Paris FvdV is een niet commercieel weblog speciaal voor kenners en liefhebbers van de stad Parijs - en voor hen die dat willen worden. Parijs is een stad met een gewichtig verleden, respectabel en gerespecteerd. Het is totaal niet nostalgisch. Parijs is er in geslaagd om, soms op brutale maar altijd op elegante wijze, om te gaan met zijn grootse monumenten. Ze te beschermen en te integreren in de nieuwe dynamiek van de stad. Parijs is een meester op het gebied van herstel en transformatie. U zult er nooit in slagen een volledig overzicht te maken van plekken en verhalen, die allemaal op hetzelfde punt uitkomen en de glorie van deze stad bezingen. toch wil ik een poging wagen. Wekelijks wil ik u niet alleen informeren over wat Parijs nog meer te bieden heeft, maar ook wil ik mijn liefde voor deze stad op u over dragen. In de hoop dat het raakt aan iets wat u herkent of voelt. Ferry van der Vliet.

Privacy verklaring: Indien u weblog Paris FvdV, dat bij Google-Blogger is ondergebracht, leest en reageert op de blogs van Paris FvdV, doet u dat vrijwillig en is uw IP-adres en mailadres - indien u dat vermeld - bekend en wordt opgeslagen. Ook uw schuilnaam waaronder uw reageert wordt opgeslagen. Paris FvdV zal uw gegevens nooit aan derden doorgeven. We houden uw gegevens privé, tenzij de wet of rechtelijke macht ons dwingt uw gegevens aan hen te verstrekken. Datalekken in het systeem vallen onder de verantwoordelijkheid van Google-Blogger. Door weblog Paris FvdV te bezoeken en/of de op of via deze weblog aangeboden informatie te gebruiken, verklaart u zich akkoord met de toepasselijkheid van deze disclaimer. Google gebruikt cookies om services te leveren en verkeer te analyseren dus uw IP-adres en user-agent zijn bij Google bekend, samen met prestatie- en beveiligingsstatistieken om servicekwaliteit te garanderen, gebruiksstatistieken te genereren, misbruik te detecteren en maatregelen te treffen.

woensdag 30 maart 2016

SERGE GAINSBOURG; CHANSONNIER, MUZIKANT, COMPONIST, LIEDJESSCHRIJVER, PROVOCATEUR, REBEL, VROUWENZOT, CHARMEUR, MINNAAR, SCHUINSMARCHEERDER, CAFÉ- GANGER, KETTINGROKER, VADER, ECHTGENOOT EN PARISIEN.

25 jaar geleden, op 2 maart 1991, maakte een hartaanval tijdens zijn slaap een einde aan het leven van Serge Gainsbourg. Die geruisloze dood stond in schril contrast met het leven van deze Franse zanger en levensgenieter.

Het doet mij onwillekeurig terugdenken aan maart 2011. Bij toeval ben ik in de rue de Verneuil in het 7de arrondissement. Altijd als ik in Parijs ben ga ik even kijken op nummer vijf bis, omdat dit huis er geen dag hetzelfde uit ziet. In mijn ooghoek stopt plotseling een zwarte auto waaruit een frêle jonge vrouw stapt met lang donkerblond haar en met daar in gestoken een grote zwarte zonnebril. Zorgvuldig vermijdt ze oogcontact en welhaast schichtig opent ze de deur om gevolgd door een tweetal fotografen snel het pand binnen te gaan. Voor ik het mij goed en wel realiseer stond ik net oog in oog met de dochter van Jane Birkin en Serge Gainsbourg; Charlotte. De rue Verneuil 5bis was het woonhuis van haar vader en is na zijn dood, door haar toedoen, nog altijd onveranderd. Aan deze bijzondere ontmoeting moet ik terug denken als ik de DVD zit te bekijken van "La Vie Héroïque", een film over het leven van Serge Gainsbourg gemaakt in 2010, negentien jaar na zijn dood. “Het is niet de waarheid van Gainsbourg die me interesseert, maar het zijn zijn leugens”. Met deze uitspraak geeft de regisseur Joann Sfar al direct aan op wat voor soort film je je kunt voorbereiden.

Serge Gainsbourg is een van de meest tot de verbeelding sprekende namen uit de Franse populaire cultuur van de vorige eeuw. In 1928 zag Lucien Ginsburg het levenslicht als zoon van Jiddische ouders. Joseph en Oletchka Ginsburg waren tijdens de Bolsjewistische revolutie Rusland uitgevlucht en in Parijs neergestreken, waar vader Ginsburg werkte als nachtpianist in bars en nachtclubs en zijn moeder muziekles gaf aan het conservatorium. Oletchka had eigenlijk tot een abortus willen overgaan maar zag daar op het laatste moment vanaf, geschrokken door de zware ingreep. "Al voor mijn geboorte ben ik aan de dood ontsnapt" Zou Serge later zeggen.

Lucien Ginsburg, Lulu voor intimi, ging snel in de leer bij zijn vader, maar diep in zijn hart lag zijn grote passie bij schilderen. Zijn speeltuin was Porte de Clichy. Op z'n twaalfde schilderde hij al de 'meisjes' van Clichy. De hoeren van de buurt ontfermden zich als moederlijke juffen over hun snoezige wereldvreemde welpje, die ze gierend van het lachten de fijne kunstjes van hun vak leerden. Zijn 'éducation sentimentale', zo noemde hij zijn avonturen in de straten van woelig en robuust Pigalle. Tijdens de oolog wordt de familie gedwongen om te vluchten naar het Franse platteland. Vlak voor zijn vlucht uit Parijs staat de jonge Ginzbourg als eerste op de stoep bij de prefect van Clichy om een jodenster in ontvangst te nemen. "Een eer", zegt de wijsneus. Als de prefect hem vraagt waarom hij die ster zo graag wil dragen antwoordt hij: "Het is niet mijn ster, monsieur. Het is die van u"!  Voor schut gezet schopt de prefect de provocateur het gemeentehuis uit. Of deze anekdote waarheid is? Wat doet het er toe, Gainsbourg vond het in ieder geval de moeite waard om te vertellen.

Van Ginsburg naar Gainsbourg
Uit geldgebrek werkte Ginsburg twee jaar lang als mandolineleraar in een weeshuis te Champfleur, dat vooral plaats bood aan kinderen wiens ouders de gaskamers niet hadden overleefd. Toen hij het weeshuis binnenging was zijn naam nog Lucien Ginsburg. Een naam waar hij zich altijd mateloos aan ergerde. Een 'kappersnaam' vond hij en dus kwam hij op de proppen met een alternatief, iets wat in zijn ogen wel erg sexy klonk. Serge Gainsbourg. Serge was de voornaam van de directeur van het instituut.

