Jaarlijks gaan bijna 7 miljoen toeristen op pad om de Eiffeltoren te veroveren, maar slechts weinigen kennen de verborgen kanten van de ‘IJzeren Dame’. In deze blog maak je kennis met de geheime plekken, verboden voor het publiek.
Een originele werktekening van de fundamenten van de Tour Eiffel
Op 1 juni 1900 rolden 500 exemplaren van
‘La Tour de trois cents mètres’, gedrukt op velijn (perkament) en zorgvuldig
gebonden van de persen van uitgever Lemercier in Parijs. De auteur en
samensteller van dit monumentale werk was niemand anders dan Gustave Eiffel.
Het uit twee delen bestaande werk bevat een compleet overzicht van de Eiffeltoren,
het ontwerp, de technische bouwtekeningen, de bouw en de wijzigingen die in
1900 zijn aangebracht. In mijn bezit de prachtige herdruk, in 2006 uitgegeven
door Taschen. Het enorme boek, 37 cm. bij 53 cm., bevat 700 werktekeningen en
3600 gedetailleerde tekeningen van de onderdelen die geprefabriceerd werden in
de werkplaatsen van Eiffel. De aannemer was Gustave Eiffel, de ingenieurs waren
Maurice Koechlin en Émile Nouguier. De
architect was Stephen Sauvestre. Waar Maurice Koechlin en Émile Nouguier eerder
het bouwkundig aspect op zich namen en zorgden voor de technieken en
stabiliteit, nam Sauvestre het artistiek gedeelte van het ontwerp voor zich. De
bouw begon op 28 januari 1887 en duurde tot 31 maart 1889.
In juni 2023 had ik een exclusief
interview (zie mijn blog) met een van de directeuren van de ‘IJzeren
Dame’; Mr. Bob Franke. Eindhovenaar Bob Franke is al 24 jaar een van de
directeuren van de Eiffeltoren. Bij mijn bezoek in zijn privé appartement
beloofde hij mij, bij een volgende bezoek aan Parijs, persoonlijk rond te
leiden door de kelder van dit bijna 135 jaar oude monument. Eigenlijk zijn het
vier kelders. Onder elke pijler bevinden zich kelders die bestemd zijn voor
technische installaties of ruimtes in gebruik door het personeel van SETE, ‘La
Société d' Exploitation de la Tour Eiffel’. En van het een-ster
Michelinrestaurant Le Jules Verne. Vrijdag 27 oktober was het zover.
Mijn exclusieve gids voor mijn bezoek aan de kelders van de Tour Eiffel was Mr. Bob Franke, een van de directeuren van de Tour Eiffel
De toren was oorspronkelijk gepland op
de Chaillot heuvel maar dit bleek geen haalbare keuze voor een veilige
fundering. De keuze viel toen op de oevers van de Seine aan de kant van de
Champs-de-Mars in het verlengde van de Pont d’ Iéna waar de toren tevens dienst
zou doen als een enorme toegangspoort voor de Wereldtentoonstelling van 1889 die
van 6 mei tot 31 oktober 1889 plaatsvond.
De werkzaamheden begonnen in 1887. De
funderingen voor de zuid- en west pijlers, tot 7 meter onder de grond, werden
gebouwd in een tijdsbestek van slechts vier maanden. De palen aan de kant van
de Champs-de-Mars werden gebouwd op een bed van beton van 2 meter dik op een
onderlaag van grind.
Aan de kant van de Seine was het een stuk ingewikkelder omdat de funderingen lager kwamen te liggen dan de bodem van de Seine die er vlak langs stroomt. Tot op zo’n 15 meter diepte. Eiffel gebruikte dan ook een proces dat hij eerder al voor de bouw van diverse bruggen had gebruikt: verzegelde metalen kisten, waarin perslucht werd geïnjecteerd, zodat de arbeiders onder het waterniveau konden werken. De west- en noordpilaar hebben een eigen gemetselde fundering van 5 bij 10 meter, waardoor de funderingsdruk op de grond maar 3 tot 4 kilo per vierkante centimeter bedraagt. Uniek, als je weet dat de vier pilaren een gezamenlijk gewicht dragen van 7.300 ton. De toren staat dus niet met zijn voeten in het water maar rust op haar funderingen die verankerd zijn in de droge grond, zonder contact met het Seinewater.
