Paris FvdV is een niet commercieel weblog speciaal voor kenners en liefhebbers van de stad Parijs - en voor hen die dat willen worden. Parijs is een stad met een gewichtig verleden, respectabel en gerespecteerd. Het is totaal niet nostalgisch. Parijs is er in geslaagd om, soms op brutale maar altijd op elegante wijze, om te gaan met zijn grootse monumenten. Ze te beschermen en te integreren in de nieuwe dynamiek van de stad. Parijs is een meester op het gebied van herstel en transformatie. U zult er nooit in slagen een volledig overzicht te maken van plekken en verhalen, die allemaal op hetzelfde punt uitkomen en de glorie van deze stad bezingen. toch wil ik een poging wagen. Wekelijks wil ik u niet alleen informeren over wat Parijs nog meer te bieden heeft, maar ook wil ik mijn liefde voor deze stad op u over dragen. In de hoop dat het raakt aan iets wat u herkent of voelt. Ferry van der Vliet.

Privacy verklaring: Indien u weblog Paris FvdV, dat bij Google-Blogger is ondergebracht, leest en reageert op de blogs van Paris FvdV, doet u dat vrijwillig en is uw IP-adres en mailadres - indien u dat vermeld - bekend en wordt opgeslagen. Ook uw schuilnaam waaronder uw reageert wordt opgeslagen. Paris FvdV zal uw gegevens nooit aan derden doorgeven. We houden uw gegevens privé, tenzij de wet of rechtelijke macht ons dwingt uw gegevens aan hen te verstrekken. Datalekken in het systeem vallen onder de verantwoordelijkheid van Google-Blogger. Door weblog Paris FvdV te bezoeken en/of de op of via deze weblog aangeboden informatie te gebruiken, verklaart u zich akkoord met de toepasselijkheid van deze disclaimer. Google gebruikt cookies om services te leveren en verkeer te analyseren dus uw IP-adres en user-agent zijn bij Google bekend, samen met prestatie- en beveiligingsstatistieken om servicekwaliteit te garanderen, gebruiksstatistieken te genereren, misbruik te detecteren en maatregelen te treffen.

maandag 26 juli 2021

BOURSE DE COMMERCE - PINAULT COLLECTION ; ‘OUVERTURE’

Op 12 mei 2021 opende in Parijs de deuren van het  zorgvuldig gerestaureerde 18de eeuwse Bourse de Commerce. Hier triomfeert François Pinault, nu zijn privé kunstcollectie eindelijk te zien is in Parijs, in zijn eigen museum, tussen het Louvre en het Centre Pompidou.

Met de openingstentoonstelling ‘Ouverture’ presenteert Pinault het werk van ongeveer dertig kunstenaars waarvan een derde werk dat nog nooit vertoond is. 


De Bourse de Commerce past in een trend die al langer gaande is in museumland: puissant rijke kunstverzamelaars die niet langer hun werken schenken aan een publiek museum, maar er zelf een openen – van Joop van Caldenborgh Museum Voorlinden te Wassenaar,  de collectie van Hans Melchers die is ondergebracht in Museum MORE te Gorsel tot Eli Broad; ‘The Broad Collection’ in Los Angeles, de Fondazione Prada in Milaan en de Fondation Louis Vuitton van een van de rijkste mensen ter wereld, de zakenman Bernard Arnault. Ook in China zijn de grootste kunstinstellingen van privéverzamelaars.

Het historisch monument is al de thuisbasis van beroemd en artistiek erfgoed, waaronder drie allegorische sculpturen van Aristide Croisy op de voorzijde

 

François Pinault (1936) werkte zich op van een houthandelaar uit Bretagne tot de topman van het luxegoederenconcern Kering, dat merken als Gucci, Alexander McQueen en Balenciaga in handen heeft. Verder is hij eigenaar van de Fnac-keten en sinds 1994 van de premier cru wijn, Château Latour. Het Amerikaanse zakenblad Forbes schat het vermogen van Pinault en zijn familie op 45 miljard euro.


De totale verbouwing van de oude Parijs graanbeurs, geschat op meer dan 100 miljoen, kwam volledig voor rekening van de zakenman en zijn familie
 

Zakenman Pinault had al decennialang het plan opgevat om in Parijs een museum voor hedendaagse kunst op te richten. De Japanse architect Tadao Ando had al een gebouw ontworpen in de vorm van een op het eiland aangemeerde boot bij het Ile Seguin in de Seine ten westen van Parijs. In 2005 echter gooide de puissant rijke Fransman,  eigenaar van de Fondation Pinault, de handdoek in de ring na het eindeloze administratieve uitstelgedrag van de gemeente Parijs en besloot om zijn kunst collectie onder te brengen in een Paleis te Venetië in plaats van op het Île de Seguin in Boulogne-Billancourt. De boodschap was duidelijk. 

In december 2017 komt Le Figaro met de scoop dat de gemeente Parijs, onder leiding van Anne Hidalgo, de huidige burgemeester van Parijs, 86 miljoen heeft betaald voor de aankoop van de Bourse de Commerce. Een belangrijke beslissing lag ten grondslag aan deze aankoop. Hidalgo wilde zo een van de grootste mecenas en verzamelaar van hedendaagse kunst alsnog binnenhalen voor de vestiging van een museum. Pinault was direct onder de indruk van het aan hem aangeboden gebouw. En, in tegensteling tot anderen (lees Bernard Arnault van de Fondation Louis Vuitton), wilde François Pinault niet profiteren van een belastingpauze om zijn privémuseum te financieren. Een belasting vermindering van 66% die wordt gegarandeerd door de Franse Staat aan mensen die een stichting financieren. De totale verbouwing, geschat op meer dan 100 miljoen, kwam volledig voor rekening van de zakenman en zijn familie. Voordeel is wel, hier houdt Pinault zelf de teugels in handen. Zijn bedrijf betaalt de stad 7,5 miljoen euro in de eerste twee jaar, vervolgens 60.000 per jaar gedurende een 48 jaar lange erfpachtovereenkomst.

 

Net als het Gugenheim te New York is de Fondation Pinault Paris een circulair museum. Op die manier benadrukt de Japanse architect, Tadao Ando, Parijs als het epicentrum van de schone kunsten.  “Zo koppelen we het verleden, heden en toekomst” aldus de architect. Een betonnen cilinder, 9 meter hoog en met een diameter van 29 meter, is geplaatst als een dubbele huid in de oorspronkelijke behuizing. De werken worden verdeeld over 3.000 m² op drie niveaus en bieden plaats aan 2500 bezoekers per uur. Een cirkelvormig pad naar buiten en een grote tentoonstellingsruimte in het midden. 