Na de oorlog, nadat hij van de Ecole des Beaux-Arts was afgetrapt, probeerde Serge als 'kunstschilder' in leven te blijven met het inkleuren van filmposters. Gainsbourg was ook niet vies van vrouwen. De lijst van de hem toegedichte veroveringen in de jaren vijftig en zestig is volgens biografen lang genoeg om de Gele Gids te kunnen vullen. In 1957 regelt zijn vader, getergt door het leven van zijn zoon als schuinsmarcheerder, voor hem een baantje als barpianist in het café chantant 'Milord l'Arsouille' aan de rue de Beaujolais 5, in het eerste arrondissement van Parijs, waar hij de stiltes voor de voorstelling mag wegspelen. Hier maakt hij kennis met Léo Ferre, Jacques Brel en Boris Vian. Het is Boris Vian, de lijkbleke zanger met zijn verlammende teksten en ijle piepstem, die de onzekere pianist onder zijn hoede neemt en hem stimuleert om solo te gaan zingen. In het cabaret komt hij ook in contact met Dennis Bourgeois en Jaques Canetti. Zij stellen hem in staat om een aantal zelf gecomponeerde nummers op de plaat uit te brengen. In de film 'Vie héroique' is te zien hoe Gainsbourg na een bedwelmende drankorgie zijn schildersezel aan stukken slaat en vervolgens de brand schiet in zijn olieverfdoeken. Serge Gainsbourg de compositeur chansonnier wordt geboren. In 1958 verschijnt zijn eerste 25 centimètres: Du chant à la une'. 

Hij wordt een van de meest productieve songleveranciers in de jaren zestig, vooral voor jonge vrouwelijke sterren van het Franse Chanson. Waar zijn collega's blijven steken in zoet gevooisde liefdesballades hebben Gainsbourg's liedjes, als erotisch geschimpscheut, altijd wel iets schunnigs en scandaleus in petto. "Voor een vrouw te schrijven is de meest elegante manier om haar te dienen en tegelijkertijd te bezitten", aldus Gainsbourg.

Hij verleidde de vrouwen door ze aan te vallen. Zo schrijft hij voor Juliette Gréco, Isabelle Adjani, Isabelle Aubret, Dalida, Françoise Hardy, Mireille Darc, Catharine Deneuve, en Petula Clark, maar zijn bekendste nummer uit die periode is het winnende liedje op het Eurosongfestival in Napels; 'Poupée de cire, poupée de son' voor France Gall. Allemaal zongen ze het liefst Gainsbourg, want als tekstschrijver-componist was hij goud waard.

Tijdens zijn carrière schreef Serge Gainsbourg soundtracks voor meer dan 40 films en regisseerde er vier. Zijn grootste hit, Je t'aime moi non plus, was zeer erotisch getint. Hoewel bedoeld voor zijn muze Brigitte Bardot (Bonnie & Clyde, Harley Davidson), werd het niet met haar stem uitgebracht (haar man Guenther Sachs eiste dat de release werd stopgezet), maar met die van zijn toekomstige vriendin Jane Birkin. Van de hit single worden meer dan zes miljoen exemplaren verkocht. Gainsbourg hield er van om te choqueren, zijn teksten gekenmerkt door scherpe randen en diepe gelaagdheid. Zoals met zijn Album 'Histoire de Melody Nelson', gebaseerd op de roman Lolita of met een rock album volledig gewijd aan het Nazisme. In 1978 nam hij in Jamaica een reggaeversie op van het Franse volkslied, de "Marseillaise", "Aux Armes et cetera" , samen met de band van Bob Marley, The Wailers. Op het einde van zijn leven werd Gainsbourg steeds controversiëler, hij weigerde concessies te doen aan het grote publiek. Zijn meest bekende provocatie toen hij  "I want to fuck you" zei tegen Whitney Houston tijdens een tv programma of live op TV een briefje van 500 Franse Francs verbrandde als protest tegen de hoge belastingen. Zijn liedjes werden steeds excentrieker zoals het super-dubbelzinnige "Lemon Incest" opgenomen samen met zijn dochter Charlotte, toen 12 jaar.

Als jonge snaak was Gainsbourg niet de knapste thuis, maar dat stoorde hem naar eigen zeggen niet. "Lelijkheid is superieur aan schoonheid, lelijkheid blijft duren, schoonheid niet.....". Brigitte Bardot noemde hem een aandoenlijke quasimodo met een schurkenbek, doelend op zijn altijd drie dagen oude 'barbe à l'Italiënne'. Boris Vian roemde hem als de nachtuil met het immer trieste gelaat. Correspondent en Frankrijk-kenner Jan Brusse kenschetste de zanger als een sombere uil die iedere nacht van het ene Parijs cabaret naar het andere fladderde om er zijn troosteloze chansons te fluisteren. "Zo afgeleefd ziet hij er uit, zo door-en-door vermoeid zijn z'n bewegingen, dat je steeds vreest dat hij het volgende liedje niet meer zal halen. Zijn grote ogen, waarop zware oogleden steunen, schijnen zich alleen maar af te vragen waarom dit alles noodzakelijk is". Gainsbourg was wel gewend aan de vernederingen die hem in zijn jonge leven als joods jongetje en onbeholpen zanger van bedenkelijk allooi te beurt waren gevallen. Hierdoor wist hij als geen ander de belediging als stijlmiddel te cultiveren, voor zijn alomvattende behoefte aan liefde en aandacht. Als er een ding was waar Serge Gainsbourg van genoot dan was het wel aandacht. Hij werd vaak extravagant genoemd, maar die toevoeging is gewoon te braaf voor deze man. Serge had figuurlijk controversieel op zijn voorhoofd staan. "Ik vermaak de wereld met injecties van lichte perversiteit en ik zal u beledigen tot u van me houdt".

Met zijn hulpeloze viriliteit wist hij aan de amoureuze sentimenten van de meest adorabele vrouwen te appelleren. Achter die ongeschoren, ongewassen look van de brutale mannenman met zijn diepe ijzige stem, de warrige lokken en de witte schoenen, herkenden zij een kwetsbare gevoeligheid. Na zijn scheiding van Françoise Pancrazzi, van wie hij twee kinderen had, had hij een kortstondige en heftige verhouding met Brigitte Bardot. Tot 1980 leefde hij samen met de veel jongere Britse Jane Birkin, die naakt voor hem moest poseren om zijn verworven imago als coole playboy hoog te houden. Van haar kreeg hij zijn dochter Charlotte. Zij moest het beeld van Serge, de incestueuze erotomaan bevestigen. Daarop volgde de 21 jaar jongere mannequin Caroline von Paulus, alias Bambou, bij wie hij een zoon had; Lucien. Zij moest de longen uit haar lijfje zingen terwijl ze deed of ze door sado Serge met zweepjes in extase werd geranseld. Na zijn dood werd ook bekend dat hij tegelijk een discrete verhouding onderhield met een zestienjarige fan en een 'vriendschappelijke' relatie met een twaalfjarige.

