Paris FvdV is een niet commercieel weblog speciaal voor kenners en liefhebbers van de stad Parijs - en voor hen die dat willen worden. Parijs is een stad met een gewichtig verleden, respectabel en gerespecteerd. Het is totaal niet nostalgisch. Parijs is er in geslaagd om, soms op brutale maar altijd op elegante wijze, om te gaan met zijn grootse monumenten. Ze te beschermen en te integreren in de nieuwe dynamiek van de stad. Parijs is een meester op het gebied van herstel en transformatie. U zult er nooit in slagen een volledig overzicht te maken van plekken en verhalen, die allemaal op hetzelfde punt uitkomen en de glorie van deze stad bezingen. toch wil ik een poging wagen. Wekelijks wil ik u niet alleen informeren over wat Parijs nog meer te bieden heeft, maar ook wil ik mijn liefde voor deze stad op u over dragen. In de hoop dat het raakt aan iets wat u herkent of voelt. Ferry van der Vliet.

Privacy verklaring: Indien u weblog Paris FvdV, dat bij Google-Blogger is ondergebracht, leest en reageert op de blogs van Paris FvdV, doet u dat vrijwillig en is uw IP-adres en mailadres - indien u dat vermeld - bekend en wordt opgeslagen. Ook uw schuilnaam waaronder uw reageert wordt opgeslagen. Paris FvdV zal uw gegevens nooit aan derden doorgeven. We houden uw gegevens privé, tenzij de wet of rechtelijke macht ons dwingt uw gegevens aan hen te verstrekken. Datalekken in het systeem vallen onder de verantwoordelijkheid van Google-Blogger. Door weblog Paris FvdV te bezoeken en/of de op of via deze weblog aangeboden informatie te gebruiken, verklaart u zich akkoord met de toepasselijkheid van deze disclaimer. Google gebruikt cookies om services te leveren en verkeer te analyseren dus uw IP-adres en user-agent zijn bij Google bekend, samen met prestatie- en beveiligingsstatistieken om servicekwaliteit te garanderen, gebruiksstatistieken te genereren, misbruik te detecteren en maatregelen te treffen.

vrijdag 29 september 2023

DE KEERZIJDE VAN PARIJS


Wist jij dat er elke twee dagen iemand sterft op de straten van Parijs? 

Op 14 april 2023 was het slachtoffer een jongen, slechts 20 jaar oud.

 

"La rue n’est pas une fatalité".

Leur vie devait-elle s’achever là ? 

De straat is niet voorbestemd om te sterven

Moest hun leven daar dan ten einde lopen?

 

Hing aan de Parijse clochard vroeger nog een zweem van romantiek, hoe onterecht ook, vandaag de dag is de Parijse clochard gemondialiseerd. Meer dan de helft, zo’n 56%, komt uit het buitenland. Vroeger waren het arme sloebers afkomstig uit Bretagne of uit Auvergne maar nu zijn het vooral migranten uit Oost-Europa, Afghanistan, Soudan, Irak, Eritrea en Ethiopië. Parijs telt tien-tot vijftienduizend mensen zonder vaste woon- en verblijfplaats. Deze Sans Domicille Fixe, kortweg SDF, bevinden zich vooral in de binnenstad. ’s Nachts trekken ze zich terug naar de vele krottenwijken en tentenkampen onder en rond de périphérique. Schrik niet, Parijs kent ongeveer 120 krottenwijken met 7000 tot 9000 ‘bewoners’. Overdag trekken ze de stad in om te bedelen bij supermarkten, de boulangerie, onder een geldautomaat of bij de ingangen of de gangen van de metro. Sommigen maken vriendelijk een praatje, anderen kijken stil voor zich uit met een bekertje of een omgekeerde pet voor zich en een bordje “J’ai Faim”, ik heb honger.

 

Dan zijn er ook nog de professionele bedelaars, vaak Roma’s die overdag in Mercedessen over de stad worden verspreid. Vrouwen, jong en oud,  met slapende, vaak gedrogeerde, kinderen. Zij worden weer geposteerd bij de ingangen van kerken en in de diverse metrostations, meestal met een bord “Famille Syrienne”, maar ook bij de toegangsweg bij porte de la Chapelle. Tussentijds worden ze door mannen voorzien van eten en drinken om later op de dag weer te worden opgehaald en vervoerd naar de boulevard Ney in het 18e arrondissement. Deze sloppenwijk is niet zichtbaar vanaf de weg maar is gebouwd langs een lager liggend, sinds 1934, ongebruikt traject van de Petite Ceinture. Als er geen dikke rookpluimen opstegen vanuit het ongebruikte treinspoor zou je nooit weten dat hier een van de grootste krottenwijken schuil gaat van de Franse Hoofdstad. Veel bewoners zijn Roma afkomstig uit het zuiden van Roemenië of uit Boekarest.

