Paris FvdV is een niet commercieel weblog speciaal voor kenners en liefhebbers van de stad Parijs - en voor hen die dat willen worden. Parijs is een stad met een gewichtig verleden, respectabel en gerespecteerd. Het is totaal niet nostalgisch. Parijs is er in geslaagd om, soms op brutale maar altijd op elegante wijze, om te gaan met zijn grootse monumenten. Ze te beschermen en te integreren in de nieuwe dynamiek van de stad. Parijs is een meester op het gebied van herstel en transformatie. U zult er nooit in slagen een volledig overzicht te maken van plekken en verhalen, die allemaal op hetzelfde punt uitkomen en de glorie van deze stad bezingen. toch wil ik een poging wagen. Wekelijks wil ik u niet alleen informeren over wat Parijs nog meer te bieden heeft, maar ook wil ik mijn liefde voor deze stad op u over dragen. In de hoop dat het raakt aan iets wat u herkent of voelt. Ferry van der Vliet.

Privacy verklaring: Indien u weblog Paris FvdV, dat bij Google-Blogger is ondergebracht, leest en reageert op de blogs van Paris FvdV, doet u dat vrijwillig en is uw IP-adres en mailadres - indien u dat vermeld - bekend en wordt opgeslagen. Ook uw schuilnaam waaronder uw reageert wordt opgeslagen. Paris FvdV zal uw gegevens nooit aan derden doorgeven. We houden uw gegevens privé, tenzij de wet of rechtelijke macht ons dwingt uw gegevens aan hen te verstrekken. Datalekken in het systeem vallen onder de verantwoordelijkheid van Google-Blogger. Door weblog Paris FvdV te bezoeken en/of de op of via deze weblog aangeboden informatie te gebruiken, verklaart u zich akkoord met de toepasselijkheid van deze disclaimer. Google gebruikt cookies om services te leveren en verkeer te analyseren dus uw IP-adres en user-agent zijn bij Google bekend, samen met prestatie- en beveiligingsstatistieken om servicekwaliteit te garanderen, gebruiksstatistieken te genereren, misbruik te detecteren en maatregelen te treffen.

maandag 25 maart 2019

OP WEG NAAR CHARONNE


In een van mijn Parijsboeken kwam ik de volgende zin tegen: "Parijs is een verleidelijke stad, die permanent wil worden bekeken en aandacht eist, en gezien wil worden door de ogen van een liefhebbende, verlangende en jaloerse minnaar". Ik moet bekennen dat ik zo naar mijn favoriete stad kijk. Altijd zoekend als een ware vrijbuiter, naar verborgen plekken, oases van stilte, onvermoede paradijsjes in anonieme straatjes, in miskende wijken, waar mijn fantasie het rijk alleen heeft. Op sommige van deze verschijningen ben ik voorbereid, maar de meeste charmante kleinigheden van Parijs ontdek ik toevallig. Op iedere willekeurige wandeling door de stad kom ik er waarschijnlijk tientallen tegen. Het is een klein wonder dat Parijs zo'n overvloed aan verborgen juweeltjes heeft kunnen bewaren, ondanks het verslindende moderne stadsleven. Het is zeker een compliment voor de smaak en geestkracht van de Parijzenaars.

Het is een klein wonder dat Parijs zo'n overvloed aan verborgen juweeltjes heeft kunnen bewaren, ondanks het verslindende moderne stadsleven

Nadat Lodewijk XI, in de 15e eeuw de vrije vestiging van ambachtslieden toestond, werd de buitenwijk rond de rue du Faubourg Saint-Antoine, rue de Charenton, rue de Charonne, en rue de la Roquette dè belangrijkste arbeidersbuurt van Parijs. Houtbewerkers en meubelmakers beleefden hier gouden tijden en hoefden zich niet te onderwerpen aan het gezag van de gilden. Zo konden zij meubels verkopen die afweken van de vastgelegde modellen en mochten ze ook andere materialen dan eikenhout gebruiken. Sindsdien gebruikten zij mahoniehout, ebbenhout, brons en maakten zij gebruik van inlegwerk en trokken zo klanten die van vernieuwing hielden. Toen het schrijnwerkersgilde, ook wel de aristocratie van het ambachtsvolk in de 18e eeuw hier zijn hoogtepunt beleefde, werkten er in deze wijk 46.000 arbeiders in de houtnijverheid, waarvan 8000 van vreemde komaf: Belgen, Duitsers, Italianen maar ook Russen en Luxemburgers. Leven 'buiten de muur' van Parijs (de betekenis van 'Faubourg' in het Frans), had zo zijn voordelen, alle werknemers hier waren dankzij een bijzonder decreet van de koning vrijgesteld van belastingen.

De passages en industriële binnenplaatsen herbergen nog enige ambachtelijke activiteiten, maar de arbeiders van weleer hebben plaatsgemaakt  voor jonge ondernemers

Tegenwoordig het 11e arrondissement. Sommige delen zijn nog volks, andere weer heel trendy. De passages en industriële binnenplaatsen herbergen nog enige ambachtelijke activiteiten, maar de arbeiders van weleer hebben plaatsgemaakt  voor jonge ondernemers, webdesigners en reclamelui, ‘fils de pub’, zoals die in het Frans heten. Dit arrondissement is druk, maar niet toeristisch.  Zo ook de rue de Charonne de weg die vroeger naar het dorp Charonne leidde. Een lange straat vol met oude huizen, winkeltjes en verborgen passages die loopt vanaf de rue du Faubourg Saint-Antoine tot aan de boulevard de Charonne.

Helaas kwam deze straat in 2015 in het nieuws door de aanslagen in Parijs. 13 november; om 21.36 uur stopt een Seat voor het terras van La Belle Équipe op nummer 92. Het terras zit vol met jonge mensen die hier graag afspreken voor een koffietje of een goed glas wijn. Er wordt op dat moment een verjaardag gevierd. De Kalasjnikovs vuren ongenadig honderden kogels af.  Net zolang tot iedereen is omgevallen. Er vallen twintig doden in het restaurant dat slechts plaats biedt aan 28 mensen en negen zwaargewonden. Onder de doden Djamila, de vrouw van de eigenaar Gregory Reibenberg. Ze overlijd in zijn armen. Een jaar later heeft hij een boek geschreven over die avond in november en de tijd erna: ‘Une belle Équipe’.

