Paris FvdV is een niet commercieel weblog speciaal voor kenners en liefhebbers van de stad Parijs - en voor hen die dat willen worden. Parijs is een stad met een gewichtig verleden, respectabel en gerespecteerd. Het is totaal niet nostalgisch. Parijs is er in geslaagd om, soms op brutale maar altijd op elegante wijze, om te gaan met zijn grootse monumenten. Ze te beschermen en te integreren in de nieuwe dynamiek van de stad. Parijs is een meester op het gebied van herstel en transformatie. U zult er nooit in slagen een volledig overzicht te maken van plekken en verhalen, die allemaal op hetzelfde punt uitkomen en de glorie van deze stad bezingen. toch wil ik een poging wagen. Wekelijks wil ik u niet alleen informeren over wat Parijs nog meer te bieden heeft, maar ook wil ik mijn liefde voor deze stad op u over dragen. In de hoop dat het raakt aan iets wat u herkent of voelt. Ferry van der Vliet.

Privacy verklaring: Indien u weblog Paris FvdV, dat bij Google-Blogger is ondergebracht, leest en reageert op de blogs van Paris FvdV, doet u dat vrijwillig en is uw IP-adres en mailadres - indien u dat vermeld - bekend en wordt opgeslagen. Ook uw schuilnaam waaronder uw reageert wordt opgeslagen. Paris FvdV zal uw gegevens nooit aan derden doorgeven. We houden uw gegevens privé, tenzij de wet of rechtelijke macht ons dwingt uw gegevens aan hen te verstrekken. Datalekken in het systeem vallen onder de verantwoordelijkheid van Google-Blogger. Door weblog Paris FvdV te bezoeken en/of de op of via deze weblog aangeboden informatie te gebruiken, verklaart u zich akkoord met de toepasselijkheid van deze disclaimer. Google gebruikt cookies om services te leveren en verkeer te analyseren dus uw IP-adres en user-agent zijn bij Google bekend, samen met prestatie- en beveiligingsstatistieken om servicekwaliteit te garanderen, gebruiksstatistieken te genereren, misbruik te detecteren en maatregelen te treffen.

donderdag 28 november 2013

JEU DE PAUME & ERWIN BLUMENFELD

Gedurende de Paris Photo-editie van 2013 heb ik de hele week doorgebracht in Parijs. Ik kan u verzekeren, gedurende dit evenement kom je ogen maar vooral tijd tekort. Het was dus een kwestie van keuzes maken, die vaak werden beïnvloed door de rijen wachtenden voor de deur. Een van de fototentoonstellingen die ik jammer genoeg heb laten schieten was 'Genesis' van  Sebastião Salgado in het 'Maison Européenne de la Photographie' aan de rue de Fourcey in de Marais. Gelukkig loopt deze tentoonstelling nog tot en met 5 januari 2014 en heb ik weer een reden om terug te gaan naar de stad waar ik op de een of andere manier mijn hart aan heb verloren.
Vanuit Paris Photo in het Grand Palais is het maar een klein stukje lopen naar wat ik noem 'de nobelste tuin van Parijs'; de Tuilerieën. Bij de ingang aan de place de la Concorde neem ik de trappen en sta een ogenblik stil om te genieten van het prachtige uitzicht. Het is een typisch Frans park met een Italiaanse touch, want het was Catharine de Médicis die het liet aanleggen in 1559, op de plaats van een oude dakpannenfabriek (tuilerie). Het park strekt zich uit over een kilometer tussen de place de la Concorde, de place de la Carrousel, ingeklemd tussen de Seine en de rue de Rivoli. De eerste tuinman die er aan werkte was Pierre Le Nôtre, de grootvader van de landschapsarchitect André le Nôtre die, honderd jaar later, de Tuilerieën de uiteindelijke vorm gaf, in opdracht van Lodewijk XIV. De prachtige centrale laan is omzoomd met gesnoeide kastanjes, verzorgde gazons en wordt omlijst door decoratieve vijvers. Veel beelden die er nu nog staan komen uit Versailles en het kasteel van Marly een voormalig buitenhuis van Lodewijk XIV. De huidige beeldenkunst is onder andere van Rodin, Coustou, Coysevox Maillol en andere grootheden, maar er staan ook diverse kopieën van originelen in het Louvre. Aan de Concordekant bevinden zich links en rechts twee paviljoens, de Orangerie en de Jeu de Paume.
De vroegere Koninklijke kaatsbaan nu het Parijse museum voor fotografie; Jeu de Paume
Het Jeu de Paume; in 1851 door Napoleon III gebouwd, onderging vele gedaanteverwisselingen, sinds er in 1878 Koninklijke tennisbanen in werden aangelegd.  Een eerste expositie vond plaats in 1909 en in 1922 werd het een officieel museum; de Galerie Nationale du Jeu de Paume. Gedurende de Tweede Wereldoorlog kreeg het gebouw een dubieuze bestemming. Het werd door de Nazi's gebruikt als opslagplaats van kunst, gevorderd van vooral Joodse kunsthandelaars. Van hieruit werd de kunst naar Duitsland geëxporteerd. Pas na de oorlog nam het Jeu de Paume de gedaante aan waar het nog steeds bekend om staat; dat van museum voor impressionistische kunst. Veertig jaar lang trok dit museum miljoenen bezoekers totdat de gehele collectie in 1986 verhuisde naar het negentiende-eeuwse, vroegere station d'Orsay. Dit in 1939 gesloten station werd op initiatief van de vroegere Franse president, Giscard d'Estaing, (iedere Franse president wil minstens één groot bouwwerk op zijn naam hebben staan) omgebouwd tot hèt museum voor de kunst van de negentiende eeuw. Na een verbouwing van vijf jaar werd het Jeu de Paume in 1991 heropend. Nu huisvest het bijzondere gebouw het 'Centre National de la Photographie' en wordt er moderne foto- en videokunst tentoongesteld. Het museum werkt nauw samen met het Hôtel (herenhuis) de Sully, dat hedendaagse fotografie, film en vormen van beeldcultuur exposeert.
In 1991 heropend na een vijfjarige verbouwing
De reden van mijn bezoek was het retrospectief gewijd aan de Duitse, joodse fotograaf Erwin Blumenfeld (1897-1969), die later wereldberoemd werd als modefotograaf voor de Amerikaanse Vogue, Life en het modemagazine Harper's Bazar. Zijn ouders waren Albert Blumenfeld en Emma Blumenfeld, geboren Cohn. In 1908 kreeg hij zijn eerste fotocamera. Tijdens de eerste wereldoorlog, hij was toen 19 jaar, diende hij in het Duitse leger, eerst als ambulance-chauffeur en later werd hij te werk gesteld als administrateur van 'Feldfreudenhaus 209', een bordeel van het Duitse leger in de Franse stad Valenciennes. In 1918 deserteerde Blumenfeld uit het Duitse leger en kwam in Amsterdam terecht. In die periode begon Erwin Blumenfeld pas echt met fotograferen, voornamelijk portretten en fotostudies van vrouwelijk naakt, waarbij hij voor die tijd ongebruikelijke technieken hanteerde. In 1936 verhuisde hij naar Parijs, waar hij werkte als beroepsfotograaf.
Erwin Blumenfeld door Erwin Blumenfeld in Amsterdam
Hij kreeg daar bekendheid door zijn eerste publicaties van portretten en reclamefoto's. Gezien zijn Joodse afkomst gooide de Tweede Wereldoorlog roet in het eten. Bij het uitbreken van de oorlog werd Blumenfeld in Frankrijk geïnterneerd in het beruchte concentratiekamp Le Vernet d'Ariège.  Gelukkig weet Blumenfeld nog juist voordat hij op de trein naar Duitsland wordt gezet, via Marseille naar Amerika te vluchten. Hier, in New York begint zijn loopbaan als modefotograaf. Hij groeide in de jaren vijftig uit tot een van de meest succesvolle (mode)fotografen van de wereld. In de zestiger jaren keert Blumenfeld terug naar Europa waar hij twee weken na het voltooien van zijn autobiografie overleed.
Deze bijzondere fototentoonstelling is nog te zien tot 26 januari 2014
De fototentoonstelling geeft door middel van ruim 300 werken van zijn hand, waarvan sommige nog nooit vertoond, een bijzonder overzicht van zijn gehele oeuvre gedurende zijn leven. Zijn eerste tekeningen, hij was ook een veelzijdig tekenaar, foto's, collages en fotomontages. Krachtige zwart-wit (zelf) portretten en bijzonder naakt, gemaakt tijdens zijn Amsterdamse periode, Zijn eerste modefoto's gemaakt in Parijs en meesterlijke kleurenfoto's gemaakt in New York en stadsgezichten genomen in de periode aan het einde van zijn leven. Vele van zijn foto's zijn inmiddels klassiekers geworden.
Erwin Blumenfeld bleek ook een begenadigd tekenaar
De experimentele foto's in zwart-wit, de vele zelfportretten en portretten van bekende en onbekende persoonlijkheden evenals modefotografie en reclame. Erwin Blumenfeld weet zijn experimenten met fotografie in kleur en zwart-wit toe te passen op het gebied van de modefotografie, en ontwikkelt zo een repertoire van zeer originele vormen. Het vrouwelijk lichaam wordt het belangrijkste onderwerp van Erwin Blumenfeld. De tentoonstelling is nog te zien tot 26 januari 2014.