 


Het aantal daklozen in Frankrijk is moeilijk in te schatten, deels vanwege het ontbreken van geschikte statistische instrumenten, de mobiliteit van deze bevolkingsgroep en het feit dat het van nature moeilijk te detecteren is. De huizencrisis, de ‘economische crisis die de meest kwetsbaren op brute wijze treft’, maar ook de kwestie van de migranten die ronddwalen in de openbare ruimte zijn een van de belangrijkste oorzaken. In 2012 registreerde INSEE, het Franse CBS, 142.500 daklozen. In 2022 bedroeg het aantal daklozen 330.000, een meer dan verdubbeling in tien jaar tijd. Waarschijnlijk veel meer, omdat het hier alleen gaat om mensen die bij hulpverleners bekend zijn. Wat maakt Parijs dan zo aantrekkelijk voor daklozen? De stad is tolerant voor daklozen omdat zij deel uitmaken van de Parijs traditie. Jarenlang hoorden zij bij het geromantiseerde beeld van Parijs. Vastgelegd door bekende fotografen als Eugène Atget, Brassaï en Robert Doisneau. In de jaren dertig telde Parijs al zo'n twaalfduizend 'vagabonds', de eveneens geromantiseerde benaming voor clochards. Balzac noemde ze 'Peau de Chagrin', Atget sprak over Chiffonnier (lompenboeren), het Parijse stadsbestuur heeft een officiële benaming: S.D.F. 'Sans Domicile Fixe' of zoals wij zeggen; 'zonder vaste woon- en verblijfplaats', de daklozen.

 

In 2012 registreerde INSEE, het Franse CBS, 142.500 daklozen. In 2022 bedroeg het aantal daklozen 330.000, een meer dan verdubbeling in tien jaar tijd


Clochards zijn onlosmakelijk verbonden met het beeld van Parijs. Een roman of film over de stad is niet compleet als er niet ergens een clochard  in figureert. En in het straatbeeld zijn ze net zo talrijk als de monumenten. Parijs hoort bij de clochards net zoals de clochards horen bij het Parijse straatbeeld. In de jaren dertig beschouwden de clochards het clochard zijn als een beroep. Het verhaal doet nog steeds hardnekkig de ronde dat veel clochards vrijwillig gekozen hebben voor dit bestaan. Weggevlucht uit de zware last van het dagelijkse bestaan. Een echte clochard is trots en staat op zijn vrijheid. Het hoort bij zijn levensopvatting dat hij niet gebonden wil zijn en geen verplichtingen wil. De clochards hebben maar weinig nodig om van te leven. Ze struinen de markten af waar ze genoegen nemen met het restafval. Van de weinige euro's die zij bij elkaar bedelen 'kopen' ze alcohol. Vaak rode wijn, want wijn voedt.  Om hun ellende te vergeten, drinken ze veel, heel veel, want alleen in beschonken toestand is het leven draagbaar. Een clochard zei eens tegen mij op de vraag, “heb je een probleem met alcohol?” “Nee, ik heb een probleem zonder alcohol!”



Om hun ellende te vergeten, drinken ze veel, heel veel, want alleen in beschonken toestand is het leven draagbaar

Ondanks alle voorzorgsmaatregelen van de Parijse burgemeester Anne Hidalgo kampt Parijs met een groot tekort aan opvangplaatsen voor daklozen. Er is hooguit opvang voor 4500 personen en daarmee heeft nog niet eens de helft onderdak. De overigen slapen noodgedwongen op straat, in de beschutting van portieken, bij de warme luchtroosters en onder bruggen. Met name in de wintertijd wijken er velen uit naar de metrogangen. 


Het Parijse vervoersbedrijf, de RATP, heeft speciale ordebewakers in dienst die ’s nachts de metrogangen afstruinen om de daklozen, die zich hebben laten insluiten, na middernacht uit de metro te verwijderen. Deze nacht-ploegen, zogenaamde 'Outreach' teams, gaan met zaklantaarns de gangen in, nemen koffie, broodjes en sigaretten mee om het contact met de clochards te vergemakkelijken. Ze worden aangesproken met “mijnheer” en “u” en begeleid naar een gratis bus van de RATP, die ze vervolgens naar een opvanghuis brengt. Vorig jaar transporteerden de RATP medewerkers in totaal ruim 40.000 daklozen uit de metrogangen naar de opvangvoorzieningen.

