Misschien kent u de bekende zwart-wit foto van de Franse fotograaf Robert Doisneau: ‘La Concierge aux Lunettes’ gemaakt in 1945. Doisneau werd vooral beroemd door zijn foto's van het straatleven. Hij noemde zich eerder een ‘beeldenvisser’ dan een ‘beeldenvanger’, onder andere omdat hij zich mengde (onderdompelde) tussen zijn onderwerpen, als een geduldige voorbijganger die een zekere afstand tot zijn onderwerpen houdt en afwacht tot zich een klein verhaal afspeelt. Zijn foto's zijn vaak doortrokken met humor, maar ook met nostalgie, ironie en tederheid. ‘La Concierge aux Lunettes’ voldoet helemaal aan het cliché beeld van de Parijse conciërge: Ze is oud, klein, kromgegroeid, lelijk en nors, maar een onverzettelijk vrouwtje dat al te nieuwsgierige toeristen van de romantisch ogende binnenplaats verjaagt. Glurend vanuit hun loge, waar de tv altijd aanstaat, achter een vaal raampje met een weggeschoven gordijntje. Ze horen net zo bij het Parijse beeld als de obers met hun smetteloze witte voorschoten, als de ‘petits cafés’ op de zinken comptoirs en de violetkleurige kaartjes van de métro.
‘La Concierge aux Lunettes’ - foto gemaakt door Robert Doisneau in 1945
Maar de oude vertrouwde Parijse conciërge dreigt uit te sterven: de ‘bewakers’ van appartementencomplexen, die vaak een hele sociale functie vervullen, worden steeds meer vervangen door elektronische toegangscontroles en particuliere schoonmaakbedrijfjes.
“Een stad zonder conciërge heeft geen
geschiedenis, geen smaak en is flauw als een soep zonder peper en zout, een
vormeloze ratatouille”, schreef de Franse romanschrijver Céline in 1932 in zijn
Reis naar het einde van de nacht . Parijs dreigt zo'n smakeloze stad te worden.
De cijfers spreken voor zichzelf. In de vroege jaren tachtig telt INSEE het
‘Institut National de la Statistique et des Études Économiques’ bijna 30.000
conciërges in Parijs. Dertig jaar later, bevatten de meest optimistische
schattingen 17.000 conciërges in de hoofdstad, waaronder 1250 met een sociale
uitkering.
De loge, vaak niet groter dan 15 m²
Het overgrote deel van de conciërges in
Parijs is van Spaanse of Portugese origine. Ze kwamen ooit als immigranten naar
de hoofdstad en namen daar het stokje over van de generatie die hun wortels
hadden in de Franse regio Bretagne. Sinds de aanslagen in Parijs van november
2015 doet het Parijse stadhuis nog een
laatste poging het tij te keren, want elk jaar verdwijnen er zo’n 2000. Voor de
grootste vakbond van de beroepsvereniging, de ‘Syndicat National Indépendant
des Gardiens d'Immeubles, Concierges et Professions Connexes’, zijn de
problemen veelzijdig; de leegloop naar aanleiding van de lage lonen en de te
kleine pensioenen. “Videocamera’s en digicodes vervangen niet het wakend oog
achter het gordijn dat altijd gedeeltelijk geopend is. “Het is een wanhopige
situatie”, zei een woordvoerder. “Met wat ze verdienen, zijn er weinigen in
staat geweest om geld opzij te zetten om vervolgens iets voor hun zelf te
kopen. Vaak zijn het alleenstaanden met familie in het buitenland waar ze
nauwelijks een band mee hebben. Sommige mensen staan bij hun pensioen
letterlijk op straat.”
Afhankelijk van hun werkzaamheden, verantwoordelijkheden en ‘schaarse’ opleiding verdient een ‘Gardien-conciërge d’immeuble’ in Parijs bruto tussen de € 1361,16 en de € 1799 per maand. Het salaris, conform een in de wet vastgelegde CAO, geregistreerd bij een vakbond, omvat verschillende elementen; het contractuele maandsalaris, een senioriteitsbonus (3% van het basissalaris per 3 jaar) en een 13e maand, uitsluitend bij een voltijd baan. De medewerkers zijn verdeeld in twee categorieën A en B. De werknemers in categorie A hebben een deeltijd baan en krijgen geen gratis huisvesting toebedeeld. Die is alleen weggelegd voor de categorie B, een voordeel voor hen in natura. De verhuurder zorgt voor verwarming, maar de overige kosten zijn voor de huurder. Het behang in de loge, vaak niet groter dan 15 m², wordt volgens contract eens keer per vijf jaar vervangen.
Rue d'Annam, 20e
arrondissement, een chique appartementencomplex
In het 12 arrondissement vlakbij de Place de la Nation maak ik kennis met Mechda in haar kleine donkere tweekamerwoning op de begane grond van een appartementen complex. Ze woont daar met haar gezin, man en twee kleine kinderen. Haar baan is vijftig uur in de week inclusief de zaterdag. “Ik begin om 07:00 met het buitenzetten van de afvalcontainers en maak een begin met het reinigen van de gemeenschappelijke ruimtes. Vervolgens sorteer ik de post en schuif die onder de deuren van alle appartementen, verdeeld over zeven etages. Ook neem ik alle pakketten die bezorgd worden in ontvangst. De middag is meer gewijd aan de wekelijkse taken; het reinigen van de ramen, de zeven trappen en het poetsen van het koperen deurbeslag. Ik ben ook nog verantwoordelijk voor de tuin en de omliggende groene ruimte. Mijn man doet de technische installatie. Om financieel rond te komen onderhoudt hij nog drie andere gebouwen. Vaak moet ik ook nog eens achter de huurpenningen aan of slechte betalers berispen. Best zielig, want er wonen hier mensen met heel kleine pensioentjes die nauwelijks rond kunnen komen.”