Jeu de Paume, place de la Concorde 1, 8e arrondissement, metro Concorde, Tuileries

Nog andere fototentoonstellingen die te zien zijn in Parijs:
Maison Européenne de la Photographie: Sebastião Salgado - Genesis
25 september - 5 januari 2014
5/7, rue de Fourcy, 4e arrondissement 

TIP: Mona Bismarck American Center: Yousuf Karsh : Icônes du XXe siècle
16 oktober - 26 januari 2014
34, avenue de New York, 16e arrondissement 

Hôtel de Ville de Paris: Brassaï, pour l’amour de Paris
8 november - 15 maart 2014
Salle Saint-Jean, 5, rue Lobau, 4e arrondissement  

Le Bal: Mark Cohen - Dark Knees, 1969 - 2012
27 september - 8 december 2013
6, impasse de la Défense, 18e arrondissement 

Bibliothèque Nationale de France Richelieu: Anders Petersen -photographies
13 november - 2 februari 2014
5, rue Vivienne, 2e arrondissement 

Fondation Calouste Gulbenkian: Present Tense – Photographies du sud de l’Afrique
18 september - 14 december 2013
39, boulevard de la Tour-Maubourg, 7e arrondissement 

Fondation Cartier pour l’art contemporain: América Latina Photographies 1960 - 2013
19 november - 6 april 2014
261, boulevard Raspail, 14e arrondissement 

Fondation Henri Cartier-Bresson: Sergio Larrain, Vagabondages
11 september - 22 december 2013
2, impasse Lebouis, 14e arrondissement 

Institut Néerlandais: Sanne Sannes: The Face of Love
Photographie dans la collection du Rijksmuseum
13 november - 15 december 2013
121, rue de Lille, 7e arrondissement

donderdag 21 november 2013

BINNENGLUREN BIJ LA SAMARITAINE

Wie langs de oevers van de Seine loopt ter hoogte van de zuidelijke punt van Ile de la Cité komt oog in oog te staan met een statig pand. La Samaritaine was eens het grootste en oudste warenhuis van Parijs. Het opende zijn deuren in 1870 als een klein zaakje, handelend in stropdassen. De eigenaars waren Ernes cognac en zijn vrouw Marie Louise Jay, eens verkoopster bij het warenhuis Le Bon Marché. De naam is ontleend aan de waterpomp bij de Pont Neuf in de tijd van Hendrik IV. Het Warenhuis kende drie periodes van constante verbouwing en uitbreiding; van 1886 - 1910 (uitbreiding van magasin 1 met magasin 2 & 3), 1922 - 1932 (een nieuwe voorgevel ontworpen door Frantz Jourdain) en 1984 tot 1987 (restauratie van alle nog originele art deco ornamenten) In 1990 wordt La Samaraitaine geclassificeerd als cultureel erfgoed. Het warenhuis zit op een van de meest prestigieuze plaatsen qua onroerend goed in Parijs, dicht bij zowel het Louvre, de Notre Dame en de Seine. Het is in het bezit van het luxewarenconcern LVHM: Louis Vuitton Moët Hennessy. Het interieur van La Samaritaine is gelukkig nog geheel in art deco stijl, een ijzeren constructie, prachtige glazen koepel , een indrukwekkende art deco trap en hangende galerijen. Op de bovenste verdieping was ooit een restaurant met een mooi uitzicht over Parijs.
 
