Paris FvdV is een niet commercieel weblog speciaal voor kenners en liefhebbers van de stad Parijs - en voor hen die dat willen worden. Parijs is een stad met een gewichtig verleden, respectabel en gerespecteerd. Het is totaal niet nostalgisch. Parijs is er in geslaagd om, soms op brutale maar altijd op elegante wijze, om te gaan met zijn grootse monumenten. Ze te beschermen en te integreren in de nieuwe dynamiek van de stad. Parijs is een meester op het gebied van herstel en transformatie. U zult er nooit in slagen een volledig overzicht te maken van plekken en verhalen, die allemaal op hetzelfde punt uitkomen en de glorie van deze stad bezingen. toch wil ik een poging wagen. Wekelijks wil ik u niet alleen informeren over wat Parijs nog meer te bieden heeft, maar ook wil ik mijn liefde voor deze stad op u over dragen. In de hoop dat het raakt aan iets wat u herkent of voelt. Ferry van der Vliet.

Privacy verklaring: Indien u weblog Paris FvdV, dat bij Google-Blogger is ondergebracht, leest en reageert op de blogs van Paris FvdV, doet u dat vrijwillig en is uw IP-adres en mailadres - indien u dat vermeld - bekend en wordt opgeslagen. Ook uw schuilnaam waaronder uw reageert wordt opgeslagen. Paris FvdV zal uw gegevens nooit aan derden doorgeven. We houden uw gegevens privé, tenzij de wet of rechtelijke macht ons dwingt uw gegevens aan hen te verstrekken. Datalekken in het systeem vallen onder de verantwoordelijkheid van Google-Blogger. Door weblog Paris FvdV te bezoeken en/of de op of via deze weblog aangeboden informatie te gebruiken, verklaart u zich akkoord met de toepasselijkheid van deze disclaimer. Google gebruikt cookies om services te leveren en verkeer te analyseren dus uw IP-adres en user-agent zijn bij Google bekend, samen met prestatie- en beveiligingsstatistieken om servicekwaliteit te garanderen, gebruiksstatistieken te genereren, misbruik te detecteren en maatregelen te treffen.

dinsdag 30 juli 2019

VERSTEEND VERDRIET, CIMETIÈRE BATIGNOLLES


Ik vind het heerlijk om in mijn eentje te wandelen over Parijse dodenakkers

‘Demortuis nil nisi bene’, van de doden niets dan goeds. Ik moet bekennen dat ik op onbekende wijze wordt aangetrokken door een dodencultus waarbij schoonheid en verval, grafkunst en grafkitsch, hand in hand blijken te gaan. Ik vind het heerlijk om in mijn eentje te wandelen over Parijse dodenakkers en een ontdekkingstocht te maken langs al dat versteend verdriet. Ik moet er meteen bij zeggen; moderne begraafplaatsen doen mij niets, maar juist die, waar de geschiedenis zowat van afdruipt. Van die dodenakkers vol eindeloos slingerende rijen grafkapellen, grafkelders, grafstenen en grafbeelden. Bemost, vervallen en vergeten. Achter al die stenen schuilen vast en zeker heel interessante verhalen. Père Lachaise is bijvoorbeeld dè vierde toeristische attractie van Parijs. Samen met die van Montparnasse en Montmartre.

Maar dit keer wil ik het eens niet hebben over deze Parijse begraafplaatsen maar over die van Batignolles. Niet geliefd bij toeristen en zelden bezocht door Parijzenaars. Met een grootte van 10 ha de vierde grootste begraafplaats van Parijs. In gebruik genomen in 1833 speciaal voor de nieuwe stad Monceau-Batignolles. Dit gedeelte werd pas in 1860 geannexeerd door het grote Parijs en inmiddels telt deze dodenakker zo’n 15.000 graven.

Cimetière des Batignolles ligt in de wijk Épinettes, in het noordoostelijke deel van het 17e arrondissement. De toegang ligt op dit moment verscholen achter de gigantische nieuwbouw die er plaatsvindt in deze snel opkomende wijk. In de schaduw van het ‘T.G.I de Batignolles’ - Het Tribunal de Grande Instance de Paris, naar een initiatief, in 2009, door de toenmalige President van de Republiek; Nicolas Sarkozy. Hij nam het besluit om het huidige Paleis van Justitie, gevestigd op het Île de la Cité, en alle aanverwante gerechtelijke diensten, waaronder het hoofdkantoor van de politie, te consolideren in één groot gebouw op een oud rangeerterrein, gelegen tussen de boulevard de Douaumont, parallel aan de boulevard Périphérique en de avenue de la Porte Clichy.

