Jacques Dutronc schreef er een chanson over; Il est cinq heures, Paris s'éveille. De buik van Parijs, Rungis, is al ruim vijf uur open om
de duizenden restaurants, ja u leest het goed, en de even zovele winkels en
kruideniers van vooral vers voedsel te voorzien. Elke ochtend, ook op zondag,
word je gewekt door de dynamiek van de stad. De schoonmakers in hun gifgroene
lichtgevende pakken, ontworpen door de Franse modelegende Pierre Cardin, zijn
al druk in de weer. De straten van Parijs worden gereinigd door water uit de
riolering langs de goten te laten stromen, gekanaliseerd door strategisch
geplaatste hoopjes vodden. Een inventief systeem.... Il est cinq heures, Paris se
lève. Il est cinq heures,
Je n'ai pas sommeil.
Het stadswapen van Parijs: Fluctat nec mergitur - het schommelt op de golven, maar gaat niet onder - te zien op de muren van het Réservoir de Passy
De waterwerken van
Parijs vormen een minder bekende bezienswaardigheid. De eerste open
rioolnetwerken in Parijs stammen uit de Middeleeuwen. Het schoonmaken van de
poelen en het afvoeren van het afval was een vieze en zware klus, die vooral
door galeislaven werd uitgevoerd. Velen legden het loodje door de verstikkende
gassen, opstijgend uit de 'rottende' meren in de stad. De stank was vaak
ondragelijk. Het is aan Huges Aubriot, provoost onder Karel V (die regeerde van
1322-1328) te danken, dat Parijs zijn eerste gewelfde riool kreeg in de buurt
van de Hallen, die vervolgens het afvalwater afvoerde naar de Seine. In 1789, ruim vier eeuwen later, was er pas
26 kilometer riool terwijl de Parijse bevolking excessief groeide. De gevolgen
van de cholera- en de pestepidemie van 1832 noodt het stadsbestuur iets te doen
aan de gezondmaking van de watervoorziening. Pas in 1855 kreeg Parijs een
coherent systeem voor zowel de drinkwatervoorziening als de afvoer van
afvalwater, naar een ontwerp van de Franse ingenieur Eugène Belgrand, die ook wel de grondlegger van het huidige
rioleringssysteem wordt benoemd. Van hem kwam ook het idee om een grote buis
vanuit de Rive Droite aan te leggen, naar het dorpje Asnières, om zo de als
maar vervuilende Seine te ontzien. Het afvalwater werd weer hergebruikt als
irrigatie van de landbouwgronden in de voorsteden. Al snel bleken de
vloeivelden te klein om het totale aanbod van afvalwater aan te kunnen, vandaar
dat men in 1910 in Yvelines een zuiveringsinstallatie bouwde, die tot op de dag
van vandaag zorg draagt voor de afvoer van de ingewanden van Parijs.
De ingewanden van Parijs
De ingewanden van
Parijs kennen we natuurlijk uit het meesterwerk van Victor Hugo's Les
Misérables, dat zich afspeelt voor en tijdens de opstand van 1848 in Parijs. Op
een gegeven moment komen de opstandelingen in het nauw en raakt een van hun
leiders Marius Pontmercy gewond. De ex-gevangene Jean Valjean neemt hem over
zijn schouder en vindt in het riool een veilige schuilplaats. De inspiratie van
deze scene zal Victor Hugo gekregen hebben van zijn vriend Brusneseau, die in
de 19e eeuw besloot het rioleringssysteem in kaart te brengen. Dat was vóór die
tijd namelijk nog nooit gebeurd. De populariteit van de riolen inspireerde
meerdere film- en musicalmakers. In 2012 werd Les Misérables opnieuw verfilmd
met in de hoofdrollen Hugh Jackman, Russell Crowe, Anne Hathaway en, Amanda
Seyfried.
Les Miserables: Filmposter ontworpen door Ignition Print - Courtesy Universal Pictures
Momenteel strekt het
netwerk van riolen zich uit over meer dan 2400 kilometer. Elke straat heeft
zijn eigen riool. Straten breder dan twintig meter hebben er zelfs twee. Parijs
kent ook nog ruim 63.000 'privé-riolen'. De hoogte van de rioolbuizen variëren
van 5 meter (hoofdriool) tot 3,8 meter
en 2,6 meter (basisriool). Fraaie porseleinen bordjes geven de naam van het
riool aan, die overigens overeenkomt met de naam van de straat, boulevard,
avenue of plein waaronder het riool loopt. Dagelijks stroomt er 1,8 miljoen
kubieke meter aan afval- en regenwater door dit bijzondere buizensysteem. Nog
een andere wetenswaardigheid; per dag wordt er in Parijs 359.002 m³ drinkwater
verbruikt. (De actuele stand kunt u per dag bekijken op de website van 'Eau de Paris')
Een van de waterpompen van het Réservoir Montsouris
Het is een stad onder
een stad met trottoirs, bruggen, kanalen en kades waarover de égoutiers zich
verplaatsen. In Parijs werken zo'n 1000 égoutiers, het corps dat toezicht houdt
op de riolen. Zo'n 330 zijn er in dienst
bij de gemeente Parijs, de overigen werken in de privé sector. Geen
ongevaarlijk werk, vanwege infectierisico's van open wondjes of rattenbeten,
gezien de grote kolonie ratten die in de riolen huist. Men schat dat er op elke
Parijzenaar (rond de 2,2 miljoen) een tot drie ratten beneden wonen. Een
rekensom is nu snel gemaakt. Gemiddeld brengt een égoutier 22 jaar van zijn
werkzame leven door onder de grond. Ze gaan dan ook rond hun 52e met pensioen.
