Paris FvdV is een niet commercieel weblog speciaal voor kenners en liefhebbers van de stad Parijs - en voor hen die dat willen worden. Parijs is een stad met een gewichtig verleden, respectabel en gerespecteerd. Het is totaal niet nostalgisch. Parijs is er in geslaagd om, soms op brutale maar altijd op elegante wijze, om te gaan met zijn grootse monumenten. Ze te beschermen en te integreren in de nieuwe dynamiek van de stad. Parijs is een meester op het gebied van herstel en transformatie. U zult er nooit in slagen een volledig overzicht te maken van plekken en verhalen, die allemaal op hetzelfde punt uitkomen en de glorie van deze stad bezingen. toch wil ik een poging wagen. Wekelijks wil ik u niet alleen informeren over wat Parijs nog meer te bieden heeft, maar ook wil ik mijn liefde voor deze stad op u over dragen. In de hoop dat het raakt aan iets wat u herkent of voelt. Ferry van der Vliet.

Privacy verklaring: Indien u weblog Paris FvdV, dat bij Google-Blogger is ondergebracht, leest en reageert op de blogs van Paris FvdV, doet u dat vrijwillig en is uw IP-adres en mailadres - indien u dat vermeld - bekend en wordt opgeslagen. Ook uw schuilnaam waaronder uw reageert wordt opgeslagen. Paris FvdV zal uw gegevens nooit aan derden doorgeven. We houden uw gegevens privé, tenzij de wet of rechtelijke macht ons dwingt uw gegevens aan hen te verstrekken. Datalekken in het systeem vallen onder de verantwoordelijkheid van Google-Blogger. Door weblog Paris FvdV te bezoeken en/of de op of via deze weblog aangeboden informatie te gebruiken, verklaart u zich akkoord met de toepasselijkheid van deze disclaimer. Google gebruikt cookies om services te leveren en verkeer te analyseren dus uw IP-adres en user-agent zijn bij Google bekend, samen met prestatie- en beveiligingsstatistieken om servicekwaliteit te garanderen, gebruiksstatistieken te genereren, misbruik te detecteren en maatregelen te treffen.

maandag 29 april 2013

HET BESTE STOKBROOD VAN PARIJS - LA MEILLEURE BAGUETTE DE PARIS

Het presidentieel paleis, het Elysee, heeft er weer een hofleverancier bij. Het is de Tunesische bakker Rida Khader. Elk jaar besteed ik aandacht aan de beste stokbroodbakker van Parijs. Voor mij dè reden om altijd, bij een volgend bezoek aan Parijs, speciaal een omweg te maken voor een zelfbereide picknick, natuurlijk voorzien van de beste baguette van de Franse hoofdstad.

Op donderdag 25  april 2013 was het weer zover. De 'Chambre professionnelle des artisans boulangers-pâtissiers' verzamelde zich rond Lyne Cohen-Solal (de loco-burgemeester belast met handel en ambachten). De jury was onder andere samengesteld uit persoonlijkheden uit de sector industrie en horeca, waaronder Reyss Yvon, Frankrijk's kampioen amateur koken en Pascal Barillon bakker uit het 18e arrondissement en de winnaar van de editie 2011.