Passage de l’Homme
Mijn ontdekkingstocht in deze straat begint vlakbij de rue du Faubourg Saint-Antoine, metrostation Ledru-rollin, lijn 8. Ter hoogte van nummer 26, rue de Charonne, onder het portaal van een woning, heb je de passage de l’Homme. De naam van de passage verwijst naar die van de eigenaar van het land waarop het werd gebouwd en dateert uit 1852

De passage de l'Homme, hobbelige kasseien waartussen het gras welig tiert geven de passage een uitstraling van landelijke rust

Deze openluchtpassage is typerend voor deze buurt en wekt nog steeds de illusie van een industrieel verleden. Gelukkig op tijd geconserveerd en deze privéweg, overlopend in nog twee andere passages; de passage Josset en Saint-Antoine vormen een oase van schoonheid. 122 meter lang met links en rechts houten facades die een inkijk geven op de droom van weleer. Hobbelige kasseien waartussen het gras welig tiert geven de passage een uitstraling van landelijke rust. De houtbewerkers van toen zijn vervangen door kantoortjes, een ontwerpstudio, een boekhandel, café maar ook nog een gitaarbouwer. Maar een ‘chaiserie’ gespecialiseerd in de fabricage en reparatie van stoelen heeft stand gehouden. Gevestigd sinds 1912 en hofleverancier  voor het ‘Centre des Monuments Nationaux’ (monumentenzorg), het Élysée (presidentieel paleis) of Hôtel Matignon (residentie van de eerste Minister).

De halfvergane pui van een leegstaande garage, de gevel van de voormalige spiegelfabriek Remlinger & Vinet speelde een hoofdrol in een videoclip met Joe Cocker en de beeldschone Catherine Deneuve

Sommige muren dragen nog de kentekenen, overblijfselen van een ambachtelijk verleden. De halfvergane pui van een leegstaande garage, de gevel van de voormalige spiegelfabriek Remlinger & Vinet, die zich hier vestigde in 1886 en in 1979 verhuisde naar de boulevard Voltaire. En een groot gebouw uitgevoerd in flamboyante rode baksteen met een glazen dak nog ontworpen door de ateliers van ingenieur Gustave Eiffel rond 1850. Deze voormalige zagerij waarachter een van de laatste stenen schoorstenen van Parijs die lang voor het olietijdperk zwarte kolenrook spuwde van de zaagmachines werkend op stoom. Weer een fel contrast met de tot praktijk- en woonruimte omgebouwde huizen met wijnstokken en geurige blauwe regen.
De passage Lhomme werd nog eens vereeuwigd in de jaren ’90, in een videoclip van Joe Cocker’s Never forget – N’oubliez jamais met in de hoofdrol Catherine Deneuve als hèt symbool van een charmant Parijs dat toeristen en liefhebbers van de stad zeer waarschijnlijk zal verleiden. De passage is een wandelbestemming met een ongeëvenaarde charme.

De passage de l'Homme is typerend voor deze buurt en wekt nog steeds de illusie van een industrieel verleden. 

Krijg je de kans, mocht er net iemand uit de poort van nummer 59 komen, duw dan snel de poort weer open en sta oog in oog met een schitterende binnenplaats. Een glazen serre, kersenboom, blauwe regen die kronkelt langs pastelkleurige muren. Of je in Toscane bent beland. Een stille oase met op de achtergrond het geluid van een fontein.

Één ‘chaiserie’ ,gespecialiseerd in de fabricage en reparatie van stoelen, heeft moedig stand gehouden

Op nummer 77 wacht ons een volgende verrassing. Een prachtig gerestaureerde binnenplaats met weer een industrieel pand uit 1886 met een opmerkelijke exotische architectuur. Opgetrokken uit traditionele houten elementen, rode en witte baksteen en gietijzeren balustraden. Een uniek U-vormig gebouw met wel vijf etages. Aan het einde van de geplaveide binnenplaats getuigt een stille lift van een ijverig verleden. Alles prachtig en met gevoel gerenoveerd. De studio’s zijn nu ingenomen door kantoren, een dansstudio, een yogaruimte, een komedieklas, een architectenbureau en een reisbureau. Het biedt ook nog een plaats aan een klein theater opgericht in 2009 door Alive Vivier en Lucas Bonnifait. ‘La Loge’ speciaal voor aanstormende talenten op het gebied van muziek, dans en theater.

Op nummer 77 wacht ons een volgende verrassing. Een prachtig gerestaureerde binnenplaats met weer een industrieel pand uit 1886

Inmiddels ben je in de buurt van ‘Septime’, nummer 80, waar het helaas steeds moeilijker wordt om te reserveren. Minimaal drie weken van te voren. Behorend tot de bistronomie. Een Parijse tegenbeweging ontstaan van jonge Franse chef-koks die beseffen dat sterren en geld alleen niet gelukkig maken, maar dat er ook nog zoiets bestaat als plezier in koken. Zonder dat ze het wilde kregen ze toch een Michelinster. Een viergangen lunchmenu kost plus minus €42

Opgetrokken uit traditionele houten elementen, rode en witte baksteen en gietijzeren balustraden, een uniek U-vormig gebouw met wel vijf etages

Nog een tip van de website Frankrijk.nl, met dank aan Carole, ga lunchen op het terras van Pause Café, op nummer 41. Een betaalbaar adres met een heel leuke sfeer, goede keuken, en ontzettend aardig personeel. Het kan dus in Parijs.

zaterdag 16 maart 2019

HET KASTEEL VAN VINCENNES

Precies tegenover het Bois de Boulogne ligt aan de oostgrens van Parijs het Bois de Vincennes. Oorspronkelijk genoemd Vilcena, overblijfselen van het oude bosrijke gebied rondom Lutece. Als voormalig onderdeel van het bisdom van Parijs werd het eigendom van de kroon in de 11de eeuw en kwam in gebruik als koninklijk jachtgebied. Halverwege de 19e eeuw werd het heringericht als een grote Engelse tuin. Het bos, 994,7 hectare groot, ligt aan de overkant van de ringweg maar hoort toch bij de stad Parijs. Sinds 1926 is het namelijk onderdeel van het 12e arrondissement. De grenzen van het gebied zijn tot op de dag van vandaag hetzelfde gebleven. Er staan 146.000 bomen. Tijdens de zware Kerststorm in 1999 sneuvelden ruim 50.000 exemplaren. Gelukkig is in de jaren daarna ruim 130 hectare weer herbeplant.

De bijzondere bouwstijl van Château de Vincennes

Aan de noordkant van het bos bevindt zich het Château de Vincennes, tegenover het gelijknamige metrostation van lijn 1.
Aan het eind van de 11e  eeuw kocht het Franse hof het Bois de Vincennes van de Abbaye de Saint Maur. In de 12e eeuw bouwt de Capetingische Koning Lodewijk VII (1120-1180) een klein jachtslot. De weerbare burcht is het werk van het huis Valois: Filips VI (1328-1350) begon met de bouw, Jan de goede (1350-1364) zette de werkzaamheden voort en Karel de V (1364-1380) voltooide ze in 1369.
Met zijn 52 meter is het nog steeds de hoogste donjon van Europa. Toren en kasteel worden vervolgens beschermd door een muur met negen torens. De 1100 meter lange muur is onderdeel van het grote project om van Vincennes een echte vestingstad te maken. De torens elk 40 tot 42 meter hoog dienden als woning en als verdediging. Zeven torens werden later weer afgebroken voor de plaatsing van kanonnen toen Napoléon I van Vincennes een militaire vestiging maakte.

