Paris FvdV is een niet commercieel weblog speciaal voor kenners en liefhebbers van de stad Parijs - en voor hen die dat willen worden. Parijs is een stad met een gewichtig verleden, respectabel en gerespecteerd. Het is totaal niet nostalgisch. Parijs is er in geslaagd om, soms op brutale maar altijd op elegante wijze, om te gaan met zijn grootse monumenten. Ze te beschermen en te integreren in de nieuwe dynamiek van de stad. Parijs is een meester op het gebied van herstel en transformatie. U zult er nooit in slagen een volledig overzicht te maken van plekken en verhalen, die allemaal op hetzelfde punt uitkomen en de glorie van deze stad bezingen. toch wil ik een poging wagen. Wekelijks wil ik u niet alleen informeren over wat Parijs nog meer te bieden heeft, maar ook wil ik mijn liefde voor deze stad op u over dragen. In de hoop dat het raakt aan iets wat u herkent of voelt. Ferry van der Vliet.

Privacy verklaring: Indien u weblog Paris FvdV, dat bij Google-Blogger is ondergebracht, leest en reageert op de blogs van Paris FvdV, doet u dat vrijwillig en is uw IP-adres en mailadres - indien u dat vermeld - bekend en wordt opgeslagen. Ook uw schuilnaam waaronder uw reageert wordt opgeslagen. Paris FvdV zal uw gegevens nooit aan derden doorgeven. We houden uw gegevens privé, tenzij de wet of rechtelijke macht ons dwingt uw gegevens aan hen te verstrekken. Datalekken in het systeem vallen onder de verantwoordelijkheid van Google-Blogger. Door weblog Paris FvdV te bezoeken en/of de op of via deze weblog aangeboden informatie te gebruiken, verklaart u zich akkoord met de toepasselijkheid van deze disclaimer. Google gebruikt cookies om services te leveren en verkeer te analyseren dus uw IP-adres en user-agent zijn bij Google bekend, samen met prestatie- en beveiligingsstatistieken om servicekwaliteit te garanderen, gebruiksstatistieken te genereren, misbruik te detecteren en maatregelen te treffen.

vrijdag 26 juni 2020

DE NECROPOOL VAN DE ARISTOCRATIE; CIMETIÈRE DE PASSY


Elk boek wat ik in mijn bezit heb over Parijs begint met lyrische woorden waarin de schoonheid van de stad wordt bezongen. De ene overtreffende trap na de andere; romantisch, legendarisch, groots, beroemd, overweldigend. Victor Hugo schreef in Les Miserables: "Alles wat ergens anders bestaat, bestaat ook in Parijs". Of Hemingway: "Als je zo gelukkig bent om als jongeman in Parijs gewoond te hebben, dan blijft dat je voor altijd bij, waar je in je leven ook naar toegaat, want Parijs is een doorlopend feest". De stad waar het leven nooit stopt, dat is het Parijs van 'la vie continue'.

Minikerkjes met een stoffig interieur, een klein altaar, altijd voorzien van een kruisbeeld



Maar er is ook nog een ander Parijs; verstild en tijdloos. Dat is het Parijs van de dodenakkers, waarbij schoonheid en verval, grafkunst en grafkitsch hand in hand lijken te gaan. 

Parijs kent vele kerkhoven, oases van rust en schoonheid. Eindeloze rijen van grafkapellen met prachtige bronzen deuren en glas in lood. Bemoste granieten grafzerken, afgewisseld met glanzend marmeren grafstenen, waar het verdriet nog voelbaar is. Grafkelders, bewaakt door de mooiste beelden, vaak van wenende vrouwen, uitgevoerd in marmer of brons of gewoon uitgehouwen in steen. Boven aan de deur van deze 'minikerkjes' staat de naam van de familie gegraveerd. 

Soms staat de deur gewoon op een kier of kun je door de kleine raampjes naar binnen gluren. Een stoffig interieur met een klein altaar, altijd voorzien van een kruisbeeld, omgevallen kandelaars en twee vergane bidstoeltjes. In een vaas een verwelkt boeket of plastic rozen.

Binnen de ringweg kent Parijs 15 begraafplaatsen, allemaal gesitueerd in de buitenste arrondissementen; 12e tot en met het 20e. Gek genoeg is er geen begraafplaats in het 13e arrondissement. Zou dat te maken hebben met bijgeloof met betrekking tot het ongeluksgetal? Wie weet. De bekendste kerkhoven van Parijs zijn natuurlijk Père Lachaise in het 20e arrondissement, cimetière Montmartre in het 18e en cimetière du Montparnasse in het 14e.

In de schaduw van de Eiffeltoren; cimetière de Passy, de necropool van de aristocratie

In het 16e, verscholen achter hoge muren, verheven boven place du Trocadéro ligt de kleine begraafplaats van Passy; de cimetière de Passy. In het begin van de 19e eeuw werden in de Franse hoofdstad verschillende nieuwe begraafplaatsen aangelegd. Na Père Lachaise, de begraafplaats van Montmartre en de begraafplaats van Montparnasse, werd de begraafplaats van Passy in 1820 geopend als vervanging van de oude gemeenschappelijke begraafplaats van Passy, gesloten in 1802. De centrale ligging in het centrum van de duurste arrondissementen van Parijs verklaart waarschijnlijk waarom de begraafplaats de bijnaam heeft als de necropool van de aristocratie.




De familiegrafkelder van de Comte en Comtesse Delaire Cambacérés

De unieke toegang tot deze begraafplaats, aan de rue du Commandant Schlœsing 2, is een monumentale ingang in art-decostijl die in de jaren dertig van de vorige eeuw door de Franse architect en decorateur René-Félix Berger werd ontworpen. De kroonlijst van het elegante paviljoen is versierd met drie bas-reliëfs van beeldhouwer Janthian. Cimetière de Passy heeft een oppervlakte van 1,70 hectare en omvat ongeveer 2.615 begraafplaatsen die voor altijd worden gehouden. Het is verdeeld in 15 divisies genoemd. Sommige zijn eenvoudige grafstenen, andere zijn monumentale graven en familiemausoleums. Meer dan 290 bomen, voornamelijk kastanjebomen, dragen bij aan een romantische sfeer. Net als bij andere Parijse begraafplaatsen is het erg moeilijk om hier begraven te worden. Er zijn strikte regels; alleen mensen die in Parijs zijn gestorven of daar hebben gewoond, mogen hier worden begraven. Tegenwoordig maakt de begraafplaats Passy administratief deel uit van de begraafplaats Montparnasse.

Meer dan 290 bomen, voornamelijk kastanjebomen, dragen bij aan een romantische sfeer


Bekende personen die hier begraven liggen zijn o.a. Bảo Đại, de 13de en laatste keizer van de Nguyen-dynastie in Vietnam. Op 23 augustus 1945 trad hij af en leefde vervolgens in ballingschap in Hongkong en Frankrijk. In 1949 werd hij door de Fransen weer als staatshoofd geïnstalleerd, ditmaal als president. In 1955 werd hij bij verkiezingen verslagen en sindsdien woonde hij in Parijs, waar hij op 30 juli 1997, op 83 jarige leeftijd, gestorven is in het militaire ziekenhuis Val-de-Grâce.