 

Parijs legt veel interesse aan de dag voor het daklozenvraagstuk. Maar die compassie strekt zich niet uit  naar de andere categorieën, zoals bedelende zigeuners of ontheemde illegalen. Ook notoire harddrugverslaafden, die eveneens rondzwerven en in een deplorabele toestand verkeren, worden uitdrukkelijk niet aangemerkt als daklozen. Zij worden weer opgevangen door vrijwilligers van het ‘Secours Catholique’, de 'Samu Social', of de liefdadigheidsinstelling Abbé Pierre. 


 

La Nuit de la Solidarité

Sinds 2018 is er een jaarlijkse nachttellingsoperatie voor daklozen, onder leiding van de stad Parijs, die elk jaar meer dan 2.000 vrijwilligers en sociale professionals mobiliseert. Het heeft tot doel om op een gegeven moment het aantal mensen te tellen dat zich in een straatsituatie bevindt , dat wil zeggen geen slaapplaats heeft voor de nacht of slaapt op een plaats die niet geschikt is om te slapen (auto, tent, portiek van een gebouw, enz.), en om het profiel van deze laatstgenoemden, evenals hun behoeften, beter te begrijpen en te kennen. Om zo de publieke opvang-, huisvestings- en integratiesystemen en -beleid vooruit te helpen. Tussen 2022 en 2023 werden 417 extra daklozen geregistreerd in de straten van de hoofdstad. Vooral kinderen en gezinnen zijn steeds vaker aanwezig. Deze bevindingen zijn zorgwekkend. Terwijl de zesde editie van ‘la Nuit de la Solidarité’ (NDLS) op 26 januari werd gehouden laten de eerste geregistreerde cijfers een aanzienlijke toename zien van het aantal mensen op straat in 2023.


Notoire harddrugverslaafden, die eveneens rondzwerven en in een deplorabele toestand verkeren, worden uitdrukkelijk niet aangemerkt als daklozen


Van de 3.015 daklozen die in 2023 in Parijs werden geregistreerd, zijn er 105 minderjarig. Een andere belangrijke stijging is die van het aantal echtparen en gezinnen. In totaal vertegenwoordigen zij 14% van de daklozen in de hoofdstad, terwijl ze in 2022 slechts 6% vertegenwoordigden.

 



Les Morts de la Rue

Ook eens per jaar worden in Parijs alle 'straatdoden' van Frankrijk plechtig herdacht door het 'Collectief Les Morts de la Rue', onder leiding van de Fransman Christophe Louis. Zijn collectief, opgericht in 2002, bestaande uit 150 vrijwilligers, voert actie voor daklozen, maar bekommert zich vooral om hen na hun dood. Dan wordt de begrafenis georganiseerd en nabestaanden worden opgezocht. "Sinds het begin, zo’n twintig jaar geleden lag de gemiddelde leeftijd van een straatdode op 49 jaar", vertelt Christophe Louis in een interview aan Le Figaro. "Dat is na al die jaren nog steeds onveranderd".

 

De medemenselijkheid in Parijs is mede door de komst van vele migranten verhard


Dinsdag 13 juni 2023 was het weer zover. De 631 daklozen, in 2022 in Frankrijk op straat gestorven, waarvan maar liefst 178 in Parijs binnen de périphérique, werden herdacht tijdens een bijeenkomst op de place de la Nation. De jongste waren twee baby’s van slechts vier maanden oud, een kind van anderhalf jaar en een kind van zes jaar.  In 2023 is het trieste record tot en met juli 305 doden waarvan in Parijs 93. De meesten in het 13e arrondissement vervolgens het 10e, 12e, 15e en 14e.

 

Ondanks alle voorzorgsmaatregelen van de Parijse burgemeester Anne Hidalgo kampt Parijs met een groot tekort aan opvangplaatsen voor daklozen


Trieste cijfers

In 2021 stierven 623 daklozen op straat, in 2020; 535, in 2019; 531, in 218; 612, in 2017; 510, in 2016 501, in 2015; 510, in 2014; 513, in 2013; 453, in 2012; 423, 2011; 402 en in  2010; 431. 

