In
de lente is de aantrekkingskracht van Parijs het grootst. Het is het seizoen
van bloeiende bomen vol met fris lentegroen. tijd om je heerlijk te koesteren
in de zon op de terrassen buiten op de trottoirs of gewoon heerlijk languit op
de bankjes in het park. Een groot deel
van de twintig miljoen bezoekers van de stad komt in de lente. Zelf geniet ik
van mijn zojuist gekochte verse croissants op een bankje op het square Jean
XXIII achter de Notre Dame. Voor mij, de bijna duizendjarige Notre Dame met
haar indrukwekkende zuilen en steunberen. Al jaren de inspiratiebron voor
romans en legenden, toen Parijs nog als een groot dorp aan haar voeten lag.
Hier begint vandaag mijn wandeling op wat vroeger nog een weiland was vol met
populieren, waar de 'Ludoviciens' hun vee liet grazen; het Île Saint Louis een
samenvoeging van het vroegere Île aux Vaches en het Île Notre-Dame.
Square Jean XXIII met de bijna duizendjarige Notre Dame met haar indrukwekkende zuilen en steunberen
Aan
het eind van de 17de eeuw begon men hier weelderige hôtels (herenhuizen) neer
te zetten, die allen een onderaardse trap hadden naar een deurtje aan het
water. Bij de pont Saint Louis daal ik af naar de Seine naar de punt van de
quai de la Bourbon. Daar heb je een prachtig uitzicht over de Seine en een
fraai doorzicht onder drie bruggen: de pont d'Arcole, pont de Notre Dame en de
pont au Change. Nog altijd is het Île Saint Louis een dorp midden in de stad.
Hier heerst een haast provinciaalse rust. Het lijkt zelfs of de bewoners en de
middenstanders anders zijn dan elders in de stad, hartelijker, vriendelijker.
Île Saint Louis gezien vanaf de Seine met op de voorgrond Pont de Sully
Voor
ik de oversteek maak naar de Marais loop ik langs de Seine over de quai de
Bourbon. De lentezon streelt de goudbruine gevels van een rij prachtige hôtels
die ooit toe hebben behoort aan grote Franse geslachten. Op nummer 19 het hôtel
de Jassaud (het mooiste pand van de kade) waar Camile Claudel, een Frans
beeldhouwster, (zij speelde een belangrijke rol in het leven van de beeldhouwer
Auguste Rodin) haar atelier had. Iets verderop, aan de quai d'Anjou op nummer
17, het hôtel Lanzun, ooit eigendom van de graaf van Lanzun. De dichters
Charles Baudelaire en Théophile Gautier huurde hier hun kamers. Het pand was
ook beroemd door de Club des 'Hachichins' of te wel de club van hasjrokers en
dat in de 17de eeuw. Iets verder stroomopwaarts, in de knik die de kade op de
kop van het eiland maakt, een van de mooiste herenhuizen van Parijs: het hôtel
Lambert, gebouwd in 1640.
Quai d'Anjou - hôtel Lambert
Beroemdheden
waaronder Chopin en Voltaire maar ook de Franse filmactrice Michèle Morgan
hadden hier hun residentie. Het fraaie herenhuis is nu in het bezit van Prins
Abdullah bin Khalifa al-Thani, de broer van de emir van Qatar. In 2007 hebben
ze hier maar liefst 80 miljoen euro voor betaald aan de familie van Guy en Marie-Hélène
de Rothschild. Geniet wederom van een prachtig uitzicht over de Seine vanaf de
square Barye, het enige overblijfsel van een voormalige terrasvormige tuin aan
de oostpunt van het eiland. Naar het schijnt kwam de kroonprins, de toekomstige
Lodewijk XIII hier graag naakt zwemmen. En ook heden ten dage tref je hier veel
zonaanbidders aan, die het heerlijk vinden om naakt te zonnen. We blijven de
Seine volgen via de quai de Béthune vol met elegante herenhuizen. Op nummer 24
stierf President Georges Pompidou. We vervolgen onze weg via de quai d'Orleans
met op nummer 18 het zeer fraaie hôtel Rolland.
Square Barye; naar het schijnt kwam de kroonprins, de toekomstige Lodewijk XIII hier graag naakt zwemmen. En ook heden ten dage tref je hier veel zonaanbidders aan
We hebben nu een rondje
gemaakt rondom het Île Saint Louis om vervolgens de oversteek te maken via de
pont Louis Phillippe naar de rue des Barres (baliestraat). Volgens mij een van
de mooiste straatjes van Parijs. Halverwege de straat waar het niveau het hoogst
is, staat een somber portaal met verweerde zuilen en een deur, die toegang
geeft tot de Saint Gervais-saint-Protais. Een sobere, maar dankzij het
gefilterde zonlicht door de gebrandschilderde ramen, een charmante en intieme
kerk.