Ook een groot deel van de familie Manet ligt hier begraven. Édouard Manet (1832-1883) de kunstschilder. Manet stierf aan de ziekte locomotorische ataxie, die het centraal zenuwstelsel aantast en verlamming veroorzaakt. De oorzaak was syfilis, die Manet mogelijk al in 1848 had opgelopen. Vlak voor zijn dood in 1883 kreeg hij ook nog koudvuur in zijn been, dat afgezet moest worden. Antonin Proust sprak op de begrafenis en Monet en Zola droegen de kist. Verder waren onder meer Alfred Sisley, Camille Pissarro, Pierre Renoir en Eugène Boudin aanwezig.
Weinigen weten dat Manet getrouwd was met de Nederlandse Suzanne Leenhoff, concertpianiste, die opgroeide in Zaltbommel. Haar vader was daar beiaardier. Aan het eind van de jaren 1840 vertrok zij met haar moeder en broers en zussen naar Parijs, waar haar oma woonde. Het was zelfs Franz Liszt die haar zou  hebben aangeraden haar pianostudie in Parijs voort te zetten, toen hij haar in 1842 had horen spelen tijdens een reis door Nederland.
In Parijs gaf Leenhoff pianolessen aan onder anderen de jongere broers van Édouard Manet. Rond 1849 kreeg zij een relatie met deze schilder. In 1852 beviel Suzanne Leenhoff van een zoon, Léon. Als vader gaf zij ene Koëlla op, over wie verder niets bekend is. Er zijn theorieën dat Manet, die peetoom van het kind werd, de vader was. Er zijn ook vermoedens dat het kind van Manets vader, Auguste, was. Leenhoff en Manet trouwden op 28 oktober 1863 in Zaltbommel. Suzanne Manet stierf in 1906 en ligt ook hier begraven. (bron wikipedia)
Ook Eugène Manet (1833-1892 zijn broer en tevens kunstschilder. Zijn echtgenote Berthe Morisot (1841-1895), impressionistische kunstschilderes en Julie Manet (1878-1966), model, kunstschilder, kunstverzamelaar en de dochter van Eugène Manet en Berthe Morisot. Na de dood van haar vader is zij een dagboek gaan bijhouden. Het werd na haar dood uitgegeven en in het Nederlands gepubliceerd als ‘De impressionistische wereld van Julie Manet’.

Het mausoleum van Marie BashkirtseffFoto Wikimedia, © Martin Ottmann

Marie Bashkirtseff
“Als ik niet jong sterf, hoop ik voort te bestaan als een groot kunstenares; maar als ik jong sterf, wil ik mijn dagboek, dat alleen maar interessant kan zijn, in de openbaarheid laten brengen maar gaat u maar uit van de veronderstelling dat ik beroemd ben”; schreef de ambitieuze jonge Oekraïense Marie Bashkirtseff. Helaas stierf ze jong en de roem, die ze had willen vergaren, is dan ook min of meer uitgebleven. Ze stierf op 26-jarige leeftijd als gevolg van tuberculose. Haar moeder zorgde ervoor - geheel volgens de eerdergenoemde wensen van de kunstenares - dat haar openhartige dagboek inderdaad gepubliceerd werd.  “Waarom zou ik liegen en me anders voordoen dan ik ben?' Zo luidt de eerste zin van het dagboek dat zij op haar twaalfde jaar begon en voortzette tot tien dagen voor haar dood.
Maria Konstantinovna Bashkirtseva, haar echte naam (1858-1884) was een Oekraïens - Franse dagboekschrijver, schilder en beeldhouwer, woonde en werkte vele jaren in Parijs. Bashkirtseff zou in haar korte leven een opmerkelijk, zij het vrij conventioneel oeuvre produceren, dat al in 1880 en daarna elk jaar tot haar dood op de Parijse Salon zou worden tentoongesteld. Schilderijen van Marie Bashkirtseff bevinden zich o.a. in het Louvre en het Musée d’Orsay in Parijs, in het Musée des Beaux-Arts Jules Chéret in Nice, het Staatsmuseum Dnepropetrovsk en het Kunstmuseum Kharkov (beide in Oekraïne), het Russisch Museum in Sint Petersburg, en het Rijksmuseum Amsterdam. Marie Bashkirtseff maakte geen groot oeuvre. Zij liet ongeveer honderd schilderijen na. Haar grote vriend Prins Bojidar Karageorgevitch was bij haar sterfbed aanwezig. Haar monument is door de Franse regering tot historisch monument verklaard, reden: Binnen in het mausoleum hangt haar laatste werk, te weten, ‘De Heilige Vrouwe bij het graf’.

Altijd bedekt met bloemen het graf van prinses Leila Pahlavi

Wandelen over deze Parijse dodenakker is meer dan een ontdekkingstocht van versteend verdriet. Alle graven hebben zo hun eigen verhaal. De een leeft voort door zijn schilderkunst, films, boeken en muziek. De ander blijft in herinnering, bekend of onbekend. Verse bloemen geven aan dat zij in ieder geval niet onopgemerkt zijn gebleven. Een graf wordt wekelijks bedolven onder verse bloemen, dat van Leila Pahlavi. Prinses Leila was de jongste van wijlen Shah van Iran, vijf kinderen, en de vierde van zijn derde vrouw, koningin Farah. De sjah en zijn familie werden in 1979, na de islamitische revolutie, gedwongen tot ballingschap. Na de dood van de sjah door kanker in 1980 vestigde de familie zich in Amerika. Leila was ooit topmodel voor Valentino en leed later aan anorexia nervosa. Als gevolg van een laag zelfbeeld en een zware depressie, ze werd vaak behandeld in klinieken in de Verenigde Staten en Groot-Brittannië, pleegde zij op 10 juni 2001 zelfmoord in een Londense hotelkamer. Zij ligt begraven in de buurt van haar grootmoeder Farideh Ghotbi Diba.

Passy heeft een oppervlakte van 1,70 hectare en omvat ongeveer 2.615 begraafplaatsen die voor altijd worden gehouden


Andere bekende of beroemde graven zijn die van Fernandel (1903-1971) de belangrijkste Franse filmkomiek, met als handels-merk zijn Provençaalse accent en zijn grote tanden. Hij is het meest bekend door zijn rol van pastoor in de reeks van de Italiaanse dorpspastoor Don Camillo – films.

Marcel Dassault, geboren als Marcel Bloch, Industrieel en luchtvaartpionier. De Société des Avions Marcel Dassault, later Dassault Aviation groeide uit tot een groot militair-industrieel conglomeraat. In 1981 werd het genationaliseerd, maar Dassault bleef het bedrijf leiden tot aan zijn dood in 1986.

De componisten Claude Debussy, Gabriel Fauré en Marcel Renault, coureur en medeoprichter van Renault, samen met zijn broers Fernand en Louis.

Op een van de muren bevindt zich ook een monument voor de Franse soldaten die in de Eerste Wereldoorlog zijn gevallen van beeldhouwer Paul Landowski (1875-1961). President Coty legde de eerste steen van het monument op 11 november 1954. Het werd ingewijd op 13 mei 1956.