Een installatie bedacht door Urs Fischer speciaal gemaakt voor de Rotonde


Hier worden de mooiste stukken tentoongesteld. De cilindrische vorm gaat verder in de kelder waar een auditorium met 300 zitplaatsen is gegraven. Ongeveer 7.700 m2 is toegankelijk voor het publiek, dat op verschillende niveaus kan lopen. Het project omvatte ook de restauratie van de buiten- en binnengevels, daken, en de koepel waarvan het glas werd vervangen. Op de derde verdieping bevind zich een restaurant en de kantoren van het museum. Het historisch monument is al de thuisbasis van beroemd en artistiek erfgoed, waaronder drie allegorische sculpturen van Aristide Croisy op de voorzijde, evenals de 140 meter lange fresco's van Georges Clairin en de fraaie mozaïekvloer die volledig in ere is hersteld.  “We hebben het gebouw in zijn staat van 1889 hersteld”; aldus de bijna 85 jarige zakenman.

 

Zorgvuldig gerestaureerd de 140 meter lange fresco's van Georges Clairin uit de negentiende eeuw met havenscènes van de handel tussen Frankrijk en de rest van de wereld




De privécollectie van Pinault, een uitzonderlijke verzameling van meer dan 10.000 werken van 350 kunstenaars, bevat werk van de belangrijkste beeldende kunstenaars van de tweede helft van de 20ste eeuw, waaronder museumstukken als "La petite danseuse" van Edgar Degas en "Tableau losangique II" (1919) van Piet Mondriaan. Verder beeldend werk van Pablo Picasso, Joan Miró, Henry Moore, Richard Serra, Eduardo Chillida, David Smith, Jackson Pollock, Jasper Johns, Willem de Kooning, Robert Ryman, Robert Rauschenberg, Gilbert and George, Marcel Broodthaers, Don Flavin, Frank Stella, Donald Judd, Antoni Tàpies, Gerhard Richter, Maurizio Cattelan, Andy Warhol, Mark Rothko, Daniel Buren en Bruce Nauman. Daarbij ook werk van Brice Marden, Cy Twombly, Piero Manzoni, Jannis Kounellis, Jeff Koons, Sigmar Polke, Thomas Schütte, Marlene Dumas, Jake & Dinos Chapman, Michaël Borremans en Luc Tuymans. Zijn collectie beperkt zich niet tot beeldhouwwerk en schilderkunst, maar bevat ook fotografie van Cindy Sherman en Hiroshi Sugimoto, videokunst van Bill Viola, Aernout Mik, Douglas Gordon, Pierre Huyghe, Shirin Neshat en Adel Abdessemed.

Kerry James Marshall

 

Ouverture

Met de openingstentoonstelling ‘Ouverture’ presenteert Pinault het werk van ongeveer dertig kunstenaars waarvan een derde werk dat nog nooit vertoond is. François Pinault wilde dat de titel ‘Ouverture’ de geest van het inaugurele seizoen van de collectie Bourse de Commerce – samenvatte. Hij trad zelf als curator op waardoor hij elke kunstenaar, elk project en elk werk zelf heeft uitgekozen. Naast het feit dat het woord ouverture letterlijk de opening van een nieuwe fase in de Pinault-collectie vertegenwoordigt, drukt het ook effectief zijn waarden uit: De vrijheid van perspectief op kunst die diversiteit laat zien; de onophoudelijke zoektocht naar nieuwe of opkomende talenten, en de wens om hedendaagse kunst dichter bij alle lagen van de bevolking te brengen. Een manifest over de veelheid van kunstvormen – waaronder schilderkunst, beeldhouwkunst, video, installatie, fotografie, geluidswerken, lichtwerken en performance – van een evenwicht tussen generaties, cultuuroorsprong en geslachten van de kunstenaars die binnen de collectie aanwezig zijn. Maar ouverture verwijst ook naar het korte symfonische stuk aan het begin van een opera, voordat de dramatische ontwikkeling begint, die de belangrijkste thema's, personages, sferen en leidmotieven aankondigt.

In totaal tien ruimtes zijn gevuld met een indrukwekkende hoeveelheid hedendaagse kunst, schilderijen, sculpturen, fotoseries, video’s van de jaren zestig tot nu. Soms geëtaleerd in opmerkelijk contrast met het gebouw. In de 19de-eeuwse houten vitrines staat het werk van de Fransman Bertrand Lavier uitgestald: een witte ijskast, een kettingzaag, een in de prak gereden brommer, de stof van een heteluchtballon. Je gaat het pas zien als je het doorhebt. Bertrand Lavier steelt voorwerpen uit het dagelijks leven. Hij maakt gebruik van de vierentwintig vitrines die de Beurs van Koophandel sinds 1889 een ritme van licht hebben gegeven.


In de 19de-eeuwse houten vitrines staat het werk van de Fransman Bertrand Lavier uitgestald

In de koepel, vlakbij de liften, gangen en langs de trappen lijken verschillende werken diep in gesprek te zijn met de architectuur – waardoor we in zekere op het linkerbeen worden gezet. Een kans om een muis, een paar duiven, onder de rand, klaar om uit te vliegen, of een naakt lichaam bedekt met verf te ontmoeten doet je afvragen: is de tentoonstelling ergens geëindigd? Is de grens tussen kunst en leven duidelijk omschreven? Ryan Gander opent met zijn stotterende muis de deur en laat vreemde stemmen horen met onvoltooide toespraken, of Lili Reynaud Dear – door haar choreografieën, dansen in artistieke instellingen, van de Punta della Dogana in Venetië tot de Okayama Triënnale in Japan – deze performer transformeert haar naakte lichaam inderdaad in een plek van spanning, passend tussen privé- en openbare ruimtes. 