203 Stokbroden streden dit jaar om deze prestigieuze prijs; eeuwige roem, een geldbedrag van € 4000 en een jaar lang hofleverancier van de Franse President François Hollande. 52 stokbroden werden onmiddellijk gediskwalificeerd, aangezien zij niet voldeden aan de strenge, vooraf gestelde criteria. Elke baguette moet een afmeting hebben tussen de 55 en 65 cm, met een gewicht dat ligt tussen 250 en 300 gram en een zoutgehalte van 18 gram per kilogram meel. Krokant aan de buitenzijde maar licht van kleur en goed van smaak. Alle Parijse bakkers werden uitgenodigd om deel te nemen. Na een middagje proeven koos de jury de gelukkige winnaar uit de overige 151 inzendingen. Ridha Khadher is met zijn ambachtelijke bakkerij ' Au Paradis du Gourmand' te vinden aan de rue Raymond Losserand 156, in het 14e arrondissement, metro Plaisance. 8 mei aanstaande mag hij officieel zijn prijs in ontvangst nemen.
 "Dit is de beloning van 24 jaar hard werken voor een  jongen, die met zijn broer, op 15 jarige leeftijd is vertrokken uit Tunesië om in Frankrijk het bakkersvak te leren", aldus de 42 jaar oude Khader. "We werken volgens een oude traditie. Het deeg wordt nog altijd met de hand gekneed en laten we het vervolgens de hele nacht rusten. Het kostte mij drie jaar om mijn speciale recept te ontwikkelen".
Nu nog een aantal redenen waarom u de omweg naar het 14e arrondissement zou moeten maken. Het 14e is een zeer uitgestrekt arrondissement waaraan ik al in verschillende blogs aandacht heb besteed. De wijk Plaisance - Pernety is een verademing, met een mooie mix tussen het nieuwe (place de Catalogne) en het  oude, volkse Parijs (église Notre Dame du Travail). Wat dacht u van een bezoek aan het kerkhof (cimetière de Montparnasse) waar u Serge Gainsbourg en Jean Paul Sartre kunt gaan begroeten. Als liefhebber van moderne kunst kunt u terecht in het fraaie gebouw van de Fondation Cartier, ontworpen door Jean Nouvel. Griezelen in de catacomben aan de place Denfert Rochereau. Picknicken met het aller-lekkerste stokbrood van Parijs doet u natuurlijk in het parc de Montsouris, omgeven door prachtige villa's (doodlopende straten) of het Cité Universitaire. TIP: Klik vooral op de diverse hyperlinks, die u direct brengen naar de eerder, door mij geschreven blogs, met vaak fraaie wandelingen.
Lijst van winnaars van het beste stokbrood in Parijs sinds 1994
2013 - Ridha Khadher, rue Raymond Losserand 156, 14e arrondissement
2012 - Sebastien Mauvieux, rue Ordener 159, 18e arrondissement.
2011 - Pascal Barillon, rue des Abbesses 6, 18e arrondissement
2010 - Djibril Bodian, rue des Abbesses 38, 18e arrondissement
2009 - Franck Tombarel, Avenue Felix Laure 64, 15e arrondissement.
2008 - Anis Bouabsa, rue Tristan Tzara 32, 18e arrondissement
2007 - Arnaud Delmontel, Rue des Martyrs 39, 9e arrondissement
2006 - Jean-Pierre Cohier, rue du Faubourg Saint-Honore 270, 8e arrondissement
2005 - Eric Sanna, rue Dalayrac 1, 20e arrondissement
2004 - Pierre Thilloux, rue Raymond Losserand 96, 14e arrondissement
2003 - Laurent Connan, rue des Batignolles 38, 17e arrondissement
2002 - Raoul Maeder, Boulevard Haussmann 111, 8e arrondissement
2001 - Pierre Demoncy, Rue de Belleville 140, 20e arrondissement
2000 - Raoul Maeder, Boulevard Haussmann 111, 8e arrondissement
1999 - Stephane Pouget, rue Bobillot 104, 13e arrondissement
1998 - Philippe Gosselin, rue Saint Honore 123 - 125, 1e arrondissement
1997 - Rene Saint-Ouen, Boulevard Haussmann 111, 8e arrondissement
1996 - Philippe Gosselin, rue Saint-Honore 123 - 125, 1e arrondissement
1995 - Jean-Noël, rue Saint-Honore 75, 1e arrondissement
1994 - Rene Saint-Ouen, Boulevard Haussmann 111, 8e arrondissement

donderdag 25 april 2013

AIR DE PARIS OF PARIJS VAN GROTE HOOGTE

In deze blog neem ik u letterlijk mee langs twee Parijse hoogtepunten. We brengen eerst een bezoek aan de wijk  Javel, eens een voormalig gehucht van het dorp Grenelle. Tijdens de eerste wereldoorlog bouwde André Citroën, afkomstig van Nederlands Poolse ouders, hier een granaatfabiek. De oorspronkelijke Nederlandse naam van Citroën was Limoenman. De naam van André's joodse overgrootvader Roelof, die handelde in groenten en fruit. Het was zijn opa die de naam Limoenman maar niets vond en deze veranderde in Citroen zonder trema op de e. Pas toen de ouders van André verhuisden naar Parijs werd de achternaam gespeld als Citroën, voortaan met trema.
 
De plek waar eens de Citroën fabrieken stonden. Gezien vanuit de 'Ballon Air de Paris' 


De jonge André, ingenieur van beroep bleek een geniaal uitvinder die zich, naar het schijnt, heeft laten inspireren door Jules Verne en Gustave Eiffel's Eiffeltoren. Na de Eerste Wereldoorlog startte Citroën met zijn meest ambitieuze project. De munitiefabriek werd omgebouwd tot autofabriek voorzien van zijn eigen naam, "Automobiles André Citroën SA", kortweg Citroën en in dat zelfde jaar rolde de eerste Europese auto, gebouwd in serieproductie van de band. In 1934 kwam Citroën door de crisis en zijn flamboyante levensstijl in financiële moeilijkheden. De banken weigerden hem een extra krediet en kort daarop ging hij failliet. Zijn hele vermogen zat in de ontwikkeling van de revolutionaire Traction Avant. De grootste schuldeisers van het bedrijf, de gebroeders Michelin, namen op verzoek van de banken de leiding over. Na de dood van André Citroën besloot de nieuwe leiding van autofabrikant Citroën in 1935 een kleine auto te ontwikkelen, die geschikt diende te zijn voor het ruige Franse platteland: de TPV, oftewel 'Toute Petite Voiture'. De uiteindelijke voorloper van de Citroën 2CV of te wel deux-cheveaux. De productie van auto's ging door tot 1976, toen de fabrieken verhuisden naar Aulnay-sous Bois. De bekende DS19 was het laatste model dat aan de quai de Javel werd geproduceerd.
Nog een prachtig uitzicht op 150 meter hoogte vanuit de 'Ballon Air de Paris', met links de Seine en de pont de Mirabeau
Het lege terrein, achtergebleven na de sloop van de fabrieken, was voor de stad Parijs een mooie gelegenheid om het grootste park sinds het tweede keizerrijk aan te leggen. Een ambitieus project, 14 hectare groot, met futuristische terrassen, abstracte tuinen, 2500 bomen, 25 fonteinen, en 8 serres. Ten zuiden staan twee grote kassen met in het midden een fontein met 112 waterstralen die tot 90 meter hoogte spuiten. op warme dagen is het hier goed toeven. Je kunt genieten van de kinderen en volwassenen die het spannend vinden om al lopend de waterstralen te ontwijken. Wat bijna altijd eindigt in een nat pak.