Cimetière des Batignolles niet geliefd bij toeristen en zelden bezocht door Parijzenaars

Tussen de enorme bouwkranen, vind je vlak bij de metro uitgang van Porte de Clichy, de lommerrijke  avenue du Cimetière des Batignolles. Helaas even omgeven door bouwhekken waarachter de bouw van het nieuwe metrostation plaatsvindt. Aan het einde van de avenue aan de rue Saint-Just ligt de enige ingang. Naast de slagboom zit in een schamele eenmanskeet een dame wat voor zich uit te staren. Ik denk dan bij mij zelf; “hoe gelukkig ben je daar”? Laten we eerlijk zijn; het is niet een baan die hoog bij jou of bij mij op het verlanglijstje zal staan. En daarbij, Cimetière des Batignolles is geen Père Lachaise. Rondkijkend ben ik de enige bezoeker. Het duurt dan ook even voordat ik wordt opgemerkt en echt storen wilde ik haar ook niet. In mijn beste Frans vraag ik om een plattegrond van de begraafplaats. Met een wat verbaasde blik, zo van, ‘nou wat denkt u wat daar rechts hangt’, wijst ze naar de zijkant van het raam. Daar hangt een geplastificeerde map aan een koperen haakje. Wat mij dan weer brengt bij het volgende dilemma; moet ik die hier bekijken of mag ik die even lenen en hoe zeg ik dit in weer goed Frans?. “Permettez” stamel ik en wijs met een arm richting de graven. “Oui oui oui”, klinkt het uit de eenmanskeet.

Inmiddels telt deze dodenakker zo’n 15.000 graven

Ik neem plaats op een bankje om mij te oriënteren op de kaart en de diverse beroemdheden die hier begraven liggen. Weinig voor mij bekende namen passeren de revue, wel bijzondere beroepen zoals: Danseuse de cabaret, courtisane, fondateur de la course Paris-Strasbourg, aviateur, actrice, romancier (denk ik aan romanticus maar het is een romanschrijver) en opvallend veel poètes. De bekendste is die van Paul Verlaine en André Breton.

Het graf van Paul Verlaine: Een groot blok zandsteen; vier namen: Mijn vader, Mijn moeder en ik, later mijn zoon (uit Batignolles)

Zoals Vincent van Gogh in de schilderkunst zo is Paul Verlaine (1844-1896) onder de dichters een klassiek voorbeeld van een kunstenaar-bohémien die zijn leven gaf voor de kunst en die schoonheid voortbracht vanuit een diep ellendig leven. Daar houdt de overeenkomst wel zo ongeveer op, want Van Gogh bleef de steun houden van vooral zijn broer en had meer last van zichzelf dan van zijn drankzucht. Bij Verlaine waren het echt ‘seks, drugs (alcohol) en poëzie’ die hem op de rand van afgrond deden balanceren en hem uiteindelijk ook over de rand duwden. Nog net geen 52 was hij, toen hij totaal uitgeleefd en in bittere armoede in Parijs overleed. Na zijn dood in januari 1896 werd zijn lichaam begraven in het familiegraf op het Cimetière des Batignolles, zoals hij voorspelde in zijn gedicht ‘Batignoles’. Paul Verlaine wordt, in de geest van Baudelaire, gezien als een van de grootste Franse dichters.



Batignolles
Un grand bloc de grès ; quatre noms : mon père
Et ma mère et moi, puis mon fils bien tard,
Dans l'étroite paix du plat cimetière
Blanc et noir et vert, au long du rempart.

Vrij vertaald
Een groot blok zandsteen; vier namen: Mijn vader
Mijn moeder en ik, later mijn zoon,
Krap en vredig op de vlakte van de begraafplaats
Wit, zwart en groen, langs de wal.

Achter al die stenen schuilen vast en zeker heel interessante verhalen

Ook op de begraafplaats vond Verlaine geen rust want het familiegraf moest worden verplaatst door de aanleg van een nieuwe rondweg om Parijs: De boulevard Périphérique. Met de aanleg ervan werd in 1958 begonnen wat in 1989 leidde tot de verplaatsing van het graf naar een meer centrale plaats bij de rotonde bij de avenue Transversale. De rondweg doorkruist het oude gedeelte van de begraafplaats. De graftombes daar nog zwarter door het neerdalende fijnstof. Maar zelfs de kadans van het drukke verkeer geeft dit deel van de dodenakker een aparte sfeer. 

De boulevard Périphérique doorkruist de begraafplaats

Tussen al het zwart trekt een bos plastic rode anemonen mijn aandacht. De verweerde platen op de  graven dragen de namen van de Russische en Oekraïense culturele diaspora. Namen zoals Demidov, Naryshkin-Witte, Trubetskoy, Nelidova, Volkonsky en Bakhmetiev. Volgens de kaart een Russisch diplomaat. Vóór de opening van de Russische cimetière Sainte-Geneviève-des-Bois, op 8 februari 1879, zo’n 25 kilometer buiten Parijs,  was Batignolles een populaire begraafplaats voor leden van de Russisch-orthodoxe gemeenschap.

Tussen al het zwart trekt een bos plastic rode anemonen mijn aandacht

In alle rust zet ik mijn zoektocht voort langs onbekende grafstenen. Jammer genoeg mist de begraafplaats de aangename hoogteverschillen die je ziet bij Père Lachaise en Montmartre. Deze plek doet mij meer denken aan die van Montparnasse. De immense kastanjes, esdoorns en platanen bieden de overledenen de nodige schaduw. Op de begraafplaats staan er meer dan 900. De indeling van de sectoren in het oudste gedeelte zit heel onsamenhangend in elkaar. Sectie 1 loopt over naar sectie 5, vervolgens van 13 naar 6. Ik ben op zoek naar sectie 31 naar het graf van André Breton, Frans schrijver en dichter, studeerde medicijnen, ontdekte de werken van Sigmund Freud en hield zich bezig met allerlei proefnemingen op het gebied van hypnose en psychoanalyse. 

André Breton, op zijn simpel graf in goud geschreven ‘Je cherche l’or du temps’ – Ik ben op zoek naar het goud van de tijd.