Midden in de jaren tachtig ging het bergafwaarts met de gezondheid van Gainsbourg. Een leven vol sex, drugs, alcohol en sigaretten liet zijn sporen na. Het kapot gaan van zijn relatie met Jane Birkin is hij uiteindelijk nooit meer te boven gekomen. Na de breuk met Jane draaft Gainsbourg steeds meer dronken op in talkshows. In 1973, toen hij 44 jaar oud was kreeg hij zijn eerste hartaanval. Toen de ambulance hem thuis oppikte, nam hij twee essentiële zaken mee; een deken - die in het ziekenhuis waren zo lelijk - en twee sloffen sigaretten van zijn favoriete merkt Gitanes. Vanaf zijn ziekenhuisbed zou hij twee dagen later een interview geven om te verkondigen dat hij vanaf dat moment nog meer zou gaan roken en drinken.  Uit de as verrees een nog veel gruwelijker onbehouwen monster. Het overmatige alcoholgebruik en de 140 dagelijkse Gitanes mais-sigaretten hadden zijn lever vergiftigd, zijn hart op springen gezet en zijn ogen met een zeldzaam virus aangetast. Zelfs in het getemperde licht aan de rue de Verneuil 5bis droeg hij een donkere zonnebril. Toch bleef hij zich van televisieshow naar televisieshow slepen, slempend en paffend, om vervolgens  achter de piano de tekst van zijn liederen te vergeten en met een afsluitend scheldwoord het podium te verlaten.

Op 2 maart 1991, een maand later zou hij 63 zijn geworden, sloop de Franse zanger als een dief in de nacht weg uit dit leven. De arts constateert een 'natuurlijke' dood. De erotomaan stierf als Frankrijks meest verguisde, minst begrepen, maar ook meest beminde zanger. Het stoffelijk overschot werd begraven in het familiegraf van de Ginzburgs op het Cimétiere Montparnasse, daar waar ook Simone de Beauvoir, Jean-Paul Sartre en Charles Baudelaire begraven zijn. Zijn graf en zijn woning aan de rue Verneuil 5bis zijn tot de dag van vandaag bedevaartplaatsen voor zijn vele fans. Het huis kunt u niet missen, het is bedekt met graffiti als een permanent eerbetoon aan deze veelzijdige man.

Voor het huis van Gainsbourg aan de rue du Verneuil 5 bis

Naar aanleiding van het 25-jarig overlijden van Gainsbourg zijn er twee bijzondere evenementen die ik onder uw aandacht wil brengen. Allereerst de expositie over het leven van deze Franse legende in Galerie de l'Instant in Parijs. Deze expositie is nog te zien tot en met 31 mei 2016 in de rue de Poitou 46, 3e arrondissement.

De Nederlandse Britta Maria en pianist/zanger Maurits Fondse brengen het levensverhaal en repertoire van Serge Gainsbourg ten tonele. Zijn repertoire wordt op unieke wijze gebracht in nieuwe arrangementen van Maurits fondse. In de voorstelling 'Serge Gainsbourg Forever', worden de mooiste chansons van Gainsbourg gespeeld, ondersteund door het Red Limo String Quartet, Nicolaas Duin (accordeon) en met fragmenten uit zijn boeiende levensverhaal samen met authentiek beeldmateriaal.

In Tilburg op zondag 8 mei; Paradox
In Arnhem op donderdag 19 mei 2016; Luxor Live
In Bergen op zaterdag 28 mei; Ruinekerk
In Amsterdam op zaterdag 4 juni; Tolhuistuin
In Den Haag op zaterdag 11 juni; Atelier Mee in Zee

Het familiegraf op het Cimétiere Montparnasse


Je n’ai rien à te dire sinon que je t’aime ». C’est un beau titre, non ? 
Serge Gainsbourg 1928 - 1991


woensdag 23 maart 2016

2016; BESTEMMING PARIJS MET PASEN

"Wij zullen nooit kunnen bevatten, waarom je haat zaait, dood en angst.
Zoals zij nooit zullen snappen; onze liefde duurt het langst"
Brussel 22 maart 2016

Toegeven aan terreur is geen optie vandaar toch deze blog.

Pasen valt vroeg dit jaar. Zondag 27 en 28 maart 2016, is het al weer zover. Pasen, Pâques op z'n Frans, is zo,n heerlijk lentemoment waarbij niets moet en alles mag. Maar net wel even feestelijker dan een normaal weekend. Dus waarom niet met de kids of alleen met z'n tweetjes naar Parijs. Jaarlijks trekt de stad meer dan dertig miljoen toeristen aan. Pasen en het begin van de lente, zijn voor toeristen twee belangrijke redenen om een heerlijk lang weekend door te brengen, in deze majestueuze stad.

Er valt ook zoveel te beleven in Parijs gedurende het Paasweekend

Ik ontvang vaak vragen van hoe het is om met Pasen in Parijs te zijn? Allereerst, maakt het niet uit wanneer je in Parijs bent, het is altijd een feest om daar te zijn. Ten tweede kent Parijs geen tweede Paasdag, dus alle winkels, musea en vele restaurants zijn gewoon open. En ten derde, op de vraag wat kunnen we allemaal doen die dagen, heb ik voor jullie 9 van mijn mooiste wandelingen, die ik in de afgelopen blogs beschreven heb, eens op een rij gezet. Simpel klikken op de hyperlinks, knippen en plakken en u heeft 9 complete routebeschrijvingen, die jullie brengen naar de mooiste plekjes van Parijs, naar de leukste restaurants, de heerlijkste terrassen en op nog veel meer bijzondere plaatsen. Tevens geef ik een aantal tips voor Parijs met kleine kinderen.

Maar allereerst de leukste Hollandse fietstour in Parijs doe je met 'Paris by Bike'! Deze ontdekkingstocht op de fiets laat kanten van Parijs zien waar je met metro, boot of tourbus nooit zult komen. Dankzij het vertrekpunt in hartje centrum is het genieten vanaf de eerste minuut. Het Nederlandse team onder leiding van Yvonne America laat je de ins en outs zien van deze betoverende lichtstad. Je fietst langs vele bezienswaardigheden als het Louvre en de Notre Dame, maar gaat vooral verder dan het Parijs van de antieke ansichtkaart. Op een Omafiets langs de Seine? Een drankje in een Franse bistro? Je beleeft het allemaal: Spannende verhalen, grappige anekdotes en originele tips zorgen voor een onvergetelijke dag in parijs. Paris 4 Kids is een ludieke en interactieve fietstour toegespitst op kinderen! Het beste begin van jouw weekend Parijs!

Met de Nederlandse Yvonne America door het bekende en onbekende Parijs - Paris by Bike

En welke wandeling gaan wij nu nemen?

Wandeling 1: 'Cultuur snuiven'
Saint-Germain-des-Prés wordt gezien als de literaire en intellectuele wijk van Parijs. Hier worden sinds eeuwen boeken geschreven en gedrukt. Hier bevindt zich een deel van de universiteiten, wetenschappelijke en literaire boekhandels, antiquairs, dè kunstacademie, galerieën en legendarische cafés waar veel beroemde schrijvers en kunstenaars hun wijntje kwamen drinken. Na de Tweede Wereldoorlog werd de wijk geroemd om haar nachtleven en jazzkelders. Van Juliette Gréco (inmiddels 87 jaar) tot Jean-Paul Sartre en Boris Vian; kunstenaars en intellectuelen bezorgden deze wijk een vitaliteit die tot in de jaren zeventig voortduurde.

