Maar weinig grote
steden hebben zo'n nauwe band met de beeldende kunst als Parijs. In het tweede Keizerrijk
(1852-1870) en de Derde Republiek (1870-1940/'46) werd Parijs gaandeweg een
openluchtmuseum vol met beelden van onder andere Carpeaux (de prachtige
Fontaine de l'Observatoire) Rude (de Marseillaise op de Arc de Triomphe).
Rodin, Maillol, Zadkine en Bourdelle.
Montmartre en
Montparnasse werden hèt bloeiend centrum voor kunst en literatuur. Schilders en
beeldhouwers, schrijvers en dichters werden aangetrokken door deze buurten. De
ateliers, de levendigheid en bohemienachtige manier van leven en werken, werkten
als een magneet op vele getalenteerde kunstenaars. Kunstenaars als Moreau,
Delacroix, Bourdelle, Maillol, Rodin, Zadkine en schrijvers waaronder Balzac en
Hugo hebben een schat aan ateliers nagelaten aan de stad Parijs. Gelukkig zijn
veel van deze ateliers musea in eigendom van de stad Parijs en daardoor (nog)
gratis te bezichtigen.
Parijs bezit dan ook
veel van dit soort onverwachte plekken, die minder mensen trekken. Vele
artiesten, schilders, schrijvers, componisten en beeldhouwers gebruikten hun woning
als middel om hun vakmanschap te tonen en zo de herinnering levend te houden.
Gewone huizen, waar Parijs zo trots op is, getuigen van een rijk verleden.
Menig kunstenaar heeft tijdens zijn leven zijn artistiek testament opgemaakt,
opdat zijn oeuvre hem zou overleven, niet verspreid onder verzamelaars en
verschillende musea, maar liefst in hun eigen atelier of huis, daar waar de
kunstwerken tot stand kwamen. De huidige bezoeker waant zich terug in de tijd
en krijgt een intieme inkijk in het leven van een boeiend persoon. In deze blog
neem ik u mee langs een aantal van deze verborgen juweeltjes.
Het atelier van de Franse beeldhouwer en schilder, Emile-Antoine Bourdelle waar de tijd stil is blijven staan
Ten noorden van de
grote boulevards liggen de kalme straten van 'la Nouvelle Athènes, het dorp van
muzen en acteurs en daarna de courtisanes. In de rue Chaptal staat op nummer
16, aan het einde van een beukenlaantje met kasseien, een oud, okerkleurig
herenhuis met vaal groene houten luiken: het idyllische Hôtel Scheffer-Renan nu
het Musée de la Vie Romantique. Het werd gebouwd in 1830 voor schilder Ary
Scheffer en zijn broer Henri. Zoals iedere wereldstad, heeft ook Parijs altijd
kunstenaars, artiesten en gelukzoekers uit alle uithoeken van de wereld
aangetrokken. Zo ook de Nederlandse kunstschilder Ary Scheffer (1795-1858). Scheffer stond volop in de romantiek, een
stroming die zich aan het einde van de 18e en 19e eeuw, volop liet gelden in de
kunst en het intellectuele leven.
Aan het einde van een beukenlaantje met kasseien staat een oud, okerkleurig herenhuis met vaal groene houten luiken; het Musée de la Vie Romantique.
Sober en met een tikje
nostalgie is hier de wereld gecreëerd van George Sand, die er woonde met Liszt
en Chopin. De wat stoffige kamers, volop opgeluisterd met schilderijen,
kandelaars, spiegels en meubels, ademen de sfeer van de 19e eeuw. Het is niet
moeilijk om u voor te stellen hoe de schilder hier woonde, werkte en genoot van
het Parijse leven. Daar had hij dan ook alle redenen toe, want hij was bekend
en geliefd in de stad. Samen met zijn dochter organiseerde de kunstschilder
'salons' op de vrijdagavond, waar tal van beroemdheden aanschoven. Scheffer kon
onder andere Markies de Lafayette, Charles Dickens en de zangeres Pauline
Viardot op zijn vriendenlijstje bijschrijven.
Zo ook George Sand.