Wat vind je leuk aan de baan?
Mechda denkt na. “Het contact met de bewoners. Iedereen stopt wel voor een praatje. Ik ken hun problemen en hoor vaak de nieuwtjes als eerste.”
Wat stoort je het meest?
De mensen die altijd komen klagen, bijvoorbeeld over het kind van de buren dat te veel lawaai maakt. De woningen zijn hier erg gehorig. Ik moet dan de zaak weer oplossen. Of ouders die mij als een soort van oppasmoeder verslijten, om op de kinderen te letten als ze uit school komen.
Wat verdien je?
“Ik ontvang € 1400 in de maand. De
woning waar ik woon is gratis. Ik betaal alleen een kleine vergoeding voor de
elektriciteit maar niet voor verwarming, die is inbegrepen.”
Aan het eind van het jaar krijg ik van de bewoners altijd een geldbedrag tussen de € 40 en € 150, maar de crisis is hier ook duidelijk van invloed.
Mag ik een foto van je maken?
“Nee, liever niet”.
Mechda zelf wilde niet op de foto, de
kat mocht wel
De gemeente Parijs is nu een actie begonnen tot het behoud van de conciërges in de stad. Dit is een van de lessen van de aanslagen van Parijs in november 2015, toen meerdere conciërges tijdens deze donkere dagen vele slachtoffers hebben gered of onderdak hebben verleend. Zeven conciërges werden geëerd met de bronzen medaille van de stad Parijs.
In dit licht bezien heeft de
gemeenteraad van Parijs besloten om alle conciërges beter te trainen. Een
initiatief dat met open armen is ontvangen door het Rode Kruis en de dienst
Burgerbescherming. Dit jaar moeten 2000 conciërges zijn getraind in het geven
van eerste hulp. “De training voldoet aan twee belangrijke aspecten: Enerzijds
die van de terroristische context die we sinds 2015 hebben gekend en anderzijds
de dagelijkse ongevallen waar de bewakers van gebouwen snel kunnen ingrijpen,
"aldus Ian Brossat, plaatsvervangend burgemeester van Parijs en
verantwoordelijk voor alle zaken die verband houden met huisvesting en
noodopvang. De vakbonden zijn nog steeds
wantrouwig. Zolang er geen sprake is van politiehulpjes, maar leren om te gaan
met gewonde, zieke of oudere mensen, is het een goede zaak." Aldus
Philippe Dolci, vice-president van de vakbond. Vandaar dat in de Parijse
voorstad Pantin een deeltijdopleiding voor conciërges is gestart. Deze school
biedt uitzicht op een vaste baan met een beloning van net iets boven het
minimumloon, dat nu € 1201 netto per maand bedraagt. De opleiding is gratis en
speciaal bedoeld voor werkzoekenden in achterstandswijken. Op het programma
staan onder andere de vakken hygiëne, toezicht en wet- en regelgeving op het
gebied van sociale woningbouw.
Terwijl ik mijn blog schrijf moet ik
denken aan een passage uit het boek van Wilfred de Bruijn: ‘Op zoek naar mijn
Frankrijk’, een boek wat ik je zeker kan aanbevelen!
Hij beschrijft daar een situatie over
het appartement waar hij woont in de wijk Belleville, wat nogal krakkemikkig
is. Op een dag blijkt de voordeur te klemmen en stuurt de verhuurder van het
appartement vervolgens een mailtje om haar van het probleem op de hoogte te stellen.
Binnen vijf minuten krijgt hij antwoord en wilde haar meteen terugschrijven en
bedanken voor haar snelle reactie. Zijn Franse vriend Olivier stak daar meteen
een stokje voor. Je mag in Frankrijk absoluut niet met iets aardigs beginnen
want dan krijg je helemaal niets voor elkaar. Je schrijft: “Madam u veroorzaakt
een groot probleem, er kunnen de ergste dingen gebeuren. Mocht ze daar niet op
reageren dan vervolg je dit met een nog bozere email”. Wilfred voelde zich
duidelijk ongemakkelijk. Dat hard spelen heeft voor een groot gedeelte te maken
met het feit dat men in Frankrijk geen vertrouwen heeft in de ander, een
diepgeworteld wantrouwen. Daarom is in Frankrijk alles dichtgetimmerd met
wetten. De boze e-mails hebben waarschijnlijk niet geholpen want zijn voordeur
is jaren later nog steeds niet gerepareerd.
Ik moest denken aan Mechda en haar man die daar waarschijnlijk zeker op zouden hebben geacteerd. Hopelijk worden zij in de toekomst, net als in het appartementengebouw van Wilfred de Bruijn niet vervangen door een viercijferige digicode.
‘Op zoek naar mijn Frankrijk’ Wilfred de Bruijn; een persoonlijk portret van een prachtig land vol tegenstellingen. Uitgeverij Meulenhoff – ISBN 978 90 290 9193 0 - € 19,95
Een ander mooi boek: ‘De conciërge van
rue de Grenelle 7’ (Franse titel: l'Elegance Du Herisson – Elegant als een
egel) een roman van Muriel Barbery uit 2006.