Paris FvdV is een niet commercieel weblog speciaal voor kenners en liefhebbers van de stad Parijs - en voor hen die dat willen worden. Parijs is een stad met een gewichtig verleden, respectabel en gerespecteerd. Het is totaal niet nostalgisch. Parijs is er in geslaagd om, soms op brutale maar altijd op elegante wijze, om te gaan met zijn grootse monumenten. Ze te beschermen en te integreren in de nieuwe dynamiek van de stad. Parijs is een meester op het gebied van herstel en transformatie. U zult er nooit in slagen een volledig overzicht te maken van plekken en verhalen, die allemaal op hetzelfde punt uitkomen en de glorie van deze stad bezingen. toch wil ik een poging wagen. Wekelijks wil ik u niet alleen informeren over wat Parijs nog meer te bieden heeft, maar ook wil ik mijn liefde voor deze stad op u over dragen. In de hoop dat het raakt aan iets wat u herkent of voelt. Ferry van der Vliet.

Privacy verklaring: Indien u weblog Paris FvdV, dat bij Google-Blogger is ondergebracht, leest en reageert op de blogs van Paris FvdV, doet u dat vrijwillig en is uw IP-adres en mailadres - indien u dat vermeld - bekend en wordt opgeslagen. Ook uw schuilnaam waaronder uw reageert wordt opgeslagen. Paris FvdV zal uw gegevens nooit aan derden doorgeven. We houden uw gegevens privé, tenzij de wet of rechtelijke macht ons dwingt uw gegevens aan hen te verstrekken. Datalekken in het systeem vallen onder de verantwoordelijkheid van Google-Blogger. Door weblog Paris FvdV te bezoeken en/of de op of via deze weblog aangeboden informatie te gebruiken, verklaart u zich akkoord met de toepasselijkheid van deze disclaimer. Google gebruikt cookies om services te leveren en verkeer te analyseren dus uw IP-adres en user-agent zijn bij Google bekend, samen met prestatie- en beveiligingsstatistieken om servicekwaliteit te garanderen, gebruiksstatistieken te genereren, misbruik te detecteren en maatregelen te treffen.

maandag 30 oktober 2023

DE KELDERS VAN DE EIFFELTOREN

Jaarlijks gaan bijna 7 miljoen toeristen op pad om de Eiffeltoren te veroveren, maar slechts weinigen kennen de verborgen kanten van de ‘IJzeren Dame’. In deze blog maak je kennis met de geheime plekken, verboden voor het publiek.

 

Een originele werktekening van de fundamenten van de Tour Eiffel


Op 1 juni 1900 rolden 500 exemplaren van ‘La Tour de trois cents mètres’, gedrukt op velijn (perkament) en zorgvuldig gebonden van de persen van uitgever Lemercier in Parijs. De auteur en samensteller van dit monumentale werk was niemand anders dan Gustave Eiffel. Het uit twee delen bestaande werk bevat een compleet overzicht van de Eiffeltoren, het ontwerp, de technische bouwtekeningen, de bouw en de wijzigingen die in 1900 zijn aangebracht. In mijn bezit de prachtige herdruk, in 2006 uitgegeven door Taschen. Het enorme boek, 37 cm. bij 53 cm., bevat 700 werktekeningen en 3600 gedetailleerde tekeningen van de onderdelen die geprefabriceerd werden in de werkplaatsen van Eiffel. De aannemer was Gustave Eiffel, de ingenieurs waren Maurice Koechlin en Émile  Nouguier. De architect was Stephen Sauvestre. Waar Maurice Koechlin en Émile Nouguier eerder het bouwkundig aspect op zich namen en zorgden voor de technieken en stabiliteit, nam Sauvestre het artistiek gedeelte van het ontwerp voor zich. De bouw begon op 28 januari 1887 en duurde tot 31 maart 1889.



Onder elke pijler bevinden zich kelders die bestemd zijn voor technische installaties of ruimtes in gebruik door het personeel van SETE, ‘La Société d' Exploitation de la Tour Eiffel’

In juni 2023 had ik een exclusief interview (zie mijn blog) met een van de directeuren van de ‘IJzeren Dame’; Mr. Bob Franke. Eindhovenaar Bob Franke is al 24 jaar een van de directeuren van de Eiffeltoren. Bij mijn bezoek in zijn privé appartement beloofde hij mij, bij een volgende bezoek aan Parijs, persoonlijk rond te leiden door de kelder van dit bijna 135 jaar oude monument. Eigenlijk zijn het vier kelders. Onder elke pijler bevinden zich kelders die bestemd zijn voor technische installaties of ruimtes in gebruik door het personeel van SETE, ‘La Société d' Exploitation de la Tour Eiffel’. En van het een-ster Michelinrestaurant Le Jules Verne. Vrijdag 27 oktober was het zover.

 

Mijn exclusieve gids voor mijn bezoek aan de kelders van de Tour Eiffel was Mr. Bob Franke, een van de directeuren van de Tour Eiffel


De toren was oorspronkelijk gepland op de Chaillot heuvel maar dit bleek geen haalbare keuze voor een veilige fundering. De keuze viel toen op de oevers van de Seine aan de kant van de Champs-de-Mars in het verlengde van de Pont d’ Iéna waar de toren tevens dienst zou doen als een enorme toegangspoort voor de Wereldtentoonstelling van 1889 die van 6 mei tot 31 oktober 1889 plaatsvond.

 


De werkzaamheden begonnen in 1887. De funderingen voor de zuid- en west pijlers, tot 7 meter onder de grond, werden gebouwd in een tijdsbestek van slechts vier maanden. De palen aan de kant van de Champs-de-Mars werden gebouwd op een bed van beton van 2 meter dik op een onderlaag van grind.

Aan de kant van de Seine was het een stuk ingewikkelder omdat de funderingen lager kwamen te liggen dan de bodem van de Seine die er vlak langs stroomt. Tot op zo’n 15 meter diepte. Eiffel gebruikte dan ook een proces dat hij eerder al voor de bouw van diverse bruggen had gebruikt: verzegelde metalen kisten, waarin perslucht werd geïnjecteerd, zodat de arbeiders onder het waterniveau konden werken. De west- en noordpilaar hebben een eigen gemetselde fundering van 5 bij 10 meter, waardoor de funderingsdruk op de grond maar 3 tot 4 kilo per vierkante centimeter bedraagt. Uniek, als je weet dat de vier pilaren een gezamenlijk gewicht dragen van 7.300 ton. De toren staat dus niet met zijn voeten in het water maar rust op haar funderingen die verankerd zijn in de droge grond, zonder contact met het Seinewater.