In 1924 publiceert hij de vrucht van vijf jaar systematische proefnemingen, hoofdzakelijk op het gebied van het 'automatisch schrijven', maar ook op dat van de hypnotische slaap; het Manifeste du surrealisme.  In 1932 verschijnt zijn tweede. De verschijning van 'Nadja' (1928), de roman die door sommigen hooggeprezen, door anderen verworpen werd, is een ingrijpende gebeurtenis geweest in de geschiedenis der letterkunde van de eerste helft van de 20ste eeuw. Het boek, een soort dagboek, is een van de boeiendste literaire voortbrengselen van het surrealisme. In "Nadja" verhaalt Breton van zijn kortstondige romance met Nadja, een onvoorspelbare jonge vrouw. Samen zwerven ze door de straten van Parijs. Nadja's onconventionele en spontane levenswijze is voor Breton, de oprichter van het surrealisme, hét voorbeeld van hoe een surrealist door het leven zou moeten gaan. Als ze later wordt opgenomen in een sanatorium begint hij echter te twijfelen (bron: Kunstbus).  André Breton stierf in Parijs in 1966 toen hij zeventig jaar was. Op zijn simpel graf in goud geschreven ‘Je cherche l’or du temps’ – Ik ben op zoek naar het goud van de tijd.

De hemelpoort lijkt vandaag even te zijn gesloten

De verzengende zon tijdens mijn bezoek dwingt mij weer het oude gedeelte op te zoeken waar ik kan genieten van de schaduw van de eeuwenoude bomen. Op een bijzonder graf de tekst: ‘Il dépend de celui qui passe, que je sois une tombe ou un trésor’ – Het hangt af van diegene die mij passeert, of ik een graf ben of een schatkamer.  Tijdens mijn zoektocht op het internet kwam ik een artikel tegen van Le Figaro dat in de nachten van 16 tot en met 20 maart 2017 22 graven waren bezocht door grafschenners op zoek naar kostbaarheden. Ik hoop dat dit graf ongeschonden is gebleven.


Het hangt af van diegene die mij passeert, of ik een graf ben of een schatkamer


De dame in de eenmanskiet knikt vriendelijk wanneer ik de geplasti-ficeerde plattegrond terughang op het haakje. Misschien was ik wel de enige bezoeker die dag. In het kleine dichtbundeltje dat ik bij mij draag kom ik ‘de doodgraver’ tegen van George Brassens vertaald door Karel van Deuren.


De doodgraver
God weet dat ik niet boosaardig ben,
Dat ik 't sterven van geen stervling wens,
Maar als 'r niet werd doodgegaan,
Lag ik al lang onder d'aard'.
't Heeft als doodgraver geen naam.


Mensen denken dat het me niet stoort,
Van d'een zijn dood, d'andere zijn brood,
Maar 't is me één grote smart,
'k Begraaf ze, de dood in 't hart.
't Heeft als doodgraver geen naam.


'k Maak me wijs dat er niets eeuwig is,
Maar denk niet dat ik 't natuurlijk vind,
'k Kom daar helemaal niet toe,
'k Ben met 't sterven niet verzoend.
't Heeft als doodgraver geen naam.



En hoe meer ik me zomaar laat gaan,
Hoe meer ik, nietwaar, voor gek ga staan.
Vrienden zeggen: vent, je plicht
Geeft j'een lijkbiddersgezicht.
't Heeft als doodgraver geen naam.

Vaarwel, dode, wie niet weet niet deert,
Zie je in je kuil Onz' Lieveheer,
Zeg hoe pijnlijk 't voor me is
Die laatst' aarde op de kist.
't Heeft als doodgraver geen naam.

Vertaling: Karel van Deuren

Hopelijk is dit geen slecht voorteken 

Cimetière Batignolles, rue Saint-Just, 17e arrondissement, metrostation Porte de Clichy, lijn 13, RER-C.

dinsdag 23 juli 2019

CITÉCO PARIJS, HET EERSTE ECONOMIEMUSEUM VAN EUROPA


Na al die jaren, na de vele bezoeken aan de Franse hoofdstad moet ik bekennen dat de stad mij nog steeds blijft verbazen en…..er is zelfs sprake van een overtreffende trap. Het overkwam mij na een wandeling door het Parc de Monceau in het 17e arrondissement. Via de uitgang van het park aan de zijde van boulevard de Courcelles kom ik terecht aan de overzijde in de rue de Thann die loopt naar de place du Général-Catroux. Daar staat een van de mooiste stadspaleizen van Parijs; het Hôtel Gaillard. In 1878 kocht Émile Gaillard, een bankier en kunstliefhebber afkomstig uit Grenoble, twee percelen grenzend aan de vlakte van Monceau, vroeger een groot weiland en moestuin. 

Een van de mooiste stadspaleizen van Parijs; het Hôtel Gaillard

Op zoek naar een locatie voor zijn steeds maar uitbreidende kunstverzameling met voornamelijk stukken uit de Middeleeuwen en de Renaissance. Emile Gaillard maakt carrière bij de bank, opgericht door zijn grootvader Theodore François Gaillard. Tijdens zijn bankcarrière  financiert hij de bouw van spoorwegen, ondersteunt de ‘Graaf van Chambord’ bij het vastgoedmanagement en is ook een van de bankiers van Victor Hugo. Al snel is hij lid van de gerenommeerde 19de-eeuwse bankwereld waaronder de Rothschilds, de Pereire, de Greffuhle en Hottinguer.  Zijn artistieke gevoeligheid maakt hem bovendien tot een van de beste leerlingen van Chopin.

