.

Rechtsachter in de hoek wappert een Amerikaanse vlag. Hier bevindt zich het graf van Marquis de Lafayette, een beroemde Franse officier die in de Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog heeft gevochten. Zijn eigenlijke naam Marie-Joseph Paul Yves Gilbert du Motier, maar dat was waarschijnlijk te veel naam voor op de grafsteen. Naast hem rust zijn echtgenote Adrienne de Noailles. Zij verloor haar grootmoeder, moeder en zus op het schavot. Elk jaar op 4 juli, de verjaardag van de onafhankelijkheid van de Verenigde Staten wordt Lafayette opnieuw geëerd en de vlag boven zijn graf vernieuwd.

 

Rechtsachter in de hoek wappert een Amerikaanse vlag. Hier bevindt zich het graf van Marquis de Lafayette


Sinds 1805 zijn het de zusters van de congregatie van de Heilige Harten van Jezus en Maria van Altijddurende Bijstand die waken over de nagedachtenis van de slachtoffers en hun familieleden.

Rondkijkend zie je vele namen, familiewapens en de motto’s toebehorend aan talrijke Franse aristocratische families. Onder de indruk van zoveel geschiedenis verliet ik de begraafplaats om mijn stappenteller te vullen met een wandeling over de Promenade Plantée waarvan een ingang zich bevindt aan de rue de Picpus.

 

Er is nog een poort die toegang geeft tot nog een kleine dodenakker


Twee massagraven. Hier liggen de resten begraven van 1306 slachtoffers van de laatste dagen van de revolutie


De Promenade Plantée is een wandeling over een vroegere buurtspoorweg, die de wijk Bastille verbond met de voorsteden. Ooit stond op de Place de la Bastille een groot station, dat in de jaren tachtig werd gesloopt om ruimte te maken voor een ambitieus, monumentaal, openbaar gebouw, de Opéra Paris Bastille. Het oude spoorwegtracé, dat in gebruik was van 1858 tot 1969, is nu een park dat zich uitstrekt van de Place de la Bastille via de Jardin le Reuilly tot aan de périphérique, vlakbij het Bois de Vincennes. Een traject van 4,5 kilometer dat begint achter de Opéra Bastille, boven op een spoorwegviaduct met maar liefst 71 bogen, op zes meter hoogte, aan de Avenue Daumesnil. Dit idee is later gekopieerd door de stad New York met de High Lane uit 2009. Boven loop je, terwijl je af en toe kunt binnenkijken in een huis- of slaapkamer, tussen de lavendel, rozen en wuivend bamboe. Onder, een vijftigtal ateliers vol met kunstambachten of zoals de Fransen zeggen; "les arts et métiers".

 

Aan de namen af te lezen op de graven gaat het hier om Franse adel, leden van de hoogste Franse aristocratie


Rondkijkend zie je vele namen, familiewapens en de motto’s toebehorend aan talrijke Franse aristocratische families


Onder de noemer van  ‘les arts et métiers’ valt misschien ook de uitvinding van de guillotine. De Franse overheid heeft aan het eind van de achttiende eeuw dringend behoefte aan een machine om het leven te beëindigen zonder dat daar martelen aan te pas komt; vierendelen is niet meer van deze tijd, vindt men. Dokter Joseph Ignace Guillotin levert in 1789 met zijn uitvinding vakwerk. Voorheen was dood door het zwaard weggelegd voor de adel, de kogel voor de militairen en ordinair opknopen en vierendelen voor het gepeupel.

Een Duitse klavecimbelbouwer en ingenieur genaamd Tobias Schmidt leverde het ‘fijne handwerk’ voor de bouw  op aanwijzingen van de dokter zelf. Toen het prototype van de guillotine voor het eerst werd getest op 17 april 1792 in het Bicêtre-ziekenhuis in Parijs, leidde opperbeul Sanson zelf de inspectie. Snelle en efficiënte onthoofdingen van strobalen werden gevolgd door levende schapen en uiteindelijk menselijke lijken. Binnen een week had de Assemblee het gebruik ervan goedgekeurd en op 25 april 1792 kreeg ene Nicolas Jacques Pelletier, een veroordeeld straatrover, de primeur op het plein voor het Hôtel de Ville. Alleen al in Frankrijk zal de valbijl 50 duizend keer neersuizen, zonder mankeren. De laatste executie met de guillotine in Frankrijk vond plaats in Marseille op 10 september 1977, toen de moordenaar Hamida Djandoubi werd onthoofd.

 

Les Misérables, onder hen 16 nonnen van de Karmelietengemeenschap van Compiègne. Hun namen vereeuwigd op een grote gedenkplaat aan de muur


De laatste vraag die mij bezighield tijdens mijn wandeling was; wat is er uiteindelijk gebeurd met onze opperbeul? Charles-Henri Sanson stierf op 4 juli 1806 een natuurlijke dood en ligt begraven op de begraafplaats van Montmartre. De kleinzoon van Charles Henri, Henry-Clément Sanson , was de zesde en laatste in de dynastie van beulen, die tot 1847 diende.

Onder de indruk van zoveel geschiedenis verliet ik de begraafplaats om mijn stappenteller te vullen met een wandeling over de Promenade Plantée