Samaritaine wachtend op eerherstel
 
Op 15 juni 2005 sloot het warenhuis plotseling haar deuren, naar eigen zeggen vanwege veiligheidsredenen, officieel omdat het gebouw volgens de brandweer niet aan moderne brandveiligheidseisen zou voldoen. De vereiste aanpassingen zouden het art deco interieur verwoesten. Volgens boze vakbondstongen was veiligheid hooguit een excuus. In werkelijkheid wilden de eigenaren het personeel gewoon ontslaan omdat het warenhuis niet rendeerde. De schitterende binnenkant kun je al bijna acht jaar niet meer bekijken.
Maar twee jaar geleden heeft de gemeente Parijs ingestemd met een ambitieus  restauratieplan van de vier panden van La Samaritaine, gelegen in het kwadrant quaie du Louvre (Seinezijde), rue de la Monnaie, rue de Rivoli en de rue de l'Arbre Sec. De renovatie en restauratie is sinds medio  2012 in volle gang en moet klaar zijn in 2016 / 2017. De totale kosten worden geschat op 450 miljoen euro en het is het grootste particulier gefinancierde project ooit ondernomen en geeft werk aan meer dan 2500 bouwvakkers. Het gepresenteerde en goedgekeurde ontwerp is van het Japanse architectenbureau SANAA. Dit bureau van de architecten Kazuyo Sejima and Ryue Nishizawa won in 2010 de prestigieuze Pritzkerprijs, zeg maar de nobelprijs voor architectuur. Zij waren ook verantwoordelijk voor de verbouwing van het New Museum of Contemporary Art in New York
Het leegstaande warenhuis met de fototentoonstelling "Ma Samaritaine"
70.000 M²  gaat op de schop, maar de historische gevel aan de Seinezijde blijft behouden. Hier komt een nieuw superluxe vijf sterren hotel genaamd "Cheval Blanc" met 80 kamers en suites. Het hotel is vernoemd naar het beroemde wijnhuis uit de St-Emillion in de Bordeaux: Château Cheval Blanc, dat bekend staat om zijn uitstekende Grand Cru's.
Verder voorziet het plan in 24.000 M² voor luxe winkels, geheel gesitueerd onder de glazen koepel met de prachtige Art Deco trappen, 20.000 M² voor kantoren en, heel uniek op deze plaats in het 1e arrondissement, 7000 M² voor sociale woningbouw. Last but not least; er is voorzien in een kinderopvang voor 60 kinderen.
Binnenkijken in het voormalige Magasin 3
Uniek wordt ook de rue de Rivoli zijde, waar de voorzijde van het gebouw wordt voorzien van een transparante, zijdeachtige glazen constructie, die dankzij de reflectie zorgt voor een dialoog tussen binnen en buiten.
U moet dus nog even geduld hebben. Gelukkig biedt Samaritaine u de kans om tot 24 november nog even binnen te gluren in het 'Magasin 3' aan de rue de Rivoli 67 - 73. Elf jonge fotografen kregen van Samaritaine carte blanche om het gebouw en de leegte te laten zien op hun manier, door hun eigen lens. Elke fotograaf kreeg slechts drie dagdelen de tijd om de foto's te maken en de serie mocht bestaan uit 5 tot 25 foto's. De fotografen werden in dit bijzondere project begeleidt door gerenommeerde fotograaf Christian Caujolle, stichter van het fotoagentschap VU. De foto's zijn te zien op de begane grond en in kelder van 'Magasin 3' dat in 1930 werd gebouwd door Henri Sauvage. De combinatie van foto's van Samaritaine in verval; die worden gepresenteerd in de vervallen en door de tijd getekende ruimtes, is ronduit fascinerend.
De debuterende Marie Gruel uit de serie 'La Belle Endormie'
De debuterende fotografen zijn: Oliver Aoun (Frankrijk), Clement Briend (Frankrijk), David de Rueda (Frankrijk), Tomoya Fujimoto (Japon / Frankrijk), Marion Gambin (Frankrijk), Marie Haverbrij (Frankrijk), Marin Hock (Belgique), Nica Junker ( Allemagne), Marikel Lahana (Frankrijk), Philong Sovan (Cambodja), Vladimir Vasilev (Bulgarie) en Marie Gruel (Frankrijk).
De award 'Grand Prix de la Jeune Samaritaine Photographie' is gegaan naar de jonge fotograaf Philong Sovan voor zijn werk 'Derrière la vitre'. Smaken verschillen maar voor mij is de absolute winnaar Vladimir Vasilev met zijn serie straatfotografie: 'Love me Rita - Roman noir.
De fotogalerie van Vladimir Vasilev in de voormalige paskamers - Serie 'Love me Rita'
De tentoonstelling, een absolute 'MUST SEE' is nog te bezichtigen tot en met 24 november van 14.00 tot 19.00 uur. Gesloten op maandag en dinsdag. De toegang is gratis.
Mocht het niet meer lukken om een bezoek te brengen aan Samaritaine dan adviseer ik u om beide filmpjes te bekijken of anders een bezoek te brengen aan Project Center aan de rue Rivoli 83, alwaar u de bouw door middel van foto's, tekeningen en maquettes op de voet kunt volgen. Sinds de opening hebben al meer dan 25.000 bezoekers dit centrum bezocht.
Het oude trappenhuis
La Samaritaine Project Center, rue de Rivoli 83, 1e arrondissement, metro: Pont Neuf, Louvre Rivoli. Geopend van woensdag tot en met vrijdag van 14.00 uur tot 18.00 uur en elke eerste zondag van de maand van 14.00 uur tot 19.00 uur.
La Samaritaine, Magasin 3, rue de Rivoli 67 - 73, 1e arrondissement, metro Pont Neuf, Louvre Rivoli.