Het hoofdkantoor van het Collectif Les Morts de la Rue bevindt zich in het 19e arrondissement aan de rue Léon Giraud  nummer 5. Door hier te klikken kom je rechtstreeks op hun website als je een donatie zou willen doen. Collectif Les Morts de la Rue kun je ook telefonisch bereiken voor een donatie onder telefoonnummer 00 33 1 42 45 08 01 / 00 33 6 18 03 17 63 


De medemenselijkheid in Parijs is mede door de komst van vele migranten verhard. Bij het schrijven van deze blog zit in mijn hoofd het liedje van Edith Piaf: 'Les Clochards de Paris'

"Het zijn de zwervers van Parijs. Van Montmartre tot Bastille.

Ze zwerven in het donker van de nacht, moe en in lompen langs bordelen.

Hun beroep is niet van belang zolang ze maar met de armen delen, de clochards van Parijs".

 

Ce sont les clochards de Paris

De Montmartre ou de la Bastille,

Ils errent dans la sombre nuit.

Lassés, ils traînent en guenilles…

Aux portes des boîtes de nuit,

Leur métier n'a pas d'importance,

Pourvu qu'il donne la pitance

Aux pauvres clochards de Paris. 

Loop even met me mee door de stad en kijk wat er gebeurt op straat



 

Op YouTube zoek ik ook nog even naar de woorden van Guus Meeuwis; 'Op straat':

 

Zie je daar die oude man

graaiend in een vuilnisbak

zoekend naar iets bruikbaars voor in zijn oude plasticzak

net iets te veel meegemaakt

waardoor die dakloos is geraakt

praat in zichzelf

over hoe het vroeger was

 


en dan zeg jij

dat je eenzaam bent

omdat het even tegen zit

loop even met me door de stad en kijk wat er gebeurt op straat

dan zul je zien dat het met jou zo slecht niet gaat

 



zie je daar dat meisje

ze is net zeventien

en heeft nu al zo'n 10 jaar haar ouders niet gezien

muurtje om zich heen gebouwd

omdat ze niemand meer vertrouwt

vraag je haar wat liefde is

dan noemt ze jou de prijs



 

en dan zeg jij,

dat je eenzaam bent .

omdat het even tegen zit,

loop even met me door de stad en kijk wat er gebeurt op straat

dan zul je zien dat het met jouw zo slecht niet gaat 

 


zie je daar die oude vrouw

die rustig voor de regen schuilt

deze bui is minder

dan de tranen die ze heeft gehuild

die vroeger een gezin bezat

maar later klap op klap gehad

nu sjouwt ze haar verleden

in een zelf gemaakte tas

 


en dan zeg jij

dat je eenzaam bent

omdat het even tegen zit

loop even met me door de stad en kijk wat er gebeurt op straat

dan zul je zien dat het met jou zo slecht niet gaat

 



zie je daar die jonge man

hij is bijna al zijn tanden kwijt

hij beet zich stuk op het vergif van deze tijd

elk uur een marteling

altijd zoekend naar een ding

kruipt eens per dag door het oog van de naald

 



en dan zeg jij

dat je eenzaam bent

omdat het even tegen zit

loop even met me door de stad en kijk wat er gebeurt op straat 

dan zul je zien dat het met jou zo slecht niet gaat.



woensdag 20 september 2023

HET MONTMARTRE OOGSTFESTIVAL 2023

“God heeft enkel water geschapen, maar de mens heeft wijn geschapen.”

Dieu n’avait fait que l’eau, mais l’homme a fait le vin.

Victor Hugo 


 

Van woensdag 11 oktober  t/m zondag 15 oktober aanstaande vindt op Montmartre al weer de 90e editie plaats van het traditionele Fète des Vendanges, dat na Paris-Plage en Nuit Blanche het derde Parijse evenement is qua bezoekersaantallen. Ter gelegenheid van het Montmartre Oogstfestival 2023 en met de nadering van de Olympische- en Paralympische Spelen in Parijs brengt het gehele 18e arrondissement een ode aan de spelen onder het Olympische motto: Sneller, hoger, hoger sterk – samen. Een hulde aan de sport, maar vooral aan zijn waarden: respect voor jezelf, voor anderen en voor het milieu. Gedurende 5 dagen biedt het Fête des Vendanges in de 8 districten van het 18e arrondissement , een rijk en ambitieus programma, waarbij artistieke talenten worden onthuld, met onverwachte ontmoetingen tussen kunst en sport, waardoor interactie tussen het publiek en de kunstenaars ontstaat wat uiteindelijk uitmondt in een rijk en gevarieerd programma. Al sinds 1934 beleeft Montmartre in oktober, de wijnmaand,  de vijf gelukkigste dagen van het jaar. Vijf dagen lang straatshows, liveshows, muziek, optochten, rondleidingen, modeshows en zelfs een nachtrace, maar vooral proeven, proeven en nog eens proeven.