Een Paris-Diamant reisgids uit 1887. De Eiffeltoren stond toen nog niet vermeld. Met de bouw was net begonnen. 


In zijn bijna 135 jaar bestaan heeft de Eiffeltoren te maken gehad met veel klimatologische gebeurtenissen waaronder die in 1910 of de uitzonderlijke zware storm die over Parijs trok op tweede Kerstdag 1999. Parijs registreerde die tweede kerstdag op Orly een gemiddelde windsnelheid van 110 km/h en windstoten tot 173 km/h. In Parijs was daardoor sprake van een zeer zware storm (windkracht 11), een record voor de Franse hoofdstad. Maar niet één keer is de integriteit van de structuur en funderingen in twijfel getrokken. De toren krijgt inmiddels zijn 19e verflaag en wordt bij elke verfbeurt 60 ton zwaarder.

 

De officiële poster van de 'Exposition Universelle de Paris' 1889


Onder elke pilaar bevinden zich ruimtes die gerelateerd zijn aan de werking van het monument en niet zichtbaar zijn voor het publiek. Onder de voeten van miljoenen toeristen gaat een wereld schuil van staal, mechanica, kabels, buizen cilinders en lokalen en het is dan ook nog eens een uitzonderlijk voorrecht om een bezoek te kunnen brengen aan de ‘kelders’ van de Eiffeltoren. Op bepaalde dagen in het jaar, tijdens de Wereld Erfgoeddagen, worden een beperkt aantal bezoekers toegelaten. De Europese Erfgoeddagen zijn in 1984 ingesteld door de minister van Cultuur en Communicatie, en worden meestal ieder jaar in het derde weekend van september gehouden. Deze dagen zijn hèt culturele evenement na de zomervakantie, en het succes ervan is het bewijs dat Fransen veel waarde hechten aan geschiedenis en kunst.

 


Diep onder de oost-pijler bevindt zich het mechanisme van een lift die nog steeds werkt volgens het principe uit 1899


Oost

We beginnen met de ruimte onder de oost-pijler, op de hoek van de avenue Gustave-Eiffel en de allée Jean Paulhan. Diep onder de oost-pijler bevindt zich het mechanisme van deze lift die nog steeds werkt volgens het principe uit 1899. 


Technisch schema van het liftsysteem uit 1899

De drijvende kracht van de lift is waterdruk. Door middel van een klep wordt water onder zeer hoge druk (40 tot 60 bar – in blauw weergegeven op tekening) in de leidingen gespoten. Dankzij deze druk komt een ‘zuigerdragende’ wagen (chariot genoemd in de tekening) in beweging die via een ingenieus ondergronds kabel-haspelsysteem (rood aangegeven in tekening) is verbonden met de lift. Drie enorme cilinders (geelbruin in de tekening) van ongeveer 200 ton die als contragewicht fungeren waardoor de lift omhoog of omlaag gaat. Tot de jaren tachtig zat de liftbestuurder buiten de cabine. Sindsdien is het stoom mechanisme gemoderniseerd en wordt het nu beheerd door een elektromotor, onder het toeziend oog van technici. Een koperen plaquette aan de muur met de tekst: “Cette machinerie d’ascenseur hydraulique, mise en service en 1899 par Gustave Eiffel, a fonctionné sans interruption jusqu’en 1987, année où elle fut restaurée et automatisée par la Société Nouvelle d’Exploitation de la Tour Eiffel“, herinnert nog aan die tijd.



Dankzij hoge druk komt een ‘zuigerdragende’ wagen (chariot genoemd in de tekening) in beweging dankzij een ingenieus ondergronds kabel-haspelsysteem (rood aangegeven in tekening)




Drie enorme cilinders (geelbruin in de tekening) van ongeveer 200 ton fungeren als contragewicht waardoor de lift omhoog of omlaag gaat. 

 

West

Net als de oost-pijler verbergt ook de west-pijler, op de hoek van de quai Branly en de allée des Refuzniks, dezelfde fascinerende machinerie van historische hydraulische liften, waarmee de liftcabines de 115 meter naar de 2e verdieping kunnen afleggen met een snelheid van 2 meter per seconde: de contragewichten, de trolley en de sets katrollen. De pompen, machines en de controlekamer. Beiden liften zijn gebouwd door Roux, Combaluzier & Lepape en maken echt deel uit van het historische erfgoed van de Toren. De liften in de oost-pijler brengen 2x 46 mensen naar boven die in de west-pijler weer naar beneden. Gemiddeld zo’n 100 keer per dag. De gemiddelde reistijd, heen er terug, bedraagt 8 minuten en 50 seconden. De gemiddelde afgelegde afstand door elke lift is ongeveer 5.000 kilometer per jaar.



 

Origineel en nog steeds te bewonderen het gereedschap van de smid uit 1887


Zuid

Je kunt je indenken dat een lift in die tijd een technisch hoogstandje en een enorme nieuwigheid was. Er waren toen nog nauwelijks gebouwen die ermee waren uitgerust, ook al begonnen we ze al in de eerste Amerikaanse torens te zien. Gustave Eiffel had drie verschillende systemen gepland om toegang te krijgen naar alle drie verdiepingen van de toren die allemaal op hydraulische kracht werkten, met watertanks op elke verdieping. Twee liften, geleverd door het Amerikaanse Otis, werden geïnstalleerd in de noord- en zuidpijler. Ze werden getrokken door kabels en uitgerust met gietijzeren contragewichten, met een veiligheidsvoorziening die bedoeld was om ze te stoppen in het geval van een kabelbreuk of een te hoge snelheid. Tussen de tweede en de derde verdieping werd de beklimming gemaakt door een verticale hydraulische lift gebouwd door Edoux. De Franse ingenieur Félix Léon Edoux presenteerde de eerste twee hydraulische liften voor civiel gebruik in de machinegalerij op de Wereldtentoonstelling in Parijs van 1867. In 1884 gaf Gustave Eiffel de opdracht aan Edoux voor een lift die de tweede verdieping met de top zou verbinden. Deze lift was nog in werking tot 1983.