In zijn bijna 135 jaar bestaan heeft de
Eiffeltoren te maken gehad met veel klimatologische gebeurtenissen waaronder
die in 1910 of de uitzonderlijke zware storm die over Parijs trok op tweede
Kerstdag 1999. Parijs registreerde die tweede kerstdag op Orly een gemiddelde
windsnelheid van 110 km/h en windstoten tot 173 km/h. In Parijs was daardoor
sprake van een zeer zware storm (windkracht 11), een record voor de Franse
hoofdstad. Maar niet één keer is de integriteit van de structuur en funderingen
in twijfel getrokken. De toren krijgt inmiddels zijn 19e verflaag en
wordt bij elke verfbeurt 60 ton zwaarder.
De officiële poster van de 'Exposition Universelle de Paris' 1889
Onder elke pilaar bevinden zich ruimtes die
gerelateerd zijn aan de werking van het monument en niet zichtbaar zijn voor
het publiek. Onder de voeten van miljoenen toeristen gaat een wereld schuil van
staal, mechanica, kabels, buizen cilinders en lokalen en het is dan ook nog
eens een uitzonderlijk voorrecht om een bezoek te kunnen brengen aan de
‘kelders’ van de Eiffeltoren. Op bepaalde dagen in het jaar, tijdens de Wereld
Erfgoeddagen, worden een beperkt aantal bezoekers toegelaten. De Europese
Erfgoeddagen zijn in 1984 ingesteld door de minister van Cultuur en
Communicatie, en worden meestal ieder jaar in het derde weekend van september
gehouden. Deze dagen zijn hèt culturele evenement na de zomervakantie, en het
succes ervan is het bewijs dat Fransen veel waarde hechten aan geschiedenis en
kunst.
Oost
We beginnen met de ruimte onder de oost-pijler, op de hoek van de avenue Gustave-Eiffel en de allée Jean Paulhan. Diep onder de oost-pijler bevindt zich het mechanisme van deze lift die nog steeds werkt volgens het principe uit 1899.
De drijvende kracht van de lift is
waterdruk. Door middel van een klep wordt water onder zeer hoge druk (40 tot 60
bar – in blauw weergegeven op tekening) in de leidingen gespoten. Dankzij deze
druk komt een ‘zuigerdragende’ wagen (chariot genoemd in de tekening) in
beweging die via een ingenieus ondergronds kabel-haspelsysteem (rood aangegeven
in tekening) is verbonden met de lift. Drie enorme cilinders (geelbruin in de
tekening) van ongeveer 200 ton die als contragewicht fungeren waardoor de lift
omhoog of omlaag gaat. Tot de jaren tachtig zat de liftbestuurder buiten de
cabine. Sindsdien is het stoom mechanisme gemoderniseerd en wordt het nu
beheerd door een elektromotor, onder het toeziend oog van technici. Een koperen
plaquette aan de muur met de tekst: “Cette machinerie d’ascenseur
hydraulique, mise en service en 1899 par Gustave Eiffel, a fonctionné sans
interruption jusqu’en 1987, année où elle fut restaurée et automatisée par la Société
Nouvelle d’Exploitation de la Tour Eiffel“, herinnert nog aan die tijd.
Drie enorme cilinders (geelbruin in de tekening) van ongeveer 200 ton fungeren als contragewicht waardoor de lift omhoog of omlaag gaat.
West
Net als de oost-pijler verbergt ook de
west-pijler, op de hoek van de quai Branly en de allée des Refuzniks, dezelfde fascinerende
machinerie van historische hydraulische liften, waarmee de liftcabines de 115
meter naar de 2e verdieping kunnen afleggen met een snelheid van 2
meter per seconde: de contragewichten, de trolley en de sets katrollen. De
pompen, machines en de controlekamer. Beiden liften zijn gebouwd door Roux,
Combaluzier & Lepape en maken echt deel uit van het historische erfgoed van
de Toren. De liften in de oost-pijler brengen 2x 46 mensen naar boven die in de
west-pijler weer naar beneden. Gemiddeld zo’n 100 keer per dag. De gemiddelde
reistijd, heen er terug, bedraagt 8 minuten en 50 seconden. De gemiddelde
afgelegde afstand door elke lift is ongeveer 5.000 kilometer per jaar.
Origineel en nog steeds te bewonderen het gereedschap van de smid uit 1887
Zuid
Je kunt je indenken dat een lift in die
tijd een technisch hoogstandje en een enorme nieuwigheid was. Er waren toen nog
nauwelijks gebouwen die ermee waren uitgerust, ook al begonnen we ze al in de
eerste Amerikaanse torens te zien. Gustave Eiffel had drie verschillende
systemen gepland om toegang te krijgen naar alle drie verdiepingen van de toren
die allemaal op hydraulische kracht werkten, met watertanks op elke verdieping.