De stotterende muis van Ryan Gander die wij ook kennen van het museum Voorlinden


Lili Reynaud Dear –  video installatie met haar choreografieën; dansen in artistieke instellingen, van de Punta della Dogana in Venetië, tot de Okayama Triënnale in Japan

Of de installatie bedacht door Urs Fischer speciaal gemaakt voor de Rotonde. Midden in de Bourse de Commerce reikt een vrouw naar de hemel, vastgegrepen door een man, een tweede zit er gehurkt onder. Een imposant standbeeld, oorspronkelijk gevormd uit één blok marmer. Alleen blijkt deze moderne replica van de Sabijnse maagdenroof van de 17de-eeuwse grootmeester Giambologna niet gehouwen uit steen, maar gevormd uit was. ‘Een kaars die smelt gedurende de tentoonstelling’, staat op het begeleidende bordje. De vergankelijkheid van kunst. Langzaam zullen deze vrouw en deze twee mannen versmelten, totdat aan het einde van de expositie ‘Ouverture’, over zes maanden, niets rest dan een plas vormeloze was. Het geportretteerde personage – Rudi – lijkt precies op zijn model, Rudolf Stingel, een bevriende kunstenaar van Urs Fischer. 


De Sabijnse maagdenroof van de 17de-eeuwse grootmeester Giambologna niet gehouwen uit steen, maar gevormd uit was, een installatie van Urs Fischer



De vergankelijkheid van kunst




Bezoekers kunnen drie werken van Stingel op de tweede verdieping zien. In 1989 publiceerde de Italiaanse kunstenaar Rudolf Stingel een handleiding getiteld 'Instructions [...]'. Dankzij dit praktische werk kan iedereen zijn eigen abstract schilderij maken – net als de kunstenaar. Het feit dat hij deze techniek, die een hoeksteen van zijn werk vormt deelde, laat zien wat de belangrijke kwesties zijn voor Rudolf Stingel. Voor hem is schilderen in de eerste plaats een conceptuele operatie; een verkenning van de parameters van een kunstobject. Niet meer niet minder.


 Rudolf Stingel, Paula 2012

Zijn het stoelen voor de supposten of is het kunst? De prachtig vormgegeven stoelen van Tatiana Trouvé, een hedendaagse Italiaanse beeldend kunstenaar, die haar kunstopleiding heeft genoten in Nederland. Trouvé doceert sinds 2019 aan de École nationale supérieure des Beaux-Arts in Parijs. Van veraf is het leer met zachte kussens, van dichtbij uitgevoerd in gepatineerd brons, onyx, marmer en graniet.

 


De prachtig vormgegeven stoelen van Tatiana Trouvé uitgevoerd in gepatineerd brons, onyx, marmer en graniet.


Aan de buitenkant leiden trappen naar een balustrade - van daaruit kijk je in de negen meter hoge cilinder op het smeltende beeld van Fischer. En bovendien: deze hoogte biedt goed zicht op het panorama rondom de glazen koepel, een 140 meter lang schilderij uit de negentiende eeuw met havenscènes van de handel tussen Frankrijk en de rest van de wereld. Of om nog eens goed te kijken wat er nog rest van De Sabijnse maagdenroof. De balustrades bieden weer toegang tot verschillende andere tentoonstellingszalen. In vroegere tijd waren dit de ruimtes van de politie die de controle hield over de gewichten en maten gebruikt in de graanbeurs. Op de eerste verdieping waren grote graanschuren bedekt met bogen in baksteen en toegankelijk door twee prachtige trappen, waarvan er één een dubbele omwenteling had, zoals in het kasteel van Chambord, zodat de administratieve staf de kooplieden niet in de weg liep. Ook deze trap is prachtig gerestaureerd en brengt je naar de verschillende etages.


In de koepel, vlakbij de liften, gangen en langs de trappen lijken verschillende werken diep in gesprek te zijn met de architectuur – waardoor we in zekere op het linkerbeen worden gezet


De prachtige trappen, waarvan één met een dubbele omwenteling zoals in het kasteel van Chambord

Een aparte zaal is ingeruimd voor de Amerikaanse kunstenaar David Hammons wiens werk voor het eerst te zien is in Europa. Hammons, geboren in 1943 in Springfield, Illinois, verhuisde in 1963 naar Los Angeles om kunst te studeren. Nadat hij in 1974 naar New York was verhuisd, begon Hammons met het maken van sculpturen van afval van het stedelijke Afro-Amerikaanse leven, zoals haar verzameld van kappersvloeren, kippenbotten, doppen en lege drankflessen. Veel critici beschouwen deze objecten als de wanhoop van de arme, zwarte stedelijke klasse, maar Hammons zag, naar verluidt, een soort heilige of rituele kracht in deze materialen, en daarom gebruikte hij ze uitgebreid. Zijn kunstwerk gemaakt van een rotsblok bedekt met dreadlocked haar, werd in 1992 voor honderdduizend dollar verkocht aan het Whitney Museum in New York. 


David Hammons: Hammons maakt sculpturen van afval van het stedelijke Afro-Amerikaanse leven


De Fondation Pinault is een absolute aanwinst voor de stad Parijs. Op de plek waar nu de 4 meter hoge kaars staat van de Zwitserse kunstenaar Urs Fischer werd vroeger tarwe, cacao en suiker verhandeld. Hier opende in 1767 de tarwehal, die later werd verbouwd tot goederenbeurs van de stad, totdat in 1998 een einde kwam aan de fysieke goederenhandel en de beursvloer digitaal werd. Passende symboliek voor een museum dat de privécollectie van een zakenman herbergt.

 

Yellow, Red & Blue - Bertrand Lavier

Fondation Pinault, Bourse de Commerce

2 Rue de Viarmes, 1ste arrondissement, 

metrostation Châtelet-les-Halles, Palais Royal, Louvre-Rivoli

Geopend van maandag t/m zondag van 11.00 tot 19.00 uur (gesloten op dinsdag)

Vrijdag en zaterdag van 11.00 uur tot 21.00 uur

Een enkel ticket voor alle tentoonstellingen € 14

Vooraf online reserveren is verplicht  











maandag 19 juli 2021

PARIJS EN DE MAKERS

Het zijn DE MAKERS; zij zijn de creatieven, de mensen met ideeën, kunstenaars, dromers, en de durfals met  verbeelding, energie, ambitie en intuïtie om iets te creëren vanuit het niets. Ze brengen Parijs tot leven. Want wat zijn steden anders dan menselijke ecosystemen – netwerken – van mensen die gebouwen, monumenten, tuinen en straten tot leven brengen? 