dinsdag 12 november 2013

HET PARK GEORGES BRASSENS

De laatste tijd valt het mij op dat ik steeds de neiging heb om via een omweg te komen bij de kern van mijn gekozen onderwerp. En ik hoop dat u het mij niet kwalijk neem dat ik weer een 'ommetje' maak om uiteindelijk uit de komen in het 15e arrondissement, bij het park dat vernoemd is naar een van de populaire auteurs en vertolkers van het Franse chanson; Georges Brassens. Brassens was tijdens zijn leven (1921 - 1981) een van de meest markante en populairste vertolkers van het chanson. Hij schreef zo'n 130 liederen, waarin hij het veelvuldig opneemt voor de verschoppelingen en de anti-burgerlijken. Ook zette hij gedichten van onder andere Victor Hugo en Jean Richepin op muziek.

Lang geleden, stond het gebied rond het Park Georges Brassens bekend als het gehucht Vaugirard, een kerkelijk domein. Na een conflict met Vauboitron (de naam van de eigenaar) met de machtige abdij van Saint Germain nam het in de dertiende eeuw de naam aan van Val Gerard, later verbasterd tot Val Girard en tenslotte in Vaugirard. Het dorp was vooral bekend om zijn grote wijngaarden. De 'Morillons', de naam van de werknemers in dit gebied, kozen voor een kleine zwarte druif, de zogenaamde Périchot-druif. Pas in de 19de eeuw verdwenen de wijngaarden en werden vervangen door tuinderijen om later weer plaats te maken voor slachthuizen.
Georges Brassens 1921 - 1981, in het naar hem vernoemde park
Voor 1800 vloeide het bloed letterlijk en figuurlijk door de straten van Parijs. Oorzaak de ruim 387 slagers die het aangeboden vee op straat slachtten. Een decreet van 13 november 1806 van Napoleon, met betrekking tot het slachten op eigen grond en binnen de stadsmuren, maakte hier een einde aan. De slagers echter weigerden om mee te betalen aan de door Napoleon bevolen bouw van vijf gemeentelijke slachthuizen buiten de stadsmuren. Maar het ministerie van Binnenlandse Zaken hield voet bij stuk en onder leiding van Emmanuel Cretet verschenen er vijf abattoirs in de buitenwijken van Parijs; drie op de rechteroever en twee op de linkeroever. De bouw begon op 25 maart 1810 en werd voltooid in 1818. De vijf slachthuizen waren die van Du Roule, gevestigd aan de rue de Miromesnil, Villejuif (Ivry), Grenelle (invalides), Menilmontant (Popincourt) en Montmartre (Rochechouart).
De 'slagers' van Parijs prachtig gefotografeerd door Robert Doisneau
Maar Parijs breidde steeds verder uit en de meeste buitenwijken en aangrenzende dorpen werden in 1860 door de gemeente Parijs geannexeerd. Dit had tot gevolg dat zeven jaar later de slachthuizen van Du Roule, Montmartre, Batignolles, La Villette en Belleville hun deuren konden sluiten. Door de landelijke ligging en de verbinding met de stad, dankzij het nieuw aangelegde Canal de Ourcq, werd de wijk La Villette aangewezen voor de bouw van een nieuw stadsabattoir, dat op 1 januari 1867 in gebruik werd genomen. Architect M. Janvier ontwierp de slachthuizen en de markt, naar het voorbeeld van Baltard, de maker van Les Halles in het centrum van Parijs. Toen Napoleon III in 1852 zijn keizerrijk stichtte, had hij al grootse plannen met zijn hoofdstad. In het prestigieuze ontwerp van twaalf boulevards in een stervorm lag het marktterrein in de weg. Prefect Georges Eugène Haussmann liet daarom tussen 1854 en 1866 tien overdekte markthallen bouwen op de linker Seine-oever. Architect Victor Baltard ontwierp gietijzeren boogconstructies met glazen daken. Nu kon de aanvoer van vers geslacht vlees direct plaatsvinden vanuit de slachterijen in La Villette. Om de steeds grotere vraag naar vlees te kunnen bijhouden worden in 1894 de slachthuizen van Vaugirard gebouwd. De dieren die hier geslacht werden waren voornamelijk koeien, geiten, varkens, pluimvee, schapen en in 1904 werden er paarden aan de lijst toegevoegd.

