De collectie van meer dan 6000 mallen omvat een selectie afkomstig uit alle tijdperken, variërend van de prehistorie tot de 20e eeuw en diverse beschavingen: Griekse, Etruskische, Egyptische, Romeinse en oosterse oudheden, islamitische kunst, kunstwerken en sculpturen uit de middeleeuwen, de renaissance en de moderne tijd. Met een rijke geschiedenis van twee eeuwen, is de gieterij van het ‘Rmn-Grand-Palais’ een instelling zonder zijn gelijke in de wereld, unaniem erkend en wereldvermaard voor zijn knowhow. De werkplaats combineert het ambachtelijke werk met geavanceerde technieken. Van vervaardiging van een traditionele mal tot het maken van afdrukken door middel van 3D-scanning en de knowhow van het aanbrengen van patina, die een op een overeenkomen met de weergave van het origineel. Deze werkplaats, gelegen in Saint-Denis in de schaduw van het Stade-de-France, is een conservatorium van uitmuntendheid geworden.
Vandaag de dag draaien de werkzaamheden
van het Rmn-GP om drie assen. Het behouden en kopiëren van sculpturen die staan in
de openbare ruimtes, onderhevig aan de tand des tijds, te denken bijvoorbeeld
de tuinen van Versailles. De conservering van oude mallen van inmiddels
verdwenen of onherstelbaar verminkte werken. Commerciële bestellingen voor
galerieën, museumwinkels en particuliere verzamelaars. Maar ook samenwerking
met grote internationale hedendaagse kunstenaars waaronder bijvoorbeeld Daniel
Arsham. Daniel Arsham is een pionier in zijn multidisciplinaire benadering van moderne
en klassieke kunst. Voor zijn tentoonstelling ‘Moonraker’ in het Musée Guimet
(Musée national des arts asiatiques Guimet) te Parijs zocht de kunstenaar
samenwerking met het Rmn waardoor de kunstenaar kon putten uit de omvangrijke matrijzencollectie,
om zo een dialoog tot stand te brengen tussen zijn creaties en museale werken.
Voor zijn nieuwe tentoonstelling ‘Sands of Time heeft Arsham iconische kunstwerken opnieuw bekeken, waarbij wederom mallen van originele sculpturen werden gebruikt om nieuwe stukken te maken met zijn kenmerkende stijl van geërodeerd kristal. Om deze werken te maken, kreeg Arsham ongekende toegang tot van het Rmn, waar hij gebruik mocht maken van de mallen van sculpturale meesterwerken die onder meer te vinden zijn in de collecties van het Louvre en de Vaticaanse Musea. De in Saint-Denis vervaardigde kunstwerken zijn vanaf 11 juni 2021 te zien in het UCCA Dune Art Museum in Qinhuangdao, China.
Maar niet alleen Arsham zocht samenwerking met het Rmn-GP, ook de beroemde Amerikaanse kunstenaar Jeff Koons. Hij maakte in 2013 gebruik van de kennis, de expertise en de mallen van het Rmn-GP voor onder andere ‘Gazing Ball’, zijn versie van de Hercules Farnese, waarvan het origineel te vinden is in het Nationaal Archeologisch Museum te Napels en een kopie bedekt met bladgoud, werd door André Lenôtre geplaatst in de tuinen van het château Vaux-le Vicomte.
De Venus van Milo of De Aphrodite van Melos
Bij aankomst word ik verwelkomd door
mijn gids Camille die mij vervolgens in een van de enorme ateliers direct confronteert
met een levensechte kopie van De Venus van Milo of De Aphrodite van Melos,
waarvan het origineel, vervaardigd uit Grieks Paros marmer, te vinden is in het
Louvre. Het beeld werd in 1820 door een boer in een veld gevonden op het
Egeïsche eiland Melos (Italiaans: Milo) in de Cycladen en dateert vermoedelijk
van 130 voor Christus. De Venus van Milo wordt beschouwd als een symbool van
eeuwige schoonheid.