Hôtel Gaillard is geïnspireerd op de gevel en versieringen van de galerij van Karel van Orléans in het Loire kasteel van Blois - Foto Wikimedia

Zijn kunstcollectie werd te groot voor zijn woonhuis in de rue Daru en daarom gaf hij de architect Jules Février de opdracht tot de bouw van een herenhuis, geïnspireerd op de gevel en versieringen van de galerij van Karel van Orléans in het Loire kasteel van Blois. De bouw ervan nam vier jaar in beslag. Het huis wordt binnen versierd met wandtapijten uit Vlaanderen, faience van Bernard Palissy en rijkelijk versierde badkamers en slaapkamers, riante trappenhuizen en zwaar geornamenteerde deuren. Zelfs de afvoerbuizen op de gevel werden verguld en gedecoreerd. Om zijn investering in het land rendabel te maken bouwde hij nog eens twee aangrenzende herenhuizen. Een met uitzicht op de rue Georges Berger, de andere op rue de Thann. Tesamen vormen zij het Hôtel Gaillard. De service kamers bevinden zich op de begane grond. De privé appartementen op de eerste etage en de tweede etage is gereserveerd voor zijn oudste zoon Eugène.

Zelfs de afvoerbuizen op de gevel zijn verguld en gedecoreerd

Het ‘Plaine Monceau’ wordt het centrum van de welvaart met de Camondos, Gustav Dreyfus, de Goldschmidts, die allemaal privéwoningen bouwen op deze strategische plek. Daarna volgen ‘les bourgeois’, waaronder Claude Debussy, Sarah Bernhardt en Marcel Proust. In 1885 geven de heer en mevrouw Gaillard een groot gekostumeerd bal voor meer dan 2000 gasten. Hun naam en rijkdom is zo voor altijd gevestigd. Gaillard sterft op 5 mei 1902 en de familiebank wordt verkocht aan de Crédit Lyonnais. Zijn verzameling wordt, na een veiling gehouden in juni 1904, verspreid over het gehele land. In 1919 wordt het chique woonhuis verkocht aan de Banque de France voor de som van 2 miljoen Franse francs.

97 Miljoen koste de verbouwing tot museum. Gelukkig zijn alle monumentale details bewaard gebleven

Sinds het einde van de 19e eeuw heeft de buurt een gigantische metamorfose meegemaakt. De aanwezigheid van de Gaillards trok grootindustrielen aan om zich in deze wijk te  vestigen: Peugeot, Breguet, Guerlain, Michelin en de Haviland wonen nu in deze wijk. De ideale plek voor de Banque de France om zich hier te vestigen voor het verkrijgen van de grootste effectenportefeuilles. De twee andere woonhuizen worden eveneens aangekocht en er volgt een vierjarige verbouwing om het Renaissance kasteel te veranderen in een bankgebouw met aanzien. Het werk wordt toevertrouwd aan de architect Alphonse Defrasse. Op de binnenplaats, gevormd door de drie gebouwen, vindt Defrasse de ruimte om een kluiskamer van gewapend beton te bouwen omringd door een slotgracht tussen de binnenmuren. 

de ‘Salle des Coffres’ - de kluiskamer


De kluiskamer wordt geconfigureerd op twee niveaus met een tussenverdieping, imposante pilaren, 112 kledingkasten en 3874 kluizen in verschillende grootten. Dit alle beschermd door een zware ingesloten veiligheidsdeur en omgeven door een gracht gevuld met water. Het is uitsluitend toegankelijk via een soort van ophaal brug en een schuifvloer bewogen door een elektrisch systeem.
Bovenop de kluis komt een houten gewelf waar ramen in worden geplaatst. Het geheel is monumentaal en voor die tijd spectaculair. Met als één doel, de klanten te verleiden en vertrouwen te geven om spaargeld en hun kostbaarheden hier in bewaring te geven. In 1999 wordt het gebouw geclassificeerd als historisch monument. Helaas wordt in 2006 deze vestiging gesloten na een reorganisatie van het kantorennetwerk van de Banque de France.

Het interieur van de kluiskamer maar het is niet alles goud wat er blinkt

In 2009, drie jaar na de sluiting wordt een project gelanceerd om het gebouw om te bouwen tot het eerste economie museum van Europa. Het geheel wordt begroot op 47,5 miljoen euro. De initiële planning voorzag in een architectuurwedstrijd en een renovatieperiode van twee jaar. De opening van Citéco, de naam van het nieuwe museum, werd gepland voor 2014. Economisch gezien had het museum de wind niet mee. Het budget explodeerde door enorme tegenvallers tijdens de renovatie tot 97 miljoen euro, meer dan het dubbele. Er moest asbest verwijderd worden. Een bedrijf gespecialiseerd in het verwijderen van loodverven gebruikte een verkeerde techniek waardoor lood zich kon verspreiden door het gehele gebouw. Aangezien het gebouw geclassificeerd was als historisch monument moesten stenen opnieuw worden gemaakt op dezelfde grootte en in dezelfde specifieke rode kleur. Glas in loodramen voorzien van een haast onzichtbare dubbele beglazing en alle vloeren moesten worden verstevigd. Uiteindelijk moest de opening uitgesteld worden 2019.