Wandeling 2: 'Passie voor Passy'
Het 16e is een schitterende buurt voor wandelaars. Met serieuze hoogteverschillen en de chicste gebouwen. Meer dan de helft van Arthur Guimard's (de ontwerper van de metro-ingangen van glas en ijzer) gebouwen staan hier, complexen die hoge welstand verraden. Een arrondissement met bevoorrechte wijken, prachtige uitzichtpunten en mondaine straten, maar ook smalle steegjes, die niet meer zijn veranderd sinds Atget ze vastlegde op de gevoelige plaat. 'Le seizième' behoort tot 'les beaux quartiers', de mooie wijken van Parijs. Het is op stand wonen, net zozeer en misschien nog wel meer dan in het zevende. Het is een buurt van deftige mensen die zich zouden schamen om ergens anders in Parijs te wonen. Wonen in het 16e staat ook bijzonder goed op je visitekaartje. Kortom ze zijn BCBG; of wel 'bon chic, bon genre'.

Passy: Rue Berton dat zo zou passen in de beelden van het Parijs van Eugène Atget.

Parijs is een filmstad, één groot indrukwekkend decor. Elke dag wordt er aan gemiddeld tien films gewerkt. Elke week zijn er vijfhonderd films te zien in 83 bioscopen die samen 376 schermen hebben en gemiddeld per jaar zo'n 27 miljoen bezoekers trekken. De meeste films worden opgenomen in Montmartre, waaronder 'La vie en rose' over het leven van Edith Piaf of 'Le fabuleux destin d'Amélie Poulain'. Dankzij Amélie schoot het buurtje rond de rue Lepic als een komeet omhoog. Café des Deux Moulins, rue lepic nummer 15, veranderde van een klein buurtcafé in een drukke en hippe uitgaansgelegenheid. Andere filmplekken uit de film zijn eveneens opgenomen met Montmartre als decor; zoals in de rue des Trois Frères, bij het metrostation Lamarck-Caulaincourt en op de vele trappen rondom de Sacré Coeur. Onze filmset is gesitueerd aan de achterzijde van de Butte Montmarte; spannend en romantisch tegelijk.

Montmartre: Rue du Chevalier de la Barre

Een wandeling vol met geheime straatjes, onbekende passages en verrassende binnenplaatsjes. Ontdek de ambachtelijke geheimen van de rue du Faubourg Saint-Antoine. Een op zich lelijke straat in het 11e arrondissement, maar wel een straat vol met verrassingen. Hier ontdekt u, achter de grote poorten, bijna geheime binnenplaatsen, het antieke Parijs. Doodlopende steegjes en passages, die uitsluitend toegankelijk zijn voor voetgangers. Op sommige plaatsen lijkt het of de tijd stil is blijven staan en of u zo de foto's van Eugène Atget of Charles Marvilde binnenloopt. In deze nog authentieke binnenplaatsen zetelen de laatste ambachtslui, de schrijnwerkers van de hoofdstad. Zij illustreren de teloorgang van een eens zo welvarende bedrijfstak.

Faubourg Saint Antoine: Een wandeling vol met geheime straatjes, onbekende passages en verrassende binnenplaatsjes

Wie op zoek is naar vernieuwing vindt die zonder moeite in het 13e arrondissement. Een wijk in beweging of zoals de Fransen zeggen: "Un quartier qui bouge". Wie op een actuele kaart van Parijs kijkt ziet rond de nationale bibliotheek een groot wit gebied gemarkeerd met 'secteur en traveaux'. Zo'n twintig jaar geleden begon men hier met de herinrichting van deze zone, Tolbiac genaamd. En deze werkzaamheden gaan nog door tot 2025. De opening van de Bibliothèque National de France in 1995  en de aanleg van metrolijn 14 was het startsein voor het grootste project op het gebied van stadsvernieuwing in Parijs sinds baron Haussmann. Onze wandeling begint vanaf het metrostation Gare Austerlitz (ligne 5, 10 en RER C).

Deel twee van deze bijzondere wandeling door het 'nieuwe Parijs'

Tolbiac: Een van de mooiste 'nieuwe' parken van Parijs; het Parc de Bercy

In april 2010 presenteerde de Parijs burgemeester Bertrand Delanoë een opzienbarend en ambitieus plan om de kades langs de Seine nieuw leven in te blazen en terug te geven aan de Parijzenaars. "Auto's zullen in hogere mate geweerd worden en wandelaars en fietsers krijgen volop ruimte. De kades moeten gebruikt gaan worden voor sport, cultuur en natuur", aldus Delanoë. "We willen de oevers en hun schoonheid teruggeven aan de Parijzenaars en aan iedereen die van Parijs houdt. Ik wil dat het plaatsen worden om te leven en te ontspannen, en niet langer een autosnelweg door de stad". In 1991 werden de stenen kades door de Unesco op de lijst van beschermd werelderfgoed gezet. "Parijs is ontstaan aan de Seine. Hoe kunnen we accepteren dat die as, die dwars door de stad loopt, alleen nog dient als autoweg?" zei Delanoë, als een soort indirecte repliek aan Georges Pompidou. (Bron Frank Renout - Journalist) Sinds de zomer van 2012 is het zover. Een boulevard van 2,3 kilometer met in en langs de Seine, drijvende tuinen, wandelpaden, sportveldjes atletiekbanen, grote foto-exposities en klimmuren voor kinderen. Dit alles links en rechts gelardeerd met vers gras, plantenkassen, zitbanken, strandstoelen en heel, heel veel bloemen. De drijvende tuin alleen als een promenade van 1800 m²  gebouwd rond vijf eilanden Een groot deel van het 40 miljoen euro kostende project wordt afgerond in 2013. De nieuwe boulevard genaamd 'Les Berges de Seine' loopt van net voorbij de Eiffeltoren tot even voorbij het Musée d'Orsay.

Berges de Seine: Drijvende tuinen met mistfonteinen; prachtig voor jong en oud

Wandeling 8: 'Ménilmontand'
Veel van het dorpse karakter van de dorpjes Belleville, Charonne en Ménilmontant is bewaard gebleven. Zij dragen nog steeds de sporen van hun landelijk verleden, van de arbeiders die werkten in de gipsgroeven en de wijngaarden van de Parijse kloosters. Hier kwamen de arbeiders hun zuur verdiende Francs verdrinken in de guinguettes, de cafés en 'bals musettes'. Hier debuteerden Maurice Chevalier, Yves Montand en Edith Piaf op straat en in de verschillende café-chantants. Vele straatnamen herinneren nog aan de grote hoeveelheid waterbronnen en aan het rijke wijnbouwverleden: Rue des Cascades (waterval), rue de la Duée (kleine bron), rue des Rigoles (slootjes) en rue des Vignoles (wijngaard).