In een stratenboekje van Parijs uit 1923 kom ik nog drie abattoirs tegen; die van de avenue du Pont de Flandre aan de rive droite (La Villette), en aan de linkeroever die van de rue des Morillons (Vaugirard) en apart vernoemd het 'Abattoir Hippophagique' - paardenslachterij - aan de rue Brancion.
 Parc Georges Brassens: Enkele architecturale structuren van de vroegere abattoirs zijn nog duidelijk zichtbaar
Nadat in 1970, toen de binnenstad, waar 'Les Halles' - de grote markthallen van Parijs lagen - de groeiende stroom vrachtwagens niet meer kon verwerken, werden de markante hallen afgebroken en werd de markt naar Rungis buiten Parijs verplaatst. Dit betekende ook het verval van de sterk verouderde slachthuizen van La Villette en Vaugirard. Tussen 1974 en 1975 werden beide slachthuizen gesloten en gesloopt. Na de sloop werd de vrijgekomen ruimte gebruikt voor de aanleg van een 7,3 hectare groot park, het grootste sinds het tweede keizerrijk, ontworpen door Alexandre Ghiulamila, Jean-Michel Milliex en Daniel Colin. In 1984 werd het park door de burgemeester van Parijs, Jacques Chirac, geopend voor het publiek. Het park kreeg de naam van de legendarische naoorlogse dichter, zanger en satiricus Georges Brassens die het grootste deel van zijn leven in Parijs woonde op paar honderd meter van het terrein, op de impasse Florimont 9 en daarna aan de rue Santos-Dumont 42. In de buurt woonden ook andere beroemdheden zoals de beeldhouwer Ossip Zadkine en de schilder Fernand Léger.
Twee bronzen stieren bewaken de ingang van het park
De slimme architectuur van het park combineert de restanten van de slachthuizen met de rest van het park waardoor het een modern karakter heeft gekregen. Enkele architecturale structuren zijn nog duidelijk zichtbaar: de gebouwen van de paardenmarkt met hun monumentale poort, de klokkentoren van de veiling waar het vlees 'à la criée' - bij opbod - werd verkocht en diverse standbeelden die herinneren aan de rijke historie van deze bijzondere plek. De ezel van François-Xavier Lalanne, en de twee bronzen stieren van Isidore Bonheur. Verder de 'drager van het vlees' van Albert Bouquillon en een buste van Georges Brassens gemaakt door Andre Greck .
De 'drager van het vlees' een beeld van Albert Bouquillon
Een deel van het park is gewijd aan de "tuin van geuren" met 80 aromatische planten en uitleg in braille, speciaal aangelegd voor blinde bezoekers. Er is een wijngaard, de tweede grootste van Parijs, met 700 wijnstokken die elk jaar zo'n 200 flessen opleveren. De wijn, geproduceerd onder de naam Clos des Morillons, wordt gebotteld in flessen van 50 cl en elk jaar bij opbod verkocht op een openbare veiling door de burgemeester van het 15e arrondissement. De opbrengst van de verkoop wordt steevast besteed aan sociaal werk in de wijk. Volgens specialisten is deze wijn gemaakt van de pinot-noir en de pinot-meunier-druif, een volle, krachtige wijn met een rijk boeket. Vooral voor kinderen is het een heerlijk park, met marionetten, rotsen en een draaimolen. Het park ligt aan de 'Petite Ceintuur' de oude ringspoorweg van Parijs die vandaar uit, weliswaar illegaal, te belopen is. Bijenkassen zorgen voor de flora en een niet te vergeten 'must' is de wekelijkse boekenmarkt op zaterdag en zondag, in de historische gebouwen van de paardenmarkt aan de rue Brancion.
De tweede grootste wijngaard van Parijs; de Clos des Morillons
Aan de westkant van het park ligt de rue Dantzig. Daar staat een vreemd polygonaal gebouw van drie verdiepingen, ontworpen door Gustave Eiffel voor de wereldtentoonstelling van 1900. La Ruche ofwel de bijenkorf werd na de wereldtentoonstelling hier weer opgebouwd en deed dienst als atelierruimte voor grootse kunstenaars waaronder: Modigliani, Chagall, Soutine, Brancusi en  Ossip Zadkine; de roem van Montparnasse. Nu biedt het plaats aan diverse internationale kunstenaars. La Ruche is een beschermd monument dat in 1973 volledig is gerestaureerd. TIP: Vergeet niet het filmpje te bekijken op de website van La Ruche)
Elk weekend is er weer de overdekte boekenmarkt in de hallen van de oude paardenmarkt
De villa Santos-Dumont en de rue Santos-Dumont liggen op loopafstand van het park. Neem de rue des Morillons, aan de voorzijde van het park en vervolgens links de rue de Santos-Dumont. Prachtige huisjes die dateren uit de jaren twintig. Op nummer 42 bracht Georges Brassens zijn laatste levensjaren door.

Parc Georges Brassens, Rue des Morillons, Rue des Perichaux, Rue Brancion, 15e arrondissement, metro; porte de Brancion, porte de Plaisance.

maandag 4 november 2013

PARIS CHOCOLAT - PARIJS EN CHOCOLADE

Het idee voor deze blog vol lekkernijen komt van een van mijn trouwe lezers en chocoladegek. Er bestaat een Frans gezegde dat vrij vertaald zoiets betekent als; 'negen op de tien mensen bekennen dat ze gek zijn op chocolade, de tiende liegt'. Een mooi begin van een reis langs het bruine goud. Tot op de dag van vandaag hullen cacao en chocolade zich nog steeds in de mystiek van luxe en genot. Wist u dat een van de duurste chocoladesoorten van Nōka komt. Nōka chocolade heeft een van de beste en meest verfijnde donkere chocolade van over de hele wereld. De zalige substantie wordt gemaakt met behulp van met de hand geselecteerde cacaobonen uit Venezuela en Ecuador (een aantal bekende landen die cacao produceren). Je moet er wel even voor sparen, deze pure verwennerij kost namelijk 1440 euro per kilo. De subtitel van de chocolade is 'encore' dat in het Nederlands vertaald kan worden als 'meer' of 'nog meer'. Je wilt er graag meer van eten door de uitstekende smaak, maar natuurlijk moet je wel je bankrekening in de gaten houden.

Maar eerst een beetje geschiedenis over chocolade en hoe het uiteindelijk in Parijs terecht kwam. Chocolade is bij wijze van toeval ontdekt door een Tolteek. De Tolteken waren een beschaving die van de tiende tot de twaalfde eeuw een groot deel van Centraal-Mexico domineerde. Historici zijn het oneens hoe lang geleden deze ontdekking gedaan is door de Tolteken, maar het is minstens 2000 jaar geleden. Zij gebruikten de vruchten van de cacaoboom al wel, maar alleen de pulp uit de vrucht. De reden hiervoor was dat de bonen erg bitter smaakten en die werden dus verwijderd voor het eten van de pulp. Op een dag gooide een Tolteek de bittere cacaobonen in het vuur. De brandende cacaobonen verspreidden echter zo’n heerlijke geur, dat de man begon te watertanden. Toen hij de bonen uit het vuur haalde, plette hij ze tussen de stenen tot een gladde massa. Het resultaat was om te smullen en zie daar: chocolade was geboren!
De koningen en koninginnen van Frankrijk, van Lodewijk XIII tot aan Marie-Antoinette, genoten van de warme drank die al een rage bleek te zijn aan het Hof van Versailles.
De Maya-indianen waren de eerste cacaotelers. Zij waren de eersten die de cacaoboom cultiveerden voor zijn vruchten. Het is bekend dat zij al rond 600 na Chr. cacaoplantages hadden. Met de bonen uit de cacaoplant bereidden de Maya’s een bittere drank met de naam ‘xocoatl’. Even daarna komen de Azteken in beeld. De Azteken verbonden cacao met 'Xochiquetzal', de godin van de vruchtbaarheid. Zij dronken de chocoladedrank, 'xocoatl', vaak op smaak gebracht met vanille, chilipeper en piment. De drank zou vermoeidheid tegengaan, een resultaat van de cafeïne die een bestanddeel van de cacao is. Daardoor werd het beschouwd als een goddelijke drank die kracht en gezondheid schonk. De drank werd onder andere gebruikt aan het hof van keizer Moctezuma, de toenmalige heerser der Azteken. Cacaobonen waren door de hoge waarde ook een populair betaalmiddel. Volgens sommige historische bronnen kreeg je in ruil voor tien bonen een konijn en een slaaf was al voor 100 bonen te koop. Wist je dat de Azteekse keizer Moctezuma tot 50 tassen gekruide cacao dronk per dag, alvorens hij zijn harem binnenstapte.