Twee liften, geleverd door het Amerikaanse Otis, werden geïnstalleerd in de
noord- en zuidpijler. Ze werden getrokken door kabels en uitgerust met
gietijzeren contragewichten, met een veiligheidsvoorziening die bedoeld was om
ze te stoppen in het geval van een kabelbreuk of een te hoge snelheid. Tussen
de tweede en de derde verdieping werd de beklimming gemaakt door een verticale
hydraulische lift gebouwd door Edoux. De Franse ingenieur Félix Léon Edoux
presenteerde de eerste twee hydraulische liften voor civiel gebruik in de
machinegalerij op de Wereldtentoonstelling in Parijs van 1867. In 1884 gaf Gustave
Eiffel de opdracht aan Edoux voor een lift die de tweede verdieping met de top zou
verbinden. Deze lift was nog in werking tot 1983.
De rode bakstenentoren, die weliswaar niet meer in gebruik is, is nog steeds zichtbaar in de plantsoenen van de westelijke pijler
De drijvende kracht in die tijd was een
stoommachine die in de kelder van de zuidelijke pijler was geïnstalleerd. De verbrandingsgassen
werden afgevoerd via een 12 meter hoge schoorsteen die in de tuinen van de
westelijke toren werd gebouwd. Dit via een 116 meter lange pijp van 1,70 meter
hoog, 1,30 meter breed. De rode bakstenentoren, die weliswaar niet meer in
gebruik is, is nog steeds zichtbaar in
de plantsoenen van de westelijke pijler waar ook een kunstmatige grot is. In de
zomer is het bijna onmogelijk om het torentje te detecteren, omdat het omgeven
is door bomen en struiken. In de herfst, na het vallen van het blad, is het
iets beter te zien, maar het blijft alleen zichtbaar voor geoefende ogen.
Onder de zuidelijke pijler bevindt zich vandaag de dag de machinerie van de dienst- / goederenlift die uitsluitend bestemd is voor de behoeften van de activiteiten van de toren: onderhoud, receptie, schoonmaak, handel, catering etc. Hier bevindt zich ook de personeelsingang. Zodra ze de ingang en twee veiligheidspoorten zijn gepasseerd hebben zij toegang tot de lift die hen de mogelijkheid geeft om op alle verdiepingen te werken.
De privé-ingang van het sterren restaurant Le Jules Verne onder de zuid-pilaar
Restaurant Le Jules Verne
Vanuit hier gaat ook een privélift naar
het exclusieve een-ster Michelinrestaurant Le Jules Verne op de tweede etage
van de Tour Eiffel. De ingenieurs van Otis trotseerden de wetten van het
evenwicht bij het ontwerpen van deze lift die het panoramische restaurant op
115 meter hoogte bedient. Om de hellingshoek van de zuidelijke pijler te
volgen, ontwierpen ze een systeem gebaseerd op kabelbaantechnieken uit de
Alpen. Zo hangt de cabine aan een steun met hulpgeleiders, die zijdelingse
bewegingen onderdrukken en een soepele beweging garanderen. Het systeem wordt
aangedreven door een motor van slechts 18 KW die op het dak van het restaurant
is geïnstalleerd. Vanuit het restaurant heb je ook een prachtig uitzicht op de
twee enorme gele en rode tandwielen.
Het interieur van Le Jules Verne op de tweede etage van de Tour Eiffel
Ruim vooraf reserveren is hier een must.
Voor een vijf-gangen tasting menu betaal je € 255, zeven-gangen € 275 per
persoon, exclusief de wijnen maar inclusief toegang tot de toren. Heel
bijzonder is dat er in twee keukens wordt gekookt. Op de tweede verdieping is er een grote
functionele keuken, maar een deel van de voorbereidingen vinden plaats in de
kelder. De keukenbrigade aldaar beschikt over een goederenlift om het eten naar
de keuken van het restaurant te vervoeren, waar op het laatste moment de
nabereiding wordt getroffen. Oh ja en je zou het bijna vergeten, de keuken
staat onder leiding van chef Frédéric Anton. Chef-kok van het drie-sterren
Michelinrestaurant Le Pré Catelan in het 16e arrondissement. In 2018 nam hij,
in samenwerking met Sodexo, het restaurant Le Jules Verne over. In 2020 won hij
een eerste Michelinster voor Le Jule Verne.