De rode bakstenentoren, die weliswaar niet meer in gebruik is,  is nog steeds zichtbaar in de plantsoenen van de westelijke pijler 

 

De drijvende kracht in die tijd was een stoommachine die in de kelder van de zuidelijke pijler was geïnstalleerd. De verbrandingsgassen werden afgevoerd via een 12 meter hoge schoorsteen die in de tuinen van de westelijke toren werd gebouwd. Dit via een 116 meter lange pijp van 1,70 meter hoog, 1,30 meter breed. De rode bakstenentoren, die weliswaar niet meer in gebruik is,  is nog steeds zichtbaar in de plantsoenen van de westelijke pijler waar ook een kunstmatige grot is. In de zomer is het bijna onmogelijk om het torentje te detecteren, omdat het omgeven is door bomen en struiken. In de herfst, na het vallen van het blad, is het iets beter te zien, maar het blijft alleen zichtbaar voor geoefende ogen.

Onder de zuidelijke pijler bevindt zich vandaag de dag de machinerie van de dienst- / goederenlift die uitsluitend bestemd is voor de behoeften van de activiteiten van de toren: onderhoud, receptie, schoonmaak, handel, catering etc. Hier bevindt zich ook de personeelsingang. Zodra ze de ingang en twee veiligheidspoorten zijn gepasseerd hebben zij toegang tot de lift die hen de mogelijkheid geeft om op alle verdiepingen te werken.


De privé-ingang van het sterren restaurant Le Jules Verne onder de zuid-pilaar


 

Restaurant Le Jules Verne

Vanuit hier gaat ook een privélift naar het exclusieve een-ster Michelinrestaurant Le Jules Verne op de tweede etage van de Tour Eiffel. De ingenieurs van Otis trotseerden de wetten van het evenwicht bij het ontwerpen van deze lift die het panoramische restaurant op 115 meter hoogte bedient. Om de hellingshoek van de zuidelijke pijler te volgen, ontwierpen ze een systeem gebaseerd op kabelbaantechnieken uit de Alpen. Zo hangt de cabine aan een steun met hulpgeleiders, die zijdelingse bewegingen onderdrukken en een soepele beweging garanderen. Het systeem wordt aangedreven door een motor van slechts 18 KW die op het dak van het restaurant is geïnstalleerd. Vanuit het restaurant heb je ook een prachtig uitzicht op de twee enorme gele en rode tandwielen.

 

Het interieur van Le Jules Verne op de tweede etage van de Tour Eiffel


Ruim vooraf reserveren is hier een must. Voor een vijf-gangen tasting menu betaal je € 255, zeven-gangen € 275 per persoon, exclusief de wijnen maar inclusief toegang tot de toren. Heel bijzonder is dat er in twee keukens wordt gekookt.  Op de tweede verdieping is er een grote functionele keuken, maar een deel van de voorbereidingen vinden plaats in de kelder. De keukenbrigade aldaar beschikt over een goederenlift om het eten naar de keuken van het restaurant te vervoeren, waar op het laatste moment de nabereiding wordt getroffen. Oh ja en je zou het bijna vergeten, de keuken staat onder leiding van chef Frédéric Anton. Chef-kok van het drie-sterren Michelinrestaurant Le Pré Catelan in het 16e arrondissement. In 2018 nam hij, in samenwerking met Sodexo, het restaurant Le Jules Verne over. In 2020 won hij een eerste Michelinster voor Le Jule Verne.

 

Noord

Onder de noordelijke peiler, op de hoek van de quai Branly en de allée Jean Paulhan, huisvest de kelder lokalen voor het personeel van de Société d’Exploitation de la Tour Eiffel (SETE) die het monument exploiteert: kantoren, kleedkamers, etc. De noordelijke pijler en de lift werden in het najaar van 2018 gesloten om in januari 2019 te beginnen met een volledige renovatie.


De nieuwe generator

Deze lift van het merk Schneider, uniek in zijn soort, dateert uit 1964: 50 ton ballast, een spoor met een helling van 54 graden naar de 1e verdieping en vervolgens 74 graden naar de 2e verdieping met een piek van 115 meter moest een volledige renovatie ondergaan: van de katrollen tot de rails, de rupsbanden, inclusief het contragewicht en zelfs de dubbele cabine. De renovatie moet voor de start van de Olympische Zomerspelen 2024 zijn afgerond.



De ingang naar de geheime bunker onder de Champs-de-Mars (foto boven) Afgezet met rekken is het rooster van waaronder tussen 1903 en 1908 werd gewerkt (foto onder)
 

‘Le cantonnement’, een geheime bunker

En dan nog een mysterieuze bunker onder de Champs-de Mars. Discreet verborgen met een ingang halverwege het grasveld, tussen de Eifeltoren, het tijdelijke Grand Palais Éphémère en de École Militaire. Het ‘cantonnement’ is een ruimte enkele honderden vierkante meters groot. Een strategische plek met een rijke geschiedenis en niet toegankelijk voor het publiek. Nee, geen officiële bunker die de president van de republiek beschermt in geval van een vijandelijke aanval, nee, het is / was een militair radiostation. 


Onder de grond een wir-war van gangen



Dikke stalen deuren bewaken de ingang naar dit geheime complex



Gebouwd tussen 1903 en 1908 om de profiteren van de hoogte van de IJzeren Dame. Toen werd op de top een telegraaf gemonteerd en om ontdekking te voorkomen begroef het leger zijn radiotelegraafstation onder de Champs-de-Mars, verbonden met een tunnel naar de zuidelijke pijler, die onder de wandelpaden doorloopt. (Echter deze tunnel wordt al tientallen jaren door niemand gebruikt). Erg handig tijdens de Eerste Wereldoorlog. Op 25 oktober 1915 vond daar in het grootste geheim het eerste trans-Atlantische telefoongesprek plaats tussen generaal Gustave Ferrié en de commandant van de Arlington-basis in Virginia USA.



Sinds het begin van de 20
e eeuw tot het jaar 2000 deed het dienst als het draadloze telegraafstation (TSF) van de Eiffeltoren. Vanaf 1921 begon Radio Tour Eiffel ook uit te zenden voor het grote publiek: een weerbericht aan het begin van de avond, een vioolconcert en een persrecensie, daarna de eerste gesproken krant ter wereld in 1925. De uitzendingen eindigden halverwege de Tweede Wereldoorlog.



Zicht op de Eiffeltoren onder het rooster midden in de Champs-de-Mars

Sinds het jaar 2000 zijn er alleen nog maar kantoren en opslagruimtes. De cateringservice van de Eiffeltoren gebruikt het onder andere voor opslag van fastfoodmaaltijden. Ook het restaurant Le Jules Verne slaat daar voor een deel zijn voorraden op waaronder vers aangevoerde schaaldieren vanuit Rungis, de dag voordat ze worden geconsumeerd. Tevens bevindt zich daar de wijnkelder van het Jules Verne restaurant met daarin zo’n 2.500 flessen. De ingang bevindt zich halverwege de Champs-de-Mars.