De Nederlander Andy Arnts heeft een aantal series gemaakt over het 'onvergankelijk Parijs', waar hij op verschillende Parijse begraafplaatsen op zoek gaat naar verhalen over bekende en minder bekende personen uit de Franse geschiedenis. Klik hier voor zijn filmimpressie over de begraafplaats van Passy. Zeker even bekijken!


Cimetière de Passy, rue du Commandant Schlœsing 2, 16e arrondissement, metro Trocadero. Voor openingstijden in verband met de Covid-19 raadpleeg de website.




vrijdag 19 juni 2020

PARIS PROMENADE


Vaak krijg ik de vraag: “Doe jij ook rondleidingen door Parijs?” Mijn antwoord is dan; “de enige rondleidingen die ik doe zijn de blogs die ik wekelijks publiceer over de stad Parijs”. Tevens adviseer ik mijn lezers om gebruik te maken van mooie Nederlandse initiatieven van creatieve jonge ondernemers in Parijs. Die krijgen dan ook altijd de ruimte in mijn weblog om hun onderneming te promoten. Zo zagen jullie al Freaky Tours voorbij komen. Freaky Tours Paris is opgericht door actrice Rachella Kingswijk. Zodra de lichtstad duister wordt brengt zij de obscure tijden van weleer tot leven tijdens een twee uur durende wandeling door het centrum van Parijs. Je gaat de stad bekijken door de ogen van seriemoordenaars, kannibalen, duivelaanbidders en ander gespuis. Maar ook Paris by Bike, want als je kunt fietsen in Amsterdam dan kun je het zeker in Parijs, dat is nog steeds het motto van een Nederlands cabaretière  die in 2011 haar theaterambities aan de wilgen hing. Het bleek uiteindelijk niet haar gekoesterde droom. Tja, en wat dan. Dit was de start van een mooi oer-Nederlands succesverhaal. Sinds april 2012 heeft de nu 27 jarige Yvonne America haar eigen fietstour bedrijfje Paris By Bike, maar dan met een Nederlands tintje.

Deze foto behoeft geen onderschrift

Dit keer geef ik de kans aan Dominique Verschuren om zijn bedrijfje ‘Paris Promenade’ aan jullie voor te stellen. En hoe kun je dat beter doen dan samen met hem, bij een goed glas wijn een interview te doen. Helaas nog niet op een Parijs terras maar middels de digitale techniek van Microsoft teams.

Dominique Verschuren van ‘Paris Promenade’


Dominique, hoe ben jij in Parijs terecht gekomen ?

Het grootste cliché bracht mij jaren geleden in Parijs; de liefde voor Parijs Niet alleen het aloude cliché, maar ook de keerzijde van die liefde bracht mij naar deze stad. Parijs is net zo goed een stad van eenzamen, van verlangen en van dromen. Het is de mijn passie voor Parijs die mij hier houdt.


Vertel dan eens wat jou zo boeit?

Ik hou ervan om me te omringen met schoonheid. Er is veel lelijkheid in de wereld; de wereld is verre van perfect. Maar in het Parijs tussen de ringweg is veel authentieke schoonheid te vinden. Als je de achtergronden kent wordt die schoonheid nóg intenser. Misschien ben ik in Parijs wel op zoek naar schoonheid en de verstening van de tijd als troost. Maar tegelijkertijd, in het heden, is het een keiharde jungle waar je probeert je hoofd boven water te houden. Dat maakt de stad zo fascinerend. Al die mensen uit het verleden die probeerden het te maken, zovelen die boven het maaiveld uitstaken en die hun hoofd verloren (al dan niet door de guillotine). Zo weinigen die het echt maakten en ook zij, zoals wij allemaal, betaalden daarvoor een prijs.

Vroeger was ik eerder Londen minded. Ik ging daar regelmatig naartoe. Maar het lot bracht mij naar Parijs. Sinds ik hier woon heb ik geprobeerd om zo veel mogelijk de stad te exploreren.
Als je door Parijs fietst of loopt dan ontstaan de dromen vanzelf. Dromen over vervlogen tijden. Mannen met hoge hoeden, vrouwen in hoepelrokken die de Eiffeltoren bezoeken tijdens de Exposition Universelle van 1889. Place de la Concorde, nu vol met auto’s maar ooit de plek van een woedende menigte die de oude koningin Marie Antoinette uitjouwde, bespoog en bekogelde op weg naar de quillotine. Op Île de la Cité begint de geschiedenis echt te wegen: gebouwen die er acht honderd jaar geleden ook al stonden, zoals Saint Chapelle, Congiergerie en natuurlijk Notre-Dame. Maar het ziekenhuis Hôtel de Dieu, spant de kroon met de oudste betrouwbare bron uit 829. En nog altijd worden buurtbewoners, indien nodig, hier geopereerd! Voor een historicus is Parijs een lusttuin zoals er geen tweede bestaat. Vanaf de twintigste eeuw (Centre Pompidou) tel je in Parijs architecturaal terug om uiteindelijk in de eerste eeuw terecht te komen (Arènes de Lutèce). Dat vind je in geen enkele andere stad!

Op Île de la Cité begint de geschiedenis

Maar zoals gezegd ook voor het dagelijkse leven geldt: ‘never a dull moment’. Parijs is een chaos, maar zoals bij alles, zit er structuur in. Symbool daarvoor vind ik Place d’Étoile waar alle auto’s, hevig claxonnerend, door elkaar rijden. Maar schijn bedriegt. En in Parijs is het net zoals in al die andere metropolen: de immense stad van elf miljoen inwoners wordt uiteindelijk toch teruggebracht tot de menselijke maat. Er zijn niet minder dan tachtig ‘quartiers’. Sommige amper tien straten groot.

Banksy herdenkt de aanslagen van november 2015

Sinds ik hier woon heeft Parijs aanslagen te verwerken gehad; de redactie van het satirische weekblad Charlie Hebdo (januari 2015) en de concertzaal Bataclan en de vele daar omheen gelegen cafe’s (november 2015). Alle aandacht was gericht op het indammen van dit gevaar. Vervolgens kwamen gele hesjes de straat op met enorme ravage tot gevolg op en rond de Champs-Elysées. Die wind is niet echt gaan liggen, maar werd wel overschaduwd door de Kerst-stakingen toen zelfs de metro zes weken buiten dienst was. Dit jaar hebben we acht weken lang letterlijk ons huis niet verlaten in een heuse ‘confinement’. In dat tijdperk leef ik dus: het tijdperk van aanslagen, protesten en opsluiting vanwege het Corona virus, maar ook van grootscheepse ecologische metamorfoses die de stad onherkenbaar groener gaan maken waarbij de Olympische Spelen van 2024 de eerste deadline vormen.