Deze blog neemt je mee langs Nederlandse stakeholders in het meest opwindende menselijke netwerk van Parijs: ‘Zij zijn ‘DE MAKERS.  Deze blog brengt een deel van het creatieve DNA van Parijs in kaart en beschrijft een stukje van deze dynamische keten. Je maakt kennis met hen en ontmoet ze als het ware backstage, in hun studio's en workshops om getuige te zijn van hun creatieve processen en werkzame leven. Het mooiste van alles is dat het geen geheim genootschap is. Deze mensen zijn de motoren van enkele van de meest opwindende plaatsen van de stad. Geen cynische imitaties of het resultaat van berekende carrière moves, geen Instagram influencers of concepten uitgevonden door algoritmes; dit zijn mensen van vlees en bloed  die een verlengstuk zijn van hun passie en persoonlijkheid. In deze blog maak je kennis met ontwerpers, kunstenaars, fotografen en meer. Een ieder zó uniek en speciaal, als de dingen die ze maken.

(Vrij vertaald naar ‘The Makers Paris van Kate van den Boogert) 


Paulus Bolten

Nederlander in Parijs, dandy, kunstenaar met leer, schoen- en kledingontwerper, meester in het patineren of zoals de Fransen het zouden zeggen l'artiste patineur'. Komend uit een gezin van acht kinderen en een product van het  Amsterdam van de jaren zestig en zeventig. En die invloed is nog duidelijk zichtbaar. "Die jaren waren vrolijk, optimistisch, ongeremd, hoopvol en links. Maar ook verbeten, inktzwart, pessimistisch en rechts. Een jeugd met vele gezichten vol van protest, vernieuwing en revolutionaire alternatieven. Op kledinggebied kon alles. Afghaanse stinkjassen, kleurige blazers met stropdassen en alles wat daar tussen zat. ‘Of je was soul of je was shit. Daar komt ook zijn levensmotto vandaan: « L’enthousiasme c’est d’avoir la liberté de penser autrement. C’est une ouverture d’esprit sur le monde et c’est comment je détermine ma vie et ce que j’ai envie d’en faire » De geestdrift en vrijheid om anders te zijn en zelf te besluiten hoe ik mijn leven wil leven."

Met zijn boudoirachtige ambiance zou de winkel niet misstaan in het rijtje van Savile Row. Een straat in de Londense wijk Mayfair die erom bekend staat dat er veel kleer- en schoenmakers gevestigd zijn. Paulus Bolten shoe-boudoir, tussen namen als 'Cat & the Dandy',  'Chester Barrie',  'Dege & Skinner',  'Huntsman & Sons', en zo kan ik nog een hele tijd doorgaan. De prachtige 'vlammende' schoenen gepatineerd in vele kleuren doen mij denken aan het abstract expressionistische werk van de Amerikaanse schilder Mark Rothko. Zou het trouwens toeval zijn dat Bolten's zaak is gevestigd in de rue Le Sueur? Eustache Le Sueur (1617-1655) was namelijk een Frans decorateur. 

Zijn kledinglijn is een 'suite logique - logisch gevolg'- op zijn schoenenlijn, ontworpen met dezelfde eigenzinnigheid. “Ik ben begonnen met ontwerpen van kleding, met als doel mijn eigen garderobe interessanter te maken. Kleding is uiteindelijk mijn manier om conventionele agressies kwijt te raken, de een noemt het ijdelheid, ik noem het mijn levensvisie. Ondanks mijn misschien wat 'ongewone' kijk op dit fenomeen weet ik heel goed dat dit een kleine niche is. Want ondanks al mijn efforts zit ik toch buiten de conventionele markt, dus adresseer ik me aan mensen die dezelfde soort passies delen, een soort van 'fashion-complicity'. Of dat zal lukken weet ik echt niet, maar zou wel leuk zijn wat medeplichtigen, gelijkgestemden, op die manier te kunnen ontmoeten. Ik probeer van mijn leven een avontuur te maken zonder te beseffen dat dat al lang aan de gang is. Aldus Paulus Bolten.

https://paulusbolten.com/en/ 

 

XUAN

Thu Nguyen, geboren in Vietnam maar opgegroeid in Nederland waar haar ouders een textielbedrijf runnen. Thu is couturier in Parijs. In 1999 studeerde zij af aan het prestigieuze Charles Montaigne mode instituut, nu beter bekend als het Amfi. Alumni van de Amsterdamse academie werken bij topmerken als Nike, Tommy Hilfiger, of bij ketens als H&M en We Fashion.

Voor Thu ligt dat duidelijk anders. Na haar afstuderen begon ze in Amsterdam haar eigen modelabel. In de daaropvolgende jaren ontving ze een nationale prijs ter ondersteuning van jonge Nederlandse modeontwerpers, en presenteerde ze haar werk in Gorizia, Italië, samen met 39 andere opkomende ontwerpers. Amsterdam bleek al snel te klein en vier jaar later opende ze haar eigen boetiek in de Parijse wijk Marais, waar ze begon met zelf ontworpen prêt-à-porter collecties onder het modemerk XUAN.


Xuan-Thu Nguyen, uitgesproken als ‘Swan-teen Nuh-Wen’. Xuan is een Vietnamese meisjesnaam en betekent ‘bron’. Met voor haar vast een dieper liggende betekenis als bron van creativiteit. Toen ze 10 jaar was wilde ze al florist worden om zo haar ongebreidelde creativiteit om te vormen tot een prachtig boeket of bloemstuk. Vanwege haar niet aflatende interesse voor design besloot ze een opleiding te gaan volgen aan de Amsterdamse mode academie. In 2008 presenteerde zij voor het eerst haar haute couture collectie. In 2016 presenteerde ze haar lente/zomer collectie 2017 als een ware kunstinstallatie, namelijk bevroren in ijs. Geïnspireerd door het paradoxale idee van verfrissing tijdens warme zomerdagen, werden Nguyen's etherische ontwerpen in het prestigieuze Atelier Neérlandais zowel letterlijk als figuurlijk gevangen in de tijd. Bevroren in grootse ijssculpturen werden haar ontwerpen als ware kunstinstallaties tentoongesteld.