Met zijn 52 meter is het nog steeds de hoogste donjon van Europa

Karel V was ook de initiatiefnemer van de Heilige Kapel, die gebouwd werd naar het evenbeeld van de Sainte-Chapelle in het 1e arrondissement. Deze flamboyante gotische kapel, die prachtige glas-in-lood ramen bevat, heeft echter maar één verdieping met een bidbankje voor de Koningin rechts en de Koning links. Verder een kleine sacristie en schatkamer. De mooie ramen van het koor tonen renaissance-taferelen van de Apocalyps. Na zijn overlijden gaat de bouw door onder zijn opvolger Karel VI (1380-1422) en wordt pas tijdens de regering van Hendrik II (1547-1559) in 1552 voltooid. Voor een lange tijd werd hier de doornenkroon die destijds werd beschouwd als relikwie, in deze kapel bewaard. Later werd deze overgebracht naar de Sainte-Chapelle.  Één fragment van de relikwie (lees, waarschijnlijk een splinter) bleef achter in Vincennes. Na een grondige restauratie is de kapel in 2009 weer opengesteld voor het publiek. Een lust voor het oog.

De Heilige Kapel, die gebouwd werd naar het evenbeeld van de Sainte-Chapelle

In 1652 werd Kardinaal Mazarin gouverneur van Vincennes en liet het kasteel in barok-classicistische stijl verbouwen. Hij gaf opdracht aan de architect Le Vau voor de bouw van het symmetrische ‘Pavillon du Roi’ en ‘Pavillon du Reine aan de zuidkant. Sindsdien heeft het Château de Vincennes twee gezichten, een middeleeuws en een modern. In 1661 blies hij hier ziijn laatste adem uit. Op hetzelfde moment kwam het Hof zich er tijdelijk vestigen, aangezien het Louvre gedeeltelijk was afgebrand. Hoewel de 22 jarige Lodewijk XIV hier zijn wittebroodsweken doorbracht in het Pavillon du Roi, moest Vincennes toch wijken voor Versailles, voltooid in 1680.

De Heilige kapel met aan de rechterzijde het Pavillon du Roi uit 1662

En daarmee begonnen de gedaante verwisselingen. Vincennes werd achtereenvolgens gevangenis, porseleinfabriek, militaire academie, wapenfabriek en onder Napoleon een arsenaal. Onder Lodewijk Filips I (1830-1848) werd het weer een fort en onderdeel van de verdedigingswerken van Parijs en tijdens de Duitse bezetting een wapendepot.
Sinds 1948 zijn in de beide Pavillons de historische afdelingen gevestigd van de Franse landmacht, luchtmacht, marine en gendarmerie. Nu is dit het derde grootste archief van Frankrijk, na de Archives Nationales en de Bibliothèque Nationale de France.

Deze flamboyante gotische kapel, die prachtige glas-in-lood ramen bevat, heeft echter maar één verdieping

In 1958 overwoog De Gaulle, toen hij nog maar net verkozen was tot President van de République, om zich niet in het Élysée te vestigen maar in het château de Vincennes. Hij vond dat Parijse paleis in de binnenstad niet comfortabel en onwaardig om buitenlandse gasten te ontvangen. Waarom hij er uiteindelijk van af zag is niet bekend. (Bron Metronome)

Het monumentale roostervenster aan de voorzijde

De staatsgevangenis kende illustere gevangenen. Hier zaten leiders, vrijdenkers, leenheren en filosofen in wat overigens een minder grote schande was dan opsluiting in de Bastille. Meestal was er maar één gevangene per cel. Het ging hier namelijk om de vips van die tijd. Tot de vele ‘grote gasten’ behoorden Lodewijk II van Bourbon-Condé (Condé was een tegenstander van Kardinaal Mazarin), de Prins van Conti (het interessantste bezit van de familie was het exquise wijngoed in de Bourgogne dat ook nu nog de naam Romanée-Conti draagt), Jean-François Paul de Gondi, kardinaal de Retz (een Frans staatsman en dagboekschrijver), de hertog van Lauzun, de markies de Sade en Mirabeau (Frans revolutionair) en Nicolas Fouquet (Lodewijks schatbewaarder).

De bouw van de Heilige Kapel wordt pas in 1552 voltooid

Er sterven twee koningen in de Donjon. In 1422 Hendrik V van Engeland en in 1574 Karel IX.
Een macabere legende wil dat na zijn dood, het lichaam van Hendrik V, dat was aangetast door dysenterie, in de keuken van het kasteel werd gekookt.
In 1804 werd de Hertog van Enghien beschuldigd van samenzwering en overgebracht naar Vincennes. Op de avond van de 20 maart dineerde hij nog rustig in het Pavillon du Roi terwijl in de slotgracht zijn graf werd gegraven. Een halfuur na middernacht werd hij gewekt en een uur later veroordeelde de krijgsraad hem tot de dood. Hij werd voor het gapende gat in de gracht gezet en vervolgens neergeschoten.
Een andere anekdote is die van generaal Daumesnil, onlosmakelijk verbonden met het Château de Vincennes. Sinds de Slag bij Wagram met een houten been. Toen de coalitietroepen van hem eisten dat hij het kasteel zou opgeven antwoorde de moedige strijdheer: “Ik geef jullie Vincennes pas als ik mijn been terugkrijg”! Later wilden opstandelingen de gevangenen in de Donjon overmeesteren. ‘Houten been’, nog altijd gouverneur, joeg hen op de vlucht met de woorden: “Ik laat mij samen met het kasteel opblazen en we zien elkaar in de lucht”!

Het doodvonnis van de Nederlandse Margaretha Geertruida (Griet) Zelle alias Mata Hari
Bron: Wikimedia

Er zit ook nog een Nederlands tintje aan de historie van het  Chateau de Vincennes. Op 15 oktober 1917 werd Mata Hari op beschuldiging van spionage gefusilleerd in de slotgracht van het kasteel Op de morgen van haar executie werd zij om tien minuten over vijf gewekt en vervolgens verschenen de commissaris rapporteur van de krijgsraad, die het veroordelende vonnis had uitgesproken, de kapitein-griffier, de directeur van de gevangenis, de advocaat van de veroordeelde, Mr. Clunet, en dominee Arboux. Mata Hari zelf vertoonde geen of weinig emotie, maar zorgde dat zij zeer goed gekleed was. Zij droeg een grijze, zijden japon, kostbaar bont om de schouders, opengewerkte kousen en een parelketting om haar hals. Op het met zorg gekapte hoofd droeg zij een grote vilten hoed met kersrood lint. Met een rustige stem had ze gezegd: “Zo, Ik ben gereed”. Zonder te wankelen liep zij door de flauw verlichte gangen naar de auto, die haar uit de gevangenis van Saint-Lazare kwam ophalen. 