Even verderop zijn medewerkers bezig met
de mallen van nog een enorm beeld namelijk de gevleugelde Nikè van Samothrake. Het
beeld werd in stukken gevonden op 15 april 1863 op het Egeïsche eiland
Samothrake door de Franse viceconsul van het Ottomaanse Rijk en
amateur- archeoloog Charles Champoiseau. Champoiseau identificeerde de buste en
het lijf als een voorstelling van Nikè, die meestal wordt afgebeeld als een
gevleugelde vrouw. De fragmenten werden ter plaatse samengevoegd en in 1863
naar het Louvre verstuurd. Het beeldhouwwerk staat sinds 1884 tentoongesteld in
het Louvre in Parijs. Het is een van de beroemdste beelden uit de klassieke
oudheid en een van weinige die in oorspronkelijk Griekse vorm, en niet via
Romeinse kopieën, is overgeleverd. Met behulp van de verschillende originele
stukken maakte men in 1884 in de ateliers van het Louvre (voorganger van het
huidige Rmn-GP) een gespiegeld afgietsel van de rechtervleugel van het beeld,
en tevens reconstructies van de linkerborst en de rug van de buste.
Een getrouwe reproductie van een
gebeeldhouwd werk gieten is het resultaat van een lang en nauwgezet proces, dat
gebaseerd is op het maken van een mal en vervolgens het gebruik ervan om
meerdere afdrukken te verkrijgen. Bij zeer kwetsbare originelen wordt gebruik
gemaakt van 3D-afdrukken door middel van digitale technologie die het dubbele
voordeel hebben dat ze direct contact met het kwetsbare kunstwerk vermijden
maar ook de mogelijkheid bieden on vergrotingen en verkleiningen te maken.
Nadeel is dat het minder precies is dan bij het werken met siliconenelastomeer.
Monnikenwerk het weg retoucheren van de naden van de verschillende delen van de mallen
In het volgende atelier zijn medewerkers
bezig met het wegwerken van de naden die overeenkomen met het verbindingsvlak
van de verschillende delen van de mallen. Deze worden geretoucheerd en vervolgens
opnieuw bewerkt om elk spoor van het productieproces onzichtbaar te maken. Een
waar monnikenwerk. De laatste stap
bestaat uit het patineren om het effect te creëren dat zo dicht mogelijk bij
het origineel ligt. De patineurs van het Rmn-GP werken samen met
museumconservatoren om het referentiemodel te valideren.
In de ateliers worden ook diverse Mariannes vervaardigd. Zij is vaak het evenbeeld van één van de mooiste vrouwen van Frankrijk! Ze symboliseert de ‘triomf van de Republiek’. Zij is zelfs de personificatie van de Franse Republiek. De eerste officiële bustes waren afbeeldingen van anonieme vrouwen van het volk. Het model van Marianne zou een meisje afkomstig uit Sigolsheim, Elzas, zijn geweest. Daar kwam in 1969 verandering in toen Marianne het uitdagende evenbeeld kreeg van niemand minder dan de actrice Brigitte Bardot, ten tijde van de eerste feministische gevechten waar de vrouwen hun beha verbrandden.
Nog een symbool van de vrijheid. In 1972 opgevolgd door de actrice
Michèlle Morgan. In 1978 volgde de zangeres Mireille Mathieu (een misser),
Catherine Deneuve in 1985 en Inès de la Fressange, model en Chanel muze in
1989. Het was voor de eerste keer dat er voor een model werd gekozen. Deze
gebeurtenis zal ertoe leiden dat Inès haar exclusiviteitscontract met Chanel
verliest. Karl Lagerfeld wilde geen monument aankleden, “het is te vulgair”,
aldus de keizer van de mode. Ze zal elf jaar het officiële model blijven tot de
aanstelling in 2000 van weer een Frans topmodel. In 1999 werden voor het eerst
36.000 burgemeesters betrokken bij de keuze van Frankrijks icoon. Geholpen door
een kleine groep van lobbyisten; ‘Le comité de la Marianne d'Or’, werd met een
score van 36% het Franse topmodel Laetitia Casta, hoe kan het ook anders,
gekozen uit een shortlist van vijf kandidaten. De andere kandidaten waren
Estelle Hallyday - model, Patricia Kaas - zangeres, Daniela Lumbroso -
televisiepresentatrice , Laetitia Milot - actrice en mannequin en Nathalie
Simon - sportvrouw en televisiepresentatrice. Een minischandaal maakte in 2003
een einde aan haar status als Marianne toen Laetitia uit Frankrijk vertrok en
haar woonplaats Parijs verruilde voor London, op zoek naar een beter
belastingklimaat. De beroemdheid die volgde om model te staan voor de Marianne
was de Franse Talkshow host Evelyne Thomas in 2003. Bekend van het
televisieprogramma ‘C’est mon choix’. Evelyne Thomas had de voorkeur van de
burgemeesters boven de runners-up Laure Manadou, Rama Yade of zelfs Carla
Bruni-Sarkosy. De beeldhouwer was Daniel Druet.