Als een van de zeer weinige Nederlandse couturiers is Thu geïnviteerd door de ‘Fédération de la Haute Couture et de la Mode’ (FHCM). Een Frans instituut dat al bestaat sinds 1868 en toen bekend stond als ‘Chambre Syndicale de la Couture, des Confectionneurs et des Tailleurs pour Dame’. Zij bepalen de data voor de Paris Fashion Weeks. Andere Nederlandse couturiers met dezelfde erkenning zijn: Victor & Rolf, Ronald van der Kemp en Iris van Herpen.

https://www.xuan-paris.com/ 

 

Louise-Jacqueline

“Parijs is voor mij duidelijk een vrouw, ze is verleidelijk, ontzettend elegant en verfijnd maar ook moeilijk te veroveren. Dit is een van de redenen dat ik hier naartoe moest. Andere reden is dat ik altijd al een aantrekkingskracht heb gevoeld voor Parijs. Ik ben half frans, mijn moeder is een Française dus ik moest naar deze stad om mijn Franse kant te ontdekken. Ook heb ik, voordat ik naar Paris verhuisde, veel gereisd voor mijn vorige banen als designer en daarvoor veel steden verkend waaronder New York, London, Barcelona, Milaan, Hongkong, Taipei, Seoul etc. etc. maar er is geen stad zoals Paris, waar ik gelijk voelde, “ja ik ben hier thuis!” Aan het woord is Louise Jacqueline, Nederlandse modeontwerpster die op haar 29e besluit om haar leven een andere wending te geven door het lanceren van een eigen modemerk in modestad Parijs. 


Foto privécollectie Louise Jacqueline © F. Lowcus

Met haar eigen label wil ze elke vrouw met haar creaties tot bloei brengen, tot de perfecte versie van zichzelf. Haar inspiratie haalt ze uit de tulp. De vormen, belijningen, verfijndheid zijn allemaal te herleiden naar deze bloem die voor haar staat voor de kracht van de vrouw. Elke creatie draagt de naam van een tulp. Er zijn oneindig veel variaties van tulpen, rechte, puntige, lelievormige, maar ook met gekartelde bloemblaadjes, of dubbele tulpen die zo rond en vol zijn als pioenrozen. Deze vormen en kleuren staan centraal in de stijl van haar label LOUISEJACQUELINE”. Onderneemster, ontwerpster en couturière. In Frankrijk is er een betere omschrijving voor zo iemand; ‘une créatrice’.

https://www.louisejacqueline.com/ 

 

Margot van Huijkelom

Voor het grote publiek werd de Nederlandse Margot van Huijkelom bekend door haar tekeningen van de Fashion Week, die groot werden afgedrukt in de Franse krant Le Monde. Ze woont en werkt als mode tekenaar en beeldend kunstenaar vanuit haar atelier in Barbizon, een kunstenaarsdorp net ten zuiden van Parijs. Inmiddels woont ze daar al zo’n dertig jaar maar ze is ook nog regelmatig in Nederland te vinden. Haar werk is en wordt regelmatig gepubliceerd in vooraanstaande modebladen waaronder diverse edities van de Vogue Japan, l’Officiel, maar ook zijn haar illustraties opgenomen in verschillende boeken van de Duitse uitgever Taschen. Verder staan op haar klantenlijst namen als Harrods, reclame- en communicatie adviesbedrijf Publicis, Swarovski, cosmetica giganten als Clarins, l’Oreal en Lancôme. Voor de Franse krant Le Monde heeft ze tijdens de haute couture fashion week in Parijs gewerkt met Valentino en Dior. Als een van de weinige gelukkigen kreeg ze de vrijheid om backstage rond te lopen tijdens de catwalk shows. Na de shows naar huis om de mode-illustraties af te maken met een zeer strakke deadline, voor 5 uur ’s ochtends,  om die zelfde dag paginagroot te worden afgedrukt.


Foto privécollectie Margot van Huijkelom

"Mijn passie begon met een potlood en een rol behangpapier welke ik fanatiek vol tekende om vervolgens aan de volgende rol te beginnen. Ik wist altijd dat ik mode illustrator en kunstenares wilde worden. Als zesjarige kinderen creëerden mijn vriendin Karolien en ik modebladen; we tekenden ze vol met onze illustraties en we verkochten ze in onze buurt. Na het behalen van een masterdiploma Artez (Nederlandse hogeschool voor de kunsten) en een postacademische studie verliet ik Nederland om de wereld van Parijse elegantie te ontdekken die mijn werk als art-director, ontwerper en mode-illustrator beïnvloedde. Ik werd verliefd op Parijs maar ook op een Parisien. Ik kon toen niet meer terug”, aldus Margot.

Bijna ontdaan van haar omgeving blijft de vrouw in haar werk dè hoofdpersoon, een ode aan haar vrouwelijkheid. haar tekeningen zijn portretten met typisch vrouwelijke uitdrukkingen die ze graag uitbeeld: brutaliteit, verwondering, valse naïviteit, vindingrijkheid, verleiding ...

Lange tijd waren mode-illustraties beschrijvend. Ze moesten worden gebruikt om mode op te roepen en kleding te reproduceren. De opkomst van de fotografie heeft deze kunst van detail en grondigheid bijna een fatale slag toegebracht. Maar de kunst van de illustratie is gelukkig bewaard gebleven. Mede dankzij Nederlandse grootheden als Piet Paris en Margot van Huijkelom.

https://www.bookmargot.com/ 

 

Stein van Oosteren

Deze Nederlander staat inmiddels in Parijs en omstreken bekend als de man van 300 miljoen. Hij kreeg het voor elkaar dat de Franse overheid 300 miljoen heeft uitgetrokken voor het aanleggen van 650 kilometer aan onafgebroken en veilige fietspaden in en rondom Parijs, om zo de belangrijkste voorsteden van de regio met elkaar te verbinden. Het idee is geënt op het bestaande regionale treinnetwerk de RER. Het bedrag is 60% van de totale investering die nodig is. De totale investering voor de RER-V bedraagt 500 miljoen.

Stein woont in Fontenay-aux-Roses, zo’n 6 kilometer ten zuiden van Parijs. Dagelijks gaat hij op de fiets naar de Nederlandse ambassade aan de rue Eblé 7-9 in het zevende arrondissement van Parijs waar hij, sinds 2011, werkt als diplomatiek attaché bij de Nederlandse Permanente Vertegenwoordiging van UNESCO, de VN –organisatie voor cultuur, onderwijs, wetenschap,  communicatie en informatie.