Het geluid van de accordeon begint zeldzamer en zeldzamer te worden in Parijs

Dat kan ik nog doortrekken. Mijn eigen verleden, de jaren tachtig, negentig. Het Parijs, waarmee ik in mijn jeugd vanop een afstand ben opgegroeid – het Franse chanson, accordeonmuziek, bistro’s –, verdwijnt langzaam. Het geluid van de accordeon begint zeldzamer en zeldzamer te worden in de straten van Parijs. In Montmartre, op de stoep voor het oude atelier van Picasso, zit wel eens een accordeonist te spelen. Ik attendeer altijd mijn gasten op dit verdwijnende geluid. De meeste straatartiesten spelen gitaar of vermaken een menigte met acrobatiek en grappen, zoals je die in zoveel andere westerse metropolen ook ziet. En dat niet alleen. Parijs lijkt met al haar duizenden pizzeria’s, Engels als voertaal, en internationale ketens in de winkelstraten in snel tempo stukjes eigenheid in te leveren. Er is geen ontkomen aan: de stad is geglobaliseerd.

Ik vind het ook leuk om tijdens de tours te reflecteren over de huidige inwoners, hun gebruiken, paradoxen, etc. 'Last Tango in la Villette'


Wat voegen jouw wandelingen met Paris Promenade toe?

Tot nu toe bestaan er weinig Nederlandstalige wandeltours in Parijs. Je kunt je wel aansluiten bij een fietstour zoals die van Paris by Bike van de Nederlandse Yvonne America, of een thematische wandeltour zoals die van Montmartre of Freaky Tours van de eveneens Nederlandse Rachella Kingswijk. Het voordeel van een fietstocht is dat je een groot gebied bestrijkt, maar met een wandeltour zoom je in op details. En dan begint een stad pas ècht te leven. Het leven om je heen gaat minder vluchtig aan je voorbij, waardoor je het gevoel krijgt veel meer onderdeel van de stad te worden. Je absorbeert Parijs, je staat even stil bij de stad. Zo creëren wij veel meer diepgang in onze tours: we duiken een hotel in of het warenhuis Lafayette om de pracht en praal te laten zien.
Ik vind het ook leuk om tijdens de tours te reflecteren over de huidige inwoners, hun gebruiken, paradoxen, etc. Ik ben analytisch ingesteld en tegelijkertijd poëtisch, dat levert mooie overpeinzingen op die mensen amuseren, verbazen of ontroeren. Dat is het verschil dat ik maak als je met mij meegaat. Op die manier kan ik een deel van mijn persoonlijkheid erin leggen.

 ‘Paris Promenade’ laat een ander stukje Parijs zien, het Parijs zoals ze werkelijk is


En hoe ben je onderscheidend?

Wij houden niet van toerisme als een platte industrie; het draait bij ‘Paris Promenade’ om klasse. Daarom houden we groepen graag zo klein mogelijk, zodat we iedereen persoonlijke aandacht kunnen geven tijdens onze wandelingen.
Het team van Paris Promenade reflecteert over wat ze inhoudelijk doet. Die klasse komt terug in het realistische beeld dat we geven van Parijs. De stad zoals ze nu eenmaal is. We tonen graag haar schoonheid, maar lopen niet weg voor de onvermijdelijke, minder fraaie werkelijkheid. Dat is ook een deel van de liefde die we voelen voor deze ongrijpbare stad. We tonen onze passie door de verwondering te laten prevaleren, maar net zo goed de kritische zin (niet te verwarren met cynisme). ‘Paris Promenade’ laat een ander stukje Parijs zien, het Parijs zoals ze werkelijk is.


Wat zijn je Parijse zonden?

Éclaires en pain chocolat aux amendes. Ik heb ook een Macaron-periode gekend. Van die grote van boulangerie Paul zijn mijn favorieten. Die zijn erg overheerlijk en zeker zo goed als die van Ladurée, juist omdat ik mij heb laten vertellen, dat de eigenaar van Ladurée dezelfde is als die van Paul.

Place de Fürstemberg


Je favoriete plekken en waarom?

Voor de liefhebbers van lijstjes, mijn 3 favoriete plekken in Parijs zijn:
      Rue de Fürstemberg, in het bijzonder wanneer de lantaarn brandt. Vorig jaar was ik moe van een dag hard werken. Maar ik had afgesproken in Cafe de Flore met een vriend. Hij vond dat ik er zo sprankelend uitzag. En dat terwijl ik me afgepeigerd voelde. Wat had ik gedaan? Niets anders dan tien minuten om de hoek gestaan, op Place de Fürstemberg. (Het heet officieel Rue de Fürstemberg, maar ik noem het in mijn volksmond: Place Fürstemberg, omdat het vooral een pleintje is.) De lantaarns brandden en ik werd spontaan weer verliefd op dit stukje Saint-Germain. Dat gaf mij enorm veel energie.

Een van de mooiste uitzichten van Parijs

    Montmartre. Als je een kleine omweg maakt door de square met het standbeeld van St. Denis - die onthoofd is, niet door de guillotine maar door een Romeinse soldaat – passeer je een smalle corridor langs prachtige privé-tuinen. Op het einde van dat pad kom je uit bij de buste van Dalida. Als je voor je kijkt zie je een van de mooiste uitzichten van Parijs: groene kleuren van het rurale gedeelte van Montmartre, roze muren geschilderd door de kunstenaar Maurice Utrillo en op de achtergrond van het tableau de torens van de Sacre Coeur. Dat is wat men op z’n Frans noemt: een cliché. Een fraaie foto dus!

         Rue Rembrandt is een schitterende straat in een rustige buurt. Op de hoek staat zo’n beetje de laatst overgebleven Pagode, in prachtig rood. De straat staat vol met gigantische Haussmaniaanse huizen. Deze straat ademt de sfeer van de Proustiaanse wereld; de schrijver Marcel Proust woonde immers om de hoek. En dan als klap op de vuurpijl loop je zo het Parc Monceau binnen. Dat is mijn favoriete park in Parijs, omdat het zo subtiel is. Als je voor de eerste keer in Parijs bent adviseer ik net zo graag Parc des Buttes Chaumont, waar ik om de hoek woon. Die is veel sensationeler, inclusief een grot en een heuvel met daarop een tempeltje en een prachtig uitzicht op de Sacre Coeur die bijna voor het grijpen ligt. Maar als je Parijs wat beter kent dan herbergt Monceau een veel fijnzinnigere schoonheid, meer in balans en harmonieuzer. Met prachtige bomen.

Parc Monceau 

     En dan nog een geheim van Parijs. Een hotel dat even simpel als onpraktisch l’Hôtel heet. Hôtel d’Alsace en hun beroemdste bewoner was Oscar Wilde. In die tijd een aftands hotel, Wilde was in zijn laatste levensjaren tot de bedelstaf veroordeeld. Nu is het echter enorm chic. Maar het mooie is: voor een gemiddelde Parijse prijs kun je daar iets drinken in de schitterde serre. Dan krijg je een glimp van de authentieke rijkdom van Saint-Germain.


Aan welke ideeën ben je aan het werken?

Zo zou ik ook graag een tour over de zonden van de stad willen ontwikkelen: de oude hoerenbuurt, die meer in het negende arrondissement was gelegen (Quartier de Breda, heette dat vroeger), de alcoholische geschiedenis van absint en de guinguettes waar goedkope wijn werd geserveerd. Maar ook de maffia (de Apaches) had zijn eigen district... Of wat denkt u van de zinken daken met de typische schoorstenen?!

De alcoholische geschiedenis van absint


Waar haal je je inspiratie vandaan?