De 'Ballon Air de Paris' in het Parc André Citroën

Midden in het Parc André Citroën vind je een van de leukste attracties van Parijs en bij velen nog steeds onbekend: De Ballon Air de Paris. Een luchtballon gevuld met 6000 m3 helium die bij kalm weer regelmatig stijgt tot een hoogte van 150 meter. Een vlucht met deze verankerde luchtballon is uniek. Al sinds 1999 maken zo'n 50.000 toeristen per jaar een ballonvaart die zo'n 10 minuten duurt, een beleving die ik u zeker kan aanbevelen. In 2008 kreeg hij een nieuw aanzien en een nieuwe sponsor; Generali. De ballon geeft met kleuren de mate van luchtvervuiling aan. Donker groen is nauwelijks vervuiling, lichtgroen matig, geel gemiddeld, oranje betekent smog en rood geeft aan een zeer hoge vervuiling. 's Nachts licht de ballon die voorzien is van 6400 LED's fraai op, zodat de hele stad kan zien hoe de luchtkwaliteit van de omgeving is. In de mand onder de ballon kunnen steeds 30 personen mee om op 150 meter te genieten de stilte en van een ongekend uitzicht boven Parijs.
 
Tip van de ballonvaarder: "last van hoogtevrees, dan vooral niet naar beneden kijken, maar recht voor je uit"
 
Zin in een stevige wandeling, dan volgen we de Seine (aan uw linkerkant) richting te Eiffeltoren. Misschien is u het al opgevallen, maar de eerste etage van de Eiffeltoren staat al een aantal jaren in de steigers. Dit iconische monument van de stad Parijs krijgt namelijk een totale makeover. Echter u moet nog twee maanden geduld hebben voor de renovatie van de eerste verdieping in zijn geheel klaar is. In juni is de eerste verdieping van de toren totaal gerenoveerd naar een ontwerp van de Italiaanse architect Alain Moatti. De eerste verdieping wordt namelijk voorzien van drie nieuwe paviljoens en een glazen vloer met schuin geplaatste glazen façades, als een soort vangrail, die  de kijker het idee geeft te zweven op 57 meter hoogte, boven een enorme leegte. De opening staat gepland voor juni 2013. Totale kosten zijn geschat op 25 miljoen euro. Het unieke ontwerp is nu al te zien in een tentoonstelling in het Pavillion de l'Arsenal aan de hand van fraaie artist impressions en maquettes krijgt u een goede indruk van dit nu al legendarische project.
'Artist impression' van de vernieuwde 1e etage van de Eiffeltoren. Courtesy of Moatti et Rivière architects
Pavillion de l'Arsenal, boulevard Morland 21, 4e arrondissement, metro Sully Morland. Geopend van dinsdag tot en met zaterdag van 10.30 uur tot 18.30 uur en op zondag van 11.00 uur tot 19.00 uur. Op maandag gesloten. toegang is gratis
Ballon Air de Paris, Parc André Citroën, 15e arrondissement, metro Javel, Balard, RER Javel boulevard Victor. Elke dag van 09.00 uur tot 30 minuten voor de sluiting van het park. Volwassenen € 12 en kinderen van 3 tot 11 jaar € 6. bij een wind van > 35 km/u blijft de ballon aan de grond. Dus hou het weerbericht in de gaten of bel van te voren naar 01 44 26 20 00
Parc André Citroën, 15e arrondissement, metro Javel, Balard, RER Javel boulevard Victor. Ingangen: rue Leblan, rue Saint-Charles 226, rue balard 56.