De slotgracht van het kasteel waar de terechtstelling van Mata Hari plaatsvond

Samen met twee nonnen en een pastoor en twee inspecteurs van politie werd Mata Hari in het voertuig geplaatst, dat haar naar de plaats van terechtstelling, de slotgracht van Vincennes, bracht. Mata Hari weigerde een blinddoek. Een zuster en haar advocaat begeleidden haar naar de paal. Zij gaf beiden nog een hand en stak vervolgens haar polsen uit naar de adjudant, om ze te laten samenbinden. Het executiepeloton, twaalf zoeaven onder een officier, plaatste zich tegenover haar, en de geweren werden op haar borst gericht. De officier liet vervolgens de punt van zijn degen zakken en er volgde een salvo; Mata Hari was voorover gevallen, terwijl haar lichaam zich nog draaide en haar gezicht zich naar boven richtte. Een adjudant naderde en vuurde het reglementaire revolverschot, de coup de grâce, in de slaap af. Haar familie maakt geen aanspraak op het lichaam, dat wordt vervolgens wordt vrijgegeven aan de Faculteit der Geneeskunde van Parijs. Zo beland haar dode lichaam op een snijtafel van medische studenten, dat scheen heel normaal te zijn in die tijd met ter dood veroordeelden. De dodelijke resten, van Mata Hari is dan niets stoffelijks meer over, worden gecremeerd en komen terecht in een onbekend massagraf aldus: ‘Mata Hari, het spionage dossier’ door Pierre Grande Guerre.

Tot op de dag van vandaag is het château het arbeidsterrein van monumentenzorg gebleven

De eerste renovatiewerkzaamheden vonden halverwege de 19e eeuw plaats onder toezicht van Viollet-le-Duc. Tot op de dag van vandaag is het château het arbeidsterrein van monumentenzorg gebleven. Een restauratie die net na de Tweede Wereldoorlog was begonnen (het kasteel werd zwaar beschadigd bij de uittocht van de duitsers in 1944) heeft er toe geleid dat de vestigingstoren vanaf 1995 twaalf jaar lang gesloten is geweest voor het publiek. Twintigduizend blokken steen werden vervangen. Op dit moment staan de beide paviljoenen in de steigers.
Het kasteel is nog steeds in gebruik als belangrijke militaire uitvalbasis. Mocht namelijk het Élysée om wat voor reden dan ook onbruikbaar raken, dan is het de uitwijkplek voor de Franse President.

De eerste binnenplaats is het deel waar in de 13e en 14e eeuw het Capetingische kasteel werd opgericht

Het binnenplein van het kasteel is vrij toegankelijk. Je passeert de oorspronkelijke hoofdingang, ‘La Tour du Village’.  De eerste binnenplaats is het deel waar in de 13e en 14e eeuw het Capetingische kasteel werd opgericht. Vanaf de 17e eeuw langzaam afgebroken. Aan de rechterzijde is de boekenwinkel en de kassa voor bezoek aan het châtelet en de heilige kapel.
De entree van het châtelet loopt via een ophaalbrug naar de hoofdingang van de vestingtoren. Deze toren is werkelijk een architecturaal hoogstandje. De dikke vierkante toren, met vier hoektorentjes, heeft zes verdiepingen waarvan de gewelfde plafonds op een enkele, dunne centrale pilaar rusten. De toren wordt beschermd door een muur en een diepe slotgracht, oorspronkelijk gevuld met water. De Donjon kom je binnen op de tweede verdieping. Het bruggetje was in de Middeleeuwen de enige toegang tot de vestingtoren.
Je kunt ook eerst de weergang doen. Deze was in de middeleeuwen niet overdekt. De Koning gebruikte de gang om van zijn werkruimte naar zijn appartement te gaan op de verdieping van een gebouw op de binnenplaats. In de weergang heb je een vierzijdig overzicht over het kasteel en het dorp Vincennes.

De dikke vierkante toren, met vier hoektorentjes, heeft zes verdiepingen waarvan de gewelfde plafonds op een enkele, dunne centrale pilaar rusten

In de toren bezoek je het kantoor van Karel V, de raadzaal, de slaapkamer van de Koning, de huiskapel en de schatkamer. Vanaf de campanile, de klokkentoren heb je een prachtig uitzicht over het kasteel. De klok werd in 1369 geïnstalleerd. Boek je een rondleiding dan kom je ook op de bovenverdieping van de Donjon, een plek die normaal niet geopend is voor het publiek. Vanaf de bovenste verdiepingen heb je natuurlijk een fantastisch uitzicht over de gehele omgeving. Eenmaal op de begane grond is nog een oorspronkelijke put te vinden. In de vestingtoren is nog het gevangenisverleden van de 15e eeuw te zien. Aan de overzijde de Heilige Kapel en de klassieke paviljoenen, Pavillon du Roi en het Pavillion du Reine. Zij maken deel uit van de uitgebreide werkzaamheden uitgevoerd op verzoek van Kardinaal Mazarin. De vestingmuur is onderdeel van het grote project van Karel V om van Vincennes een echte vestingstad te maken. In de 19e eeuw zijn tegen de wallen bunkers gebouwd.

Detail van de prachtige restauratie

Dit kasteel is bij uitstek geschikt voor een bezoek met kinderen. Elke dag geopend van 10.00 uur tot 17.00 uur (22 september t/m 20 mei) en van 10.00 uur tot 18.00 uur (21 mei t/m 21 september). Entree volwassenen € 9, kinderen tot 26 jaar € 7
Rondleidingen duur 1.30 uur. Elke dag om 10.30 uur, 14.15 uur en 15.00 uur. Geen noodzaak voor reservering. €12
Vooraf tickets bestellen klik hier


Château de Vincennes, Avenue de Paris, 94300 Vincennes. Metrostation Château de Vincennes, lijn 1.

Met dank aan Centre des Monuments Nationaux.

zaterdag 9 maart 2019

HET HEILIGE DER HEILIGEN VAN DE FRANSE CULTUUR


Tijdens een van de bijeenkomsten van Atout France, het Frans bureau voor toerisme, loop ik het echtpaar Els Spanjer en Rob Dijksman tegen het lijf. Els is auteur van het boekje ‘Mijn Frankrijk’, vol met verrassende ontdekkingen in La douce France. Gezien de gezamenlijke liefde voor o.a. de Franse hoofdstad raken we snel in gesprek. “Weet jij dat er een Nederlander ligt in het Panthéon”? Mijn nieuwsgierigheid is gewekt.