Een van de mooiste straatjes van Parijs: de rue des Barres
Rechts de rue
Grenier-sur-l'Eau naar de rue Geoffroy l’Asnier. Hier brandt sinds 1956 in een crypte een eeuwige vlam ter
herdenking van de slachtoffers van de Holocaust. Het Mémorial de la Shoah in de
Marais. Bij de ingang een stenen muur met daarop 76.000 namen. De namen van
alle Franse joden die in de Tweede Wereldoorlog naar Duitse vernietigingskampen
zijn gedeporteerd. Slechts een fractie van dit aantal keerde levend terug.
Onder de 76.000 waren ongeveer 11.000 kinderen.
Mémorial de la Shoah: 76.000 namen
We
keren terug naar de Seine via de quai des Célestines naar een onbekend stukje
Marais. Een stedelijke entiteit, gelegen tussen de rue Saint Antoine en de
Seine. In de schaduw van de Jezuïetenkerk Église de Saint-Paul-Saint-Louis,
gebouwd in 1627. We starten onze wandeling via de hoofdingang van de kerk met
een aantal zeldzame schilderijen van de Franse schilder Delacroix. We nemen
vervolgens de zijuitgang (links, als je met je gezicht naar het altaar staat)
die uitkomt in de pittoreske passage Saint Paul. Sinds de 18e eeuw is dit
straatje nauwelijks veranderd. Links en rechts nog de stenen paaltjes die de
voetgangers moesten beschermen tegen de koetsen. De uitgang is ter hoogte van
de rue Saint Paul nummer 45 waar we rechtsaf gaan.
De pittoreske passage Saint Paul met achterin de ingang naar de kerk
Achter
de huizen van deze straat, die in 1350 al een begrip was, ligt het best
bewaarde geheim van de Marais: Le Village Saint Paul. Een netwerk van gangen en
prachtige binnenpleintjes die met elkaar zijn verbonden. In deze oase van rust
vind je een keur van antiquairs, brocanteries, galeries, design- en
rariteitenwinkeltjes, zo'n 80 in getal. Van 1361 tot 1559 was dit de woonplaats
met tuinen van Karel V. Je komt binnen via de cour Rosé en je loopt via
allerlei kleine doorgangetjes tussen de huizen door naar de cour Violette, cour
Orange, cour Verte en de cour Bleue. Ook 's avonds is het hier zeer aangenaam
en romantisch. Village Saint Paul wordt ingesloten door de rue Saint
Paul, rue de l'Avé Maria, rue des Jardins Saint Paul en de rue Charlemagne. Het is aan de Franse minister van
Cultuur, André Malraux te danken, dat we nog steeds kunnen genieten van dit
stukje cultureel erfgoed. In 1962 werd de Marais in zijn geheel beschermd
gebied: ISMH, wat staat voor 'Inventaire Supplémentaire des Monuments
Historiques'.
Op weg naar Village Saint Paul
In
de rue des Jardins Saint Paul zijn nog duidelijk restanten te zien van de
stadsomwalling van Filips Augustus uit 1190. Een 70 meter lange muur
onderbroken door twee torens. Loop langs de mooie fontein in de rue Charlemagne
aan de achterkant van de kerk Saint Paul-Saint Louis en ga de smalle rue
Eginard in. Een Joodse enclave uit de 17e eeuw. In de tuin, heerlijk voor een
lunch met baguette en rode wijn, staat een ontroerend beeld van een Joodse
vader met zijn drie zonen, omgekomen in Auschwitz. Onder het dorp Saint Paul,
in de keldergewelven uit de 16e eeuw, ligt de verwarrende wereld van illusies
en de magie op je te wachten in het verrassende Musée de la Curiosité et de la
Magie. Ingang rue Saint Paul nummer 11. Want ook in de lente is er wel eens een
regenachtige dag.
Top 10 uit
eten in de Marais (bron Eye Witness Travel)
1: L'Ambroisie
- Frans (€€€€€) Place des Vosges 9
2: Gli Angeli
- Italiaans (€€) rue Saint Gilles 5
3: Patisserie
Carette - salades & sandwiches (€) Place des Vosges 25
4: Au Vieux
Chêne - bistro, Franse keuken (€€€) rue Dahomey 7
5: La Gazetta
- fusion (€€€) rue de Cotte 29
6: Breish Café
- crêperie (€€) rue du Vieille du Temple 109
7: Le Baron
Rouge - salades en kaasplanken (€) rue Théophile Roussel 1
8: Chez Paul -
bistro klassiek (€€) rue de Charonne 13
9: Unico -
Argentijns (€€€€) rue Paul Bert 15
10: L'As du
Fallafel - Joods (€) rue des Rosiers 34
€
indicatie voor een driegangen menu, inclusief huiswijn, per persoon
€
= <<€ 30
€€
= € 30 - € 40
€€€
= € 40 - € 50
€€€€
= € 50 - € 60
€€€€€
= >€ 60