Een juweel, de hangende mand waar de nachtwaker boven de slotgracht zijn beveiligingsrondje maakte rond de kluis

Maar op 14 juni 2019 ging de ‘Cité de l’Economie’ of Citéco open voor het publiek. Uit meerdere onderzoeken bleek dat de Fransen weinig kennis hebben van economie. “Met dit nieuwe interactieve museum willen we economie aantrekkelijk maken en zo de kennis van de bezoekers vergroten”, aldus Nicolas Vinci. “Citéco kent in de wereld maar een gelijke. Je moet de Atlantische Oceaan oversteken om het equivalent van Citeco te vinden. Helemaal in Mexico is het MIDE; Museo Interactivo de Economia, gecreëerd door de Centrale Bank van Mexico. Dit museum bleek het inspirerend voorbeeld te zijn voor de Banque de France”. Het parcours is opgedeeld in vijf onderwerpen: Ruilhandel of valuta, de actoren (staten, bedrijven, banken), markten, instabiliteit (depressie, recessie, financiële crisis) en regelgeving. Interactief gaat de bezoeker hier in het Frans of Engels mee aan de slag. We leggen bij elk onderdeel de klassieke theorie uit, vervolgens komen verschillende invalshoeken aan bod zoals die van Keynes, het marxisme en het kapitalisme”.

De beroemde pers van Nicolas Thonnelier, die handmatige balanceerpersen heeft verdrongen voor het slaan van munten

Wat tijdens de rondleiding meteen opvalt is de pracht en praal van dit indrukwekkende stadspaleis. Wanneer krijg je de kans om rond te lopen in een bankgebouw dat bijna honderd jaar historie uitademt? Waar je in de ‘Salle des Coffres’ de kluis een goudstaaf kunt aanraken, de levensduur van een bankbiljet kunt ontdekken en waar te zien is hoe het geld door de tijd evolueerde. Drie grote machines getuigen van veranderende technieken om geld te drukken. Waaronder de beroemde pers van Nicolas Thonnelier, die handmatige balanceerpersen heeft verdrongen voor het slaan van munten. In de hal ontdek je nog een juweel. De hangende mand waar de nachtwaker boven de slotgracht zijn beveiligingsrondje maakte rond de kluis.


De majestueuze trappenhal van het museum

De grote centrale trap brengt je naar de verschillende etages. Een spectaculaire ‘son et lumière’ een grafische projectie op de arcades en kolommen geven een illustratie van de belangrijkste problemen van de economie. Je doorloopt 2400 m² aan expositieruimtes verdeeld over zes ruimtes  die vroeger de monumentale privékamers waren van de familie Gaillard. De bovenste etage is ingeruimd voor tijdelijke tentoonstellingen maar door het glas heb je een prachtig uitzicht op het leien dak met onderbroken lijnen door torentjes en dakramen. Tevens is er een terras dat gevormd wordt door een glazen dak boven de binnenplaats. 

Vanaf  dakterras heb je een prachtig uitzicht op het leien dak met onderbroken lijnen door torentjes en dakramen
Foto Citéco - Charlotte Donker

Dit nieuwe plateau is bestemd voor recepties en laat je genieten van de originele architectuur van de originele daken. Soms waan je je in Hogwarts, de Hogeschool voor Hekserij en Hocus-Pocus uit de film Harry Potter. Kleine kamers met elkaar verbonden door een doolhof van gangen en monumentale trappen. In alle ruimten zijn borden en foto’s te vinden met daarop de informatie over de architectuur en geschiedenis van Hôtel Gaillard.

Soms waan je je in Hogwarts, de Hogeschool voor Hekserij en Hocus-Pocus uit de film Harry Potter

De uitdaging naar de toekomst is groot: Bezoekers en vooral jongeren, verwacht aantal 130.000 per jaar, vertrouwd maken met de verschillende economische theorieën om zo de belangrijkste mechanismen beter te begrijpen. Een bezoek aan dit nieuwe museum kan ik je zeker aanbevelen al was het alleen al om de schitterende architectuur van een van de mooiste stadspaleizen van Parijs. Een ding moet mij echter van het hart; waarom de algemene esthetiek van dit prachtige pand bederven met materiaal van een bedroevend design. Knalrode meubels, enorme borden die economie spelenderwijs uitleggen.
Maar waarom nou zo lelijk? Gelukkig doet de prachtig gerestaureerde buitengevel mij dat weer onmiddellijk vergeten.

Een minpuntje, de gebruikte meubels van het museum doen absoluut geen recht aan het prachtige interieur
Foto Citéco - Charlotte Donker

Foto Citéco - Charlotte Donker

Dus ga het Cité de l’Economie, Citéco bezoeken en geniet van haar vroegere pracht.
Place du Général Catroux 1, 17e arrondissement. Metro station Monceau – lijn 2, Malesherbes – lijn 3. Maandags gesloten, geopend van dinsdag t/m zondag van 10.00 uur tot 18.00 uur.

maandag 15 juli 2019

TWEE NEDERLANDSE TOPVERKOPERS IN DE PARIJSE MAKELAARDIJ


Stel je bent miljonair of je hebt de jackpot gewonnen in de Staatsloterij op het lot wat je steeds voor de tiende van de maand moet kopen en je wil een ruime ‘pied à terre’ in Parijs, hoe ga je dan te werk? Parijs is zonder twijfel de duurste hoofdstad in Europa om te investeren in vastgoed. Per vierkante meter betaal je al gemiddeld zo’n slordige 10.000 euro. In vergelijking met het gemiddelde van Frankrijk (€ 4.000) is Parijs tweeënhalf keer duurder. Gemiddeld stijgen de prijzen van vastgoed in Parijs met zo’n 5,7% per jaar. Hoe komt het eigenlijk dat de lichtstad zulk een hoge vastgoedprijzen kan vragen en bijna alles ook nog eens snel verkocht wordt? Is het de romantiek die de stad uitstraalt? Is het de naam?