Het heilige der heiligen van de Franse Cultuur op de Montagne Ste. Genevieve

Duidelijk zichtbaar ligt het Panthéon op de Montagne Ste. Geneviève. Het kruis op de 83 meter hoge koepel verraadt het kerkverleden van dit gebouw. Ste. Geneviève, in de vijfde eeuw redt deze maagd, met het gebed als wapen, Parijs op een miraculeuze wijze van de hunnen en de hongersnood en wordt zo de patrones van de stad. Gevolg: In de 6de eeuw wordt er een christelijke kerk gebouwd die naar haar wordt vernoemd en waar zij dan ook wordt begraven. De kerk raakt in verval en de ernstige zieke Lodewijk XV belooft bij genezing een nieuwe kerk te bouwen ter ere van de heilige. De architect Soufflot ontwerpt een enorme kruiskoepelkerk die moest concurreren met kerkgebouwen in het buitenland. Het voorportaal gaat schuil onder een woud van Korintische zuilen die zich binnen weer voortzetten. 52 Gecanneleerde zuilen en maar liefst 76 pilasters, die op een rondlopend platform staan, structureren het gebouw.  De bronzen toegangsdeuren wegen elk 6 ton.  Soufflot heeft zijn schepping nooit af gezien. 10 Jaar na zijn dood, midden in de chaos van de revolutie, wordt de kerk in 1789 opgeleverd.

Het voorportaal gaat schuil onder een woud van Korintische zuilen die zich binnen weer voortzetten

De revolutionairen maken er meteen een tempel van voor hun overleden voorvechters. Het Panthéon is geboren, speciaal voor de ‘grands hommes de l’époque de la liberté française’. Mirabeau kreeg als eerste de eer. Honoré Gabriel de Riqueti, graaf van Mirabeau of gewoon Mirabeau (1749 - 1791) was een Frans revolutionair, charmeur en een broodschrijver, die bekendstond om zijn lelijkheid en niet voor plagiaat terugdeinsde. Maar op initiatief van Robespierre werden de overblijfselen van Mirabeau weer snel verwijderd, toen bekend werd dat hij in zijn laatste maanden in het geheim had samengespannen met het hof van Lodewijk XVI. Uiteindelijk was het Napoléon die 42 mannen de eer tot bijzetting verleent. De ‘groten van Napoléon’ liggen in de westvleugel van de crypte aan de rechterkant, in de grafkamers II t/m V. Grafkamer IV was gereserveerd voor protestanten. Onder hen een Nederlander.

Je wordt ontzettend nederig wanneer je dit immense gebouw betreedt

Nou heb ik veel boeken, reisverslagen, toeristengidsen over Parijs gelezen en daarin ontbreekt elk spoor van deze Nederlander, die met een laatste rustplaats in het Panthéon de Franse onsterfelijkheid bereikte. Jan-Willem de Winter uit Kampen, een patriot die naar Frankrijk vluchtte en in 1795 als Jean-Guillaume de Winter aan het hoofd van de Franse troepen de Nederlanden weer betrad. Daarmee begon voor hem een glanzende carrière. Tijdens de hoogtij dagen van Napoléon werd De Winter ernstig ziek en moest hij het opperbevel overdragen. Keizer Napoléon gaf hem het Grootkruis van het legioen van Eer en verhief hem op 4 mei 1810 tot Comte de l’Empire, Comte de Huessen, Graaf van Huessen. Op 2 juni 1812 overleed hij in Parijs.

De grafkamer van Jan-Willem de Winter uit Kampen in het Panthéon

Bij zijn grafkamer (grafkamer iV) staat op een zuil de volgende toelichting: Nederlands marineofficier die de Revolutie steunt, vervolgens Holland moet ontvluchten en naar Frankrijk uitwijkt. In 1795 keert hij terug in de Nederlandse provincies aan het hoofd van het Franse leger, en wordt vervolgens gevolmachtigd minister van de Bataafse Republiek bij de Franse regering. Lodewijk Bonaparte, koning van Holland, benoemt hem tot maarschalk, graaf en bevelhebber van land- en zeemacht. Napoleon verheft hem achtereenvolgens tot grootofficier in het Legioen van eer, inspecteur-generaal van de noordelijke zeekusten en commandant van de verenigde zeestrijdkrachten op Texel, en tenslotte graaf van het Keizerrijk.

'La Convention Nationale' is een creatie van Francois-Léon Sicard. Het toont soldaten rechts van Marianne, het symbool van Frankrijk, en leden van de Nationale Conventie aan de linkerkant

Zoals bij sommige ‘groten der aarde’ worden hart en andere stoffelijke resten niet altijd op dezelfde plaats bewaard. Zo ook bij De Winter. Bij zijn stoffelijke resten in het Panthéon ontbreekt het hart. Het bevindt zich in de Bovenkerk in Kampen. Al in augustus 1813 werd voor deze hoog gestegen plaatsgenoot een monumentje geplaatst in de kerk. Op de rood marmeren console werd in 1821 een vaas geplaatst met daarin het hart van De Winter. De console met vaas bevindt zich nu hoog aan de zuidelijke muur van de kerk. Een inscriptie in het Latijn stelt: 'Isala nascentum, morientem Sequana vidit - Utraque victuro nomen honore colit', wat zoveel betekent als 'Aan de IJssel werd hij geboren, aan de Seine stierf hij’. In Kampen geëerd, maar in de rest van Nederland afgeschilderd als verrader, werd Jan Willem de Winter uiteindelijk vergeten.

De Tempel van de Faam

De nationale begrafenis van Victor Hugo in 1885 luidt de definitieve bestemming van het Panthéon in als Tempel van de Faam. En ik moet zeggen dat je ontzettend nederig wordt wanneer je dit immense gebouw betreedt. Dè necropolis voor de groten van Frankrijk. In het hiërarchische Frankrijk kan iemand zelfs na de dood promotie maken. Zijn of haar resten worden opgegraven en naar Parijs gebracht, waar ze na een luisterrijke ceremonie worden bijgezet in de crypte van het Panthéon, naast grote geesten als Voltaire, Rousseau, Zola en Hugo. Zo kent het seculiere Frankrijk zijn eigen vorm van heiligverklaring.

De grafkamers van Voltaire en Jean-Jacques Rousseau

Midden in de ruimte slingert traag de metalen bol waarmee Foucault de rotatie van de aarde aantoonde. Een dunne metalen draad, circa 67 meter lang, een gewicht van 28 kilo en een zak fijn zand. De uitrusting voor een sensationeel experiment uit 1851 was eigenlijk heel eenvoudig. De slinger, die als hij eenmaal in beweging is gezet, blijft draaien door een magneet in de vloer, zwaait majestueus door de ruimte, van de ene kant naar de andere. Nauwelijks merkbaar verandert beetje bij beetje het slingervlak van de pendel, die als de wijzers van een klok heel langzaam een andere baan zoekt. De slinger in het Panthéon is overigens een kopie. Het origineel ‘slingert’ in het Musée des Arts et Métiers.

