In
een wat oudere uitgave van de National Geographic kwam ik een interview tegen
dat mij bracht tot een stout plan wat ik tijdens mijn bezoek aan Parijs in
maart ook daadwerkelijk heb uitgevoerd.
"Parijs
is het Mekka voor ondergrondse exploratie", zei Lazar Kunstmann in het
interview met de National Geographic. Hij is woordvoerder van een groep van Urban Explorers die zelfs een
clandestiene bioscoop runde onder de grond, op een plek dicht bij de Seine en
de Eiffeltoren. Op 23 augustus 2010 werd deze ondergrondse bioscoop helaas
ontdekt door de politie. Het filmtheater was voorzien van 30 uitgehakte
zitplaatsen met houten zittingen. Het complex omvatte verder een bar, een
restaurant en een aantal kamers voor een overnachting. Water betrok men vanuit
de tuinen van het Trocadero en de elektriciteit werd illegaal afgetapt van het
Palais de Chaillot. De groep beheert nog zeven andere ondergrondse sites waarover
hij wijselijk weigerde meer details te geven.
Mijn grootste wens gaat in vervulling: Een bezoek aan de 'spookstations' van de Parijse metro
Al
jaren koester ik de wens om af te dalen in de metro, om een bezoek te brengen
aan de spookstations die ooit zijn aangelegd maar nooit zijn geopend of... kort
na opening weer zijn gesloten. Bijvoorbeeld lijn 10 die loopt van Gare
d'Austerlitz naar Boulogne - Pont de Saint Cloud. Op 12 december 1923 opende men
hier het station Croix Rouge, gelegen tussen Sèvres-Babylone en Mabillon. Het
station ligt er nog steeds, maar sinds 1939 stopt er geen trein meer. Dit geldt
ook voor het station Arsenal (lijn 5) gelegen tussen de Quai de La Rapée en de
place de la Bastille.
Steile trappen met links en rechts kabelgoten brengen mij naar ondergronds Parijs
Op
die zaterdagnacht in maart ontmoet ik mijn gidsen met de schuilnamen Yves, François,
Thierry, Émelie en Robert voor het treinstation Gare Austerlitz vlakbij de quai
de la Rapée. De spelregels worden mij meteen duidelijk gemaakt. Geen foto's,
geen mobiele telefoons en geen vermelding van de plekken waar wij afdalen in de
catacomben van Parijs. Mijn smeekbede voor het behoudt van mijn camera heeft dan
ook geen zin en er zit niets anders op dan deze op te bergen in een
bagagekluis. De foto's in deze blog zijn dan ook niet door mij gemaakt, maar
door mijn 'geheime' gidsen. In de eeuwige nacht van het ondergrondse Parijs is
geheimhouding heilig in een subcultuur met codes en schuilnamen.
De gang naar het eerste 'spookstation'; Arsenal
Het
avontuur kan beginnen en we begeven ons als eerste naar station Arsenal. In 1965 diende dit station nog
als decor voor de Franse film 'La Grosse Caisse', met de in 1970 overleden
Franse acteur en komiek Bourvil in de hoofdrol. Knarsent opent zich een grote
ijzeren deur die ons via een steile stenen trap brengt naar een schaars verlichte
tunnel met links en rechts kabelgoten en muren vol met graffiti,. De lampen op
onze helmen kunnen uit. Kijkend op mijn horloge zitten we al een paar uur na
middernacht en Yves verzekert mij dat we geen treinen kunnen verwachten. Een
fijn gevoel als we ons manoeuvreren over de rails richting onze eerste stop.
Metrostation Arsenal, gesloten in 1939
Émelie
vertelt mij dat er ook nog twee stations bestaan die wel zijn aangelegd maar
nooit geopend zijn voor het publiek. De perrons liggen er wel, maar zij hebben
geen uitgangen. Spookstations; Haxo
(lijn 3) en Porte Molitor (lijn 9 en
lijn 10). Maar het meest bijzondere station is Porte des Lilas-Cinéma, even in gebruik geweest tussen 1921 en 1939
en nu, uitsluitend in gebruik als decor voor films. Afhankelijk van de tijd of
plaats waarin de film zich afspeelt worden de reclames en de stationsnaam
overeenkomstig het scenario aangepast. Bekende films die gebruik hebben gemaakt
van dit unieke decor zijn Le fabuleux destin d'Amélie Poulain en Paris, je
t'aime.