vrijdag 19 april 2013

EDITH PIAF - NON, JE NE REGRETTE RIEN

In oktober 2013 is het exact vijftig jaar geleden dat de Franse Chansonnière  Edith Piaf overleed aan leverkanker na een leven vol alcohol en drugs. Zij was pas 47 jaar. Het aantal biografieën die over Edith Piaf geschreven zijn, kunnen bijna niet geteld worden, en toch is haar leven nog steeds in een waas van mysterie gehuld. Het begint al met de datum van haar dood. Piaf stierf op 10 oktober 1963 aan een inwendige bloeding in Plascassier, een dorpje in de buurt van Cannes. Haar lichaam werd vervolgens per ambulance naar haar huis in Parijs overgebracht, waar het voor publiek werd opgebaard. De bekendmaking van haar dood was pas een dag later, namelijk op 11 oktober. Haar grote vriend, Frans dichter, schrijver, ontwerper en filmmaker, Jean Cocteau, werd enkele uren na het horen van dit nieuws door een hartaanval getroffen en stierf. Naar verluidt zou hij hebben gezegd: "Ik ben ongeneeslijk ziek, dat is erg; Piaf is dood, dat is erger".

Edith Giovanna Gassion, de beroemde Parijse volkszangeres, wist heel goed waarover ze zong als ze het had over het straatleven, hoeren en pooiers, mislukte liefdes en ander groot leed. Haar liederen over de zelfkant van Parijs kwamen dan ook uit haar hart, want ze was zelf een product van die zelfkant.
Ediths tragische levensverhaal begint hier aan de rue de Belleville 72
Ediths tragische levensverhaal begint op een koude winternacht op 19 december 1915, wanneer ze tijdens haar armzalige eerste uren – zo wordt wel eens beweerd – buiten geboren wordt, onder de cape van een politieagent, op de trap van het huis aan de rue de Belleville 72, in de migrantenwijk Belleville. Een bord aan de gevel van dit huis houdt de legende in stand. Haar moeder woonde inderdaad in dit huis, maar beviel in het Tenon-ziekenhuis aan de rue de la Chine (20e). Zij was een drankverslaafde Italiaanse prostituee die bijkluste als straat- en kroegzangeres met als artiestennaam Line Marsa en getrouwd met ene Jean Gassion, een Franse straatartiest. De opvoeding gebeurt overigens door haar Marokkaanse en aan alcohol verslaafde nicht Aïcha, uitbaatster van een bordeel in Berbay, een klein dorpje in Normandië. Na twee maanden bij haar tante te hebben gewoond, merkte een van de prostituees op dat er iets vreemds met Edith aan de hand is. Ze botst overal tegenaan en kijkt recht tegen de zon in zonder met haar ogen te knipperen. Edith lijdt aan een hoornvliesontsteking. Volgens de legende neemt haar oma haar mee naar de bedevaartplaats van de Heilige Theresia van Lisieux, waar Edith op wonderbaarlijke wijze haar gezichtsvermogen terugkrijgt. Als Edith een jaar of zeven is, neemt haar vader de opvoeding weer over en neemt haar mee op tournees in circussen en nachtclubs, waar ze deel uitmaakt van zijn act. Toch neemt ze op haar vijftiende afscheid van het circusleven, om op haar eentje naar Parijs terug te keren en op straat te zingen voor geld, vooral in de hoerenbuurt Pigalle. Op haar zeventiende krijgt ze een kind, dochter Marcelle, verwekt door Louis Dupont, een besteljongen op wie zij verliefd was. Helaas stierf haar dochter op tweejarige leeftijd aan een hersenvliesontsteking.
‘La Môme Piaf’ - Crédits photo: Studio Harcourt Paris