Mijn inspiratie komt van wat ik observeer, wat ik voel, en van wat ik lees (een hele concrete inspiratiebron is het boek ‘Het Andere Parijs’ van Luc Santé, waarin vooral het volkse Parijs uit de negentiende en twintigste eeuw de revue passeert). Ik twijfel alleen of andere mensen daar ook in geïnteresseerd zijn? Soms is het erg specialistisch. Een maand geleden, toen we weer naar buiten mochten na de Corona opsluiting heb ik een prachtig pleintje, eigenlijk een square (een klein parkje) ontdekt. Het parkje is gesitueerd een straat of twee achter het stadhuis van het achttiende arrondissement (Clignancourt). Maar om het te bereiken vanaf de Sacre Coeur moet je wel een kwartier door minder fraaie straten lopen. Tja, is dat de moeite waard voor mensen die de stad minder goed kennen?

'Het Andere Parijs’ van Luc Santé

‘La Zone’ is zo’n ander voorbeeld. Dit getto van honderd jaar geleden ten hoogte van waar nu de Périphérique ligt, spreekt zó tot mijn verbeelding. Maar er is geen grassprietje of kassei dat er nog aan herinnert. Of ik moet me vergissen. Twee jaar geleden heb ik een kleine overzichtstentoonstelling gezien in een veredelde bouwkeet in de banlieue bestaande uit tientallen foto’s. Die locatie zei alles: het is een vergeten stukje Parijs.
Als er geïnteresseerden zijn voor deze kleinere krentjes uit de pap, dan mogen zij dat altijd aan mij laten weten: parispromenade20@gmail.com

Kortom: Wat ik vooral wil creëren, in alles wat ik doe, is een combinatie van concentratie en interesse dat leidt tot magische momenten. Ook in mijn andere werk als trainer gaat het om je te concentreren waar je mee bezig bent en dat serieus te nemen, èn interesse te tonen in je gasten met wie je samen bent. Het is altijd fantastisch om te weten waar mijn gasten vandaan komen: of dat nu Californië of Oude Pekela is. Om het in een Einsteiniaanse formule uit te drukken: Concentratie + interesse = magic.


Vertel wat over je tours en de kosten?

Niets is te gek of te veel voor Paris Promenade. Wij leren zelf ook graag bij. We duiken graag in het ‘verdwenen’ Middeleeuwse Parijs.
Ook aan eten besteden wij heel graag aandacht. Wij serveren jou de beste patisserie, charcuterie èn… fromage! Prikkel al je zintuigen: zie, voel, ruik, hoor èn vooral… proef de stad tijdens deze heerlijke Tour de Dégustation! Inclusief mijn persoonlijke zondes Jammie!
Een andere ontdekkingstocht vindt plaats op de beroemdste begraafplaats van Parijs die de allures heeft van een ondergronds dorp. En als levende stervelingen zien wij slechts de 70.000 bovengrondse tombes. Père Lachaise is het verhaal van de laatste verblijfplaats van vele Franse en internationale legendes, waaronder Jim Morrison, Edith Piaf, Oscar Wilde, Marcel Proust en Molière. Ook staan wij stil bij het monument voor de gevallen Communards, een van de bloedigste weken uit de Parijse geschiedenis. Een tour om stil van te worden. Wij bezoeken als enige Nederlandstalige tour Père Lachaise. 


 Wij bezoeken als enige Nederlandstalige tour Père Lachaise

Maar net zo goed lopen we door de ‘posh en glamour’ rond Place de Vendôme. Doen we ook; etalages zonder prijskaartje omdat dat dat zó ordinair is. Hotelsuites voor 45.000 euro per nacht. Wij nemen een kijkje. Een tour om van te dromen. Want, je weet het misschien niet, in Parijs is dromen gratis!

Wat we zelf heel leuk vinden om te doen is een tour samenstellen naar aanleiding van jullie persoonlijke wensen. Misschien wil je meer weten over de schrijvers van Parijs, een tour over de chansons van de stad, een kijkje nemen in Butte-aux-Cailles, of rond Parc Monceau, of het vergeten, statige negende arrondissement.
De prijs van de tours zijn vanaf 25 euro per persoon. Bijzondere tours kosten 35 euro per persoon. Je kunt ook een privétour boeken. Dan is alle aandacht voor jou en jouw groep geheel aangepast aan jouw persoonlijke wensen: ‘Your wish is our command’!


Meer informatie vind je op: https://www.parispromenade.org/




zaterdag 13 juni 2020

VERSTEEND OORLOGSVERDRIET; PÈRE LACHAISE


Père Lachaise is voor buitenlandse toeristen de vierde attractie van Parijs, na de Eiffeltoren, de Notre Dame en de Arc de Triomphe. Waarschijnlijk is het de unieke combinatie van bijzondere grafkunst, l'art funèbre, vanaf 1804 tot heden, in combinatie met de romantische, eerbiedwaardige, groene omgeving. Maar zeker ook de aanwezigheid van grafstenen met honderden beroemde namen, begraven in wat eens het  landgoed was van Louis Baron Desfontaines. Hier liggen maarschalken, politici, schrijvers, kunstschilders, filmsterren, filosofen, componisten en zangers naast duizenden gewone Fransen in de schaduw van meer dan twaalfduizend bomen. Maar Père Lachaise is niet alleen interessant vanwege zijn graven en beroemdheden. Het is ook de beeldentuin van oorlogsmonumenten. Dit keer neem ik je niet mee langs al die beroemdheden maar langs monumenten die minder heroïsch of bekend zijn.

Père Lachaise is niet alleen interessant vanwege zijn graven en beroemdheden, het is ook de beeldentuin van oorlogsmonumenten

We stappen uit bij metro Père Lachaise, bij de uitgang aan de place Auguste Mérivier en gaan rechts de avenue de Gambetta in. Na ongeveer honderdvijftig meter aan de rechterkant, komt u aan bij een van de mooiste en rustigste tuinen van Parijs: Le jardin du Samuel de Champlain. Slechts 13192 m² groot. Een langgerekte strook, die loopt langs de noordwest muur van het kerkhof Pére Lachaise. Deze serene openbare tuin, aangelegd in 1889, is genoemd naar de vader van het nieuwe Frankrijk, de Fransman Samuel de Champlain; navigator, cartograaf, ontdekker, geograaf en etnoloog. Hij stichtte in 1608 de Canadese stad Quebec.

Bij het binnengaan van de tuin, zie je aan de rechterkant, de hoge muur van de begraafplaats. De weelderige tuin staat bekend om haar verscheidenheid aan bomen waaronder zeer verschillende soorten esdoorns.  Logisch want het blad, de 'Maple Leaf' is bekend  als het esdoornblad in de Canadese vlag. Vrijwel onmiddellijk voert een steile helling je naar boven, met als beloning, boven aan de top, een prachtig uitzicht over typische Haussmann gebouwen van de Avenue Gambetta en de noordwestzijde van Parijs. Wat opvalt is de stilte. Het geluid van de drukke avenue wordt volledig geabsorbeerd door het weelderige groen.