George Sand, pseudoniem van Amandine Lucile Aurore Dudevant, geboren Dupin, was
een Frans schrijfster. Ze schreef romans, novelles, sprookjes, toneelstukken en
politieke teksten. Een deel van het museum is dan ook gewijd aan haar
opmerkelijke leven en carrière. In drie kamers worden voorwerpen en
schilderijen bewaard die iets van doen hebben met het leven van de schrijfster
én feministe avant la lettré. Familieportretten, juwelen en unieke voorwerpen,
die ze tijdens haar leven verzamelde, worden tentoongesteld op de begane grond
van het museum. Een van deze objecten is een gipsafgietsel van de linkerhand
van Chopin, een goede vriend van de schrijfster. Kortom: La Musée de la Vie
Romantique is een hommage aan de romantiek als stroming. Een leuk museum voor
kunstliefhebbers, maar ook voor mensen die houden van de rommelige sfeer van
licht vergane glorie.
De Franse schrijfster George Sand, pseudoniem van Amandine Lucile Aurore Dudevant
Schuin onder de rook
van het treinstation Montparnasse, ligt een ideale bestemming voor een
regenachtige dag in Parijs. Het huis en het atelier van de Franse beeldhouwer
en schilder, Emile-Antoine Bourdelle (1861-1929). De productieve beeldhouwer
woonde en werkte tot zijn dood in 1929 in dit huis aan de toenmalige impasse du
Maine in de wijk Montparnasse. In 1949 werd het een museum en later, in 1992,
grondig verbouwd door de in Casablanca geboren architect Christian de
Portzamparc. Gelukkig is het oude atelier onaangeroerd gebleven na zijn dood.
Bij het raam, dat hem voorziet van noorderlicht, staat nog steeds de
gietijzeren potkachel. In de hoek een gipsen afgietsel van zijn mooie 'Centaure
mourant', de stervende centaur uit 1914. Vanaf het verhoogde podium achter in
het atelier, kon hij zijn beelden onder een hoek bekijken. Bij zijn overlijden
wordt Bourdelle in zijn atelier opgebaard, naast zijn stervende centaur.
De tuin, een oase van rust, met op de achtergrond het atelier van Bourdelle
Bourdelle leerde als
dertienjarige hout bewerken in de meubelmakerij van zijn vader. Tekenen en
beeldhouwen leerde hij aan de Académie des Beaux Arts in Toulouse. Toen hij
vierentwintig was kreeg hij een beurs voor de École des Beaux Arts in Parijs.
In de jaren 1887-1929 schept Bourdelle vijfenveertig beeldhouwwerken, waaronder
diverse bustes en maskers van Beethoven, die ook in het museum zijn te bewonderen.
De toen al beroemde Auguste Rodin (1840-1917) bewonderde het werk van Bourdelle
en vanaf 1893 tot 1908 werkte Antoine als Rodins assistent en ontwikkelde zich
daar tot een bekende leermeester. Van 1909 tot aan zijn dood in 1929 was hij
docent aan de belangrijke Académie de la Grande Chaumière in Parijs. Vele later
bekende kunstenaars kregen van hem les, waaronder Alberto Giacometti en
Aristide Maillol.
Evenals Auguste Rodin,
droomde Antoine Bourdelle, aan het eind van zijn leven, van een museum dat een
overzicht zou geven van zijn oeuvre. Zijn vrouw Cléopâtra en dochter Rhodia
vervulden uiteindelijk die wens. De realisering van het museum in 1949, werd
mede mogelijk dankzij de financiële steun van Gabriel Cognacq, een groot
kunstliefhebber, neef en erfgenaam van Ernest Cognacq, de oprichter van het
Parijse warenhuis La Samaritaine.
Gevelversiering gemaakt
voor het Parijse Théatre des Champs Élysées
De in 1992 nieuw
gebouwde vleugel heeft een totaal expositieoppervlak van 1655m². Indrukwekkend
is de 'Hall des Plâtres' met enorme gipsen beelden, waaronder het ruiterstandbeeld
van Generaal Alvéar, waarvan het origineel te vinden is in Buenos Aires. Drie
afdrukken van de prachtige gevelversiering die Bourdelle gemaakt heeft voor het
Parijse Théatre des Champs Élysées, die Apollo en de muzen verbeelden. En vijf
kleinere panelen die de tragedie, komedie, muziek, dans en het verbond tussen
architectuur en de beeldhouwkunst voorstellen. Twee beroemde en moderne dansers hebben model gestaan; Isadora
Duncan en Vaslav Nijinski. De kolossale beelden in de voor- en achtertuin tonen
de explosieve natuur van Bourdelle's kunstenaarsziel.