Stein van Oosteren (r) samen met Stefan de Vries; multimedia journalist Euronews, CGTN, BNR Nieuwsradio, BBC Radio en Les Echos

“Tijdens het fietsen van en naar mijn werk viel het mij op hoe weinig fietsers ik tegenkwam terwijl de straten naar mijn werk vol stonden met in file rijdende auto’s. Omdat ik me wat alleen voelde op de fiets, leek het me een goed idee als er wat meer aan fietsbeleid gedaan werd. Ik heb toen een werkgroep opgericht. De werkgroep werd een vereniging, FARàVélo die nu meer dan 100 leden heeft en waar ik de voorzitter van ben”. “Al snel realiseerde ik dat FARàVélo maar één van de vele verenigingen was, en dat er een hoop andere waren in de steden om me heen. Als Hollander en ook nog diplomatiek attaché ben ik gewend om samen te werken: alleen ga je sneller, maar samen kom je verder. Dus ik dacht: laat ik ze allemaal uitnodigen om kennis te maken en te kijken hoe we gezamenlijk aan fietsprioriteiten kunnen werken. In januari 2020 presenteerden we ons idee in de media. We noemden het de RER-V van RER-Vélo (fiets). Het idee erachter: het spoornetwerk in Île-de-France heet RER, en door de naam RER-V als fietsvariant te gebruiken, maakten we duidelijk dat het hier om een heus netwerk gaat. Zijn rol in dit verhaal is, naast die van initiatiefnemer en de “vonk”, ook die van communicator. Onlangs verscheen zijn essai “Pourquoi pas le vélo”, waarin hij met humor het Franse debat over de fiets analyseert om de fietsrevolutie te versnellen.

https://rerv.fr/ 

 

Bart Koetsier

Wonend en werkend in Parijs werkt Bart onder andere in opdracht van Le Monde, de Volkskrant, NRC Handelsblad, Vrij Nederland en de Morgen. Bart is een Nederlandse portret- en documentair fotograaf. De mens staat centraal in Koetsiers foto's - zowel in portretten als in documentaire beelden. Hij zoekt echter ook naar plaatsen en objecten om zijn verhaal te vertellen. Een constante in Barts werk is een sterk cinematografische sfeer en een alles bepalend aspect is het gebruik van het bestaande licht. Een voorval transformeert in een scene, mensen worden karakters en locaties vormen het decor.


Bart Koetsier voor een van zijn foto's uit ‘Taillights Fade’

Zijn Parijse beelden in het boek ‘Met Parijse pen’ komen voort uit zijn dagelijkse zwerftochten die hij gedurende zes jaar door de stad maakte. Alle honderd foto’s in het boek zijn gemaakt tussen 2014 en 2020. De nachtfoto’s, gemaakt in Parijs, maken onderdeel uit van zijn fotoserie ‘Taillights Fade’, een persoonlijk document over het leven van de nacht in de straten van Europa. Een serie die ooit begon in Amsterdam en met hem mee verhuisde via Brussel, Marseille, Warschau, Palermo en Athene naar Parijs. ‘Taillights Fade’ werd in 2014 genomineerd voor de Magnum Emerging Photographer Fund en werd onder andere gepubliceerd door Burn Magazine, The Guardian, GUP Magazine, New Dawn Paper en Vice.

Bart Koetsier exposeerde delen van ‘Taillights Fade’ in Parijs in 2020/2021 bij Polka Factory, in 2019 bij Maison de la Poésie, in 2017 samen met Koos Breukel tijdens het jaarlijkse boekenbal georganiseerd door de Nederlandse ambassade in Parijs en in 2016 ter gelegenheid van Paris Photo in het Atelier Néerlandais. Zijn werk is ook te zien op het Fotofestival Naarden 2021.

https://www.bartkoetsier.com/ 

 

Konrad Schmidt

Konrad Schmidt woont en werkt in Parijs en Hamburg maar is met name bekend door zijn bekroonde boek ‘Hôtel Noir’. Een plan waar hij al sinds 2010 mee rondliep. “Een fotoboek over 'stunning sexy women', gefotografeerd door mij in Parijse hotelkamers”, aldus Schmidt.  Het is gepubliceerd in november 2019. De cover is uitgevoerd in zwart fluweel, 80 pagina's dik, en een bijzonder formaat; 25 cm x 17 cm. Er was ook een 'limited edition' van 69 stuks, maar deze waren in enkele dagen totaal uitverkocht. Een echt 'collectors item'. 


Konrad Schmidt

Zijn fotowerk: "Verleiding die zich kenmerkt door modieuze elegantie, een ongekend gevoel voor erotiek, het spelen met licht en vormen".  Zijn modellen zijn min of meer gekleed of naakt, prachtig gefotografeerd in kleur maar steeds vaker in zwart-wit. Serieus, ingetogen, in zichzelf gekeerd, sensueel, uitdagend, maar altijd met een groot gevoel voor stijl. “Ik hou er van om te verleiden met mijn foto's, om juist niet alles te laten zien wat het menselijk brein zelf kan invullen". Geen wonder dat hij geselecteerd werd als volwaardig maar ook jongste lid van het gerenommeerde Duitse BFF: 'Der Berufsverband Freie Fotografen und Filmgestalter', gevestigd in Stuttgart.

https://jkonradschmidt.com/ 

 

Jos Verheugen

Sinds 1994 woonachtig in Parijs en een toegewijd portretschilder en schilder van het weelderige gerijpte vrouwelijk naakt. Eerder sprong vooral zijn serie ‘Vrij-naar-Mondriaan’ in het oog. In dit veelomvattende project transformeerde Jos de abstracte composities van Mondriaan door er figuratieve elementen, met name dieren, aan toe te voegen. Verheugen ontdekte dat je voor elke compositie van Mondriaan diersoorten kunt vinden die zich er perfect in thuis voelen. Door de symbiose met hun vacht of verenkleed of hun natuurlijk gedrag, bijvoorbeeld. Zo creëerde hij een derde dimensie in Mondriaans schilderijen. 


Jos Verheugen in het prestigieuze Atelier Néerlandais te Parijs

De dieren geven een nieuwe interpretatie aan de schilderijen: slangen leiden de blik van de toeschouwer door het lijnenspel van Mondriaan, een groep pimpelmeesjes legt een diagonaal bloot binnen de rechthoeken van Mondriaan. Middels zijn artistieke werk strijdt Jos Verheugen tevens tegen ecologische misstanden. Hij vecht onder meer met hart en ziel tegen de absurde wetgeving in het land waar hij woont, Frankrijk, die het Franse jagers toestaat tal van typische Nederlandse weidevogels, waarmee het slechter en slechter gaat, tijdens hun trek naar het zuiden neer te schieten. Recentelijk zijn in Jos Verheugens werk ook wulpse vrouwelijke rondingen die Mondriaans rechtlijnigheid komen verlevendigen.