Hoog tijd voor een wandeling door Ménilmontant Om het verrassingselement te behouden ga ik niet alle bezienswaardigheden voor u beschrijven maar wel de route die u het beste kunt bewandelen. We beginnen bij de uitgang van het metrostation Saint Fargeau en nemen de rue Saint Fargeau die overgaat in de rue de Ménilmontant..........

Ménilmontand: De place Maurice Chevalier. Tijd voor een  Espresso

Wandeling 9:  'Onbekend Marais'
Het square Jean XXIII achter de Notre Dame. Voor mij, de bijna duizendjarige Notre Dame met haar indrukwekkende zuilen en steunberen. Al jaren de inspiratiebron voor romans en legenden, toen Parijs nog als een groot dorp aan haar voeten lag. Hier begint vandaag uw wandeling op wat vroeger nog een weiland was vol met populieren, waar de 'Ludoviciens' hun vee liet grazen; het Île Saint Louis een samenvoeging van het vroegere Île aux Vaches en het Île Notre-Dame.

Marais: Een van de mooiste straatjes van Parijs: de rue des Barres

In februari 2014 verscheen een zogenaamd reis-doe-boek voor kinderen en hun ouders. Uitgegeven door Uitgeverij Link naar teksten en ideeën van Robin Bertus. 'Parijs reis-doe-boek voor kinderen' neemt het hele gezin mee op avontuur in Parijs waar met name de kinderen op een speelse en zeer leerzame wijze kennismaken met de Franse hoofdstad. In het midden van het boek zit een kaart van Parijs, waar aan de hand van allerlei voorbeelden in het boek, de gebouwen zelf kunnen worden getekend en gepositioneerd op de kaart. Spelenderwijs maken ze kennis met de Franse taal en worden meegevoerd door de stad aan de hand van fraaie foto's en leuke tekeningen vormgegeven door Lisa van Gaalen. Vol met leuke tips en links naar allerlei websites. Het boekje, een absolute aanrader, kost slechts € 9,95. (ISBN 978-94-62321-59-5)

Een absolute aanrader dit Parijsboekje voor kinderen

Verder kunnen de kinderen op verschillende plekken in de stad eieren gaan rapen: 'Les Chasses aux oeufs'. Onder andere onder aan de voet van de Eiffeltoren op het Champs de Mars liggen 15.000 eieren verborgen. De gevonden eieren moeten wel worden gedeeld met de deelnemende kinderen.  Zondag 27 maart van 10.00 uur tot 12.00 uur en 14.00 uur tot 16.30 uur. Deelname € 5 per kind.

Ook het Musée de Montmartre verwelkomt kinderen van 2 tot 12 jaar voor een grote paasjacht naar verborgen eieren in de Renoir tuin. Hun missie? zoek 6 eieren van verschillende kleuren in de fraaie tuin, tussen de bloemen, bomen en struiken die de tuin bewonen. aan het eind van hun expeditie, die eindigt bij het prieel van de tuin, met een prachtig panorama over van de wijngaarden van Clos Montmartre, ooit vereeuwigd door Auguste Renoir. bij inlevering van de 6 eieren ontvangen de kinderen een verrassing van chocolade en snoep. Zondag 27 en maandag 28 maart, 2016, van 11:30. Gratis voor kinderen onder 10 / 5,50 € per kind 10-12 jaar / € 9,50 per volwassene.
Musee de Montmartre, rue Cortot 12-14, metro Lamarck-Caulaincourt. De paasjacht is gratis voor kinderen tot 10 jaar. Meer plekken in de stad waar u uw kinderen kunt aanmelden voor de jaarlijkse jacht op paaseieren vindt u op de website van 'Sortir à Paris'.

TIP: Koop bij de eerste de beste krantenkiosk een stratenboekje van Parijs inclusief metro- en busoverzicht. De kaarten zijn handig ingedeeld per arrondissement. Vraag naar de gids 'Plan de Paris' van l'indispensable', of 'Paris par Arrondissement' van Blay Foldex (handig als je een leesbril nodig hebt) of de gids van 'Paris Pratique'

Last but not least beloofde ik u een aantal bijzondere restaurants. Die vindt u door hier te klikken. Een trip langs mijn 'uit eten' tips.


Fijne paasdagen.

dinsdag 15 maart 2016

JUWEELTJES IN PARIJS; TWEE RESTAURANTS OM VAN TE SMULLEN

Italianen willen mensen verwelkomen door te delen wat ze hebben, hoe eenvoudig dat ook is. Het levensdoel van een Italiaan is om mensen te eten te geven. En veel!
La convivialità; dit woord legt uit wat eten voor de Italianen betekent. Mensen te eten geven is voor de Italiaan dé manier om hen welkom te heten. bij elke maaltijd - of u nu arm bent of rijk - draait het om het samenzijn en om de gezelligheid met anderen, want samen eten is een genot. Zo zou ik l'Osteria dal Gobo willen omschrijven.

Osteria Dal Gobo

Het restaurant van Luigi Menegale is gevestigd op 26 van de rue Bergère in het 9e arrondissement. Een nietszeggende zijstraat van de rue Faubourg Montmartre. Waar kennen we die ook weer van? Oh ja.....daar is een ander juweeltje van Parijs gevestigd namelijk restaurant Chartier. De leukste manier om te lopen naar dit restaurant is om tegenover Chartier de cité Bergère in te lopen, een van de prachtige onbekende binnenstraatjes die Parijs rijk is. Aan het einde van deze passage ga je links af en schuin aan de overkant liggen twee restaurants: Taveerne Dal Gobo en een paar deuren verder Osteria Dal Gobo. Beide van dezelfde eigenaar, gebruikmakend van dezelfde keuken. De eerste keer kwam ik bij toeval met goede vrienden in de Taveerne die het midden houdt tussen een uitdragers winkel en een restaurant. Geen enkele stoel in het restaurant is het zelfde, alles wat je ziet is te koop en de ober loopt met alle bestellingen op en neer tussen de twee panden. Een wonderlijk maar ook een lachwekkend gezicht. Weer of geen weer de heerlijkste gerechten komen allemaal via de voordeur op je tafel.

Je neemt letterlijk plaats tussen kunst en kitsch

De Osteria is één grote huiskamer. Hier ben je te gast bij Gigi, zoals Luigi Menegale door zijn vrienden wordt genoemd. Bij binnenkomst passeer je een grote tafel, meer een altaar, vol met verse antipasti: Caponata, salade met kappertjes en anjovis, artisjoksalade met Parmezaanse kaas, ingemaakte groenten, gebakken gevulde sardienes, parmaham met vijgen, rundercarpacio, pancetta met kaassaus, radicchiosalade met champignons en gorgonzoladressing. Een luid "buonasera" schalt meteen van achter uit het restaurant. Gigi  mompelt nog wat in het Italiaans maar brengt je meteen naar een deel van het restaurant waar je met enig passen en meten feilloos tussen past. Waar je ook plaats neemt in het restaurant, je raakt niet uitgekeken op de grote hoeveelheid foto's aan de wand - met Gigi als stralend middelpunt - geplakt tussen de groots mogelijke 'kunst en kitsch'. Gigi naast onbekende en bekende grootheden zoals Gina Lolobridgida, Dalida, Amanda Lear, Adamo, Op de achtergrond prachtige Italiaanse muziek. Dit keer 'Vivere' van Andrea Boccelli; durf te leven, hoe toepasselijk.