Op loopafstand van het
Musée Bourdelle vlakbij de Jardin Luxembourg ligt, verborgen tussen de muren
van de hoge aanpalende gebouwen, het woonhuis en atelier van de in Rusland
geboren beeldhouwer Ossip Zadkine (1890-1967). In de rustige en besloten tuin,
omgeven door met klimop begroeide ateliers, lijken zijn bronzen beelden slechts
met moeite licht op te vangen. Het museum, in februari 2012 weer opengegaan
voor het publiek na een grondige renovatie, toont een prachtig overzicht van
zijn werken van kubisme tot abstracte kunst. Binnen vindt je een collectie van
houten torso's en kleinere werken van brons en steen.
'Orpheus', met op de achtergrond het atelier van Ossip Zadkine
Buiten, fascinerende
beelden waaronder Orphée, verschillende studies van 'La Ville détruite', de verwoeste stad, zijn belangrijkste
creatie. Een treinrit door het verwoeste Rotterdam inspireerde Zadkine tot dit
beeld, waaruit het hart is weggerukt en waarbij de armen en handen de hemel als
het ware om hulp roepen, terwijl een schreeuw uit de bronzen mond ontsnapt. Het
beeld, dat te vinden is aan de Leuvehaven in Rotterdam, was een schenking van
de directie van het warenhuis de Bijenkorf aan de stad. Vlakbij de uitgang van
de tuin, verborgen in een kleine nis, staat het monument ter ere van de
gebroeders van Gogh, gemaakt in 1964, een van zijn laatste werken.
'La Ville détruite'; de verwoeste stad
Zadkine kwam op
twintigjarige leeftijd in Parijs terecht, gelokt door zijn mede landgenoot en
kunstschilder Marc Chagall, Hij was aanvankelijk een leerling en vriend van
Rodin. Tijdens de eerste wereldoorlog werkt hij als verpleger en tolk in het
Franse leger, waar hij de Joodse schilderes Valentine Prax ontmoet, waarmee hij
in 1918 trouwt. In 1928 vestigde hij zich in het huis, zijn 'folie d'Assas' aan
de rue d'Assas 100 bis. In 1937 besluit hij, na een tentoonstelling in New
York, om niet terug te gaan naar Parijs vanwege de toen al opkomende
antisemitische sentimenten. Valentine blijft in Parijs en duikt onder. Pas na
de tweede wereldoorlog vinden ze elkaar terug in de rue d'Assas. Hij bleef er
tot aan zijn dood in 1967. Ossip Zadkine is begraven tussen zijn illustere
tijdgenoten, waaronder Constantin Brancusi en Auguste Bartholdi, op het nabij
gelegen cimetière Montparnasse. Valentine Prax schonk meer dan 400
beeldhouwwerken en 300 tekeningen aan de stad Parijs, samen met zijn
persoonlijk archief en foto's. Het museum opende voor het eerst zijn deuren
voor het publiek in 1982. Een echte aanrader.
Tête d'Homme (1922)
Nog tot halverwege de
19e eeuw was la butte een landelijke idylle, een dorpje gelegen voor de poorten
van de stad. Het noordelijke stadsdeel werd pas in 1860 bij Parijs gevoegd en
is gelukkig verschoond gebleven van de ingrijpende bouwkundige ingrepen van Haussmann.
De oude dorpsstructuur is er tot op heden bewaard gebleven. De eenvoudige maar
gunstige leefomstandigheden en het vrije klimaat op de heuvel. waar in het
schimmige café- en cabaretcircuit eenvoudig modellen konden worden benaderd,
trokken zo rond de eeuwwisseling talloze kunstenaars en galeriehouders aan.
Degas, Renoir, Toulouse-Lautrec, Van Gogh, Picasso, Braque en Matisse, ze
leefden, woonden en werkten allen enige tijd in Montmartre. De nostalgie leeft
hier voort, nog altijd geassocieerd met bovengenoemde kunstenaars, die hier
probeerden een inkomen bij elkaar te scharrelen. Toulouse de Lautrec heeft hier
de danseressen van de Moulin Rouge geschilderd. Picasso schilderde in 1907 een
van zijn beroemdste schilderijen, 'Les Demoiselles d'Avignon', dat zich
momenteel in het MoMa in New York bevindt.