Midden in de ruimte slingert traag de metalen bol waarmee Foucault de rotatie van de aarde aantoonde

Helemaal achterin voert een wenteltrap naar de crypte voor een horizontaal rendez-vous met meer dan zeventig illustere Fransen. De stemmige verlichting maakt het aangenamer dan boven. De graftombes staan in nissen en zijn via gaanderijen in de crypte met elkaar verbonden. Waar de tijd stil staat voor dit illustere volk draait de wereld verder door. De slinger van Foucault boven in de grote hal beaamt dit.

Helemaal achterin voert een wenteltrap naar de crypte voor een horizontaal rendez-vous met meer dan zeventig illustere Fransen


74:4
Tegenover tweeënzeventig ‘grote mannen’; bijgezet in het Panthéon, staan slechts vier ‘grote vrouwen’. Dit tot teleurstelling van diverse actiegroepen en Philippe Belaval, président du Centre des monuments nationaux,  de baas van de Franse monumenten. Daardoor maakt het Panthéon een wat onevenwichtige indruk. Onbetwiste grootheden als Camus of Marcel Proust ontbreken, terwijl er veel totaal vergeten namen liggen. Vooral Napoleon heeft het Panthéon vervuild door zijn generaals en maarschalken te laten bijzetten.
Door de eeuwen heen is het ‘panthéoniseren’ een politieke kwestie gebleven. Zo wilde president Sarkozy de schrijver Albert Camus in de crypte laten bijzetten. De zoon van Camus wilde niet dat de rechtse president goede sier maakte met de nagedachtenis van zijn vader. De Gaulle bepaalde in zijn testament absoluut niet bijgezet te willen worden in de Tempel van de Faam. Hij stierf in zijn woonplaats Colombey-les-Deux-Églises. Daar werd hij op het plaatselijke kerkhof begraven, niet alleen omdat hij een staatsbegrafenis had geweigerd, maar vooral omdat hij begraven wilde worden bij zijn dochter Anne, die op jonge leeftijd was overleden. Eerder had hij alle onderscheidingen en eerbewijzen afgewezen.

Serene gangen leiden naar de grafkamers van de 'Groten der Franse Aarde'

Feministen hopen nog steeds dat er gekozen wordt voor voorvechters van vrouwenrechten zoals de filosofe Simone de Beauvoir, of de 18e eeuwse feministische pionier Olympe de Gouges of Louise Michel de heldin van de Parijse Commune uit 1871 en George Sand, pseudoniem van Amandine Lucile Aurore Dudevant, Frans schrijfster en feministe avant la lettre. President Hollande kreeg de kans in 2015 maar maakte een veilige keuze door twee mannen en twee vrouwen te ‘panthéoniseren’: drie verzetsstrijders - Geneviève de Gaulle-Anthonioz (nicht van President De Gaulle), Germaine Tillon en Pierre Brossolette - en de politicus Jean Zay, die in 1944 door collaborerende Fransen werd vermoord.

Comte de Mirabeau als eerste gepanthéoniseerd maar ook als eerste verwijderd

Het is alleen aan de President van Frankrijk om mensen te ‘panthéoniseren’. Daar horen sinds 1789 heel wat voorwaarden bij. Je moet allereerst de Franse nationaliteit bezitten, verder moet je worden voorgedragen, minstens 10 jaar dood zijn én verdienstelijk zijn geweest voor het land. Er moet een lichaam zijn of minstens een fragment ervan of de as. Zet de familie het licht op groen, dan moet de plaatselijke burgemeester nog zijn fiat tot opgraving verlenen. Ten slotte is de handtekening van de president vereist. Van Geneviève de Gaulle-Anthonioz en Germaine Tillon staat er slechts een urn met aarde van hun graf omdat hun familie hen niet wilde herbegraven. Ook Simone Veil was pas 1 jaar dood toen ze verhuisde van het Cimetière Montparnasse naar het Panthéon.

Simone Veil. Het was President Macron die besliste dat deze ‘grande dame’ van de Franse politiek geen 10 jaar hoefde te wachten om te worden ‘gepanthéoniseerd’.


Maria Sklodowska beter bekend als Marie Curie heeft de weg geopend voor vrouwelijke kandidaten; ze wachtte maar liefst eenenzestig jaar op deze eer (1995). Haar man met wie ze samen begraven was, mocht mee verhuizen. Zo’n Poolse, dubbele Nobelprijswinnares adopteren en naturaliseren de Fransen maar al te graag. Getrouwd met Pierre Curie en beiden kregen in 1903 de Nobelprijs voor natuurkunde. Daarmee was Marie de eerste vrouw die een Nobelprijs won. Pierre overleed in 1906 toen hij de drukke rue Dauphine overstak ter hoogte van de quai de Conti. Hij gleed uit door de regen en kwam met zijn hoofd onder de wielen van een paard en wagen. In 1911 ontving Marie opnieuw een Nobelprijs voor scheikunde. Ze kreeg deze voor het isoleren van radium. Dit onderzoek was het voorstadium van haar dood. Zij stierf in 1934 aan leukemie door de jarenlange blootstelling aan radium. Klein detail, toen in 1995 haar kist werd bijgezet in het Panthéon naast die van Pierre was háár kist bedekt met lood.

Kenners onder jullie zullen mij onmiddellijk verbeteren. Sophie Berthelot was de eerste vrouw! Zij mocht echter testamentair niet gescheiden worden van haar echtgenoot, de Franse scheikundige en politicus Macellin Berthelot die in 1907 werd ‘gepanthéoniseerd’. Door de Fransen wordt dit gezien als ‘bijvangst’ , niet op ‘eigen kracht’ en dus wordt zij niet gerekend onder de ‘groten der aarde’.
Geneviève de Gaulle-Anthonioz (nicht van President De Gaulle / 1920 – 2202) en Germaine Tillon (1907- 2008) weer wel. Deze verzetsstrijders waren in 2015 de nummers twee en drie.

De sobere grafkamer van Simone Veil en haar echtgenoot Antoine Veil

Simone Veil is dus de vierde vrouw. Nou weten we ook dat Fransen regels maken maar ze weer even snel breken.  Het was President Macron die besliste dat deze ‘grande dame’ van de Franse politiek geen 10 jaar hoefde te wachten om te worden ‘gepanthéoniseerd’.
“We wilden Simone Veil in het Panthéon bijzetten zonder generaties te hoeven wachten. Zo kunnen haar strijd, waardigheid en hoop een kompas blijven in deze moeilijke tijden”, aldus Macron is zijn discours tijdens de plechtigheid.