Het atelier van Jos Verheugen is gelegen in het wijkje Butte-aux-Cailles en is op afspraak te bezoeken.

https://josverheugen.com/ 



Petra Ponfoort

Op haar LinkedIn profiel omschrijft de rasechte Amsterdamse Petra Ponfoort zich als fixer, locatie scout, vertaler, producer voor Internationale en Nederlandse film- en tv producties. Ze woont en werkt al 22 jaar in Parijs in de wijk Batignolles. Ze spreekt maar liefst 6 talen; Nederlands, Frans, Engels, Italiaans, Duits en Sloveens. Zij was onder andere de vertaalster voor de beroemde fotograaf Yann Arthus Bertrand die wij kennen van zijn prachtige fotografie van onder andere ‘Earth from Above’. Voor de oplettende TV-kijker komt haar naam regelmatig voor op de aftiteling van diverse Nederlandse TV- en filmproducties waaronder:Wimpie & de Domino’s on Tour’ gepresenteerd door Dieuwertje Blok. Wimpie & de Domino’s is een serie over een verstandelijk gehandicapte rock en roll band uit Amsterdam. In deze roadmovie worden ze gevolgd als ze on tour gaan, naar Frankrijk. Maar ook ‘Op reis met Ilja Gort’ waar Gort de kijker mee neemt op een culinaire reis door Frankrijk. Zij is de spil achter het kunstprogramma van AVRO-TROS ‘Jeroen Krabbé op zoek naar Chagall’ of met Philip Freriks ‘Hollander in Parijs’ waar Philip stapt in de voetsporen van Nederlandse kunstschilders in het negentiende-eeuwse Parijs. En ken je nog de belofte van Mathijs van Nieuwkerk en zanger en winnaar van de ‘Slimste Mens’, Rob Kemps, om een programma te maken over hun liefde voor het Franse chanson. Ook daar speelt Petra op de achtergrond weer een belangrijke rol als fixer en locatiescout. (uitzending in september van dit jaar). Verder; op zoek naar het ‘Verborgen Verleden’ van Jennifer Hoffman. Hierdoor komt Jennifer uiteindelijk in Parijs terecht. En wij uiteindelijk ook! 

 

Friso Wijnen

Friso is hoofd cultuur en communicatie van de Nederlandse Ambassade gevestigd in Parijs en verantwoordelijk voor het prestigieuze Atelier Néerlandais eveneens in Parijs. Veel van bovengenoemde ‘Makers’ zijn lid van dit instituut.  


Friso Wijnen (l) in het Atelier Néerlandais, samen met Bart Hofstede, hoofd cultuur en communicatie van de Nederlandse Ambassade gevestigd in Peking, China voor een kunstwerk van de Nederlander Victor de Bie

Het Atelier Néerlandais is een platform voor Nederlands ontwerp, de kunsten en het boek: voor culturele ondernemers. Het is onderdeel van de Nederlandse ambassade die het Atelier Néerlandais in 2014 heeft opgericht en financiert. Gevestigd aan de rue de Lille 121.  Ondernemers, instellingen en zelfstandigen in de creatieve bedrijfstakken gebruiken het Atelier Néerlandais voor bijeenkomsten, productpresentaties, modeshows, cursussen en vergaderingen. Ze kunnen tevens een beroep doen op het advies en diensten van de Ambassade, zowel op economisch als op cultureel terrein. Ook de ambassade benut het Atelier Néerlandais voor activiteiten met een publiek karakter, zoals lezingen, debatten, exposities en netwerkbijeenkomsten, in de regel met Nederlandse en Franse partners. Al deze private en publieke activiteiten bevruchten elkaar. In de kern is dit het Atelier Néerlandais: een plek voor de makers, in het hart van Parijs. Met enige trots kan ik zeggen dat Paris FvdV lid is van dit prestigieuze instituut. Wil je meer weten of ben je zelf geïnteresseerd, neem dan contact op met Lilian Widdershoven. Zij is sinds 4 januari van dit jaar coördinator van het Atelier Néerlandais. Telefoonnummer: +33 1 45 50 47 04 of mail naar info@atelierneerlandais.com



woensdag 7 juli 2021

DE GESCHIEDENIS VAN LA SAMARITAINE PARIJS

Kranten en social media stonden er vol van; op maandag 21 juni 2021 opende de Franse President Emmanuel Macron La Samaritaine, in aanwezigheid van Bernard Arnault, CEO van LVMH, eigenaar van dit luxe warenhuis. Na 16 jaar gesloten te zijn geweest en een verbouwing van 750 miljoen euro is Parijs weer een uniek stukje Frans erfgoed rijker, aldus Macron. 

La Samaritaine: Eens het grootste warenhuis van Parijs. Op 15 juni 2005 sloot het warenhuis,  plotseling en naar eigen zeggen vanwege veiligheidsredenen, officieel omdat het gebouw volgens de brandweer niet aan moderne brandveiligheidseisen zou voldoen. De vereiste aanpassingen zouden het art deco interieur verwoesten. Volgens boze vakbondstongen was veiligheid hooguit een excuus. In werkelijkheid wilden de eigenaren, het luxewarenconcern LVHM: Louis Vuitton Moët Hennessy, het personeel gewoon ontslaan omdat het warenhuis niet rendeerde. Het gebouw of eigenlijk gebouwen staan op een van de mooiste en duurste locaties van Parijs, tegenover de Pont Neuf, ingesloten door de kerk waar Molière in het huwelijk trad en waar vele beroemde architecten en kunstenaars werden begraven: de Saint Germain-l'Auxerrois uit de 12e eeuw. Tussen de chique rue de Rivoli, rue du Pont Neuf en de quai du Louvre. Maar wat weten we eigenlijk van de ontstaansgeschiedenis van dit warenhuis dat net zo oud is als ‘onze Bijenkorf’?

Ernest Cognacq en Marie Louise Jay 

 

Het opende zijn deuren in 1870 als een klein zaakje. De eigenaars waren Ernest Cognacq en zijn vrouw Marie Louise Jay, eens verkoopster bij het warenhuis Le Bon Marché. Hun leven lijkt wel de verwezelijking van de American Dream. Een weeskind dat het brengt van straatventer tot oprichter van La Samaritaine. De naam, La Samaritaine, is ontleend aan de waterpomp bij de Pont Neuf in de tijd van Hendrik IV. Het begon allemaal met het succesvol verkopen van stropdassen in een klein zaakje op de hoek van de rue Pont Neuf en de rue de la Monnaie. Toen Cognacq in 1883 hoorde dat de aangrenzende middenstandswoningen te koop kwamen was dit de aanzet tot de eerste winkel van de ‘Grand Magasins de la Samaritaine’.