Le mur aux victimes des Révolutions

De steile klim wordt beloond door een bijzonder monument uit 1909, gemaakt door de Franse beeldhouwer Paul Moreau-Vauthier (1871-1936); 'Le mur aux victimes des Révolutions'. Een monument ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de Franse revoluties. Linksonder, als inscriptie, een uitspraak van  Victor Hugo: “Ce que nous demandons à l’Avenir. Ce que nous voulons de Lui. C’est la Justice. Ce n’est pas la Vengeance.” (Vrij vertaald; Wat wij in de toekomst vragen, wat wij willen, is rechtvaardigheid, geen wraak) Geraakt door dit monument en de prachtige tekst, lopen we verder en passeren een oude gesloten toegangspoort, vol met graffiti, die vroeger leidde naar de grootste necropool van Parijs wetende, dat achter deze muur, ook de beeldhouwer zelf hier begraven ligt. We verlaten de tuin en gaan rechts de rue des Rondeaux in. Tegenover de avenue de Père Lachaise ligt de oost-ingang van de begraafplaats. 

Van de meer dan 300.000 joden die in 1940 in Frankrijk verblijven, komen er 76.000 om in concentratiekampen van de nazi’s

Weinigen weten dat in Frankrijk 25 april bekend staat als ‘La Journée Nationale des Déportés et de la Libération des camps’. Daar waar Frankrijk stil staat bij alle gedeporteerden  en hun bevrijding uit de concentratiekampen 76 jaar geleden. Het is ook voor het eerst dat er op deze dag geen massale herdenking kon plaatsvinden vanwege het Corona virus. Van de meer dan 300.000 joden die in 1940 in Frankrijk verblijven, komen er 76.000 om in concentratiekampen van de nazi’s. Dit is aanmerkelijk minder dan in Nederland, waar van de 140.000 joden er niet minder dan 104.000 worden vermoord. De oorzaak van dit relatief lage aantal slachtoffers in Frankrijk, ligt waarschijnlijk in de weigering van de regering-Pétain om Franse joden uit te leveren. Alleen niet-Franse joden werden vervolgd, waardoor meer dan driekwart van het Franse jodendom de oorlog kon overleven. Naast de deportatie van de Franse joden, zijn gedurende de oorlogsjaren ook nog eens 600.000 communisten, arbeiders, verzetsmensen en dwangarbeiders voor de oorlogsindustrie naar Duitsland afgevoerd. Van deze groep zijn 89.000 mensen omgekomen.

De wandelroute die we gaan nemen

Bij de oost-ingang gaan wij direct rechtsaf, de avenue Circulaire naar divisie 97. Daar treffen wij een reeks van zeer indrukwekkende monumenten aan als eerbetoon aan de duizenden slachtoffers die leden en of vochten tegen de nazi-barbarij. Deze monumenten zijn in de eerste plaats opmerkelijk vanwege hun diversiteit en hun buitengewone weergave van zoveel tragedie. De kunstenaars, bronsgieters, marmerwerkers, etc. die ze hebben gemaakt, hebben hier herkenbaar een aspect van de deportatie vastgelegd, gekoppeld aan de specifieke identiteit van de diverse concentratiekampen. Het thema lijden is alom tegenwoordig, omdat de scheppers de gruweldaden en de levensomstandigheden van de miljoenen slachtoffers in steen of brons treffend hebben vertaald.

Mauthausen (T)
Meteen op de hoek van divisie 97 twee monumenten: Het monument ter ere van de slachtoffers van kamp Mauthausen en daarnaast van kamp Flossenbürg.
Mauthausen was berucht om zijn lange, hoge trap met 186 ongelijke treden. Daarover moesten dwangarbeiders, voornamelijk Russen en zigeuners, brokken graniet uit een lager gelegen steengroeve naar boven slepen, een opgave waaronder de meeste van hen na verloop van tijd bezweken. Dat was ook de enige functie van de trap waar SSérs weddenschappen afsloten wie het eerst zou bezwijken. Het monument, in 1958 gebeeldhouwd door Gérard Choain, stelt een naakte uitgemergelde man in brons voor, zwaar gebukt onder een zware lading graniet aan de voet van een schijnbaar eindeloze trap. Het bronzenbeeld is van M. Hohwiller. De keuze van de kunstenaar was om de nuchterheid en de wreedheid met elkaar te verzoenen. Het monument bestaat uit zeven blokken graniet afkomstig uit de steengroeve van Mauthausen op 25 km van Linz, Oostenrijk. 180.000 mannen en vrouwen werden daar opgesloten, 154.000 stierven gemarteld, vergast, neergeschoten, opgehangen.

Het monument ter ere van de slachtoffers van kamp Mauthausen


Flossenbürg (U)
Het monument er naast, uit 1988, is ter nagedachtenis van de slachtoffers van concentratie-kamp Flossenbürg. Een trap van 10 steile treden uitgehouwen uit graniet afkomstig uit de steengroeve rondom het kamp. Aan de voet 4 blokken steen die op brute wijze symbool staan voor de hoofdoorzaken van de dood van 75.000 gedeporteerden. Tegen 1945 bevonden er zich 40.000 gevangenen in het Flossenbürg-complex, waarvan 11.000 vrouwen. Zij werden gebruikt in de steengroeves en in de wapenindustrie. Wie tewerkgesteld werd in de steengroeve, had gemiddeld nog drie maanden te leven. 1 op de 3 gevangenen overleefden haar/zijn tewerkstelling in de steengroeven en in de bosbouw niet. Net voor de bevrijding van het concentratiekamp werden de gevangenen gedwongen te voet naar andere nog niet bevrijde concentratiekampen te marcheren. De uiteindelijke bedoeling van die dodenmarsen was de volledige liquidatie van de overlevenden. Op die manier zouden alle sporen worden uitgewist. Het kamp werd bevrijd in april 1945 door de geallieerden.

Onder deze steen ligt een beetje as van de 13.500 Franse martelaren die door de nazi's in het kamp Neuengamme zijn vermoord


Neuengamme (R)
Een sobere steen in wit graniet met daarachter een gehurkte figuur zonder uitdrukking die de afwezigheid van gevoelens en dus een zekere ontmenselijking weerspiegelt. omlijst de gedenksteen met de tekst: Onder deze steen ligt een beetje as van de 13.500 Franse martelaren die door de nazi's in het kamp Neuengamme zijn vermoord. Ze stierven zodat wij vrij konden leven. Hun families en hun zeshonderd overlevende kameraden hebben dit monument ter nagedachtenis opgericht. XIII November MCMXLIX
Bijna de volledige administratie van Neuengamme is vernietigd. Omdat een gevangene de boeken uit de ziekenbarakken in de steenfabriek heeft verstopt zijn duizenden namen bewaard gebleven. Verder rest er nog een, door gevangenen bijgehouden, dodenboek en zijn er gegevens van het Rode Kruis. Er wordt nog steeds gewerkt aan de reconstructie van de administratie, maar het ziet er niet naar uit dat deze nog volledig te krijgen is. Het monument, ontworpen door Pierre Honoré, is een van de eerste die in 1949 op de begraafplaats werd ingewijd. Ook dit beeld bevat as uit een van de verbrandingsovens.