Hier aan de rue Cortot 12 woonden Susanne Valadon en haar zoon Maurice Utrillo, nu het Musée de Montmartre
In Montmartre staat op
nummer 12 in de rue Cortot een huis met mansardedak, dat zijn schilderachtige
verleden opmerkelijk trouw is gebleven: Het Musée de Montmartre, dat eens het
oudste hotel was op de heuvel, weggedoken in een tuin vol met betoverende
geuren- en kleurenpracht. Hier zien we dat stenen een ziel hebben, want hoe had
deze plek anders zo'n groot aantal vooraanstaande gasten kunnen trekken.
Eigendom van Claude de la Rose of Rosimond, een acteur bij het Théâtre de
Molière waar ook Molière deel van uitmaakte. Renoir had hier in 1875 zijn
eerste Parijse adres en schilderde hier tal van meesterwerken, waaronder de
absolute uitschieter Le Bal du Moulin de la Galette. Het doek hangt nu in het
Musée d'Orsay. Van Gogh en Gauguin waren hier regelmatig de gast van Émile
Bernard. Vincent van Gogh woonde een stukje verderop in een uitspanning met de
naam Aux Billards en Bois. Hier schilderde Van Gogh in 1886 "La
Guinguette", eveneens te vinden in het Musée d'Orsay. Op de tweede
verdieping woonden Susanne Valadon en haar zoon Maurice Utrillo.
De memorabilia van het
museum herscheppen de unieke atmosfeer van Montmartres verleden, de Bohemiens.
Foto's, prachtige affiches onder andere van Toulouse-Lautrec, van diverse
cabarets, tekeningen, schilderijen, karikaturen en sculpturen. Je vindt hier
ook een reproductie van een van de mooiste artiestengrappen uit Montmartres
kunstverleden. De schrijver Roland Dorgelès - die moderne kunst verafschuwde -
bond een penseel aan de staart van de ezel van de eigenaar van het Cabaret Au
Lapin Agile. Het resulteerde in een schilderij alom bewonderd door de
kunstpers. Het schilderij kreeg de titel mee; 'Zonsondergang boven de
Adriatische Zee'. Bovendien staat hier de oude tapkast van het Café de
l'Abreuvoir waar Utrillo regelmatig zijn geliefde absint nuttigde. Er is ook
een groot schaalmodel van het oude Montmartre, die een goede indruk geeft hoe
la butte er ooit heeft uitgezien. Aan de achterkant heb je een mooi uitzicht
over de heuvelachtige noordrand van de stad en de wijngaard.
Musée de la Vie Romantique, Hôtel
Scheffer-Renan, rue Chaptal 16, 9e arrondissement, Metro Saint Georges,
Pigalle, Blanche, Liège. Geopend
dinsdag tot en met zondag van 10.00 uur tot 18.00 uur, entree gratis
Musée Bourdelle, rue
Antoine Bourdelle 18, 15e arrondissement, metro Montparnasse- Bienvenüe,
Falguière. Geopend dinsdag
tot en met zondag van 10.00 uur tot 18.00 uur, entree gratis.
Musée Zadkine, rue
d'Assas 110 bis, 6e arrondissement, Metro Vavin, Notre Dame des Champs. Geopend dinsdag tot en met zondag van
10.00 uur tot 18.00 uur. Entree € 8,00
Musée de Montmartre, rue
Cortot 12, 18e arrondissement, metro Lamarck-Caulaincourt. Geopend alle dagen van 10.00 uur tot
18.00 uur, entree € 9,00
Paris FvdV passeerde op 19 mei 2014 de grens van 138.000 lezers. Om
versneld naar de 150.000 lezers te groeien, krijgt iedere 1000e bezoeker van
mijn weblog, het nieuwe boek van Andy Arnts; 'Parisiennes herken je aan hun benen', gratis thuisgestuurd. Maak
een print screen van mijn weblogpagina met het bezoekersgetal afgerond op 000,
stuur die via email naar fvdvliet@upcmail.nl met uw adres en binnen enkele
dagen ontvangt u het boek gesigneerd door de schrijver zelf.