In 1935 wordt ze op straat ontdekt door Louis Leplée, eigenaar van 'Gernys', een nachtclub in Parijs en hij weet haar te overtuigen om in zijn 'Gernys' op te treden. Leplée is het die haar de artiestennaam geeft die ze haar hele leven zal behouden: ‘La Môme Piaf’, of de kleine mus. Klein is ze inderdaad met haar 1,47 m. Vanaf haar eerste optreden is ze al mateloos populair. In 1936 maakt ze haar debuut in het Cirque Medrano in gezelschap van onder andere Maurice Chevalier en nog datzelfde jaar neemt ze haar eerste drie platen op: 'Mon apéro, La Java de Cézigue en Fais-moi valser'. Maar zoals het gaat in een goed levenslied, kan ook dit niet goed aflopen: Leplée wordt in 1937 vermoord. Een moord waarvan zij in eerste instantie wordt verdacht.
In deze zwarte periode ontmoet zij de man die voor haar het verschil gaat maken; Raymond Asso. Dat brengt eindelijk succes. Als nieuwe mentor en impresario weet hij haar geboekt te krijgen in populaire variétézalen van die tijd. Piaf wordt in de volgende jaren steeds populairder. De twee beginnen een stormachtige liefdesrelatie, ook al is Asso getrouwd. Onder zijn management trekt ze volle zalen en de geldproblemen verdwijnen als sneeuw voor de zon. In 1939 eindigt haar relatie met Asso en ontmoet ze Paul Meurisse, een rijke acteur die haar laat kennismaken met de 'Upper Class' van Parijs. Zij maakt in die periode ook kennis met Jean Cocteau. Edith geniet van haar luxueuze leventje, maar helaas blijkt Meurisse te beschikken over losse handjes wat hun relatie snel doet eindigen. In het Parijs van 1944 ontdekt zij de zanger Yves Montand, die zij onder haar hoede neemt. Ze krijgen samen een relatie tijdens de opnamen van de film Etoile sans Lumière.
Haar oorlogsverleden is en blijft dubieus. Ze treedt zowel op voor het Franse leger als voor de Nazi’s, en is zelfs bevriend met enkele leden van de Gestapo. Aan de andere kant staat wel vast dat ze tenminste één Joodse kennis helpt ontsnappen uit Frankrijk. Zelf zal ze later beweren dat ze lid is geweest van het Verzet, maar hierover is veel onduidelijkheid. De oorlogsjaren zijn alleszins heel vruchtbaar voor Édiths oevre met bijna 30 nieuwe releases.  
In 1947 vertrekt ze naar New York, waar ze de nodige successen kent. Ze houdt er onder meer een levenslange vriendschap aan over met Marlène Dietrich. Hier leert ze volgens haar de liefde van haar leven kennen, wederom een getrouwde man; de bokser Marcel Cerdan. Het noodlot slaat echter opnieuw toe wanneer hij omkomt in een vliegtuigongeluk twee jaar later.
In de jaren nadien heeft Piaf nog veel geliefden en protegees onder wie Charles Aznavour en Les Compagnons de la Chanson. Door twee zware auto-ongelukken in 1951 raakt zij verslaafd aan pijnstillers (morfine) en alcohol. Ze zal echter nog 12 jaar doorgaan.
Tussen 1951 en 1963 krijgt ze nog eens twee auto-ongelukken, doet ze eenmaal een poging tot zelfmoord, probeert vier keer door een ontwenningskuur van de verdovende middelen af te komen, krijgt twee aanvallen van delirium tremens, ondergaat zeven operaties, raakt drie keer in een coma en krijgt een keer een aanval van waanzin. In die turbulente periode trouwt ze twee keer. In 1952 met haar songwriter Jacques Pills, zelf ook een alcoholicus. Toch zou dit haar beste en meest liefdevolle relatie worden, ook al scheiden ze vijf jaar later. In 1960 zingt ze haar versie van het wondermooie 'Non, je ne regrette rien' in het Parijse Olympia. Het wordt één van Frankrijks mijlpalen in de muziek. Twee jaar later trouwt ze nog eens met de twaalf jaar jongere Griekse Theo Sarapo, een zanger-kapper met wie ze af en toe samen optreedt en verruilt Parijs voor het Zuid-Franse Placassier, waar zij uiteindelijk een jaar later op 10 oktober overlijdt. Drie dagen later wordt zij op Père Lachaise begraven naast haar jonge dochter Marcelle. Haar begrafenis trok honderdduizenden mensen naar de straten van Parijs en de ceremonie bij de begraafplaats werd geblokkeerd door meer dan veertigduizend fans. Het enige moment na de Tweede Wereldoorlog dat het hele verkeer van Parijs stil lag, aldus Aznavour. Haar chansons, bijna 300, waaronder Milord, La vie en rose en Non, je ne regrette rien leven voort, tot op de dag van vandaag.
Edith Piaf ligt begraven naast haar 2-jarige dochter Marcelle op Père Lachaise
Wandelen door de volkswijk Belleville brengt je terug naar de tijd toen ze hier opgroeide en in de straten zong als straatzangeresje. Vandaag is de voormalige arbeiderswijk een charmante buurt propvol artistiek talent, en onterecht verwaarloosd in de reisgidsen. Vlakbij, in de wijk Ménilmontant, kan je Piafs appartement bezoeken, dat is ingericht als museum. Het museum staat vol persoonlijke spullen en geschenken van de zangeres, en je kunt je er laten ontroeren door haar brieven. Je wordt er door de kamers geleid door de herkenbare stem van Piaf, die haar levensverhaal vertelt. Enkele straten verder ligt het plein dat haar naam draagt: de Place Edith Piaf, met haar bronzen standbeeld en met de Bar de la Place Edith Piaf, een populair themacafé waar je van haar muziek kunt genieten.
 Musée Edith Piaf, rue Crespin-du-Gast 5, 20e arrondissement, metro Ménilmontant. Bezoek uitsluitend na afspraak. TIP: Bel minimaal twee dagen van te voren.
Ook in de buurt, op het Père-Lachaise kerkhof kan je haar graf bezoeken (sectie nr. 97), steeds overladen met bloemen van haar oude en jonge fans. Bekijk nog eens de DVD met de prachtige film over haar leven: 'La Vie en Rose' (2007) met de jonge oscarwinneres, de Parijse actrice Marion Cotillard in de huid van Piaf.
Cimetière Père-Lachaise, rue de Repos 16, 20e arrondissement, Metro Père Lachaise



woensdag 10 april 2013

PARIS SECRET, DE GEHEIMEN VAN PARIJS

In een wat oudere uitgave van de National Geographic kwam ik een interview tegen dat mij bracht tot een stout plan wat ik tijdens mijn bezoek aan Parijs in maart ook daadwerkelijk heb uitgevoerd.  