Christie's Belles demeures de France is gespecialiseerd in de duurste appartementen van Parijs

Tijd om op onderzoek uit te gaan en het geluk was aan mijn zijde toen ik tijdens het Koningsfeest in de residentie van onze ambassadeur in Frankrijk, Z.E. Pieter de Gooijer twee Nederlanders tegen het lijf liep die beiden werkzaam zijn bij ‘Belles demeures de France’, onderdeel van het internationale vastgoed-netwerk van Christie’s International Real Estate. ’s Werelds leidende netwerk voor luxe onroerend goed. Ondersteund door de gewaardeerde kunsthandel heeft Christie’s een wereldwijd netwerk dat exclusieve huizen en luxe onroerend goed diensten aanbiedt aan kopers over de gehele wereld. Jaarlijks ontvangt Christie’s miljoenen online verzoeken van veeleisende en puissant rijke internationale huizenkopers.

Gelegen aan de Avenue Pierre 1e  de Serbie, nummer 30, de meest prestigieuze wijk van Parijs, is ‘Belles-demeures de France hèt ontmoetingspunt voor het beste onroerend goed en de meest veeleisende klanten. De etalage bevestigt dan ook mijn veronderstelling, appartementen vanaf zo’n slordige 3 miljoen euro oplopend tot ‘prix sur demande’ – prijs op aanvraag. Het is 10.00 uur dinsdagochtend en ik heb een afspraak met Monsieur Otto-René Weijsenfeld de Grave en Madame Leandra Choay, beide van Nederlandse afkomst en al jaren werkzaam in het topsegment van de Parijse onroerend goed markt. ‘Belles-demeures de France Parijs, behoort tot de slechts 1200 geselecteerde kantoren werkzaam in 45 landen geselecteerd door Christie’s International Real Estate. Als basisprijs wordt een verkoopprijs van minimaal 1 miljoen euro gehanteerd. “Ons kantoor is goed voor meer dan 30% van de markt tot 4 miljoen euro. Van 4 miljoen tot 5 miljoen euro pakken wij 50% en alles wat daar boven ligt hebben wij maar liefst 70% van de markt. Dat wil zeggen dat de overige 30% van deze onroerend goed markt wordt afgehandeld door 2500 makelaars”, aldus Otto. Want na onze kennismaking bij de ambassadeur mag ik tutoyeren.

“Alle aangeboden panden worden door ons eerst geselecteerd op ligging en architectuur. Het zijn dan ook de pareltjes van de stad. Aangezien onze clientèle mondiaal is spreken de meeste van ons vier tot vijf talen”. We drinken nog eerst een petite café en gaan vervolgens te voet naar een tweetal door Otto geselecteerde appartementen. We begeven ons naar het 7e arrondissement naar de chique Quai d’Orsay. Een appartement op de vijfde etage met uitzicht over de Seine. “Appartementen hier doen ongeveer 25.000 tot 35.000 euro per vierkante meter. Dit appartement zit aan de top. 319 vierkante meter met een verkooprijs van 11 miljoen euro. Beneden in de hal moeten we eerst langs de loge van de gardien, de conciërge”.

Otto-René Weijsenfeld de Grave en Leandra Choay, beide van Nederlandse afkomst en al jaren werkzaam in het topsegment van de Parijse onroerend goed markt

De gardien
Het overgrote deel van de conciërges in Parijs is van Spaanse of Portugese origine. Ze kwamen ooit als immigranten naar de hoofdstad en namen daar het stokje over van de generatie die hun wortels hadden in de Franse regio Bretagne. Maar Parijs heeft een probleem. Elk jaar verdwijnen er zo’n 2000.  De oude vertrouwde Parijse conciërge dreigt uit te sterven: de ‘bewakers’ van appartementencomplexen, die vaak een hele sociale functie vervullen, worden steeds meer vervangen door elektronische toegangscontroles en particuliere schoonmaakbedrijfjes. Voor de grootste vakbond van de beroepsvereniging, de ‘Syndicat National Indépendant des Gardiens d'Immeubles, Concierges et Professions Connexes’, zijn de problemen veelzijdig; de leegloop naar aanleiding van de lage lonen en de te kleine pensioenen. “Videocamera’s en digicodes vervangen niet het wakend oog achter het gordijn dat altijd gedeeltelijk geopend is. “Het is een wanhopige situatie”, zei een woordvoerder. “Met wat ze verdienen, zijn er weinigen in staat geweest om geld opzij te zetten om vervolgens iets voor zich zelf te kopen. Vaak zijn het alleenstaanden met familie in het buitenland waar ze nauwelijks een band mee hebben. Sommige mensen staan bij hun pensioen letterlijk op straat.”