 

Diverse plaquettes die op de Eiffeltoren die verwijzen naar de functie als telegraafstation




Toekomstdroom

Al jaren wordt er gespeculeerd, gedroomd, om het quadrand onder de Eiffeltoren volledig te onderkelderen met de mogelijkheid om tot op twee niveaus diep te graven. De ondergrondse ruimtes zouden een oppervlakte van 1 tot 2 hectare beslaan. Er zijn ongeveer 7 miljoen bezoekers per jaar ongeveer 24.000 per dag. Het project om een ruimte onder de voeten van de Eiffeltoren te ontwikkelen is meer uit noodzaak dan uit een opwelling geboren, volgens de uitleg van de president van SETE Jean-François Martins, die tevens locoburgemeester van Parijs is en belast met Sport, Toerisme de Olympische en Paralympische Spelen. Een nieuwe entree, te vergelijken met de ondergrondse toegang van het Grand Louvre, een museum dat speciaal gewijd is aan het historische gebouw en zijn schepper Gustave Eiffel, een filmzaal, souvenirwinkels, een centrale kassa en zelfs restaurants. Bezoekers kunnen dan ook profiteren van een garderobe, bagageopslag en informatiepunten. Alles om bezoekers een betere gastvrije ruimte te bieden en wachttijden aangenamer te maken.  Het stadhuis van Parijs zou opdracht hebben gegeven voor de uitvoering van een technische en financiële studie met betrekking tot de haalbaarheid. Maar vooralsnog is het een toekomstdroom.


De visionair in zijn kantoor op de derde etage van de Eiffeltoren die volgend jaar 135 jaar bestaat




zondag 22 oktober 2023

HET PARIJS VAN BERNARD BUFFET

Zijn werk bevindt zich in vele prestigieuze collecties over de hele wereld. Van het Vaticaan tot het Centre George Pompidou, het National Museum of Modern Art in Parijs, het MOMA New York, het National Museum of Western Art Tokyo, de Tate Gallery, Londen en in 1973 werd er zelfs een museum geopend in Surugadaira Japan dat zijn naam draagt.


“We praten niet over schilderen,

we analyseren het niet,

we voelen het”.

Bernard Buffet


Bernard Buffet werd op 10 juli 1928 in de Parijse wijk Batignolles geboren waar hij een groot deel van zijn kinderjaren doorbracht. Daarna op de heuvel van Montmartre, waar hij een huis had op nummer 20 van de rue Cortot, niet ver van het Musée de Montmartre en de ateliers van Lacourière en Frélaut, waar hij zijn meest strenge prenten produceerde. Het Atelier Lacourière-Frélaut was een drukker gespecialiseerd in fijne prentkunst.



Bernard Buffet, 'Zelfportret op een zwarte achtergrond', 1956, collectie Pierre Bergé (l) - Zelfportret 1949 (r)

 

De familie Buffet was een voorbeeld van de Parijs bourgeoisie van de jaren twintig. Zijn vader Charles, werkte als manager voor de spiegel- en glasfabriek Guenne et Gilquin en zijn moeder Blanche hield toezicht op het huishouden en de opvoeding van beide zoons. Buffet’s onderwijservaringen op de jezuïetenschool aan de rue de Madrid, net ten zuiden van het ouderlijk huis aan de rue Batignolles, waren aanzienlijk minder positief. De kleine Bernard was zwak en ogenschijnlijk weinig communicatief in de klas, hoewel hij vanaf zijn zevende jaar wel blijk gaf van aanleg voor tekenen. De brief van het schoolhoofd aan zijn moeder luidde: “…de jonge Bernard is in geen enkel vak begaafd, behalve misschien in tekenen”.



 

De volgende poging tot onderwijs was een avondtekenles op een gemeentelijke school aan de Place des Vosges. Daar liet professor Victor Sacha Darbefeuille Buffet kennismaken met de traditie van het tekenen naar antieke gipsen afgietsels. Binnen enkele maanden werd Buffet toegelaten tot de École Nationale Supérieure des Beaux-Arts, waar hij een speciale dispensatie moest verkrijgen omdat hij nog maar vijftien jaar oud was. Hier krijgt hij les van Eugène Narbonne. In 1947, op 17-jarige leeftijd, heeft hij zijn eerste solotentoonstelling in een Parijse galerie en wordt zijn werk positief ontvangen. Zeker in de beginjaren is Buffet internationaal succesvol. Zijn stillevens en Parijse stadsgezichten kunnen worden beschouwd als typisch naoorlogs met het thema armoede en hun indringende uitstraling. Met de duidelijk aanwezige zwarte lijnen en de grijze waas die over de kleuren heen lijkt te hangen sluiten de schilderijen aan bij het existentialisme uit die tijd.

 

Bernard Buffet, trap in zijn atelier in de wijk Batignolles 1956


In die tijd wordt hij ook lid van de anti-abstracte kunstgroep l’Homme-Témoin. Een groep bestaande uit overwegend jonge Franse schilders die in 1948 in Parijs werd gevormd om een stijl van expressief sociaal realisme te promoten, in tegenstelling tot de toen heersende smaak voor abstractie. Een manifest dat de criticus Jean Bouret voor hen opstelde, bevestigde dat 'Schilderkunst bestaat om te getuigen, en niets menselijks kan daaraan vreemd blijven’. De oorspronkelijke groep telde vijf leden, waaronder Bernard Lorjou en Paul Rebeyrolle, en exposeerde voor het eerst in de Galerie du Bac, Parijs, in 1948. In 1949 exposeerden ze in de Galerie Claude, aangevuld met andere kunstenaars, waaronder Bernard Buffet en André Minaux (1923-1986). Hun schilderijen gaven het dagelijks leven op een sombere, pessimistische manier weer.