"Parijs is het Mekka voor ondergrondse exploratie", zei Lazar Kunstmann in het interview met de National Geographic. Hij is woordvoerder van een groep van Urban Explorers die zelfs een clandestiene bioscoop runde onder de grond, op een plek dicht bij de Seine en de Eiffeltoren. Op 23 augustus 2010 werd deze ondergrondse bioscoop helaas ontdekt door de politie. Het filmtheater was voorzien van 30 uitgehakte zitplaatsen met houten zittingen. Het complex omvatte verder een bar, een restaurant en een aantal kamers voor een overnachting. Water betrok men vanuit de tuinen van het Trocadero en de elektriciteit werd illegaal afgetapt van het Palais de Chaillot. De groep beheert nog zeven andere ondergrondse sites waarover hij wijselijk weigerde meer details te geven.
Mijn grootste wens gaat in vervulling: Een bezoek aan de 'spookstations' van de Parijse metro
Al jaren koester ik de wens om af te dalen in de metro, om een bezoek te brengen aan de spookstations die ooit zijn aangelegd maar nooit zijn geopend of... kort na opening weer zijn gesloten. Bijvoorbeeld lijn 10 die loopt van Gare d'Austerlitz naar Boulogne - Pont de Saint Cloud. Op 12 december 1923 opende men hier het station Croix Rouge, gelegen tussen Sèvres-Babylone en Mabillon. Het station ligt er nog steeds, maar sinds 1939 stopt er geen trein meer. Dit geldt ook voor het station Arsenal (lijn 5) gelegen tussen de Quai de La Rapée en de place de la Bastille.
Steile trappen met links en rechts kabelgoten brengen mij naar ondergronds Parijs
 
Op die zaterdagnacht in maart ontmoet ik mijn gidsen met de schuilnamen Yves, François, Thierry, Émelie en Robert voor het treinstation Gare Austerlitz vlakbij de quai de la Rapée. De spelregels worden mij meteen duidelijk gemaakt. Geen foto's, geen mobiele telefoons en geen vermelding van de plekken waar wij afdalen in de catacomben van Parijs. Mijn smeekbede voor het behoudt van mijn camera heeft dan ook geen zin en er zit niets anders op dan deze op te bergen in een bagagekluis. De foto's in deze blog zijn dan ook niet door mij gemaakt, maar door mijn 'geheime' gidsen. In de eeuwige nacht van het ondergrondse Parijs is geheimhouding heilig in een subcultuur met codes en schuilnamen.
De gang naar het eerste 'spookstation'; Arsenal
Het avontuur kan beginnen en we begeven ons als eerste naar station Arsenal. In 1965 diende dit station nog als decor voor de Franse film 'La Grosse Caisse', met de in 1970 overleden Franse acteur en komiek Bourvil in de hoofdrol. Knarsent opent zich een grote ijzeren deur die ons via een steile stenen trap brengt naar een schaars verlichte tunnel met links en rechts kabelgoten en muren vol met graffiti,. De lampen op onze helmen kunnen uit. Kijkend op mijn horloge zitten we al een paar uur na middernacht en Yves verzekert mij dat we geen treinen kunnen verwachten. Een fijn gevoel als we ons manoeuvreren over de rails richting onze eerste stop.  