Na haar dood sierden duizenden posters de muren van Parijs; 'Merci Simone'

Simone Jacob wordt in 1946 mevrouw Veil door haar huwelijk met Antoine Veil, politicus en zakenman. Zij overleefde Auswchwitz-Birkenau. Simone is 16 jaar wanneer zij samen met haar zussen Milou, Denise en broer Jean, haar moeder en vader wordt gedeporteerd. Haar moeder sterft aan tyfus tijdens een dodenmars naar Bergen-Belsen. Vader en broer Jean ziet ze nooit meer terug. Haar oudste zus overleeft Ravensbrück. Ook Milou overleeft de gruwelijkheden van de Tweede Wereldoorlog.
Veil overleed op 30 juni 2017 op 89-jarige leeftijd. Na haar dood ondertekenden duizenden Franse burgers petities aan President Macron om haar te laten plaatsen in het Panthéon.
Ze was in de jaren zeventig minister van Gezondheidszorg; onder haar leiding werd abortus in het land gelegaliseerd. Om je een voorstelling te kunnen maken van die prestatie: Het Franse parlement bestond destijds voor 98% uit mannen. Na haar ministerschap werd ze de eerste vrouwelijke voorzitter van het Europees parlement, van 1979 tot 1983. Daarna bleef ze tien jaar lang Europarlementariër. Ze gold als een pleitbezorger van verregaande samenwerking in Europa. Veil bleef zich altijd inzetten voor de herinnering aan de Holocaust. Voorafgaand aan de bijzetting in het Panthéon stond haar kist opgebaard in het Holocaust Monument in het derde arrondissement, waar bezoekers afscheid konden nemen.

Het echtpaar rust in Caveau IV

Sommigen vielen flauw in de brandende hitte van die zondag in juli en nog veel meer huilden toen de beide kisten van Simone Veil en haar echtgenoot, bedekt met de Franse vlag en gedragen door leden van de Republikeinse Garde, over de blauwe loper de immense deuren van het Panthéon naderen. Daar zit een celliste, geheel alleen, en speelt suite nr. 5, Sarabande, van Johann Sebastian Bach. Op de grote schermen wordt het nummer 78651 getoond. Het nummer dat op haar arm werd getatoeëerd in Auschwitz.

Het echtpaar rust in Caveau VI in gezelschap van Jean Moulin, een belangrijk persoon in het Franse verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog, Jean Monnet, één van de grondleggers van een Verenigd Europa en schrijver André Malreaux, Frans schrijver en politicus. Op de sobere stenen sarcofaag staat nr. 78651. Macron noemde dit nummer als een symbool van ‘onaanraakbare waardigheid’.

vrijdag 1 maart 2019

LA NOUVELLE SAMARITAINE


2013 het in warenhuis La Samaritaine in deplorabele staat

Voorjaar 2013 vroeg de hoofdredacteur van En Route, Andy Arnts, mij om een fotoserie te maken van het in 2005 gesloten warenhuis La Samaritaine. Eens het grootste warenhuis van Parijs. Dit voor een uitgebreid artikel in de voorjaarseditie 2013 over plannen van het luxewarenconcern Louis Vuitton Moët Hennessy (LVHM) met betrekking tot een nieuwe bestemming van dit icoon aan de Seine. Een ambitieus  restauratieplan van de vier panden van La Samaritaine, gelegen in het kwadrant quaie du Louvre (Seinezijde), rue de la Monnaie, rue de Rivoli en de rue de l'Arbre Sec. De voorzichtige aanvang van de renovatie en restauratie werd gemaakt medio 2012 en het geheel moest klaar zijn in 2016 / 2017. De totale kosten werden geschat op 450 miljoen euro.

Detail in 3D van het Samaritaine project - Photo ©  Cyrille Thomas

Het gepresenteerde en door de gemeente Parijs goedgekeurde ontwerp is van het Japanse architectenbureau SANAA. Dit bureau van de architecten Kazuyo Sejima and Ryue Nishizawa won in 2010 de prestigieuze Pritzkerprijs, zeg maar de nobelprijs voor architectuur. Zij waren ook verantwoordelijk voor de verbouwing van het New Museum of Contemporary Art in New York.

Zijaanzicht in 3D van derue de la Monnaie - Photo - © Sanaa

Zijaanzicht in 3D van de rue de l'Arbre-Sec - Photo © Sanaa

Inmiddels is het 2019 en bovengenoemde panden staan nog steeds in de steigers en bouwomheiningen. De planning voor opening van dit grootste particulier gefinancierde project ooit ondernomen is nu gepland in de tweede helft van 2020. En dat heeft zo zijn redenen. Uiteindelijk startte de echte bouw pas in september 2015. Het bouwplan werd daarna diverse malen aangepast wat weer voor extra vertraging zorgde. Tel daar nog het juridisch getouwtrek met de bouwvergunning bij op en je bent zo weer een paar jaar verder. Tussentijds werd de bouwvergunning opnieuw ingetrokken terwijl die al was afgegeven door het stadsbestuur van Parijs. Dit keer vanwege klachten van de ‘Société pour la Protection des Paysages et de l'Esthétique de la France’, een organisatie die let op de esthetiek van de Franse steden en het Franse landschap. Het nieuwe uiterlijk van het pand zou niet passen in het straatbeeld van de Franse hoofdstad. Een deel van het werk, aan de kant van de Rue de Rivoli, moest worden stilgelegd en dit had alles te maken met wat in de volksmond al snel het douchegordijn werd genoemd.

Aanzicht in 3D van de rue de Rivoli - Photo - © Rémy Kerbiquet

Het 'douchegordijn' staat voor een sierlijk golvende, transparante façade die een architectonische aanwinst voor Parijs moet vormen Het complex heeft zijn faam vooral te danken aan het imposante front aan de Seine bij de Pont Neuf en de zijkant van de rue de la Monnaie. De Rivoli-gevel aan de andere kant van het rechthoekige bouwblok is de minst aanzienlijke van het geheel. Het 'douchegordijn' van het beroemde Japanse architectenbureau Sanaa moest de tweede iconische façade worden. De kwestie paste geheel in de permanente controverse over moderne architectuur in de Franse hoofdstad. Tegenstanders vechten bouwplannen aan omdat zij vinden dat de klassieke harmonie van Parijs wordt verpest door lelijke nieuwe gebouwen. Voorstanders vrezen dat de metropool een openluchtmuseum zal worden als zij niet regelmatig wordt opgefrist met spraakmakende architectuur. 