 ‘Deux hommes dans une chambre’

Op 19-jarige leeftijd won Bernard Buffet de Prix de la Critique met zijn schilderij  Deux hommes dans une chambre’, waarbij de ene man zich uitkleedt en de andere naakt op een stoel zit. Een weergave van de intimiteit en seksualiteit van de kunstenaar, die destijds zo schokkend was. Buffets privéleven zou, in 1950, toen hij een jonge journalist ontmoette die onlangs in Parijs was aangekomen radicaal veranderen. Piere Bergé was in 1949 naar de Franse hoofdstad verhuisd en kreeg een baan bij een links tijdschrift. Hoewel het tijdschrift geen lang leven beschoren was ontmoette Bergé via zijn redactionele werk individuen waaronder; Jean Cocteau, Christian Dior en Bernard Buffet. Voordat het jaar voorbij was waren Buffet en Bergé geliefden geworden. Pierre Bergé schreef hierover in zijn roman ‘Les jours s’en vont je demeure’ het volgende:



Affiche van galerie David Garnier 1957 - Bernard buffet Sacré Coeur
 

“Zoals bij alle gevallen van liefde op het eerste gezicht, waren wij ook meteen verliefd. We ontmoetten elkaar in een café aan de Rue de la Seine … Hij dronk cognac en leerde me 421 (dobbelspel)  spelen. … Hij nam me mee naar een bokswedstrijd in Le Central aan de Rue du Faubourg-Saint-Denis. …

Bernard zette er snel vaart achter en zei dat we Parijs moesten verlaten en naar de Provence moesten gaan – waar zijn kunsthandelaar een huis voor hem had gevonden – en dat we moesten samenwonen. ...

In die acht jaar zijn we geen dag uit elkaar geweest. Ons leven draaide om het werk van Bernard. Dat was mijn stage. Wat er daarna ook met mij gebeurde, ik ben nooit de jeugd vergeten die de onze was, de ambitie die ons verteerde, het gebrek aan zelfbewustzijn waardoor we elk gevaar het hoofd konden bieden, en de passie die ons bezielde”.


Bernard Buffet, ‘La Seine et la Tour Saint Jacques’, 1960 - Opera Gallery

 

Hun liefde zou acht jaar duren. In januari 1958 werkte Buffet samen met Pierre Bergé om een jonge modeontwerper te helpen bij de voorbereiding van zijn eerste soloshow in het Huis van Dior; die ontwerper was Yves Saint Laurent. Het werd een jaar vol diepgaande veranderingen op persoonlijk vlak. Buffets relatie met Bergé begon uiteen te vallen, grotendeels vanwege de aanwezigheid van Yves Saint Laurent. In latere jaren zou Bergé zelf zeggen dat de ontmoeting met Saint Laurent een beslissend moment in zijn leven was. Buffet was niet bepaald enthousiast over deze ontwikkeling en hun achtjarige relatie stortte al snel in. Bergé en Saint Laurent werden onmiddellijk een stel en Buffet begon te daten met een jonge schrijfster genaamd Annabel Schob die hij in december van het zelfde jaar huwde. Een huwelijk dat standhield tot de dood van de kunstenaar in 1999.



 Bernard Buffet, ‘Deux Femmes-déshabillées, 1965


Buffet had ook de gewoonte om woningen te kopen en verkopen. In 1971 kocht hij het Château de Villiers-le-Mahieu, ongeveer vijftig kilometer ten westen van Parijs, een waterburcht compleet met een imposant valhek. Misschien hoopte hij dat het een betoverende plek zou zijn om zijn groeiende gezin groot te brengen, waartoe in 1973 ook zijn twee dochters, Virgenie en Danielle, en een pasgeboren zoon, Nicholas, behoorden. Hij verkocht dit kasteel weer in 1978 en keerde terug naar Parijs, boulevard de Courcelles 82, recht tegenover het Parc Monceau waar zijn moeder hem als kind mee naartoe nam. Een jaar later verliet hij Parijs opnieuw voor de provincie toen hij een landhuis in Normandië kocht, dat hij vervolgens in 1986 verkocht. De laatste verhuizing was terug naar de Provence, waar hij een landgoed kocht in de buurt van Tourtour, ongeveer halverwege Manosque, waar hij eerder was geweest en kennis maakte met de Provence en Saint-Tropez, waar hij een appartement bezat. Hij hield ook een pied-à-terre aan de avenue de Wagram 151 in het zeventiende arrondissement van Parijs van 1981 tot 1989, tot hij vervolgens een huis kocht aan de rue Cortot 20 in Montmartre. Dit rondreizende leven duidt op een onuitputtelijke rusteloosheid. Vrijwel zonder uitzondering verhuisde Buffet omdat hij verandering wilde, niet omdat hij zijn financiële positie moest aanpassen.


Bernard Buffet, vierluik Moulin de la Gallette, Sacré Coeur, Tour Eiffel, Tour Saint-Jacques


Bernard Buffet, ‘Rue de Rennes et la Tour Montparnasse’, 1989

 

De publieke erkenning van zijn werk bleef groeien, zelfs binnen de kringen van de Franse ambtenarij. In 1971 werd hij lid van het Légion d'Honneur en op 13 maart 1974 was hij het jongste lid ooit verkozen tot lid van de Académie des Beaux-Arts. Op achtenveertigjarige leeftijd doorbrak hij nog steeds barrières in de Parijse kunstwereld. Aan de andere kant van de wereld opende Kiichiro Okano op 25 november 1973 het Bernard Buffet Museum in Surugadaira, Japan. Tegenwoordig bezit het museum meer dan 2.000 objecten, de grootste collectie van Buffets werk ter wereld.



Bernard Buffet, ‘La Place Pigalle’, 1989 – particuliere collectie 



Bernard Buffet werd vooral bekend om zijn representatieve werk, vaak figuratief, grafisch en centraal in hun composities. Hij ontwikkelde door de jaren heen een kenmerkende stijl van langgerekte, puntige vormen, sombere kleuren, afgeplatte ruimtes en een algemene sfeer van eenzaamheid en wanhoop. Zijn oeuvre draaide rond ideeën over kunstgeschiedenis, dood, seksualiteit, populaire cultuur en politiek, terwijl hij vaak rechtstreeks verwees naar hedendaagse gebeurtenissen en kunstenaars. Tevens had hij een passie voor de stad Parijs. Hij was ook een behendig producent van lithografie, gravure, beeldhouwkunst, boekillustraties en decorontwerp. Buffets oeuvre telt meer dan 8.000 schilderijen en prenten.