 

Alain Coquard, al sinds 5 mei 2012 President van de Republiek Montmartre



Het traditionele Wijnoogstfeest opent in het hart van Montmartre op de Clos de Montmartre, de wijngaard, op de hoek van de rue des Saules en de rue Vincent. Natuurlijk is het de eer aan Alain Coquard, al sinds 5 mei 2012 President van de Republiek Montmartre, om de wijnfeesten te openen in aanwezigheid van Eric Lejoindre, Burgemeester van het  18e arrondissement, Éric Sureau de president van het COFAS - Comité des Fêtes et d'Actions Sociales - en Gilles Guillet, Grootmeester van het broederschap van Clos Montmartre en de Vrije Gemeente van het Oude Montmartre.

 


Een stukje geschiedenis

Dat van die republiek vraagt even om een nadere toelichting. Montmartre is net als Passy, Belleville en la Butte-aux-Cailles een van de meest karakteristieke wijken van Parijs en zal nooit helemaal van Parijs worden. En dat heeft sterk te maken met het verleden. De eerste burgemeester van het zelfstandige Montmartre was Jacques-Félix Desportes, zoon van een rijke Franse koopman. Hij werd gekozen tot burgemeester van Montmartre op 22 mei 1790 en zetelde in het dorpsraadhuis op de eerste verdieping van de oude pastorie op Place du Tertre nr. 3. Het dorp telde toen slechts 400 inwoners. Montmartre was een klein zelfstandig dorp in het departement van de Seine en werd 1 januari 1860 geannexeerd door het grote Parijs. Het grootste deel van het grondgebied is sinds die tijd het 18e arrondissement van de hoofdstad.

 

Les Poulbots, de kinderen van Parijs tijdens het 'Le Grand Défilé'



Op 11 Mei 1921 richtte  Jules Depaquit de l'Ètat Montmartrois (de republiek Montmartre) op. Ontstaan uit een vriendenclub van voornamelijk kunstenaars, met inbegrip van de beroemde striptekenaar Poulbot, die later zijn naam gaf aan de kinderen (les Poulbots) van Parijs. De eerste wet van het vrije Montmartre  was de scheiding van Montmartre en de staat: “Voor wat tegen is en tegen wat vóór is”. In 1921 vestigde ‘La Commune Libre de Montmartre’ zich op Place du Tertre. Hier werden de eerste verkiezingen gehouden waar men onder andere kon kiezen uit de  ‘Liste cubiste’ van Picasso en Max Jacob of nog beter voor de Dadaïstes van Tzara, Breton en Picabia.

 

Anatole de eerste Garde Champêtre de la Commune Libre


In 1934 nam de nieuwe burgemeester, Pierre Labric, het initiatief  voor de wijnfeesten (Fète des Vendanges) elk jaar in oktober en in 1950 is het Syndicat d'Initiative du Vieux Montmartre opgericht met Anatole als Garde Champêtre de la Commune Libre. Anatole is overleden op 7 januari 1998 na 48 jaar in functie te zijn geweest. Bernard Beaufrère is de huidige nog in leven zijnde Garde Champêtre. Tegenwoordig zetelt La Commune Libre du Vieux Montmartre in de rue Mont Cenis.

 

Bernard Beaufrère is de huidige Garde Champêtre


Maar wat je absoluut niet mag missen is op zaterdag 14 oktober Le Grand Défilé en Le Ban des Vendanges. Een optocht door de straten van het oude Montmartre van alle wijn broederschappen uit geheel Frankrijk begeleid door diverse muziekkorpsen. Ruim vijftig broederschappen uit Frankrijk en elders komen samen tijdens dit Grand Défilé.



Ruim vijftig broederschappen uit Frankrijk en elders komen samen tijdens dit Grand Défilé






Start om 11.45 vanaf de Vignes du Clos Montmartre > vervolgens > rue des Saules > rue de l'Abreuvoir > rue Girardon > avenue Junot > rue Caulaincourt > rue du Mont-Cenis > aankomst stadhuis van het 18e arrondissement zo rond 13.30 uur.. Voor mij, samen met het oneindig proeven, een van de hoogtepunten van de Fète des Vendanges. Dit jaar verwachten ze 500.000 mensen in de straten van Montmartre tijdens de vijf dagen van de wijnfeesten.