De cacao maakte pas echt zijn intrede in Europa in het jaar 1528 dankzij Hernan Cortéz. Hij was een Spaanse ontdekkingsreiziger die op een dag aankwam in het oosten van Mexico, waar de Azteken neergestreken waren. Als Cortéz arriveert is de keizer van de Azteken erg onder de indruk van de wapens, uitrusting en paarden van Cortéz’ troepen. De Azteken zien in Cortéz de verdwenen leider van de Tolteken en hij wordt als een held ontvangen. Om hem te eren krijgt Cortéz van de keizer een grote cacaoplantage cadeau. In tegenstelling tot Columbus ziet hij wèl de economische waarde in van de cacaobonen. Tijdens zijn laatste ontdekkingsreis in het jaar 1502, belandde Kristoffel Columbus op het Carabische eiland Guanaja. De Azteken boden Columbus toen hun kostbare drank ‘xocoatl’ aan maar hij vond het drankje afschuwelijk bitter en schonk er verder weinig aandacht aan. Cortéz daarentegen zag er wel de waarde van in en nam dan ook  grote hoeveelheden cacaobonen mee op zijn terugreis naar Spanje. De Spanjaarden zijn aanvankelijk niet wild van de cacaodrank, maar na het weglaten van de chilipeper en er wat suiker aan toe te voegen, vinden ze de drank al heel wat lekkerder. In 1585 werd chocolade voor het eerst op commerciële schaal van Veracruz naar Sevilla vervoerd.

Pas in 1615 werd de chocoladedrank ingevoerd in Frankrijk en wel bij het ​​huwelijk van Lodewijk XIII met de 14- jarige Habsburgse prinses Anna van Oostenrijk. De Prinses zou later beroemd worden als de centrale figuur in 'de drie Musketiers'. Pas daarna werd de chocoladedrank gedronken bij officiële audiënties en recepties van de Franse koning, totdat het gebruik door bezuinigingen weer werd afgeschaft. In de 17e eeuw was chocolade een luxeproduct dat vooral gebruikt werd door de adel. De koningen en koninginnen van Frankrijk, van Lodewijk XIII tot aan Marie-Antoinette, genoten van de warme drank die al een rage bleek te zijn aan het Hof van Versailles.
Chocoladedrank als afrodisiacum: Madame du Barry - Marie Antoinette - Madame de Pompadour
Volgens de legende werd chocolade gezien als een krachtige liefdesdrank. Er zijn veel voorbeelden van mensen die chocolade als een afrodisiacum beschouwden en gebruikten om de seksuele bevrediging van zichzelf en hun seksuele partner te verhogen. Casanova, de grootste minnaar aller tijden en een echte liefhebber van vrouwen, dronk dagelijks champagne met chocolade  om zo zijn amoureuze energie te verhogen, net zoals de Parijse Marquis de Sade die tijdens zijn orgies met zijn bediende 'Latour' en vele prostituees chocoladebonbons uitdeelde met Spaanse vlieg (ook verondersteld om lust te wekken). Hij gebruikte chocolade om vergif te verhullen. De maîtresses van de Franse koning Lodewijk XV; Madame de Pompadour en Madame du Barry gebruikten het in hun slaapkamers: de eerste om er opgewonden van te raken en de tweede om te zorgen dat haar minnaars gelijke tred met haar konden houden.

Lodewijk XV werd beschouwd als de grootste liefhebber van de op cacao gebaseerde godendrank. Af en toe zou de koning zelf zijn eigen drank bereiden in de keuken van zijn privé-appartement. Tot die tijd werd chocolade voornamelijk geconsumeerd als drank. In 1770, toen Marie-Antoinette trouwde met Lodewijk XVI, kwam ze bij het ​​Hof van Versailles met haar eigen bakker en chocolatier. Zij introduceerde in de 17e eeuw de croissant met chocola; de 'pain au chocolat'. Koningin Marie Antoinette had een sterke hekel aan de smaak van haar medicijnen. Dus, om dit probleem op te lossen en omdat chocolade werd beschouwd als hèt gezonde item op dat moment, creëerde de Koninklijke familie-chemicus, Sulpice Debauve, de 'Pistole de Marie Antoinette'. Een chocoladepastille van 99% cacao die op smaak werd gebracht met amandelolie, bittere koffie, vanille, orgeat crème of oranjebloesem om zo de smaak van medicijnen te maskeren.