Een duif zoekt verkoeling bij een van de 12.000 'bouches de lavage'
Parijs kent al sinds
1860 een gescheiden watersysteem voor drinkbaar en niet-drinkbaar water. Een
1700 kilometer lang netwerk met een dubbel systeem van buizen. Je hoeft maar
wat vaker naar de grond te kijken en je ziet stromend water langs de Parijse
stoepranden lopen mede dankzij een uiterst ingenieus systeem. Tussen 6 uur 's
morgens en 4 uur 's middags worden met een steeksleutel de zogenaamde 'bouche
de lavage' opengezet. Vaak gelegen op een hoger punt in de straat en via een
opgerold stuk stof of tapijt wordt de waterstroom naar een lager punt geleid. Aan
het einde van de straat vangt een ander opgerold stuk stof of tapijt het vuil
op en het water verdwijnt weer via de brede opening van een afvoerput richting
riool. Straten worden op die manier schoongespoeld, zwerfvuil wordt meegenomen
en tevens zorgt het water voor verkoeling. Daar waar de opening dreigt te
verstoppen, komen gemeentereinigers in actie, die trouwens ook de stoepen
vegen, de waterspuit hanteren én de watertaps open en dicht zetten. Parijs kent
zo'n 12.000 'bouches de lavage'. Met het niet drinkbare water, eau non potable,
worden ook de parken, publieke tuinen, fonteinen en de ruim 478.000 bomen van
water voorzien. Tevens wordt het water van de riviertjes en meren in het Bois
de Vincennes en Bois de Boulogne ermee ververst. Per dag verbruikt Parijs
170.000 m³ water om de stad schoon te houden en de planten van water te
voorzien.
Hoog boven straatniveau en 55 meter boven de Seine ligt het Réservoir de Passy
Je vraagt je af waar
komt al dit water vandaan. Er zijn 5 grote hoofdreservoirs die Parijs voorzien
van schoon drinkwater. 3 Liggen er binnen de périphérique; Porte des Lilas
(1963), Ménilmontant (1865) en Montsouris (1858 - 1874), en 2 liggen in de
voorsteden Saint-Cloud (1891 - 1938) en de Hay-les-Roses (1969). Deze enorme
waterreservoirs midden in de stad zijn vaak alleen zichtbaar vanuit de lucht en
verborgen achter metershoge muren. De
reservoirs liggen meestal ook ondergronds, bedekt met gras. Vanuit de lucht
lijken het dan ook vaak grote gazons of voetbalvelden.
Het Réservoir de Passy is in 1858 aangelegd door Eugène Belgrand
De reservoirs met niet
drinkbaar water zijn die van Charonne (1898), Passy, Grenelle (1833 - 1841) en
Villejuif (1893 - 1910). Speciaal voor deze blog ging ik op zoek in het 16e
arrondissement naar een van de grootste waterreservoirs. Gelegen op de Chaillot
heuvel, 55 meter boven het waterniveau van de Seine, ingeklemd tussen de rue
Copernic, rue Lauriston, rue Paul Valéry en de avenue Victor Hugo. Le Réservoir de Passy; gebouwd door
Eugène Belgrand in 1858 en in gebruik genomen in 1866. Samengesteld uit
meerdere ondergrondse gewelfde kamers en drie grote open vijvers die schuil
gaan achter indrukwekkende metershoge muren. Totale opslagcapaciteit 57.000 m³.
Een smalle poort en een lange trap ontsluiten een heel andere wereld, niet
zichtbaar vanaf straatniveau en ik realiseer mij dat Parijs een onzichtbaar
ondergronds leven bezit dat even actief is als het bovengrondse en met een
gescheiden rioolsysteem was Belgrand zijn tijd ver, ver vooruit.
Parijs kent 409 Wallace fonteinen die de toeristen voorzien van vers drinkwater
Musée des Egouts (de
riolering van Parijs), quai d'Orsay 93 / Pont de l'Alma (naast de Seine) 7de
arrondissement, métro Alma Marceau. Geopend
op maandag, dinsdag, woensdag, zaterdag en zondag: 11.00 uur tot 17.00 uur. Entree €
4,20
Eau de Paris - Pavillon de l'eau, Avenue de
Versailles 77, 16e arrondissement, métro Mirabeau. Geopend maandag t/m vrijdag van 10.00
uur tot 18.00 uur - Zaterdag (behalve in de maand augustus) van 11.00 uur -
19.00 uur. Toegang gratis
Eau de Paris - Drinkwaterbedrijf, rue Neuve Tolbiac
19, 13e arrondissement, métro Bibliothèque François Mitterrand.