Het monument Ravensbrück dwingt tot overdenking


Ravensbrück (Q)
Het monument Ravensbrück dwingt tot overdenking. Het is van bescheiden formaat en presenteert twee handen, onevenredig groot, die als het ware uit een hoop stenen springen. Volgens getuigenissen symboliseren zij de solidariteit van vrouwen die weerstand bieden en vechten tegen de ontmenselijking. Ravensbrück, zo’n vijfentachtig kilometer ten noorden van Berlijn,  was namelijk het enige vrouwen-concentratiekamp in het Derde Rijk en werd in 1938 door de SS opgericht. Hier vallen meer dan 90.000 doden op een totaal van 132.000 gevangenen van 29 verschillende nationaliteiten, onder wie 8.000 Fransen. Op 30 april 1945 werd het kamp door het Sovjetleger bevrijd.

Twee handen, onevenredig groot, die als het ware uit een hoop stenen springen


Auschwitz-Birkenau (P)
Alleen de naam al vertegenwoordigt de gruwel van de deportaties en de genocide. De bouw van het kamp begon in 1941 als onderdeel van de ‘Endlösung der Judenfrage’ en is op 27 januari 1945 door de Sovjettroepen bevrijd. Vanwege zijn omvang wordt Auschwitz beschouwd als hèt symbool van de massamoorden gepleegd door de nazi’s. Van de 1,3 miljoen gedeporteerden overleefden ongeveer 1,1 miljoen mannen, vrouwen en kinderen, van wie de overgrote meerderheid joden waren, Auschwitz niet.
De sobere gedenkplaats bestaat uit een kolom waarin het onherkenbare silhouet van een mens met een vergroot hoofd is te zien. Hier worden de 76.000 Franse joden en 3.000 niet- joden herdacht.
We houden links aan. De monumenten aan de overzijde worden later besproken.

Auschwitz-Birkenau, vanwege zijn omvang wordt Auschwitz beschouwd als hèt symbool van de massamoorden gepleegd door de nazi’s


Büchenwald-Dora (L)
Een donkere groep uitgemergelde gevangenen, die elkaar maar ternauwernood staande kunnen houden, verbeeldt de ellende in dit op een heuvel boven Weimar ingerichte werkkamp waar zo’n 238.000 mensen gevangen werden gehouden en 57.000 mensen de ontberingen niet overleefden. Een relatief laag aantal maar Büchenwald was een werkkamp onder andere voor de productie van de V1 en de V2 en had uitroeiing niet als eerste doel.
Horror en lijden worden hier perfect uitgedrukt, net al solidariteit en wederzijdse hulp. De leden onlosmakelijk met elkaar verbonden. Twee gedeporteerden met een levenloos uiterlijk proberen hun kameraad op te tillen die dood is. Het Büchenwald-Dora-monument is een van de meest uitzonderlijke qua expressiviteit. Gebeeldhouwd door Louis Bancel en gegoten door de bronsgieterij van Godard. 

Het Büchenwald-Dora-monument is een van de meest uitzonderlijke qua expressiviteit

Op de voet de tekst van Louis Aragon:
Qu’à jamais ceci montre comme l'Homme dut tomber
et comment le courage et le dévouement
lui conservent son nom d'Homme.

Laat voor altijd laten zien hoe de mens is gevallen
en hoe met moed en toewijding
hij zijn naam behoudt als man
Het monument werd onthuld op 5 april 1964


Oraniënburg-Sachsenhausen (I)
Het kamp lag 35 kilometer van Berlijn. Vanaf 1936 tot 1945 werden hier naar schatting 200.000 mensen geïnterneerd en stierven er 100.000. Onder de gevangenen waren politieke tegenstanders van Adolf Hitler, krijgsgevangenen die het nazi regime als 'minderwaardig' beschouwden: geestelijk gehandicapten. zogenaamde asocialen, Roma’s, Joden, homo-seksuelen en Jehova’s getuigen.  ‘Sachso’ was vooral berucht om de uitgebreide proeven die SS-artsen op gevangenen uitvoerden. Gevangenen werden opzettelijk grote wonden toegebracht om de genezing te bestuderen en kinderen werden besmet met hepatitis B teneinde de veranderingen in de lever te volgen. Proeven die vrijwel altijd met de dood eindigden. In augustus 1941 vond daar een massamoord plaats met de executie van meer dan 13.000 Sovjet krijgsgevangenen. Op hen werd de in Sachsenhausen ontwikkelde nekschotmachine uitgeprobeerd. Het kamp werd door het Rode Leger bevrijd op 22 april 1945. Het kolossale stilistische beeld (meer dan 5 meter) gemaakt door Jean-Baptiste Leducq en onthuld in 1970, stelt een magere man voor die staande blijft, gedragen door doornige takken, waarbij de wortels een pijnboom voortbrengen en de top eindigt als herinnering aan de vlam. De kroon stekelig aan de basis, symboliseert de sluiting van het kamp. In het midden rijst als een kreet naar de hemel, het tragische beeld op van een lichaam, uitgerekt in de hoop herboren te worden en voort te leven in de herinnering.
We draaien nu 180 graden.

Oraniënburg-Sachsenhausen, het kolossale stilistische beeld (meer dan 5 meter) stelt een magere man voor die staande blijft, gedragen door doornige takken


Buna Monowitz (J)
Aan de overzijde de sobere gedenkplaats voor Auschwitz III ook wel Buna Monowitz genoemd. Auschwitz III was het laatste van de drie grote kampen van het concentratiekampcomplex Auschwitz. Het uit repen staal vervaardigde monument, onthuld in 1993, herinnert aan de immense chemische fabrieken van AEG, IG-Farben, Henkel en Siemens. 30.000 gedeporteerden, van wie 3500 uit Frankrijk, vonden hier de dood. N’Oublions Jamais! staat er op de bronzen gedenkplaat.  Op dat wij nooit zullen vergeten.

Buna Monowitz


Natzweiler-Struthof (K)
Natzweiler-Struthof was het enige Duitse concentratiekamp op Frans grondgebied, ongeveer 50 kilometer buiten Straatsburg bij de plaats Natzwiller (ook wel Natzweiler), op 800 meter hoogte. Het kamp was van mei 1941 tot november 1944 operationeel. De locatie van het kamp was speciaal door Albert Speer gekozen vanwege de aanwezigheid van roze graniet, benodigd voor de megalomane plannen voor het te bouwen Germania, de nieuwe hoofdstad van het Derde Rijk. In totaal werden hier 52.000 mensen geïnterneerd, afkomstig uit onder meer Frankrijk, Nederland, Duitsland, Noorwegen, Polen en de voormalige Sovjet-Unie. De gevangen moesten zware lichamelijke arbeid verrichten en dit in combinatie met de barre levensomstandigheden en voedseltekorten leidde tot vele slachtoffers. Natzweiler-Struhof was net als Groß-Rosen aangewezen als Nacht und Nebel-kamp, waar mensen spoorloos moesten verdwijnen Er stierven hier 22.000 mensen aan uitputting of werden vermoord in de gaskamers. Op 23 november 1944 werd Natzweiler-Struthof officieel door de Amerikanen bevrijd. De aangrijpende sculptuur; ‘Le Gisant’, ontworpen door Georges Halbout, is een kopie van het beeld geplaatst bij de ingang van het kamp Natzweiler-Struthof. De installatie op Père Lachaise vond plaats in augustus 2004, op initiatief van overlevenden en familieleden van ‘verdwenen’ gevangenen.