Inmiddels is het 'douchegordijn' zichtbaar - Photo © Ferry van der Vliet

De Parijse burgemeester, Anne Hidalgo, staat bekend als fervent aanhanger van hoogbouw en moderne architectuur. Parijs mag niet de gevangene zijn van de 19de-eeuwse ordening van baron Haussmann. Als het wil concurreren met Londen, waar de ene wolkenkrabber na de andere verrijst, moet het ruimte bieden aan nieuwe gebouwen, vindt ook zij. In ieder geval zorgde het juridische gesteggel weer voor aardig wat vertraging. Inmiddels kunnen we stellen dat Hidalgo heeft gewonnen en is Parijs weer een iconische gevel rijker, die dankzij de reflectie zorgt voor een ongekende dialoog tussen binnen en buiten.

Parijs weer een iconische gevel rijker, die dankzij de reflectie zorgt voor een ongekende dialoog tussen binnen en buiten - Photo © Ferry van der Vliet

Inmiddels zijn de kosten opgelopen naar zo’n slordige 500 miljoen euro. Tijdens de pieken van de renovatie zijn er 1800 bouwvakkers werkzaam op de plek. Na oplevering zal het project 4400 nieuwe banen scheppen in het centrum van Parijs. Maar wat was ook weer het oorspronkelijke plan?
70.000 m²  gaat op de schop, 75% van de historische gevels blijft  behouden. 10.729 m²  wordt geconserveerd en gerestaureerd, wat alleen al vier jaar in beslag neemt.

Tijdens de pieken van de renovatie zijn er 1800 bouwvakkers werkzaam op de plek
Photo © Ferry van der Vliet

Aan de Seine-zijde komt op de bovenste etages een nieuw super-de-luxe vijf sterren boetiekhotel genaamd ‘Cheval Blanc Samaritaine met slechts 72 kamers en suites in een residentiële stijl. Het hotel is vernoemd naar het beroemde wijnhuis uit de Saint-Emillion in de Bordeaux: Château Cheval Blanc, dat bekend staat om zijn uitstekende Grand Cru's. Het interieur is van de hand van architect en ontwerper Peter Marino die ook verschillende Louis Vuitton-winkels heeft ontworpen in SoHo, Parijs, New York. Het krijgt de beschikking over een gastronomisch restaurant en een panoramisch dakterras met uitzicht op de Seine en het Ile de la Cité. Overigens is dit het eerste vijf-sterren hotel in Parijs met uitzicht op de Seine.
Verder voorziet het plan in 24.000 m² voor luxe winkels, geheel gesitueerd onder de glazen koepel met de prachtige art deco trappen, 15.000 m² voor kantoren en, heel uniek op deze plaats in het 1e arrondissement, 7.000 m² (96 appartementen) bestemd voor sociale woningbouw. Last but not least; er is voorzien in een kinderopvang voor 80 kinderen.

Het boetiekhotel Cheval Blanc Samaritaine in 3D - Photo © Julien Alma, Sté Doug & Wolf

Sinds het voorjaar van 2013 bezoek ik jaarlijks de bouwplaats en zie met hoeveel liefde en zorg dit gebouw wordt omringd. De erfenis van de architecten Henri Sauvage en Frantz Jourdain. Alhoewel de architect Frantz Jourdain in 1891 de basis legde voor het ontwerp van het warenhuis La Samaritaine, werd Henri Sauvage (1873-1932) er vanaf 1926 bijgehaald voor de uitbreidingen van het hoofdgebouw aan rue de la Monnaie. Het interieur met de grote glazen koepel, hangende galerijen en de immense art deco-trap zijn van Henri Sauvage. Wie de emaillen decoraties aan de buitenzijde van het gebouw heeft ontworpen is onbekend. De enorme stalen structuur met goudkleurige ramen aan de voorzijde tegenover de Pont Neuf is van Frantz Jourdain. Het is dan ook geen wonder dat de gebouwen van La Samaritaine in 1990 werden geclassificeerd als cultureel erfgoed.

De erfenis van Henri Sauvage en Frantz Jourdain wordt met zorg gerestaureerd. Projectie in 3D van de binnenzijde onder de glazen koepel - Photo © Arforia

De afgelopen jaren is het gehele pand zorgvuldig gestript. Alle in en op het gebouw aanwezige fresco’s, friezen, ornamenten en geëmailleerde lava panelen, alle metalen structuren waaronder dakkapellen, luifels, kozijnen en deuren zijn uiterst zorgvuldig verwijderd. De verwijdering van alle dakkapellen duurde alleen al meer dan 10 maanden. Na demontage werden alle onderdelen overgebracht naar de ateliers van Socra in Marsac-sur-l'Isle (Dordogne) en Atelier Bouvier in Les Angles (Occitanie – Zuid Frankrijk) voor een grondige restauratie. Beide bedrijven hebben een grote reputatie op het gebied van erfgoedbehoud en worden vrijwel altijd ingeschakeld door de Franse overheid voor het onderhoud en restauratie van historische gebouwen en erfgoed in Frankrijk.

Een deel van de gerestaureerde gevel aan de rue de la Monnaie is al zichtbaar voor het publiek - Photo: © Ferry van der Vliet

Langs het gebouw lopend zie je inmiddels al de vruchten van deze grondige restauratie van wat eens de erfenis was van Ernest Cognacq en zijn vrouw Marie Louise Jay, verkoopster bij het warenhuis Le Bon Marché. Hun leven lijkt wel de verwezenlijking van de American Dream. Een weeskind dat het brengt van straatventer tot oprichter van La Samaritaine. De naam, la Samaritaine, is ontleend aan de waterpomp bij de Pont Neuf in de tijd van Hendrik IV. Het begon allemaal met het succesvol verkopen van stropdassen in een klein zaakje op de hoek van de rue Pont Neuf en de rue de la Monnaie in 1870. Toen Cognacq in 1883 hoorde dat de aangrenzende middenstandswoningen te koop kwamen was dit de aanzet tot de eerste winkel van het ‘Grand Magasins de la Samaritaine’.

3D projectie van het interieur van het nieuwe warenhuis La Samaritaine - Photo © Arforia

Gedurende de renovatie kun je terecht in het ‘Maison du Projet’ aan de rue du Pont-Neuf 1, de entree is gratis. Door middel van een virtual reality headset kun je virtueel een wandeling maken door het toekomstige warenhuis. Tevens krijg je informatie over de restauratie van de historische (art deco) elementen en is er een maquette aanwezig. Geopend op woensdag en zaterdag van 13.00 uur tot 20.00 uur. Sinds de opening van het voorlichtingscentrum hebben al 70.000 bezoekers zich laten informeren. Een rondleiding, alleen op aanvraag,  is ook mogelijk in het ‘Maison du Projet’. Elke woensdag en vrijdag om 15.00 uur. De tour duurt ongeveer 1 ¼ uur. 
Reserveren kun je per mail samaritaine@samaritaine.fr

Parijs is midden 2020 weer een icoon rijker - Photo © Arforia