Bernard Buffet in zijn studio in Tourtour, 1989 - Foto: Danielle Buffet


Bernard Buffet sterft in Tourtour in 1999. Hij pleegt zelfmoord omdat de ziekte van Parkinson zijn capaciteiten zo sterk had beperkt dat hij niet langer kon schilderen. Zijn werken worden nu beheerd door Galerie Maurice Garnier aan de avenue Matignon nummer 6 in het 8e arrondissement, die zich uitsluitend richt op het werk van Buffet.



maandag 9 oktober 2023

PARIS OLYMPIQUE 2024

3 Oktober was ik te gast in de residentie van de Franse ambassadeur in Nederland, monsieur François Alabrune, voor een persbijeenkomst over de komende Olympische- en Paralympische Spelen 2024 in Frankrijk. De zomerspelen van 2024 vinden plaats van vrijdag 26 juli tot en met zondag 11 augustus gevolgd door de Paralympische spelen van woensdag 28 augustus tot en met zondag 8 september in en rond iconische locaties in de Franse hoofdstad maar ook elders in Frankrijk, zelfs in Haïti. Parijs 2024 markeert het eeuwfeest van Parijs 1924.

Alle foto’s / artist impressions © Comité d’Organisation Paris 2024 – © Ville de Paris - © Florian Hulleu  Paris 2024


Paris Olympique 2024 'Games wide open' 

 

15.000 sporters uit 206 landen

10.500 olympische atleten

50% vrouw / 50% man

32 olympische sporten

48 disciplines

39 wedstrijdlocaties

206 delegaties

329 wedstrijden

 


4.400 paralympische atleten

22 paralympische sporten

23 disciplines

17 wedstrijdlocaties

184 paralympische delegaties

549 wedstrijden

 

Zij die het afgelopen jaar in Parijs zijn geweest moet het zijn opgevallen. Er wordt gebouwd, veel gebouwd, er wordt gerestaureerd, er wordt gewerkt aan de infrastructuur in en rond de stad. Frankrijk verwelkomt elk jaar meer dan 80 miljoen bezoekers en alleen al in de hoofdstad 34 miljoen. Voortbouwend op al die sterke punten, die van Frankrijk dé nummer één toeristische bestemming ter wereld maken, wil Parijs in 2024 de meest onvergetelijke maar ook de groenste Olympische- en Paralympische spelen organiseren. Sterker nog; het zijn de eerste CO2-neutrale spelen. Er wordt voor 95% gebruik gemaakt van tijdelijke en bestaande infrastructuren en er wordt gebouwd met 100% herbruikbare en / of gerecyclede materialen.

 

Het olympisch dorp op 7 kilometer van het centrum van Parijs


Een prachtig voorbeeld hiervan is het Olympisch en Paralympisch dorp dat nieuw wordt gebouwd in de voorstad van Parijs; Plaine Saint-Denis, op slechts 7 kilometer van het centrum van Parijs. Met 2.200 verblijfsaccomodaties die plaats bieden aan 14.250 sporters en 8.876 nieuw aangeplante bomen. Comfortabel voor de atleten en personeel, die zo profiteren van kortere reistijden en maximale hersteltijden. Na de spelen moet deze nieuwbouw leiden tot een gemengde wijk die levendig en aangenaam is om te wonen, met woningen, kantoren, winkels, voorzieningen en allerlei productieve activiteiten waaronder een splinternieuw Olympisch zwembad inclusief een grote voetgangersbrug die Plaine Saint-Denis zal verbinden met het Stade de France.

 

Het nieuwe ‘Centre Aquatique Olympique’. Architectuur geheel van hout en het gehele dak voorzien van zonnepanelen, een van de grootste zonnefarms van Frankrijk - Artist impression: Architectenbureau VenhoevenCS


Deze werkzaamheden zijn essentieel om de stedelijke kloof tussen het stadsdeel Plaine Saulnier, die wordt gevormd door de snelweg A1 (boulevard Périphérique) te verkleinen. Het ‘Centre Aquatique Olympique’ (CAO) wordt na de spelen een trainingscentrum van hoog niveau voor de Franse zwemfederatie, die zo na de spelen nationale en Europese wedstrijden kan organiseren. Het Nederlandse Architectenbureau VenhoevenCS heeft samen met het Franse Ateliers 2/3/4/ de prestigieuze competitie gewonnen voor dit ontwerp, het grootste zwemstadion van Parijs. Het is het enige sportcomplex dat speciaal voor de Olympische Spelen van 2024 wordt gebouwd. Duurzaam, architectuur geheel van hout en het gehele dak voorzien van zonnepanelen, een van de grootste zonnefarms van Frankrijk. Bovendien worden nog eens 5 zwembaden op het grootstedelijk grondgebied voor miljoenen gerenoveerd zodat ze allen voldoen aan de Olympische eisen: Aubervilliers, Colombes, Aulnay-sous-Bois, Montreuil en Le Bourget. In Le Bourget wordt tevens een centrum gevestigd voor de internationale pers. Tijdens de spelen worden 20.000 journalisten van over de gehele wereld verwacht.

 

Het stadion voor de Eiffeltoren: beachvolleybal & blindenvoetbal


Esplanade des Invalides: Handboogsport en para-handboogsport


Het kasteel van Versailles: paardensport en para-paardensport


Het unieke van deze spelen is dat 24 sporten gespeeld worden binnen een straal van 10 kilometer rond het Olympisch dorp en op minder dan 2 kilometer van het Stade de France. Als we roeien, kanoën, paardrijden, golf en de moderne vijfkamp toevoegen aan de lange lijst van 24 dan bevinden zich 29 van de Olympische sporten binnen een straal van 30 kilometer. Iconische locaties worden omgevormd tot sportarena’s waaronder de Esplanade des Invalides, daar waar Napoleon vlakbij begraven ligt. Het Grand Palais, het Grand Palais Ephémére, de Champ de Mars voor de Eiffeltoren, zelfs de Champs-Elysées, Place de la Concorde en het Paleis van Versailles. Andere locaties die wij kennen van topvoetbal, concerten met topartiesten, tennis, golf en paardenrennen: het Stade de France, Stade Roland Garos, de Arena van La Défense, de Arena van Bercy, Vélodrome National en de Golf Paris Longchamps.


Vélodrome National: Baanwielrennen en para baanwielrennen


Stade de France: Atletiek en para atletiek & rugby


Stade Pierre Mauroy: Handbal



In zeven stadions zullen de voetbalwedstrijden plaatsvinden. Te weten: Parijs – Parc des Princes, Bordeaux – Stade Bordeaux, Lyon -Stade de Olympique Lyonnais, Marseille – Stade Olympique de Marseille, Nantes - Stade de la Beaujoire, Nice – Stade de Nice en Saint-Étienne – Stade Geoffroy-Guichard. Voor toeschouwers ter plaatse zullen alle wedstrijdterreinen te voet of met openbaar vervoer bereikbaar zijn.