Metrostation Arsenal, gesloten in 1939
Émelie vertelt mij dat er ook nog twee stations bestaan die wel zijn aangelegd maar nooit geopend zijn voor het publiek. De perrons liggen er wel, maar zij hebben geen uitgangen. Spookstations; Haxo (lijn 3) en Porte Molitor (lijn 9 en lijn 10). Maar het meest bijzondere station is Porte des Lilas-Cinéma, even in gebruik geweest tussen 1921 en 1939 en nu, uitsluitend in gebruik als decor voor films. Afhankelijk van de tijd of plaats waarin de film zich afspeelt worden de reclames en de stationsnaam overeenkomstig het scenario aangepast. Bekende films die gebruik hebben gemaakt van dit unieke decor zijn Le fabuleux destin d'Amélie Poulain en Paris, je t'aime.
Metrostation Arsenal of de tijd stil is blijven staan
Het is even na vijf uur als ik afscheid neem van mijn trouwe gidsen. Ik kan weer een aantal zaken afstrepen van mijn Parijse wenslijstje. Na het station Arsenal hebben ze mij als verrassing het bijzondere rangeerspoor laten zien dat de lijnen 4 en 10 met Odéon verbindt. Het is de enige overgang van het metronetwerk met een doodlopende straat. De treinen die hier van richting wisselen rijden eerst een doodlopende tunnel in om vervolgens na het omzetten van de wissel weer in omgekeerde richting te vertrekken. En last but not least het metrostation Croix Rouge. Onze tocht eindigt hier. Ik blijf alleen achter in de rue de Sèvres en bemerk nu pas hoe koud het is bovengronds. Ik moet nog ruim een uur wachten voor ik de eerste metro kan nemen naar het Station Austerlitz voor het ophalen van mijn achtergelaten fototas.
Het kruispunt van Odéon waar de lijnen 4 en 10 eindigen op een dood punt
Onder Parijs gaat een bijzondere onderaardse wereld schuil, net als in andere grote steden. Maar die van Parijs is diverser, vreemder. En dan doel ik niet alleen op de honderden kilometers lange tunnels, die samen een van de fijnst vertakte metronetwerken en riolen ter wereld vormen. Er is daar beneden nog veel meer te vinden: kanalen, waterreservoirs, crypten, bankkluizen en oude wijnkelders die illegaal dienstdoen als nachtclub of galerie. Maar het opmerkelijkst zijn de steengroeven: de meer dan 200 kilometer lange gangenstelsels die onder veel wijken te vinden zijn, met name in het zuidelijke deel van de stad.  Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren het de schuilplaatsen voor het Franse verzet maar tegenwoordig oefenen die tunnels een aantrekkingskracht uit op een heel andere clandestiene groep, een gemeenschap van vrijgevochten types die soms dagen- en nachtenlang ondergronds blijven: de Cathaphiles. Ook wel Urban Explorers genoemd.
Metrostation Croix Rouge eveneens gesloten in 1939
Afdalen in de catacomben van Parijs is illegaal en niet zonder levensgevaar. Zuurstofgebrek, gevaarlijke rioolgassen, gevaar voor instortingen of verdwalen en zelfs kans op verdrinking. Via mangaten en ontelbare ladders dalen ze af naar het binnenste van Parijs. Getooid met lampen, touwen en veiligheidshelmen, met als doel het verkennen van de duistere tunnels om er te feesten, te schilderen, of te fotograferen. Een goede gids is onmisbaar en vanwege de vele gevaren is het afdalen zonder gids, sinds 2 november 1955, zelfs strafbaar. Er bestaat een speciale politie-eenheid die dag en nacht patrouilleert in de catacomben en zich alleen bezig houdt met het opsporen van illegale bezoekers. Boetes kunnen oplopen tot 60 euro per overtreding. Bijna twee decennia geleden waren er naar verluidt 300 toegangen tot de steengroeven. De meeste zijn gesloten, maar nieuwe entrees zijn blootgelegd door ondernemende ontdekkingsreizigers, de Cathaphiles, mensen zoals Yves, François, Thierry, Émelie en Robert.
Meer lezen over ondergronds Parijs lees de Guide Gallimard 'Paris Secret', ISBN 2-7424-0338-8 of 'Stations de Métro' van Gérard Roland. Een uitgave van Christine Bonneton, EAN 978-2-86259-382-7 of 'Ticket de Métro Parisien' van Grégoire Thonnat, ISBN 978-2-7533-0114-6 of Le Métro de Paris van Julian Pepinster, ISBN 978-2918758-12-9.

dinsdag 2 april 2013

HENRI CARTIER-BRESSON

TIP: onderaan deze blog een smakelijke lezersaktie.

Afgelopen maand had ik nog net het geluk om in Parijs te kunnen genieten van het eerste beetje lentezon, om daarna weer genadeloos geconfronteerd te worden met het bizarre weerbeeld in Nederland. Het was dan ook huiveringwekkend koud toen ik door vrienden werd uitgenodigd voor een diner bij Brasserie Bresson in het centrum van Utrecht. Bij het naar binnengaan werd ik direct geconfronteerd met het blije gevoel dat zich altijd van mij meester maakt op het moment dat ik in Parijs binnenstap bij 'Aux Sportifs Réunis', de bistro van Guy Walczak aan de rue Brancion 75 in het 15e arrondissement. Leren banken langs de zijkanten, spiegels en nog eens spiegels en wanden vol met zwart-wit foto's. Bij Guy zijn het foto's van zijn vader, die in 1940 furore maakte als bokser met de bijnaam 'Yanek Le Terrible', Yanek de verschrikkelijke. Bij Bresson zijn het allemaal zwart-wit foto's van Parijs en u begrijpt, dat ik mij hier onmiddellijk thuis voelde. Brasserie Bresson is een écht Parijs restaurant in hartje Utrecht. Het Parijse restaurant - overigens afgeleid van se restaurer (versterken) - is in feite ontstaan tijdens de Franse Revolutie. Het werkeloos geworden keukenpersoneel van de aristocratie beproefde 'het kunnen' nu in hun eigen etablissement voor een groter publiek. Maar dat even terzijde.
Parijser kan het niet; het prachtige interieur van Brasserie Bresson in Utrecht (zie ook een speciale aanbieding voor u onderaan deze blog)
Eenmaal genesteld op een lange bank vlak bij de keuken nam ik ruim de tijd - bij een goede fles Merlot die ik direct had laten aanrukken - om de ambiance op mij te laten inwerken. Bresson? waar deed die naam mij ook weer aan denken?