Het aangrijpende monument Natzweiler-Struthof


Dachau (M)
Als op 29 april 1945 het zuid-Duitse kamp Dachau, pal boven de Beierse stad Munchen, wordt bevrijd, zijn daar rond de 100.000 mensen vermoord en meer dan 200.000 gevangen gehouden. Dachau wordt al in 1933 opgezet na de machtsovername van Hitler en is daarmee het eerste concentratiekamp van de nazi’s en een opleidingskamp voor de beulen die later het commando krijgen over de latere concentratiekampen. Bijgestaan door een commissie van overlevenden, werkten de architecten Louis Duco en François Spy in 1985 (Op de 40e verjaardag van de bevrijding van de kampen) aan een constructie die op een kleine herdenkingstempel zou kunnen lijken. Twee brute en koude granieten zuilen ondersteunen een driehoek van rood marmer met de naam van het kamp, een directe verwijzing naar de borduursels die op de pyjama's van de gedeporteerden werden genaaid. Onder de punt van de driehoek staat een klein zwart lijkkistje waarin zich as uit het crematorium van Dachau bevindt. De bezoeker zal dit kistje pas zien als hij de zeven treden beklimt die naar het monument leiden. Een zin van Edmond Michelet, die naar dit kamp is gedeporteerd, loopt over de muur en moedigt reflectie aan: “Nous avons sondé des abîmes en nous mêmes et chez les autres - We hebben afgronden in onszelf en in anderen onderzocht”.

Twee brute en koude granieten zuilen ondersteunen een driehoek van rood marmer met de naam van het kamp: Dachau


Bergen-Belsen (N)
Het kamp Bergen-Belsen, ten noorden van Hannover, was in eerste plaats bedoeld voor ‘beschermde’ joodse gedeporteerden die de nazi’s als betaalmiddel gebruikten, hetgeen niet verhinderde dat hier 50.000 mensen stierven, van wie meer dan 10.000 tijdens een tyfus-epidemie. Onder de slachtoffers was onder andere Anne Frank. Het gedenkteken uit 1985 is ontworpen als een fuik die naar een obelisk leidt die het midden houdt tussen een schoorsteen of een overwinningszuil. Twee taps toelopende muurtjes met daarop een rails die de herinnering oproepen aan de dodentreinen. Op de muurtjes zijn de namen van grote vernietigingskampen gegraveerd, aan de voet, grote en kleine afdrukken van voetstappen van mannen, vrouwen en kinderen. Twee platen vermelden de tekst: "Dat ZIJ hebben geleden en gehoopt, maar dat GIJ zult vechten voor de vrijheid en dat men wel de lichamen heeft kunnen verbranden, maar nooit hun geest".

Het monument voor kamp Bergen-Belsen; Onder de slachtoffers was onder andere Anne Frank


Convoy 73 (O)
Het konvooi 73 was een konvooi van joden gevangen in Drancy die in het treinstation van Bobigny op 15 mei 1944 op transport werden gesteld richting de Baltische staten. 878 Gevangenen, uitsluitend mannen, werden gedeporteerd naar vernietigingskampen in Kaunas Litouwen, ook wel het Negende Fort genoemd en naar Reval-Tallinn (Estland). Misschien om te werken aan betonconstructies voor de Todt 2 organisatie. Aan het einde van de oorlog waren nog maar 22 gedeporteerden in leven. Onder de gedeporteerden de vader en de broer van Simone Veil, een van de meest geliefde Franse personaliteiten. Zelf werd zij met haar moeder en zus gedeporteerd naar Auschwitz en van daar naar Bergen-Belsen.  Simone Veil was de enige die overleefde. De families van de slachtoffers hoorden pas halverwege de jaren 1990, vijftig jaar na de feiten van de bestemming van dit konvooi, met name door de ontdekking van een inscriptie op een muur van het Negende Fort "Wij zijn 900 Fransen". Het monument uitgevoerd in rood marmer werd onthuld op 26 november 2006.

Het konvooi 73 was een konvooi van joden gevangen in Drancy die in het treinstation van Bobigny op 15 mei 1944 op transport werden gesteld richting de Baltische staten

Met dit monument komt een einde aan een macabere wandeling zodat wij 76 jaar na datum niet zullen vergeten. Eens per jaar vindt wereldwijd de Joodse herdenking plaats van de slachtoffers van de Jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog én de herdenking van de opstand van het Getto van Warschau.
‘Jom Hasjoa’ staat voor Holocaust herdenkingsdag en vond dit jaar  plaats vanaf zonsondergang dinsdag 21 april tot zonsondergang woensdag 22 april.  Gedurende 24 uur staat men dan stil bij de vernietiging van de zes miljoen Europese joden, tijdens de Tweede Wereldoorlog en bij de invloed van de sjoa op het Joodse volk.  Volgens de Joodse kalender valt Jom Hasjoa elk jaar op 27 Nisan.

‘Jom Hasjoa’ staat voor Holocaust herdenkingsdag


Ne jamais oublier
Dans le petit matin gris, on les a arrêtés
Dans le train qui les transportait
Ils pleuraient, priaient, se soutenaient
Se tenant par la main de peur d'être séparés

De quelles fautes étaient-ils accusées ?
Pour être ainsi, blessés, humiliés, battus
De tous leurs droits on les a déchus
Les enfants de leur mère on été séparés

Pendant ces mois plus longs que des années
En haillons, courbant la tête, ils ont tenu
Pensant que le monde les avait oubliés
Beaucoup sont morts, peu sont revenus

Qu'avaient-ils bien pu faire ? Pour vivre un tel enfer
Etre traité, comme jamais, on ne traite une bête
Il ne leur restait que des rêves plein la tête

Quand vous les rencontrez, ils posent sur vous, un regard si doux
Ils racontent leur enfer, par pudeur ils ne disent pas tout
Dieu fasse qu'il en reste toujours un pour témoigner
De la folie des hommes, et que cela ne puisse recommencer

Annie Mathieu



Vergeet nooit
In de grijze ochtend werden ze gearresteerd
In de trein die hen vervoerde
Ze huilden, baden, steunden elkaar
Hand in hand uit angst om gescheiden te worden

Van welke fouten werden ze beschuldigd?
Te worden verwond, vernederd, geslagen
Met al hun rechten scheurden we ze uit elkaar
De kinderen van hun moeder gescheiden

Gedurende maanden langer dan jaren
In vodden, hun hoofd buigend, hielden ze vast
Denkend dat de wereld hen was vergeten
Velen stierven, enkelen keerden terug.

Wat hadden ze kunnen doen? Om in zo'n hel te leven
Als je als nooit tevoren wordt behandeld, behandeld als een beest
Ze hadden alleen dromen in hun hoofd

Als je ze ontmoet, poseren ze met een blik die zo lief is
Ze vertellen hun hel, door hun bescheidenheid vertellen ze niet alles
God maakt dat er altijd één over is om te getuigen van de
waanzin opdat dat het niet opnieuw kan beginnen