Nautisch stadion Vaires-sur-Marne: Roeien, kanoën, kajakken, para-roeien en para-kanoën


Marina Marseille: zeilen


De Golf van Teahupoo Tahiti: surfen


4 Nieuwe disciplines zijn als officiële sporten toegelaten tot het programma waaronder: breakdancen, klimmen, surfen en skateboarden

 


Breakdancen is een van de vier nieuwe sporten

Grand Paris Express

In en rond de Franse hoofdstad is deze taak weggelegd voor de Grand Paris Express. De Grand Paris Express bestaat uit een fundamentele heroverweging, herontwerp en focus op het openbaarvervoernetwerk op de schaal van het grootstedelijk gebied, de metropool Grand Paris, die bestaat uit 131 gemeenten, waaronder Parijs zelf. Op de lange termijn zal het nieuwe transportnetwerk naar verwachting het bruto binnenlands product van de regio île de France met meer dan 100 miljard euro doen toenemen en 115.000 nieuwe banen moeten creëren. Werkzaamheden vinden plaats aan vier nieuwe metrolijnen (lijn 15, 16, 17 & 18) plus 2 verlengingen van bestaande lijnen (lijn 11 & 14). 200 km nieuwe spoorlijnen. Hierdoor zal de huidige metro (214 km), die voornamelijk de 20 arrondissementen binnen de Parijse ringweg bedient, in omvang bijna verdubbelen. Maar liefst 68 gloednieuwe onderling verbonden stations. Om nog maar te zwijgen van de aankoop of modernisering van 1.000 treinen of de zorg dat reizen mogelijk wordt met tickets voor vervoer op je smartphone. Met de aanvang van dit mega project is al begonnen in 2016. Een groot deel zal klaar zijn bij de aanvang van de zomerspelen in 2024 en de algehele oplevering zal plaatsvinden in 2030. Tegen die tijd maken twee miljoen passagiers gebruik van dit volledig geautomatiseerd metrosysteem, tegen 2035 drie miljoen. 90% Van de lijnen worden ondergronds aangelegd. Speciaal voor de Olympische en Paralympische spelen gaat de RATP nog eens 6.600 mensen werven om alles goed op de rails te krijgen.

 

Grand Paris Express

Aanleg nieuwe fietspaden

Verder zal een 60 kilometer lang fietsnetwerk alle olympische locaties in en rond de hoofdstad met elkaar verbinden. 30 kilometer wordt aangelegd in 2024.  Er worden 10.000 extra plaatsen gecreëerd om de fietsen ook daadwerkelijk te kunnen stallen, en de Velib krijgt nog eens de beschikking over 3.500 extra fietsen. Verder is er nog een Franco – Nederlandse samenwerking ‘Vélo École’ waar Nederlanders de Parijzenaars gaan leren fietsen. Gezien het gedrag van Parijse automobilisten geen overbodige luxe aldus de ambassadeur in zijn speech.

 

30 Kilometer aan nieuwe fietspaden




Relais de la Flamme Olympique

De toorts wordt traditiegetrouw ontstoken in de tempel van Hera in Olympia, waarna de vlam per boot de oversteek maakt naar Marseille waar het zeil- en voetbaltoernooi worden gehouden. De Zuid-Franse havenstad is niet alleen de oudste stad van Frankrijk, maar tevens een voormalige Griekse kolonie; Massalia.  Van 8 mei tot en met 26 juli zal de olympische fakkel tijdens een feestelijke en culturele rondreis door verschillende streken van Frankrijk en de overzeese gebiedsdelen worden gedragen. 


De fakkelestafette met de olympische vlam: 60 departementen, 400 steden


Deze ‘Relais de la Flamme Olympique’ wordt aangegrepen om het Franse erfgoed, het gevarieerde landschap en de eeuwenoude tradities te belichten, maar ook moderne ontwikkelingen en veelbelovende innovaties. En niet te vergeten de sport! Tijdens meer dan 60 etappes wordt het olympisch gedachtengoed uitgedragen voordat de eigenlijke spelen zullen beginnen. In de Vieux-Port, de oude haven van de stad, start de estafetteloop die symbool staat voor vrede, eenheid en vriendschap tussen mensen, met als einddoel het Stade de France in Parijs.

Bekijk hier het parcours van de olympische fakkel.



De openingsceremonie
 

De openingsceremonie

De openingsceremonie van de Olympische Zomerspelen van 2024 wordt de grootste ooit gehouden in de geschiedenis van de spelen. Gratis toegankelijk voor iedereen, voor zowel lokale inwoners van Parijs en de regio, samen met bezoekers uit heel Frankrijk en de rest van de wereld. Want voor het eerst zal de openingsceremonie niet plaatsvinden in een stadion maar in het hart van de stad Parijs, langs de hoofdader, de Seine. De parade van atleten zal worden gehouden op de Seine op boten, een voor elke delegatie. Uitgerust met camera’s zodat 3 miljard televisiekijkers en online de atleten van dichtbij kunnen zien. Op hun weg van oost naar west zullen de 15.000 atleten zo het centrum van Parijs doorkruisen. Toeschouwers hebben geen kaartjes nodig om toegang te krijgen tot de bovenste kades en dit is een primeur. Voor de lagere kades van de Pont Austerlitz tot de Pont d’Iena zijn wel toegangskaarten vereist. Minstens 600.000 toeschouwers zullen zo de festiviteiten kunnen bijwonen, tien keer meer dan in een Olympisch stadion. Tachtig megaschermen en strategisch geplaatste luidsprekers laten iedereen meegenieten van de magische sfeer.


De rivierparade


 

De rivierparade volgt de loop van de Seine, van oost naar west over een afstand van 6 km. Vertrek vindt plaats vanaf de Austerlitz-brug, naast de Jardin des  Plantes. Vervolgens baant ze zich een weg rond de twee eilanden in het centrum van de stad, het Île Saint Louis en het Île de la Cité, en gaat dan onder acht tot tien bruggen door. Aan boord kunnen de atleten een glimp opvangen van enkele van de officiële locaties van de Spelen, zoals de Place de la Concorde, de Esplanade des Invalides, het Grand Palais en ten slotte de  Iéna- brug waar de parade zal stoppen voor het  Trocadéro  voor de  finale ceremonie.