 

Magasin 1 la Samaritaine 1883, waar het allemaal begon – foto: archief la Samaritaine


Al snel, in 1886, wordt het gebouw aan de overkant van de rue de la Monnaie geconfisqueerd. Ernest Cognacq is als het ware de uitvinder van het shop in a shop concept. Verschillende middenstanders wiens pand hij opkocht kregen de kans om een winkel te openen is zijn warenhuis. La Samaritaine werd zo een beduchte concurrent voor Galeries Lafayette, in 1893 geopend door Theophile Bader en Alphonse Kahn,  en het oudste warenhuis van Parijs Le Bon Marché opgericht in 1852 door Aristide en Marguerite  Boucicaut.

 

1905 de rue de la Monnaie wordt onderkelderd - foto: archief la Samaritaine


In 1905 wordt de gehele rue de la Monnaie onderkelderd door middel van een metalen vloer tot aan de rue de Rivoli. Verder worden links en rechts grote polychrome koepels geplaatst aan de zijden van de la rue des Prêtres-Saint-Germain-l’Auxerrois en de rue de l’Arbre-Sec naar een ontwerp van de architect Henri Sauvage. Het interieur wordt voorzien van een grote glazen koepel, hangende galerijen die verbonden worden met een immense art-decotrap. In 1907 en 1910 krijgen de gevels een gelijkwaardig uiterlijk door middel van geëmailleerde panelen die heden ten dage weer te bewonderen zijn aan de zijdes van de rue de la Monnaie en de rue de l'Arbre Sec.

Bouw en verbouw van magasin 2 - foto: archief la Samaritaine

 

Maar La Samaritaine breidt steeds verder uit. Tussen 1922 en 1932 verrijst een enorme stalen structuur aan de voorzijde tegenover de pont Neuf, wederom een creatie van de architect Frantz Jourdain. De Parijse gemeenteraad staat op zijn achterste poten. Om de bouwvergunning goedgekeurd te krijgen worden de eerdere polychrome koepels afgebroken en het gehele pand bekleed met steen en voorzien van goudkleurige ramen. Op de bovenste etage wordt een restaurant gevestigd met een fenomenaal uitzicht over de gehele stad. Gelukkig is deze architectuur tot de dag van vandaag bewaard gebleven.

 

1922 - 1932 start nieuwe voorzijde aan de quai du Louvre - foto: archief la Samaritaine


In 1928 wordt het pand aan de achterzijde van passage de Baillet uitgebreid met 'magasin' nr. 4.  De vier winkels bestrijken met al hun etages een oppervlakte van 270.000 m² en bieden werk aan ruim 5000 medewerkers.  De verbouwingen onder leiding van Henri Sauvage blijven doorgaan tot 1933. Niet alle verbouwingen na de Tweede Wereldoorlog waren een succes, maar gelukkig werden tussen 1984 tot 1987 alle originele art deco ornamenten gerestaureerd en in ere hersteld. In 1990 wordt La Samaritaine geclassificeerd als cultureel erfgoed.



Uit de collectie van Musée Cognacq-Jay
 

Ernest en Marie-Louise bleken niet alleen briljante ondernemers te zijn maar ook verzamelaars van 18e eeuwse Europese kunst, die weer werd tentoongesteld in het warenhuis. Na zijn dood in 1928, hij stierf op 88 jarige leeftijd, werd de gehele kunstverzameling nagelaten aan de stad Parijs. Ze bevindt zich nu in de Marais in Hôtel Donon in het Musée Cognacq-Jay aan de rue Elzévir 8.

In de najaren van 1970 en 1980 heeft het warenhuis nog nauwelijks toegevoegde waarde en ondergang dreigt. In 2001 wordt het aangekocht door LVHM die onmiddellijk twee gebouwen in de verkoop doet, 'magasin' 1& 3. 2005 Betekende het einde van het eens zo beroemde La Samaritaine.


 La Samaritaine in de schaduw van  de Saint Germain-l'Auxerrois uit de 12e eeuw

Het leegstaande warenhuis met de fototentoonstelling 'Ma Samaritaine'

Na de sluiting wordt in 2007 nog eens overwogen om het warenhuis te heropenen, maar gezien de te hoge kosten wordt hiervan afgezien. Vervolgens doen de eigenaren aan de Parijse deelgemeente Louvre een rigoureus voorstel; slopen en dan iets nieuws neerzetten. In een korte tijd regent het bezwaarschriften. In 2010 stemt de gemeente Parijs in  met een ambitieus  restauratieplan van de twee panden van La Samaritaine. De renovatie en restauratie gaat van start in 2012 en zou in 2016 / 2017 klaar moeten zijn.  De totale kosten werden geschat op 450 miljoen euro. Inmiddels weten we dat het budget met 300 miljoen is overschreden en de bouwtijd, mede door juridisch gesteggel maar ook mede dankzij covid met ruim drie jaar. Het is het grootste particulier gefinancierde project ooit ondernomen en gaf werk aan meer dan 2500 bouwvakkers.

Foto: archief la Samaritaine 

De afgelopen jaren is het gehele pand zorgvuldig gestript. Alle in en op het gebouw aanwezige fresco’s, friezen, ornamenten en geëmailleerde lava panelen, alle metalen structuren waaronder dakkapellen, luifels, kozijnen en deuren zijn uiterst zorgvuldig verwijderd. De verwijdering van alle dakkapellen duurde alleen al meer dan 10 maanden. Na demontage werden alle onderdelen overgebracht naar de ateliers van Socra in Marsac-sur-l'Isle (Dordogne) en Atelier Bouvier in Les Angles (Occitanie – Zuid Frankrijk) voor een grondige restauratie. Beide bedrijven hebben een grote reputatie op het gebied van erfgoedbehoud en worden vrijwel altijd ingeschakeld door de Franse overheid voor het onderhoud en restauratie van historische gebouwen en erfgoed in Frankrijk waaronder de door de brand zwaar beschadigde Notre-Dame. 

Langs het gebouw lopend zie je al de vruchten van deze grondige restauratie van wat eens de erfenis was van Ernest Cognacq en zijn vrouw Marie Louise Jay. Met recht mag gezegd worden: “Parijs weer een uniek stukje Frans erfgoed rijker”!