Christie's Belles demeures de France vertegenwoordigt 70% van alle appartementen boven de 5 miljoen euro

Afhankelijk van hun werkzaamheden, verantwoordelijkheden en ‘schaarse’ opleiding verdient een ‘Gardien-conciërge d’immeuble’ in Parijs bruto tussen de € 1361,16 en de € 1799 per maand. Het salaris, conform een in de wet vastgelegde CAO, geregistreerd bij een vakbond, omvat verschillende elementen; het contractuele maandsalaris, een senioriteitsbonus (3% van het basissalaris per 3 jaar) en een 13e maand, uitsluitend bij een voltijd baan. De medewerkers zijn verdeeld in twee categorieën A en B. De werknemers in categorie A hebben een deeltijd baan en krijgen geen gratis huisvesting toebedeeld. Die is alleen weggelegd voor de categorie B, een voordeel voor hen in natura. De verhuurder zorgt voor verwarming, maar de overige kosten zijn voor de huurder. Het behang in de loge, vaak niet groter dan 15 m², wordt volgens contract eens per vijf jaar vervangen.

Het eerste top appartement ligt op de vijfde etage van de chique Quai d'Orsay

“Otto draagt ‘zijn’ gardiens op handen. “Zij zijn de ogen en oren in ons vakgebied en waarschuwen ons vaak ver van te voren wanneer er weer een appartement in de verkoop komt. Zij zijn een van de eersten die het te horen krijgen”
Een super kleine lift voor hooguit twee personen, heel normaal in deze gebouwen, brengt ons naar de vijfde etage. Otto neemt liever de trap. “Houdt mij gezond”!
Bij binnenkomst begrijp je onmiddellijk waarom het hier gaat om een topappartement. Een grote entree hal komt uit een enorme living met parketvloer, vier grote openslaande ramen van vloer tot plafond met een voor Parijs diep balkon, dat over de gehele breedte van het appartement loopt. Het uitzicht is werkelijk adembenemend met uitzicht over de Seine, hoog boven de bomen. Je overziet Parijs vanaf het Palais de Chaillot, de ‘gouden driehoek’ van Parijs en het Grand Palais. Verder een bibliotheek, twee slaapkamers, badkamer en een walk-in-closet alles voorzien van geornamenteerde houten panelen.

Het appartement heeft een prachtig 180 graden vrij uitzicht over de Seine en de 'Gouden driehoek' van Parijs.

Belangrijk bij aankoop van een appartement is het uitzicht. Uitzicht over de Seine betekent dat je geen woonhuis hebt met inkijk vanaf de overzijde. Met wonen op de vierde of vijfde etage kijk je over de bomen, lager beperken ze je uitzicht. Combinatie van Seine en zicht op de Eiffeltoren of een ander icoon van Parijs verhoogt de prijs nog eens extra. Soms is er sprake van een verdubbeling of zelfs een verdrievoudiging. De duurste appartementen vind je in het 7e en 8e arrondissement. Met name de ‘Triangle d’Or, het gebied tussen de Avenue Montaigne, George V en de Champs Élysées. Verder het 16e rond de Place des États-Unis, het 6e rond Odeon, de Jardin Luxembourg en het 7e, Faubourg Saint-Germain. De lessen in hoe en waar koop ik een topappartement volgen elkaar snel op. “De koper van dit appartement is spekkoper”, vul ik aan. “Nou nee, de nieuwe eigenaar sloopt er alles uit en richt het in geheel naar eigen smaak. Bij dit soort prijzen speelt geld vaak geen enkele rol”, aldus Otto.
Leandra beaamt dit. “Ik zit te wachten op een bezichtiging door een Amerikaan van een appartement van ruim 8 miljoen euro, maar ik krijg geen contact met hem en inmiddels heb ik al twee aanbiedingen gekregen boven de vraagprijs”.
De meeste aankopen vinden plaats tussen buitenlanders. Een Amerikaanse bezitter van een appartement in Parijs verkoopt deze weer aan een Chinees, een gefortuneerd Pool of een Rus.

Dit appartement met vrij uitzicht over de Seine kost 11 miljoen euro

Het is duidelijk, de markt voor dit prijssegment is booming. Een luxe appartement staat gemiddeld zo’n drie tot zes maanden te koop. Belangrijkste oorzaak van deze oververhitte markt is de Brexit. Grote bedrijven verplaatsen hun hoofdkantoren naar Parijs. Het district La Défense dat ontstond in de jaren 60 staat vandaag gekend als het episch centrum van Europa qua kantoorruimtes met een oppervlakte van meer dan 5,6 miljoen vierkante meter. Het daarom dat 1/3 van de 50 grootste bedrijven in de wereld hier hun hoofdkantoor hebben staan. Londen wordt ingeruild voor Parijs.
Verder komen rijke Fransen weer terug naar Frankrijk, sinds dat in 2018 de solidariteits-belasting op rijkdom, de Impôt de solidarité sur la fortune of ISF, is afgeschaft. Tevens hebben gefortuneerde Amerikanen en Chinezen Parijs in hun hart gesloten ondanks de protesten van de Gele Hesjes in de Franse hoofdstad. Neem dan ook nog eens de lage rentevoet en het is gebrek aan nieuwbouw. Alleen afgelopen maand al verkocht Otto twee appartementen aan Amerikaanse kopers voor respectievelijk 13 miljoen en 8,5 miljoen. Een Russische klant liet zich verleiden tot een ‘pied à terre Parisien’ voor 12 miljoen. Het bewijs wordt nog eens geleverd door dat beide telefoons tijdens mijn fotografie onophoudelijk blijven rinkelen.