De uiterst vriendelijke en attente bediening gekleed in onberispelijk zwart-wit  

Henri Cartier-Bresson (1908 - 2004) de Franse fotograaf, cineast en schilder, was in 1947 samen met Robert Capa en andere fotografen één van de oprichters van het befaamde fotoagentschap Magnum, het eerste fotografen-coöperatief ter wereld. Eigenlijk wilde hij schilder worden, maar als fotograaf was hij een van de grote getuigen van de 20ste eeuw. Zijn geheim? Hij was wars van het bijsnijden van foto's, hij streefde naar het in één keer vangen van het goede beeld. Achteraf de kadering van het onderwerp veranderen moest niet nodig zijn. Zijn talent lag in het licht en het voortdurend streven naar hèt ultieme moment. Hij hield niet van manipulaties. Hij fotografeerde wat hij zag en deed dat met zwart-wit foto's, waarin de emotie werd gevangen in strakke composities.
Volgens Cartier-Bresson was fotograferen "het op dezelfde lijn zetten van het hoofd, het oog en het hart". Met een diepe menselijkheid wist hij als geen ander de verborgen kant van de gebeurtenissen vast te leggen. Cartier-Bresson fotografeerde vele beroemdheden waaronder Marilyn Monroe. Hij fotografeerde Monroe op de set van haar laatst voltooide film; the Misfits, van John Huston. Ook was hij op bezoek bij Mahatma Gandhi, op het moment dat Gandhi werd neergeschoten. De foto's die Cartier-Bresson maakte van Gandhi op zijn sterfbed, werden wereldberoemd. Cartier-Bresson was aanwezig bij veel grote politieke internationale gebeurtenissen. Zo was hij aanwezig bij de Maoïstische revolutie in China, de overdracht van het bestuur van Indonesië en hij was de eerste fotograaf die vrij mocht fotograferen in de naoorlogse Sovjet-Unie. Ook legde hij de bouw van de Berlijnse muur vast. In 1970 stopt Cartier-Bresson officieel met fotografie om naar zijn eerste liefde terug te keren : Schilderen. Hoewel hij zijn hele leven is blijven schilderen komt zijn genie alleen in zijn fotografie tot uiting.
In het 14e arrondissement in een fraai gebouw van glas en staal is het archief van de vader van de fotojournalistiek ondergebracht. Het Fondation Henri Cartier-Bresson aan de impasse Lebouis 2. sinds de opening in 2004 - Cartier Bresson stierf kort na de opening in augustus 2004 - is het een ontmoetingsplaats voor alle liefhebbers van fotografie. Werk van Cartier Bresson en zijn tijdgenoten worden afgewisseld met exposities van jonge fotografen waaronder de winnaar van de jaarlijkse fotoprijs van de stichting.
Heerlijk, mijn avond kon niet meer stuk. Met vooraf een heerlijke Paté encroûte van wild met cumberlandsaus, gevolgd door de 'specialité du chef': een grote portie zwezeriken met eendenlever en truffeljus. Aansluitend een heerlijk dessert; Kouglof. Een gebak in tulband-vorm met amandelen en in Kirsch gedrenkte rozijnen. Ooit geïntroduceerd door Marie-Antoinette. Om het af te maken nog een selectie van mooie Franse kazen. Last but not least een 'petit café'. Parijser kon het niet en dat op slechts een uur rijden van mijn woonplaats.
Speciale lezersaktie:
Mocht u zin hebben in een avondje onvervalst PARIJS dan heb ik voor u als trouwe lezer van mijn weblog nog een aangename verrassing. Maak een print van deze blog. Bij bestelling van het 3-gangen menu Bresson krijgt u 15% korting en u betaalt slechts € 25 per persoon. Deze aktie is uitsluitend geldig op het menu Bresson. Ik wens u een genoeglijke avond en smakelijk eten.  Let op deze aktie is geldig tot en met 31 mei 2013 
Brasserie Bresson, Oudegracht 214, Utrecht. Parkeergarage Springhaver op 1 minuut loopafstand. Telefoon 030 - 232 26 23. Dagelijks geopend van maandag tot en met donderdag van 17.00 uur tot 24.00 uur. Vrijdag, zaterdag en zondag van 12.00 uur tot 01.00 uur. Zie ook de menukaart. 
Fondation Henri Cartier-Bresson, impasse Lebouis 2, 14e arrondissement. Metro Gaité, Edgard Quinet. openingstijden dinsdag tot en met zondag van 13.00 uur - 18. 30 uur. Op zaterdag van 11.00 uur - 18.45 uur. Op maandag gesloten. Entree € 6