Bij binnenkomst passeer je een grote tafel, meer een altaar, vol met verse antipasti

De neef van Gigi schuift bijna geruisloos een schoolbord met daarop geschreven de dagverse producten op de stoel naast je. Vino rosso? Gul wordt je bediend van een overheerlijke Italiaanse Valpocelli en met gul bedoel ik gewoon volle glazen. Hier hoeven er duidelijk geen vijf uit een fles. De neef van Gigi doet mij denken aan de butler James uit 'Dinner for One', steeds op tv tijdens elke jaarwisseling en ooit geschreven in de jaren '20 van de twintigste eeuw. "The same procedure as last year, Miss Sophie?" en Miss Sophie antwoordt: "The same procedure as every year, James!".
Intussen wordt je tafel vol gezet met kleine schoteltjes antipasti. Het schoolbord doet je kiezen tussen de heerlijkste gerechten; een overheerlijke klassieke risotto met granakaas, inktvis of met vongoles. Diverse soorten spaghetti's, linguines, pappardelle en gnocchi's. Fegato, kalfslever op z’n Venetiaans, filetto di manzo; runderbiefstuk met morieltjes. "Buon appetito", het feest kan beginnen.

Luigi Menegale trakteert op een belcanto vol vibrato uit zijn Napolitaanse of Siciliaanse repertoire

Dal gobo betekent de bochel in het Italiaans en heeft niets te maken met de gebochelde van de Notre Dame maar met die van de Rialto vismarkt in Venetië. In het naoorlogse Venetië groeide Luigi Menegale op in een gezin van zeven kinderen. Mede door zijn moeder creëerde hij een passie voor koken, werkte in diverse restaurants van Serenissima (de republiek Venetië) zoals Danieli, Nuova Grotta en Colomba. In de jaren '60 trok hij, zoals vele Italianen, naar Frankrijk om daar zijn geluk te beproeven, en succesvol! Bezat ooit 20 restaurants in Parijs waaronder Marcopolo, le Petit Laurent - rue de Varennes, La Famiglia - rue de Bourgogne en le Floriani - avenue Victor Hugo. Vandaag de dag heeft hij er nog vier waaronder drie in de rue Bergère plus een wijnbar. Een restaurant wordt gerund door zijn vrouw Oca Nera en nog een in Meaux.

'Un baccio' voor Gigi als op de achtergrond 'per amore' klinkt van Andrea Bocelli

Osteria dal Gobo is een van mijn geheimen die ik nu aan u prijsgeef. Een heerlijke traditionele, betaalbare, eenvoudige, authentieke Italiaanse keuken. Waar alles spektakel is in een buitenissige  ambiance en waar u af en toe wordt getrakteerd op een belcanto vol vibrato van Luigi zelf uit zijn Napolitaanse of Siciliaanse repertoire. Een charmante gastheer pur sang samen met zijn exotische Afrikaanse serveersters. En na afloop, limoncello van het huis.  

Osteria dal Gobo is een van mijn geheimen die ik nu aan u prijsgeef

L'osteria dal Gobo, 26 rue Bergère, 9e arrondissement, métro Grands Boulevards.


Een zoektocht op de late avond naar een restaurant bracht mij bij toeval bij een restaurant in de buurt van 'les halles', de vroegere voedselhallen van Parijs. Het deed mij sterk denken aan het boek van Emile Zola; 'Le Ventre de Paris'. "De wagens arriveerden aan één stuk door, de kreten van voermannen, de zweepslagen, de vergruizing van de straatstenen onder het ijzer van de wielen en de paardenhoeven werd erger, en de wagens kwamen alleen nog maar schoksgewijs vooruit. Ik bevond mij voor het kolossale bedrijf dat de zwelgpartij van die dag van eten zou voorzien. Ik kan in het vage licht de rode stapels vlees onderscheiden, manden met vis, glinsterend met een zilveren glans, bergen groenten die de schaduw doorspikkelen met witte en groene vlekken". Restaurant L'Epi d'Or - de gouden aar, of ik zo de negentiende eeuw binnenstapte. Het interieur onveranderd sinds de tijd dat de werknemers van de hallen hier op kracht kwamen, na het sjouwen van kisten vol met groenten en zware zakken gevuld met aardappels. In die tijd ging het restaurant pas open om 10.00 uur 's avonds en sloot om 2.00 uur in de nacht om vervolgens op 5.00 uur in de ochtend weer open te gaan, om de hongerigen van de nacht te voeden. Als de geschiedenis hier zijn verhaal kon vertellen.

In de schaduw van de inmiddels verdwenen hallen is dit juweeltje blijven staan

Sinds de verplaatsing van de hallen in 1969, even buiten Parijs naar Rungis, opent het restaurant om 19.30 uur en sluit de keuken om 23.00 uur. De ontvangst door Madame Pascalline Pelletier is vriendelijk, warm en identiek aan de tijd van vroeger. Hier serveert men nog altijd vanuit de zuiverste Franse traditie. Goede gerechten zonder enige pretentie, en vers bereid vanuit de eigen keuken. Alles lokaal geproduceerd en ingekocht bij haar leveranciers die ze angstvallig geheim houdt. ‘fait maison’ is hier al jaren van toepassing. Mijn mond begint te watertanden bij het zien van de kaart. Mijn keuze die avond: Oeufs Cocotte à La Lyonnaise, Gigot à la Cuillère; lamsbout die zeven uur bereidingstijd nodig heeft en dan nog de huisgemaakte Tarte Tatin.

Madame Pascalline Pelletier - rechts - een gastvrouw' pur sang' 

Om mij heen wordt alleen Frans gesproken en er is geen toerist te zien. Ik betrap mij er op dat ik overpeins om ook dit juweeltje niet te delen op mijn weblog, maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Bij het afscheid laat Madame Pascalline  mij nog een aandenken zien uit vroegere tijden. Een pilaar met daarop een koperen gasleiding met een soort aansteker. Hier gingen de mannen staan om hun sigaar eerst zorgvuldig voor te verwarmen door deze over de volle lengte boven een vlam heen en weer te bewegen. Volgens haar een heel belangrijk ritueel, waardoor de smaak van de sigaar zich volledig kon ontwikkelen. Wijzend naar het plafond nog een laatste detail; de sporen van de stoppen van Champagne die in 1902 werden opengetrokken. Á Bientôt et merci. Voldaan en volmaakt tevreden loop ik naar buiten. Buiten is het stil op straat en ik stop héél even om mij voor te stellen hoe het hier 100 jaar geleden moet zijn geweest.