 




Ook in het voorjaar, zo rond eind april, is er een wijnfeest in het 18e arrondissement waar Montmartre onder ressorteert. In de wijnkelder van het stadhuis ligt de gehele wijnoogst van Clos Montmartre, zo'n 300 tot 500 flessen. De wijnflessen worden per 6 stuks verpakt in een houten kistje, waarvan de bovenkant wordt beschilderd door een Montmartriaans kunstenaar. De kostbare kistjes worden dan per opbod verkocht en de opbrengst is bestemd voor goede doelen.


  Spektakel en nog eens spektakel 'Le Grand Défilé'




Wijnbouw is voor bijna twintig eeuwen een overheersende economische activiteit in het Île-de-France. Sinds de Middeleeuwen tot diep in de 18de eeuw werd de Parijse wijn gezien als een kwaliteitsproduct. De wijn was van een zo'n hoge kwaliteit dat hij werd geserveerd aan het Hof van Frankrijk. Rond 1700 had elke wijk in Parijs zijn eigen wijngaard. Diverse ziektes, waaronder druifluis in het midden van de 19e eeuw, decimeerde de wijnproductie van 42.000 hectare tot 10.000 hectare aan het begin van de 20e eeuw. Restanten van de wijnproductie zijn nog te vinden in de wijken Belleville, Charonne en Ménilmontant. Zij dragen nog steeds de sporen van hun landelijk verleden, van de arbeiders die werkten in de gipsgroeven en de wijngaarden van de Parijse kloosters. In de guinguettes, de cafés en 'bals musettes', hier debuteerden Maurice Chevalier, Yves Montand en Edith Piaf op straat en in de verschillende café-chantants. Vele straatnamen herinneren nog aan de grote hoeveelheid waterbronnen en aan het rijke wijnbouwverleden: Rue des Cascades (waterval), rue de la Duée (kleine bron), rue des Rigoles (slootjes) en rue des Vignoles (wijngaard).


Het leven zorgt dat er zorgen zijn: zorgen doorbreken doet de wijn – Goethe




De huwelijkse staat is als wijn: men kan er slechts goed over oordelen na het tweede glas. Douglas Jerrold, journalist

 

Vroeger was Montmartre een echt wijndorp met meerdere wijngaarden. Waar nu de Place Pierre ligt strekte zich een wijngaard uit. Dat was ook het geval tussen de rue Tardieu en de rue d'Orsel, op de place Jean-Baptiste Clément en rondom het Château des Brouillards. De genadeslag werd gegeven door de exploitatie van kalkgroeven in de hellingen van Montmartre. Over de oudste wijngaard van Parijs; de Clos de Montmartre; doen verschillende verhalen de ronde. Volgens de romantici werd de wijngaard al in de Gallo-Romeinse tijd aangeplant. De realisten echter vertellen een heel ander verhaal: In 1932 besloot de stad Parijs om door zijn ’Service de Jardins’, op de hoek van rue des Saules en de rue Saint Vincent, een wijngaard te laten aanplanten.


De wijngaard van Montmartre: 'Clos de Montmartre'

 

Wijn drinkt de gemiddelde Fransman nog steeds het liefst uit eigen land. Dat is gewoon de beste volgens de Fransman en dan ook nog eens uit een fles met een kurk en niet uit een fles met een schroefdop. De stad is dan ook bezaaid met knusse wijnbarren. Nog even een andere wetenswaardigheid: Maar je kunt, weliswaar ongebruikelijk, je eigen wijn meenemen naar een restaurant. Als je het doet wordt er wel een bedrag gerekend als gedeeltelijke compensatie voor het feit dat je niet van de wijnkaart bestelt. Verder is er een verschil in prijs bij een wijnbar, tussen een fles die je meeneemt naar huis en een fles die je daar ter plekke opent. Je betaalt dan kurkengeld; ‘Droit de bouchon.’

 

Wijn drinkt de gemiddelde Fransman nog steeds het liefst uit eigen land


Wijn is onder de dranken de nuttigste, onder de medicijnen de lekkerste, en onder de voedingsmiddelen de aangenaamste. Deze wijsheid is niet van mij maar van de Griekse filosoof Plutarchus (46 – 120 n.C). Santé!

Geniet nog van onderstaande sfeer impressies uit 2022












Vanaf vrijdag 13 oktober, drie dagen lang genieten van het Parcours du Goût




zaterdag 9 september 2023

PARIJS; LES ORGUES DE FLANDRE

Als ik in Parijs ben verblijf ik altijd in een hotel in het 19e arrondissement en dat heeft zo zijn voordelen. Zo zit ik slechts tien minuten van de rondweg, kan ik mijn auto onder het hotel parkeren en heb ik op loopafstand twee metrostations die mij overal naar toebrengen: Riquet verbonden met lijn 7 die noord- en zuid Parijs met elkaar verbindt. Stalingrad die met lijn 2  de oost- en westkant bedient. Waar ik ook naar toe wil in Parijs ik hoef hooguit maar een keer over te stappen. Als ik uitstap bij deze twee stations heb ik altijd zicht op zeer bijzondere architectuur die bekent staat als ‘Les Orgues de Flandre’ eens het ‘Cité des Flamands’.