 


Ticketverkoop

In januari 2023 startte de verkoop van tickets online via een uniek platform: TICKETS.PARIS2024.ORG

Totaal zijn er maar liefst 13 miljoen tickets beschikbaar. Nederland staat inmiddels in de top-5 van de ticket aankopen. Veel Nederlandse sportliefhebbers zullen hun favoriete sporters komen steunen. Parijs verwacht zo’n 100.000 Nederlandse supporters per dag! Uniek is ook dat begin 2024 een portaal wordt geopend waar tickethouders hun kaarten kunnen ruilen. Op 9 oktober 2023 startte ook de verkoop van de kaarten voor de Paralympische spelen. Zeer speciale arrangementen en of opties worden voor Nederland exclusief aangeboden door ‘On Location’, maar ook met twee vertrouwde sub-distributeurs ‘P1 Travel’ en ‘Zoover Sports & Events’.

 

45.000 vrijwilligers staan klaar om de spelen in goede banen te leiden


Initiatieven

In september 2023 wordt begonnen met de werving en selectie van maar liefst 45.000 vrijwilligers.

Wie aan Nederlands succes op de Olympische Spelen denkt, moet ook direct denken aan uitbundige feestjes in het Holland Heineken House (HHH). Op een speciale locatie in het organiserende land werden de Nederlandse atleten gehuldigd. Daaraan komt in Parijs echter een eind, althans onder de huidige naam. Sportkoepel NOC*NSF gaat het in 2024 namelijk zelf organiseren. NOC*NSF gaat de huldigingen in Parijs onder de naam 'TeamNL huis' organiseren. Samen met sponsoren en Sportcentrum Papendal wordt de nieuwe locatie onder de vlag van TeamNL uitgebaat. Het is niet uitgesloten dat Heineken een rol blijft spelen bij het evenement, want de bierfabrikant blijft gewoon aan als sponsor. Het Nederlandse TeamNL Huis verrijst volgend jaar in het Parc de la Villette in het 19e arrondissement.

Een Franco Nederlands initiatief zorgt ervoor dat 160 meisjes kunnen sporten in het 19e arrondissement onder leiding van Nederlandse coaches en sporters. Bovendien doen 7.000 scholen in Frankrijk, 21.000 klassen met zo’n 500.000 leerlingen mee aan 30 minuten sportieve en lichamelijke activiteiten per dag onder het motto ‘De Spelen om te bewegen’, een initiatief van de Franse president Emmanuel Macron.

 


De ‘Phryges’

De ‘Phryges’ zijn de mascottes voor de Olympische en Paralympische Spelen. De mascottes zijn twee frygische mutsen, hét symbool van de Franse Republiek. De frygische muts is het hoofddeksel van Marianne, de nationale verpersoonlijking van Frankrijk die de ‘Triomf van de Republiek’ voorstelt in het beroemde schilderij van Eugène Delacroix, en staat voor vrede en vrijheid. Een lid van het olijke duo heeft ook een prothesebeen, een knipoog naar de Paralympiërs. Opnieuw een primeur, het is de eerste keer dat de Olympische en Paralympische Spelen dezelfde mascottes hebben. Het feit dat de mascotte van de Paralympics een zichtbare handicap heeft, draagt ook een duidelijke boodschap uit. De twee mascottes delen namelijk samen een motto:  “Alleen gaan we sneller, maar samen komen we verder”. Hier kun je ze bestellen.



 

De Olympische medaille en logo

Na de Olympische Vlam te hebben ontworpen voor de Spelen van Albertville 1992, werd Philippe Starck gevraagd voor het  ontwerp   van de medaille voor de Olympische Spelen van Parijs 2024. Zowel de kandidatuur van Parijs 2024 als de Medaille werden al op 11 juli 2017 in Lausanne voor de 89 leden van het IOC gepresenteerd in aanwezigheid van de Franse president Emmanuel Macron en de burgemeester van Parijs Anne Hidalgo.

Nederlagen en overwinningen zijn collectief. Achter elke atleet die streeft naar uitmuntendheid staan onzichtbare handen die het lichaam en de geest van de kampioenen begeleiden, ondersteunen en vormgeven. Een Olympische beloning is een collectieve prestatie die moet worden gedeeld. Het is dit idee dat Philippe Starck bij deze medaille heeft bedacht.

Tot op heden is de orde van bestelgrootte als volgt:

2533 Olympische medailles: 822 goud, 822 zilver, 889 brons.

2411 Paralympische medailles: 795 goud, 795 zilver, 821 brons.

Het olympische logo is ontworpen door de Franse ontwerper Sylvain Boyer van het Franse ontwerpbureau Royalties. Het gebruik van een vrouwenfiguur in het logo dient ook als een eerbetoon aan de Olympische Zomerspelen van 1900 in Parijs, waar vrouwen als eerste konden deelnemen.

 


Overnachten

Een vraag die mij vaak gesteld wordt; hoe zit het met de (betaalbare) hotelaccommodaties in Parijs gedurende de Olympische Spelen? Het antwoord is simpel: die zijn er niet. Als je nu nog moet gaan zoeken naar overnachtingen in Parijs dan ben je veel te laat. Alle hotels in de maanden juli en augustus 2024 zijn volledig volgeboekt. Er zijn nog schaarse mogelijkheden ver buiten Parijs. Dus mijn advies kijk altijd of je campingplaats, B&B, hotel of pension in de buurt ligt van een treinstation of een RER / metrostation.

 

Tour de France 2024

De Tour de France 2024 eindigt dit keer niet in Parijs maar op 21 juli 2024 in Nice. De laatste etappe zal niet met de traditionele sprint op de Champs-Élysées eindigen maar met een individuele tijdrit tussen Monaco en Nice. Voor de eerste keer in de geschiedenis zal de Tour elders dan in Parijs aankomen, dit vanwege de begindatum van de Olympische en Paralympische Spelen van Parijs 2024.

 

TIP

Heb je geen tickets voor de spelen kunnen bemachtigen. Geen probleem, in alle Olympische steden staan op diverse plekken grote beeldschermen opgesteld zodat je toch de spelen kunt volgen. En als je toch in de buurt bent voor de spelen knoop er dan nog een paar dagen aan vast om Parijs en omgeving te ontdekken. Met mijn boeken Ongewoon Parijs en ‘Rondom Parijsontdek juist die plekken waar je geen last hebt van hordes toeristen. En heb je geen zin in de spelen, Frankrijk biedt nog zoveel meer. Dus denk zeker niet dat je in juli en augustus nergens meer terecht kunt.