Het interieur van de Gouden Aar - l'Epi d'Or - of de tijd stil is blijven staan


Restaurant L’Epi d’Or, rue Jean-Jacques Rousseau 25, 1e arrondissement, métro Louvre, Chatelet.

dinsdag 8 maart 2016

OPÉRA GARNIER

Zeker, u heeft er waarschijnlijk vaak vóór gestaan, maar bent u er ooit naar binnengegaan? Met deze blog hoop ik daar verandering in te brengen.

Het is 14 januari 1858, Napoleon III en zijn vrouw Eugénie ontsnappen maar nipt aan een aanslag op de keizer in het operagebouw in de rue Le Peletier door de jonge Italiaanse revolutionair Felice Orsini. Bij de aanslag vallen 8 doden en 156 gewonden. Ook de paarden van de koets met daarin het Keizerlijk paar komen om. Baron Haussmann was getuige van deze gebeurtenis. Twee maanden later geeft de keizer het bevel tot de herinrichting van het quartier en de bouw van een nieuw vrijstaand operatheater zodat de veiligheid optimaal kan worden gewaarborgd. Het zogeheten 'nouveau Paris'. In dit nieuwe 'quartier des Grands Boulevards' moesten cafés, restaurants en warenhuizen zich gaan vestigen. Een wijk waar de leden, afkomstig uit adel en de gegoede burgerij, zich met elkaar verbonden kunnen voelen.

Place de l'Opéra met op de achtergrond de Opéra Garnier gefotografeerd op een autoloze zondag in Parijs

In 1860 worden er 170 ontwerpen gepresenteerd, waarvan er uiteindelijk zeven worden geselecteerd. Uieindelijk gaat de uitbesteding naar de pas 35-jarige, nog vrijwel onbekende Charles Garnier. De winnaar wordt uitgenodigd in het Paleis aan de Tuillerieën om zijn plannen in detail uit te leggen aan het keizerspaar. Het verhaal gaat dat Keizerin Eugénie zich bij deze gelegenheid openlijk vijandig gedroeg tegenover de architect omdat haar favoriete ontwerp van Viollet-le-Duc niet was verkozen. Haar kritiek op het ontwerp was dat het geen stijl had. Het was niet Grieks, noch Louis XVI noch Louis XV. Welke stijl is dit eigenlijk was haar vraag?  Garnier pareerde zelfbewust: "Neen Madame, die stijlen hebben hun beste tijd gehad. Dit is de stijl van Napoleon III en dan durft u te klagen?" "Parijs mag geen fabriek worden. Parijs moet een museum blijven", en daarmee veroverde hij het hart van de keizer.

De achterzijde gezien vanaf de place Diaghilev

De bouwwerkzaamheden ondervonden vele moeilijkheden. Een waterhoudende ondergrond, de Frans-Pruisische Oorlog, de opstand in 1871 en een brand. De opera werd in 1875 ingewijd zonder de opdrachtgever, die na een nederlaag in 1870, na de slag bij Sedan, in ballingschap had moeten gaan. Hij stierf in 1873, 64 jaar oud in Engeland en werd bijgezet in de Sint Michaelsabdij te Farnborough in het graafschap Hampshire. Zijn enige zoon Napoleon Eugène Lodewijk werd door Bonapartisten tot 'Napoleon IV' uitgeroepen. Hij zou echter nooit regeren. Een leuk detail is dat op de dag van de inwijding Garnier omgerekend € 18 voor zijn plaats in de tweede loge moest betalen.

Boven op het gebouw aan weerszijde 7,5 meter hoge beeldhouwwerken van Charles Gumery;  L'Harmonie en La Poésie

Geen ander bouwwerk vertelt ons zo veel over de behoefte aan uiterlijk vertoon in een bepaalde periode als de Opéra Garnier. Het gebouw presenteert een bombastisch overladen buitenkant die wordt gedomineerd door een machtige kroon, symbool van de keizerlijke waardigheid van Napoleon III. De bouw van de opera slokte in veertien jaar bouwtijd drieëndertig miljoen Franse franc op. Alleen al aan de weelderige decoratie werkten negentig kunstenaars. Niets duidt op alle 'nieuwe' materialen uit die tijd; ijzer en glas. De stalen constructies werden fraai ommanteld met steen. Het ontwerp was duidelijk bedoeld om al vanaf een afstand indruk te maken. Een neo-barokke paleisfaçade verwelkomt de bezoeker. Diverse kunstenaars zorgden voor de monumentale beeldhouwwerken waaronder 'La Danse', De Dans, kopie naar Jean-Baptiste Carpeaux, door Paul Belmondo en vrouwenbeelden die lantaarns dragen en worden toegeschreven aan Carrier-Belleuse. Daarachter verheft zich de groen koperen koepel met aan weerszijde 7,5 meter hoge beeldhouwwerken van Charles Gumery (L'Harmonie en La Poésie) geheel uitgevoerd in bladgoud, gevolgd door een stenen puntdak waarin het toneelhuis is ondergebracht. Aan de zijde van de rue Scribe bouwde Garnier het Pavillon de l'Empereur, een paviljoen met een eigen dubbele oprit, zodat de keizer veilig vanuit zijn koets de suite kon binnengaan die vervolgens uitkwam op de Koninklijke loge.

De Grand Escallier

Het interieur biedt alles wat je in 'une nuit a l'opéra' mag verwachten. Een echte entree compleet met een 'Grand Escalier', een gigantische theatrale trap waarin 33 soorten marmer zijn verwerkt. Massieve onyx balustrades, grote kandelabers, vrouwenbeelden die lantaarns dragen, brons, koper en bladgoud, heel, heel veel bladgoud. Een Grand Foyer waarvan het plafond is bedekt met mozaïeken. Een vijf verdiepingen hoog auditorium in de vorm van een hoefijzer, met een orgie van rood fluweel, gipsen cherubijnen en goud bladwerk dat contrasteert met de immense plafondschildering, biedt plaats aan 1971 zitplaatsen. Een aantal met "vue partielle", wat betekent, dat je maar gedeeltelijk zicht hebt op het toneel dat maar liefst 450 figuranten kan herbergen. In 1964 werd de oorspronkelijke plafondschildering 'Dag en Nacht' van Lenepveu, door Chagall overgeschilderd met een werk van 220 m² voorstellend motieven uit de wereld van beroemde opera's en balletten.

Je komt ogen te kort bij het betreden van de centrale hal

Wie niet meteen met Carmen of Tosca vertrouwd is, kent misschien wel 'the Phantom of the Opera'. In deze musical wordt gevaren op een meer dat onder de Parijse Opéra Garnier ligt. Dat is geen fantasie, het bestaat nog steeds en er heeft zelfs vis in gezwommen. Een technicus kwam op het idee er forellen te kweken. De forellen 'kweekten' evenwel als konijnen en zijn collega's kwamen hier 's middags vissen. De lepe technicus verving de malse forellen dan maar door barbeel. Het vlees van de barbeel was de vissers veel te taai en ze lieten het al gauw afweten.