Deze bijzondere pastilles, gemaakt volgens het aloude recept zijn nog steeds te koop bij het chique Debauve en Gallais, aan de rue des Saints-Pères 30, maar velen van ons zijn waarschijnlijk niet bereid het bijpassende prijskaartje van € 170 te betalen. Deze mythische winkel voor chocolade liefhebbers is gevestigd in een tweehonderd jaar oud monumentaal pand en herbergt de oudste chocolaterie in Parijs. In 1800 opende Sulpice Debauve, apotheker van koning Lodewijk XVI en Marie Antoinette samen met zijn neef, Antoine Gallais, een chocoladewinkel vlakbij de abdij van Saint-Germain-des-Pres. Door zijn reputatie was hij dé officiële leverancier van koningen waaronder Lodewijk XVIII en Karel X en Louis-Philippe.
De godendrank volgens Angelina
De godendrank volgens het aloude recept van Lodewijk XV is nog steeds te proeven bij Angelina aan de rue de Rivoli 226. Het interieur is onveranderd sinds 1903, toen haar Oostenrijkse voorvader Antoine Rumpelmeyer hier zijn eerste banketbakkerij annex theesalon opende. Zien en gezien worden, want hier kun je de verleiding niet weerstaan voor wat heet, de beste warme chocola ter wereld. Gemaakt van gesmolten pure chocolade met de toevoeging van een eierdooier per kop, opgeklopt op laag vuur (absoluut niet laten koken) en vervolgens warm uitgeserveerd, overgoten met een lepel slagroom. Het interieur is ontworpen door de beroemde architect van de Belle Epoque: Edouard-Jean Niermans en  combineert elegantie, charme en verfijning. Angélina is romantiek. Een rustig maar weelderig trefpunt, tussen sereniteit en gastronomisch genoegen. Hier hangt nog steeds de sfeer van Proust en Coco Chanel.

Elk jaar wordt in Parijs de Salon du Chocolat georganiseerd. 's Werelds grootste evenement gewijd aan chocolade, een echte trendsetter gewijd aan alles wat te maken heeft met dit vakgebied en een niet-te-missen evenement voor alle liefhebbers van chocolade. De alweer 18e  editie is zojuist gehouden in Porte de Versailles van 30 oktober tot en met 3 november. Met meer dan 400 deelnemers verzameld op 12.600 M² en uitsluitend gewijd aan chocolade. Dé chocoladebeurs in Parijs roept alle chocoladeverslaafden ter wereld op om zich te verenigen op dit geweldige evenement. Gedurende 5 dagen brengen zij hulde aan de cacao in al zijn vormen. 130.000 bezoekers worden gedurende 5 dagen verwacht. Hoewel de Parijs Fashion Week het modespektakel van het jaar 2013 is, is er nog een modeshow in de Franse hoofdstad waar mijn hart sneller van gaat kloppen. Namelijk de chocolade modeshow. Tijdens de chocoladebeurs wordt ook altijd een modeshow georganiseerd die natuurlijk in het teken van chocolade staat. Modellen, ontwerpers en chocolatiers van over de hele wereld komen naar het event om de meest mooie en bijzondere creaties te tonen. Het thema van 2013 'The New Worlds of Chocolate' en dat was op de catwalk terug te zien. Zo paraderden modellen gehuld in kimono’s en tropische rokjes voorbij. De creaties waren dan ook letterlijk en figuurlijk om van te watertanden.
En dan is er ook nog bijzonder Nederlands nieuws in Parijs. De Nederlandse Marike van Beurden is tweede geworden bij het wereldkampioenschap World Chocolate Masters in Parijs die gehouden wordt tijdens de Salon du Chocolat. Davide Comaschi uit Italië ging er met de winst vandoor. De competitie duurde twee dagen en Marike moest een showstuk maken van 1.72 meter hoog helemaal van chocolade. Het thema was architectuur van de smaak. Daarom had de top-chocolatier gekozen voor het onderwerp bijen. Koningin en honing kwamen duidelijk terug in het chocolade kunststuk. Het leverde uiteindelijk een tweede plaats op. Marike behoort met haar 31 jaar momenteel tot de absolute patisserietop van de wereld! Ze zwaait de scepter over het patisserieteam van driesterrenrestaurant Caprice, onderdeel van het Four Seasons hotel te Hong Kong. De World Chocolate Masters is specifiek bestemd om de allerbeste prestaties te tonen in hedendaagse chocoladetechnieken. De wedstrijd staat open voor de meest getalenteerde chocolademakers ter wereld. In de aanloop van deze wedstrijd werd de Nederlandse ondersteund en getraind door technisch adviseurs & ambassadeurs van het Callebaut Chocolate Academy™ Centre.

Barry Callebaut is 's werelds grootste chocolade fabrikant. Het werd opgericht in 1996 door de samenvoeging van de Belgische chocoladeproducent Callebaut en het Franse bedrijf Cacao Barry. Cacao Barry werd opgericht door Charles Barry in Parijs in 1842. Callebaut was een Belgisch bedrijf en in 1850 opgericht door Eugenius Callebaut als een brouwerij in het Belgische Wieze. De brouwerij begon met de productie van chocoladerepen in 1911 en al snel daarna werd er volledig overgeschakeld naar de productie van uitsluitend chocolade.

Er is natuurlijk ook een chocolademuseum in Parijs. In het Muséedu Chocolat laat de familie van Belle de geschiedenis van Chocolade zien. Je kunt deze niet alleen zien doormiddel van tekst en afbeeldingen, maar ook proeven. De familie van Belle wilde graag hun passie voor chocolade delen met anderen. In 2004 werd dan ook hun eerste chocolade-museum in België geopend. Nadat er in 2008 een tweede museum werd geopend was het in 2010 tijd om Parijs te veroveren met chocolade. Het museum is geschikt voor alle leeftijden en behandelt de gehele inmiddels 2000 jaar oude geschiedenis van chocolade. Het museum is dagelijks van 10.00 tot 18.00 geopend en gevestigd aan de boulevard Bonne Nouvelle 28.