Metrostation Arsenal of de tijd stil is blijven staan
Het
is even na vijf uur als ik afscheid neem van mijn trouwe gidsen. Ik kan weer
een aantal zaken afstrepen van mijn Parijse wenslijstje. Na het station Arsenal
hebben ze mij als verrassing het bijzondere rangeerspoor laten zien dat de
lijnen 4 en 10 met Odéon verbindt. Het
is de enige overgang van het metronetwerk met een doodlopende straat. De
treinen die hier van richting wisselen rijden eerst een doodlopende tunnel in
om vervolgens na het omzetten van de wissel weer in omgekeerde richting te
vertrekken. En last but not least het metrostation Croix Rouge. Onze tocht eindigt hier. Ik blijf alleen achter in de
rue de Sèvres en bemerk nu pas hoe koud het is bovengronds. Ik moet nog ruim
een uur wachten voor ik de eerste metro kan nemen naar het Station Austerlitz
voor het ophalen van mijn achtergelaten fototas.
Het kruispunt van Odéon waar de lijnen 4 en 10 eindigen op een dood punt
Onder
Parijs gaat een bijzondere onderaardse wereld schuil, net als in andere grote
steden. Maar die van Parijs is diverser, vreemder. En dan doel ik niet alleen
op de honderden kilometers lange tunnels, die samen een van de fijnst vertakte
metronetwerken en riolen ter wereld vormen. Er is daar beneden nog veel meer te
vinden: kanalen, waterreservoirs, crypten, bankkluizen en oude wijnkelders die
illegaal dienstdoen als nachtclub of galerie. Maar het opmerkelijkst zijn de
steengroeven: de meer dan 200 kilometer lange gangenstelsels die onder veel
wijken te vinden zijn, met name in het zuidelijke deel van de stad. Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren het de
schuilplaatsen voor het Franse verzet maar tegenwoordig oefenen die tunnels een
aantrekkingskracht uit op een heel andere clandestiene groep, een gemeenschap
van vrijgevochten types die soms dagen- en nachtenlang ondergronds blijven: de
Cathaphiles. Ook wel Urban Explorers genoemd.
Metrostation Croix Rouge eveneens gesloten in 1939
Afdalen
in de catacomben van Parijs is illegaal en niet zonder levensgevaar.
Zuurstofgebrek, gevaarlijke rioolgassen, gevaar voor instortingen of verdwalen
en zelfs kans op verdrinking. Via mangaten en ontelbare ladders dalen ze af
naar het binnenste van Parijs. Getooid met lampen, touwen en veiligheidshelmen,
met als doel het verkennen van de duistere tunnels om er te feesten, te
schilderen, of te fotograferen. Een goede gids is onmisbaar en vanwege de vele
gevaren is het afdalen zonder gids, sinds 2 november 1955, zelfs strafbaar. Er
bestaat een speciale politie-eenheid die dag en nacht patrouilleert in de
catacomben en zich alleen bezig houdt met het opsporen van illegale bezoekers.
Boetes kunnen oplopen tot 60 euro per overtreding. Bijna twee decennia geleden
waren er naar verluidt 300 toegangen tot de steengroeven. De meeste zijn
gesloten, maar nieuwe entrees zijn blootgelegd door ondernemende
ontdekkingsreizigers, de Cathaphiles, mensen zoals Yves, François, Thierry, Émelie
en Robert.
Meer
lezen over ondergronds Parijs lees de Guide Gallimard 'Paris Secret', ISBN 2-7424-0338-8 of 'Stations de Métro' van Gérard Roland. Een uitgave van Christine
Bonneton, EAN 978-2-86259-382-7 of 'Ticket
de Métro Parisien' van Grégoire Thonnat, ISBN 978-2-7533-0114-6 of Le Métro
de Paris van Julian Pepinster, ISBN 978-2918758-12-9.
Heel mooi, deze tijdmachine!
BeantwoordenVerwijderenWeer een prachtig verhaal. En ook al zijn het niet jouw foto's, ze hebben, door jouw zwart-wit omzettingstechniek, toch helemaal jouw signatuur! Bedankt weer.
BeantwoordenVerwijderen