Les Orgues de Flandre


Het negentiende-eeuwse Frankrijk wordt vaak omschreven als een land van immigranten in een continent van emigranten. Onder hen bevonden zich veel Belgen, waarvan de meesten zich vestigden rond Lille, om te werken in de kolenmijnen van Pas-de-Calais maar ook Parijs trok tegelijkertijd veel Belgen aan. In Parijs was de Belgische kolonie, tussen 1861 en 1901 de eerste buitenlandse groep, qua nationaliteit. Ze vestigden zich in het ‘Cité des Flamands’, een oude arbeidersstad die hier halverwege de 19e eeuw werd gesticht. 


De vroegere ingang naar het Cité des Flamands - Foto Agence Roger Viollet

De meesten waren werkzaam in de slachthuizen van La Villette of werkten als spoorwegarbeiders op de Petite Ceinture. Zo rond 1850 werd besloten om een spoorbaan aan te leggen langs de toenmalige stadsgrenzen. De 'Chemin de fer de Petite-Ceinture', voorloper van de metro maar dan grotendeels bovengronds. In 1848 had Parijs vijf grote stations, gerund door vijf verschillende spoorwegbedrijven: la Compagnie des chemins de fer de l'Ouest (de stations Gare Saint-Lazare -1837 en Gare du Nord - 1846), la Compagnie du chemin de fer de Paris à Strasbourg (Gare de l'Est - 1849),  la Compagnie des chemins de fer de Paris à Lyon et à la Méditerranée (gare de Lyon - 1847) en la Compagnie du chemin de fer de Paris à Orléans (Gare d'Austerlitz - 1840). Ieder spoorbedrijf onderhield zijn eigen spoorlijn zonder enige aansluiting op een concurrerende lijn, want dit zou hun regionale monopolies in gevaar brengen. Aangezien er in Parijs geen enkele spoorverbinding bestond tussen de diverse grote treinstations, moesten goederen door de nauwe straten, met paard en wagen worden vervoerd, om elders hun weg per spoor te vervolgen. Een ringlijn bood de mogelijkheid om de stad te omzeilen en aftakkingen zorgden ervoor dat alle stations bereikbaar werden. 

Begin jaren zestig van de twintigste-eeuw werden er plannen gemaakt om deze arbeiderswijk vol met vervallen woningen te renoveren. Slechts 3% van de huizen beschikte over een douche of een bad, 15% had een toilet en slechts een op de vijf had verwarming. De Duitse, in Parijs wonende architect Martin Schultz Van Treeck kreeg de opdracht voor de bouw van een nieuw sociaal wooncomplex. Op een grondgebied van 6 ha tussen de avenue de Flandre, rue Riquet, rue Curial en rue Mathis creëerde hij een complex bestaande uit verschillende gebouwen oplopend tot 118 meter hoog met 1.950 sociale appartementen.

 

Architectuur met een haast onmogelijke trapconstructie die elke vorm van perspectief lijken te tarten

 

‘Orgues de Flandre’, geïnspireerd door de vorm van een liturgisch orgel. De bouw van de vier torens en twee lineaire gebouwen duurde van 1974 tot 1980. Met hun spectaculaire balcons blijven twee gebouwen, die ook de ingang vormen, sinds de jaren zeventig indruk maken op fotografen met een passie voor architectuur. Met een haast onmogelijke trapconstructie die elke vorm van perspectief lijken te tarten.

Zoals veel grote woningbouw projecten uit de jaren zeventig moesten ook de gebouwen van ‘Orgues de Flandre’ voldoen aan de aanbevelingen van hoogbouw en woningdichtheid volgens een Parijse stedenbouwkundigplan dat eind jaren vijftig was opgesteld. Met als gevolg de bouw van grote, monotone appartementencomplexen voor de armste sociale categorieën, vooral in de Parijse buitenwijken, de banlieues, waarvan de eentonigheid eindeloos bleek. Echter Martin Schulz Van Treeck besloot te breken met de wat hij noemde de banaliteit van de sociale woningbouw van zijn tijd. Ondanks de gigantische omvang van zijn project probeerde hij een menselijke benadering te integreren in zijn ontwerp van de omgeving en woonruimtes.