Uw blogger voelde zich heel even miljonair

Op dit moment staat er zelfs in Parijs een huizenblok te koop voor de prijs van 220 miljoen euro. Ja je leest het goed het is bijna een kwart miljard. Te koop: Een herenhuis van 10.498 vierkante meter in hartje Parijs pal naast de Eiffeltoren. Op de kruising van de Avenue de Suffren en de Quai Branly. Het huizenblok, eigenaars zijn twee mysterieuze zussen uit een oud adellijk geslacht, is het duurste stuk vastgoed dat momenteel te koop staat in Parijs. Zulke objecten mogen rustig trofeeën worden genoemd. Maar de grootste ‘deal’ ooit gemaakt door Belle demeures de France was een château, net buiten Parijs, voor de lieve som van 275 miljoen euros.

Het volgende appartement ligt op loopafstand van het eerste, precies aan de overzijde, aan de Cours Albert 1er

Hoeveel is Parijs dan waard zou je zeggen. Volgens de auteurs Patrice de Moncan en Gilles Ricour de Bourgies, schrijvers van het boek  ‘Que vaut Paris - histoire et analyse de la propriété immobilière’, blijkt dat Parijs ongeveer 707 miljard euro waard is. Monumenten, infrastructuureigendommen en treinstations buiten beschouwing gelaten. In Parijs heeft de Kerk ook nog nauwelijks vastgoed in handen. Vandaag de dag is Parijs zelf de belangrijkste vastgoedeigenaar.

De voordeur toont overduidelijk de signatuur van glaskunstenaar René Lalique

Het volgende appartement ligt op loopafstand van het eerste, precies aan de overzijde, aan de Cours Albert 1er. Het gebouw is ontworpen door René Lalique, een van de belangrijkste juwelenontwerpers van de Franse art nouveau maar ook een freelance ontwerper voor verschillende huizen. Zijn signatuur is direct zichtbaar aan de buitenzijde van het pand en aan het glas van de toegangsdeur. Ook hier ontkomen wij niet aan het spiedende oog van de gardien. Ook hier weer een kleine lift die ons naar de vierde etage brengt. Otto neemt wederom de indrukwekkende ‘escalier d’honneur’, de majestueuze trap. 

De indrukwekkende ‘escalier d’honneur’, de majestueuze trap

Dit appartement is geheel stijlvol gemeubileerd. Een zeer bijzondere entree voert naar een living met aanpalende slaapkamer en een badkamer uitgevoerd met een adembenemend spiegeldecor. En dan het uitzicht vanaf het balkon. Jawel de Seine inclusief de Eiffeltoren, Musée Quai Branly en de nieuwe Cathédrale de la Sainte-Trinité de Paris naar een ontwerp van de Parijse architect Jean-Michel Wilmotte met vijf gouden koepels. Het gehele gebied is bovendien aangemerkt als UNESCO-erfgoed. Verder is er nog een tweede slaapkamer met badkamer. Het gehele appartement is 160 vierkante meter groot en staat in de verkoop voor slechts 4,2 miljoen euro of 26.250 euro per vierkante meter, een koopje met zo’n riant uitzicht.

Dit appartement is geheel stijlvol gemeubileerd

De master bedroom met uitzicht op de Tour Eiffel

De entree van dit miljoenen appartement

Inmiddels blijkt wel dat een ‘pied à terre’ er voor mij hier niet in zit. Maar wat zijn dan de goedkoopste arrondissementen in Parijs? In het 19e € 7.800 per M², 20e € 8.240 per M² en het 13e € 8610 per M² maar dit zijn de gegevens van eind 2018 toen de vastgoedprijzen al tot recordhoogtes waren gestegen en het slechte nieuws is dat deze prijsescalatie naar verwachting nog wel zal aanhouden. Het goedkoopste gebied om te kopen is La Chapelle maar daar wil je nog niet eens dood gevonden worden.

Vanaf het balkon een adembenemend uitzicht over de Seine, Tour Eiffel en de nieuwe Cathedrale Russe

De aanhoudende telefoontjes dwingen onze Nederlandse topverkopers terug te keren naar het kantoor waar ik nog even kennismaak met de Vlaamse directrice Madame Marie-Hélène Lundgreen. Rechts aan een bureau van een Libanese medewerker drie klanten uit Qatar die in het Arabisch uitleg krijgen hoe in Parijs een appartement te kopen en aan de andere kant is een makelaar in onderhandeling over de verkoop van een appartement in het italiaans. Aline, een van de personal assistants staat bij de desk aan de ingang een klant te woord in vloeiend Japans. Het is duidelijk tijd om afscheid te nemen van Leandra en Otto. Een zeer leerzame les in beleggen in onroerend goed rijker neem ik plaats op het terras van Les Deux Abeilles aan de rue de l’Université 189.

De beide Nederlandse makelaars en de directrice Marie-Helène Lundgreen


Otto-René Weijsenfeld de Grave - +33 1 53 23 81 86
Leandra Choay - +33 1 53 23 81 88