Noord
Onder de noordelijke peiler, op de hoek
van de quai Branly en de allée Jean Paulhan, huisvest de kelder lokalen voor
het personeel van de Société d’Exploitation de la Tour Eiffel (SETE) die het
monument exploiteert: kantoren, kleedkamers, etc. De noordelijke pijler en de
lift werden in het najaar van 2018 gesloten om in januari 2019 te beginnen met
een volledige renovatie.
Deze lift van het merk Schneider, uniek
in zijn soort, dateert uit 1964: 50 ton ballast, een spoor met een helling van
54 graden naar de 1e verdieping en vervolgens 74 graden naar de 2e verdieping
met een piek van 115 meter moest een volledige renovatie ondergaan: van de
katrollen tot de rails, de rupsbanden, inclusief het contragewicht en zelfs de
dubbele cabine. De renovatie moet voor de start van de Olympische Zomerspelen
2024 zijn afgerond.
‘Le cantonnement’, een geheime bunker
En dan nog een mysterieuze bunker onder de Champs-de Mars. Discreet verborgen met een ingang halverwege het grasveld, tussen de Eifeltoren, het tijdelijke Grand Palais Éphémère en de École Militaire. Het ‘cantonnement’ is een ruimte enkele honderden vierkante meters groot. Een strategische plek met een rijke geschiedenis en niet toegankelijk voor het publiek. Nee, geen officiële bunker die de president van de republiek beschermt in geval van een vijandelijke aanval, nee, het is / was een militair radiostation.
Onder de grond een wir-war van gangen
Dikke stalen deuren bewaken de ingang naar dit geheime complex
Gebouwd tussen 1903 en 1908 om de profiteren van de hoogte van de
IJzeren Dame. Toen werd op de top een telegraaf gemonteerd en om ontdekking te
voorkomen begroef het leger zijn radiotelegraafstation onder de Champs-de-Mars,
verbonden met een tunnel naar de zuidelijke pijler, die onder de wandelpaden
doorloopt. (Echter deze tunnel wordt al tientallen jaren door niemand gebruikt).
Erg handig tijdens de Eerste Wereldoorlog. Op 25 oktober 1915 vond daar in het
grootste geheim het eerste trans-Atlantische telefoongesprek plaats tussen
generaal Gustave Ferrié en de commandant van de Arlington-basis in Virginia
USA.
Sinds het jaar 2000 zijn er alleen nog
maar kantoren en opslagruimtes. De cateringservice van de Eiffeltoren gebruikt
het onder andere voor opslag van fastfoodmaaltijden. Ook het restaurant Le Jules
Verne slaat daar voor een deel zijn voorraden op waaronder vers aangevoerde
schaaldieren vanuit Rungis, de dag voordat ze worden geconsumeerd. Tevens
bevindt zich daar de wijnkelder van het Jules Verne restaurant met daarin zo’n
2.500 flessen. De ingang bevindt zich halverwege de Champs-de-Mars.
Diverse plaquettes die op de Eiffeltoren die verwijzen naar de functie als telegraafstation
Toekomstdroom
Al jaren wordt er gespeculeerd,
gedroomd, om het quadrand onder de Eiffeltoren volledig te onderkelderen met de
mogelijkheid om tot op twee niveaus diep te graven. De ondergrondse ruimtes
zouden een oppervlakte van 1 tot 2 hectare beslaan. Er zijn ongeveer 7 miljoen
bezoekers per jaar ongeveer 24.000 per dag. Het project om een ruimte onder de
voeten van de Eiffeltoren te ontwikkelen is meer uit noodzaak dan uit een
opwelling geboren, volgens de uitleg van de president van SETE Jean-François
Martins, die tevens locoburgemeester van Parijs is en belast met Sport,
Toerisme de Olympische en Paralympische Spelen. Een nieuwe entree, te
vergelijken met de ondergrondse toegang van het Grand Louvre, een museum dat
speciaal gewijd is aan het historische gebouw en zijn schepper Gustave Eiffel,
een filmzaal, souvenirwinkels, een centrale kassa en zelfs restaurants.
Bezoekers kunnen dan ook profiteren van een garderobe, bagageopslag en
informatiepunten. Alles om bezoekers een betere gastvrije ruimte te bieden en
wachttijden aangenamer te maken. Het
stadhuis van Parijs zou opdracht hebben gegeven voor de uitvoering van een
technische en financiële studie met betrekking tot de haalbaarheid. Maar
vooralsnog is het een toekomstdroom.
De visionair in zijn kantoor op de derde etage van de Eiffeltoren die volgend jaar 135 jaar bestaat