Twee van de vier torens: de Prelude (na restauratie) en de Cantate (voor restauratie)

 

Om zijn concept te visualiseren ontwikkelde Van Treeck een hulpmiddel dat omschreven kan worden als de voorganger van het 3D-model; de relatoscoop, een equivalent voor de architectuur van de medische endoscoop. Het concept was simpel. In een kartonnen doos bewoog hij een miniatuurcamera waarmee hij zijn project op de schaal van een voetganger kon visualiseren. Zo kon hij de relatie tussen vaste en lege ruimtes beter begrijpen en observeerde zo het pad van een wandelaar tussen de gebouwen door.  Zo creëerde hij een centrale groene ruimte, een soort cocon, om de bewoners een beschermde omgeving te bieden, om ze als het ware te beschermen tegen de straat. De uitkragende gevels beschermen de voetganger en geven een intieme kant aan het geheel en in het midden van de torens biedt een groene ruimte, ter grootte van een hectare, kinderen de mogelijkheid om in alle veiligheid te spelen.

 


De ‘Orgues de Flandre’-constructies kregen namen van instrumentale of vocale vormen van klassieke muziek: Prélude (123 meter hoog), Fuga (108 meter), Cantata (101 meter) en Sonata (90 meter hoog). Die hun symfonie van gewapend beton in de wijk spelen, stijgend naar de grijze lucht van Parijs, zoals orgelpijpen zich uitstrekken naar de gewelven van een kathedraal. De architect liet zich inspireren door het tegelsysteem van Buchtal op het Sidney Opera House. Buchtal is een Duitse fabrikant van hoogwaardige, keramische producten. Maar budgettaire beperkingen zorgden ervoor dat hij zijn ontwerp voor de hoogbouw vereenvoudigde met wit stalen platen met een patroon dat enigszins aan het originele keramiek deed denken.



De lagere gebouwen zijn wel versierd met witte keramische tegels om het licht te reflecteren, grote balkons en zeshoekige ramen, alsof ze een frisse blik op de omliggende stad willen werpen. Enigszins vrijstaand stijgen de spiraalvormige wenteltrappen op langs de gevels wat weer doet denken aan de trappen die bisschoppen gebruikten om toegang te krijgen tot hun spreekstoelen. In de tuin is nog een ultieme knipoog te zien naar deze haast sacrale architectuur. Een trompe l’oeil-fresco dat de schuilplaats van een kerk voorstelt.


Een trompe l’oeil-fresco in de binnentuin dat de schuilplaats van een kerk voorstelt

 

Van de voormalige ‘Cité des Flamands’ is alleen de toegangspoort gered dankzij François Loyer, een Franse kunst- en architectuurhistoricus. De stenen boog werd ongeveer 40 meter verplaatst en omgedoopt tot ‘Porte des Flamands’ en staat nu trots in het midden van de moderne gebouwen, die nu de ingang van de Orgues de Flandre aan de avenue des Flandres vormen. In 2008 werd het architectonische complex geclassificeerd als Frans erfgoed van de 20e-eeuw.

De huidige ingang naar het complex


Het perspectief met de blik naar boven





De Prélude, nog steeds de hoogste woontoren van Parijs en het zesde hoogste gebouw in de stad, werd halverwege de jaren 2010 als eerste volledig gerenoveerd door de sociale woningbouwverhuurder 13F met als voornaamste doel de verwarmingskosten met 40% te verlagen. Vervolgens was de Sonata toren aan de beurt. De Fuga en Cantata, van andere eigenaren, zijn pas veel later gerenoveerd. Met de steun van Atelier Lion Associés werd gekozen voor duurzame staalplaten die hun glans langdurig behouden en windbestendig, om zo de architecturale homogeniteit van het complex te garanderen. De platen werden door ArcelorMittal specifiek op maat gemaakt en geven de torens een uitzonderlijke licht reflecterende afwerking.



 Beeld uit de film 'Le Péril Jeune' met in de hoofdrol 'Les Orgues de Flandre'

“Het is grappig, als ik verdrietig ben, vind ik het lelijk. Als ik gezond ben, vind ik het super mooi”. Met deze woorden beschreef de Franse actrice Hélène de Fougerolles (tweemaal genomineerd voor de César Award)  de gebouwen waaruit de ‘Orgues de Flandre’ bestaan in de film ‘Le Péril Jeune’ van Céderic Klapisch uit 1994. Ben benieuwd wat jullie ervan vinden !