In 2011 bracht ik een privébezoek aan het 'meer', compleet met bronnen afkomstig van een zijtak van de Seine de rivier Grange Batelière en schreef hierover het volgende: Voorzichtig loop ik achter Gilber Harnay, brandweerman en al vierendertig jaar verantwoordelijk voor de brandveiligheid van het Palais Garnier, maar voor deze gelegenheid is hij mijn gids. Met in de ene hand een gigantische bos sleutels en in de andere hand een krachtige schijnwerper volg ik hem zwijgzaam over stenen trappen en door de lange smalle gangen, verboden voor het publiek, naar een immense gewelfde kelder van ruim 2500 m².

De ingang naar het basin onder de opera

We stoppen bij een ijzeren hek. Mijn gids draait zich om en zegt met een zware stem; "le lac, c'est ici...", hier is het meer. Hij draait zijn sleutel in het hangslot en opent de zware ijzeren deur die toegang geeft tot het meer. Met zijn lantaarn schijnt hij naar beneden langs een ijzeren trap die in het water steekt. Ongeveer een meter lager schittert het water in het licht van de lantaarn. Het meer ligt onder onze voeten zegt hij op langzame toon. Het dient als waterreservoir indien er brand is in het gebouw en voor duiktrainingen van de Parijse brandweer. Bij een lage waterstand kun je er varen met een boot. Het meer is eigenlijk een groot caisson van 50 bij 20 meter, zo'n 3 meter hoog en bezaaid met kolommen.

Even dwalen mijn gedachten af naar de prachtige slotscene uit de Phantom of the Opera waar het Spook met zijn geliefde Christine per boot het meer verlicht met honderden fakkels oversteekt. "Geen weg terug meer, de laatste drempel zijn we overgestoken, dus sta hier -  en kijk hoe hij brandt…  We hebben de weg terug  achter ons gelaten…". Het luid dichtvallen van het ijzeren hek brengt me weer tot de werkelijkheid.
Ook Louis de Funès maakt in zijn film 'La Grande Vadrouille' (1966) gebruik van deze onderaardse waterweg.

De musical verwijst ook naar de grote kroonluchter in de theaterzaal. De proloog begint namelijk met een veiling waar oude decorstukken en rekwisieten van het Opéra Populaire theater worden verkocht. Een oudere man, genaamd Raoul Vicomte de Chagny, koopt een muziekdoos in de vorm van een aap, en herinnert zich nog goed waar hij dit ding voor het laatst zag. Het laatste stuk dat onder de hamer gaat is een kroonluchter, die volgens de veilingmeester verbonden is aan het mysterieuze 'Spook van de Opera' en een door hem vele jaren geleden veroorzaakt ongeluk. Maar weinigen weten dat dit gestoeld is op een waar verhaal. Op 20 mei 1896 volgen tweeduizend mensen de repetitie van Faust. Plots begeven de tegengewichten van dit immense kristallen gevaarte het. De reusachtige kroonluchter die maar liefst 8 ton weegt stort naar beneden. Als bij een wonder valt er onder de regen van kristal en brons maar één dodelijk slachtoffer. Zou het Spook van de Opera hier iets mee te maken hebben gehad?

Het kunstwerk van Marc Chagall met in het midden de 8 ton wegende kroonluchter

In de boetiek kun je potjes honing kopen van de bijen die op het dak wonen. De korven aarden blijkbaar uitstekend te midden van de stedelijke drukte, de verkeersopstoppingen en de pollutie.  Wellicht ontsnapt u een kreetje à la Maria Callas bij het horen van de prijs ervan. Japanners zijn er gek op en dat bepaald misschien ook wel de marktwaarde.

Vreemd genoeg duurde het 136 jaar voordat de Opéra Garnier een restaurant kreeg. Op 1 juli 2011 was het dan zover en kon de creatie van de Franse architect Odile Decq worden opengesteld voor het publiek. 90 personen kunnen plaatsnemen in de, natuurlijk, rood gekleurde fauteuils van Poltrona Frau. Via een wel heel apart trappenstelsel, rijkelijk voorzien van rood pluche kom je in het restaurant dat gesitueerd is midden in het operagebouw. Onder de authentieke gewelven zweeft een prachtige mezzanine langs gegolfd glas dat weer de contouren van de buitenzijde volgt.  De verlichting is van het Italiaanse topmerk iGuzzini. 3 jaar bouwen en 6 miljoen euro's verder was Parijs weer een bijzondere locatie rijker. Het restaurant met terras is gesitueerd op de hoek van de rue Gluck en de rue Halévy. Restaurant L’Opéra, onder leiding van Chef Chihiro Yamazaki, is geopend zeven dagen in de week van 7 uur 's morgens tot middernacht.

Het interieur van Restaurant L’Opéra een  creatie van de Franse architect Odile Decq

De Russische danser Rudolf Nureyev was lange tijd (1983 - 1989) verbonden aan de Opéra Garnier. In 1984 werd bij hem HIV geconstateerd. Niet de ziekte maar hartproblemen werden de beroemde danser fataal. Hij stierf op 6 januari 1993 in Parijs, slechts 54 jaar oud. De begrafenisdienst werd gehouden in de marmeren foyer van het Palais Garnier.
In 1990 nam de nieuwe Opéra de la Bastille de positie van het belangrijkste Parijse operatheater over. Sindsdien worden er in de Opéra Garnier nog maar af en toe opera's opgevoerd. Zij is nu hoofdzakelijk het toneel van operettes, musicals en ballet. Wie kent niet de prachtige scene uit de Franse film Intouchables met Omar Sy and François Cluzet, waar Driss en Philippe een voorstelling bijwonen van Don Giovanni. Driss moet onbedaarlijk lachen bij het zien van een tenor verkleed als boom en die ook nog eens zingt in het Duits.

De Grand Foyer

Het mooiste is natuurlijk om het operatheater 's avonds tijdens een uitvoering mee te maken. Maar het gebouw is ook overdag te bezichtigen. Elke dag geopend van tien uur 's morgens tot vijf uur in de middag. De ingang en het loket voor de toegangskaartjes (€ 7,--) bevind zich op de hoek van de rue Scribe en de rue Auber.  Wilt u eens een privébezoekje brengen aan de Opéra dan kunt u schrijven naar benedicte@cultival.fr

Nog een laatste tip. Neem na uw bezoek aan de Opéra Garnier plaats op het terras van het aan de overkant gelegen Café de la Paix, waarvan het interieur ook van de hand van Charles Garnier is. Hier komt de hele wereld aan je voorbij. Overdag is de buurt vooral druk met handel, de drie grootste banken van Frankrijk zijn hier in de buurt gevestigd. Maar ook de twee grote warenhuizen Printemps en Galeries Lafayettes en vele chique en dure winkels. 's Avonds trekken de theaters, Olympia zit om de hoek, en bioscopen een heel ander publiek. Met recht wordt dit het quartier des Grands Boulevards genoemd.

Alleen al het fotograferen van zoveel schoonheid bezorgde mij bijna een nekhernia

"Parijs heeft een schoonheid die me vaak nerveus maakt, omdat ik voel hoe kwetsbaar en bedreigd ze is". De Franse schrijver Julien Green in zijn boek Paris (1983).