Vanaf 2012 was Frankrijk weer toe aan een nieuwe persoonlijkheid om de nationale Marianne te belichamen. Opiniepeilingen gaven de voorkeur aan Sophie Marceau (44% van de stemmen). Verder aan Marion Cotillard (40%), Vanessa Paradis (33%), Florence Foresti (28%) en Anne Roumanoff (23%). Echter Sophie Marceau is alleen kandidaat geweest, er is nooit een buste van haar gemaakt. Het klinkt raar maar in het streng gereguleerde Frankrijk is er geen officieel Marianne-model. Geen enkele wetgevende of regelgevende tekst legt burgemeesters een specifiek model op, en verplicht hen zelfs niet om een Marianne in hun gemeentehuis te plaatsen. Wel kiest de vereniging van burgemeesters van Frankrijk regelmatig beroemde Franse vrouwen. Gekozen beeldhouwers hebben vervolgens de vrije hand om het beeld vorm te geven. De figuren die het populairst zijn bij de huidige gemeentehuizen zijn gemodelleerd naar de kenmerken van Brigitte Bardot, Catherine Deneuve en Laetitia Casta.
Een wandeling door ellenlange gangen bevolkt
met honderden beelden en bustes brengt
mij naar gigantische stellingen vol met mallen, alles keurig gecodeerd en
voorzien van foto’s van het originele beeld. Camille vertelt mij dat op nog een
andere locatie mallen liggen opgeslagen.
Maar het houdt nog niet op, Camille
leidt mij naar nog een afgeleide van het Musée du Louvre in Saint-Denis. Hier
bewaart en drukt ‘La Chalcographie du Louvre’, gecreëerd in 1797, uit een
collectie van meer dan 13.000 kopergravures prints bestemt voor de verkoop. De
collectie bestond oorspronkelijk uit kopergravures van het ‘Cabinet du Roi’
bestaande uit 900 platen van de beschrijving van Egypte aangekocht in opdracht
van Colbert in 1662. De oudste kopergravures dateren dan ook uit de zeventiende
eeuw. De Chalcographie du Louvre collectie omvat ook ongeveer honderd houten-
(houtsnede) en steen- (lithografie) matrijzen. Om technische redenen worden
deze platen niet meer gebruikt.
La Chalcographie du Louvre’, gecreëerd in 1797, bezit een collectie van meer dan 13.000 kopergravures
Al meer dan twintig jaar werkt het
Chalcographie du Louvre samen met een groot aantal hedendaagse kunstenaars om zo
de collectie uit te breiden met een collectie moderne kunst van onder andere
Raoul Dufy, Léonard Foujita, Jacques Villon tot Chas Laborde, Eugène Véder en
Cecile Reims. Sommigen van hen komen naar de werkplaats om te graveren. Ze
worden hierbij ondersteund door de ambachtslieden van het atelier die experts
zijn in de technieken van etsen en aquatint. De afdrukken die voortvloeien uit
deze samenwerkingen worden zo vaak afgedrukt als de plaat het toestaat, zonder
beperkingen op reproductie of handtekening. Dit principe, dat weliswaar in
strijd is met de praktijken van de hedendaagse kunstmarkt, bestendigt de
traditie van verspreiding die uniek is voor de Chalcographie du Louvre. Het
maakt het mogelijk om prints, gemaakt door internationaal gerenommeerde
kunstenaars, te verkopen tegen betaalbare prijzen.
Op het moment van mijn bezoek was een van de drukkers bezig met de ‘paumage’ (het met de handpalm verwijderen van de laatste overtollige inkt) van een kopergravure van Auguste Boucher-Desnoyers (1779-1857) voorstellend Charles-Maurice de Talleyrand-Périgord. Hertog van Talleyrand, vorst van Benevento en Frans diplomaat. Hier worden nog slechts 10 afdrukken van gemaakt aangezien het Louvre museum besloten heeft geen prints meer te maken van platen van voor het jaar 1848.
Een kopergravure van Auguste Boucher-Desnoyers (1779-1857)
Bij het verlaten van het pand realiseer ik mij dat hier de ‘negatieven’ liggen van het belangrijkste erfgoed van Frankrijk, om stil van te worden.
Ateliers
d'art de la Réunion des musées nationaux – Grand Palais is
uitsluitend op afspraak te bezoeken. Voor meer informatie verwijs ik naar de
website.
Adres: Impasse du
Pilier 1, 93217 Saint-Denis. Bereikbaar via de RER-B station La
Plaine-Stade de France.