Na jarenlang de meest goddelijke macarons te maken, besloot Ladurée dat het tijd werd voor iets nieuws: een prachtige boutique in Parijs, geheel in het teken van chocolade. Ook deze winkel is bijna too good to be true; een ware beleving voor de chocoladeliefhebber. Les Marquis de Ladurée, zoals de naam van de nieuwe boutique luidt, verkoopt de mooiste bonbons, pralines, truffels en uiteraard ook macarons. Op het menu staan zowel klassieke als meer bijzondere smaken zoals rum, viooltjes, rozen, zwarte thee, fruit en sesam. Daarnaast bevatten sommige truffels frambozen en verschillende kruiden en worden er macarons verkocht in smaken als witte chocolade, passiefruit en yuzu chocolade. De boutique ligt aan de Rue de Castiglione 14, vlakbij de Jardins de Tuileries en Place Vendôme, in het eerste arrondissement. Je waant je in een ouderwetse boutique, geïnspireerd op de 18e eeuw, en geniet van de elegante extravagantie die we van Ladurée gewend zijn. Voorheen zat hier de parfumerie van Annick Goutal.

De absolute Parijstip is de nieuwe Chocoladefabriek van Alain Ducasse. De Fransman met vele sterrenrestaurants, hotels, een kookschool en een uitgeverij waar zijn eigen kookboeken uitkomen. Hij blijkt nog een andere liefde te hebben: chocolade. Op 20 februari 2013 heeft Ducasse in Parijs, niet ver van Place de la Bastille, zijn eigen ‘Chocolate Factory’ geopend. De Engelstalige naam doet vermoeden dat er ook plannen zijn voor vestingen in andere landen. Of, misschien is het een speelse verwijzing naar Roald Dahls boek Charlie and the Chocolate Factory? Rue de la Roquette is een smalle, vrij levendige  winkelstaat, in het 11e arrondissement. De straat telt naast winkels, bars en eettentjes ook veel steegjes met binnenplaatsen, waar allerlei kleine bedrijven gevestigd zijn. Hier, op nummertje 40, liet de beroemde kok zijn oog vallen op een voormalige Renault garage van zo’n 320 m2 voor zijn werkplaats ‘La Manufacture de Chocolat’. Samen met patissier Nicolas Berger wilde Ducasse traditionele werkwijzen nieuw leven inblazen. Chocolade maken op een manier die haaks staat op die van de massaproductie. In heel Europa gingen ze op zoek naar oude machines, die ze lieten reviseren. Cacaoplantages in landen als Venezuela, Trinidad, Madagaskar, Indonesië en Peru werden bezocht om bonen van de hoogste kwaliteit te vinden. Elk land, elke regio, maar ook elke partij bonen heeft immers zijn eigen unieke smaak. Op binnenplaats nr. 40 kun je een glimp van het ambachtelijke proces opvangen. Je ziet de jutezakken met cacaobonen op schappen liggen en hoe de bonen op kwaliteit gesorteerd worden. Je hoort het geluid van machines die bonen roosteren, cacaodoppen wegblazen en zeven. De opvangbakken bij de maalmachine zijn ook goed zichtbaar. Ja, op nr. 40 treed je de wereld van pure chocolade binnen. De geur van cacao stijgt op in de winkel die deel uitmaakt van de werkplaats. Betonnen vloeren, gemetselde muren, het gebruik van staal en glas geven de ruimte een wat ruwe, sobere en ook authentieke uitstraling. Hier kan de ware chocoladeliefhebber zijn hart ophalen. Vanzelfsprekend is Ducasse chocolade in basic, maar chique kartonnen verpakking anders geprijsd dan bijvoorbeeld bonbons of repen uit de supermarkt.

PatrickRoger is in Parijs een begrip als je van chocolade en kunst houdt. Met acht winkels in Frankrijk (waarvan vier in Parijs) en België en een eigen chocoladefabriek in Sceaux (een gemeente in het Franse departement Hauts-de-Seine). Wat bijdraagt aan zijn succes is dat hij de titel 'Meuiller Ourvrier de France' in zijn bezit heeft. In Frankrijk een zeer belangrijke titel in de gastronomische wereld. Wat Patrick Roger van zijn collega's onderscheidt, is zijn verbeeldingskracht en zijn tomeloze creativiteit die leiden tot steeds opzienbaardere creaties, die vaak indruisen tegen de over het algemeen klassieke wereld van de chocolade. Onlangs opende hij zijn nieuwe chocolade boutique aan de Place de la Madeleine in de winkel galerie Cité Beryer in het chique Village Royal. Andere winkels van hem zijn te vinden aan de boulevard Saint-Germain 108, avenue Victor Hugo 45, rue du Faubourg Saint Honoré 199 en aan de rue de Rennes 91.

Als laatste; verenig uw liefde voor chocolade en gebak met uw passie voor Parijs met de Parijse chocolade- en patisserietour. Deze 3 uur durende excursie combineert Franse culinaire specialiteiten met een middagje wandelen zodat u zich niet té schuldig hoeft te voelen. Het maximale aantal personen in deze tour voor kleine groepen is 8, wat verzekert dat uw gids u persoonlijke aandacht kan geven. Een ervaren fijnproever leidt u door een aantal Parijse wijken naar ten minste drie patisserieën, een bakkerij en drie chocoladewinkels. Boeken bij Viator - kosten inclusief diverse proeverijtjes € 90 pp.

Bronnen: o.a. Wikipedia, Bary Callebaut

Debauve en Gallais, rue des Saints-Pères 30, 7e arrondissement, metro: rue du Bac, Saint-Germain-des-Prés.

Angelina, rue de Rivoli 226, 1e arrondissement, metro: Tuileries, Palais Royal Musée du Louvre.

Musée du Chocolat, boulevard Bonne Nouvelle 28, 2e arrondissement, metro: Strasbourg-Saint-Denis, Bonne-Nouvelle

Les Marquis de Ladurée, Rue de Castiglione 14, 1e arrondissement, metro Tuileries

Alain Ducasse 'La Manufacture de Chocolat’, rue de la Roquette 40, 11e arrondissement, metro: Bastille.

Patrick Roger, place de la Madeleine 3, 8e arrondissement, metro: Madeleine

Patrick Roger, boulevard Saint-Germain 108, 6e arrondissement, metro; Saint-Germain- des-Prés.

Patrick Roger, avenue Victor Hugo 45, 16e arrondissement, metro: Victor Hugo, Charles de Gaulle Étoilles

Patrick Roger, rue de Rennes 91, 6e arrondissement, metro: Saint Sulpice, Rennes