Parijs krijgt een herdenkingsmuseum over terrorisme. Het project werd al eerder in 2018 aangekondigd door de Franse President Emmanuel Macron. Maar woensdag 12 mei heeft Macron dan ook daadwerkelijk aangegeven waar dit toekomstige museum zal worden gebouwd, namelijk de Mont Valérien gelegen in de voorstad van Parijs; Surennes in de Hauts-de-Seine in het gebouw van de INSHEA – het ‘Institut national supérieur formation et recherche - handicap et enseignements adaptés’ – Het hoger nationaal instituut voor training en onderzoek voor de opvoeding van jongeren met een handicap en aangepast onderwijs. Het huidige instituut zal binnenkort verhuizen naar Saint-Germain-en-Laye. In 1935 gebouwd door de architecten Eugène Beaudouin en Marcel Lods om leerlingen met tuberculose te huisvesten. Het modernistische gebouw staat sinds 1965 op de aanvullende inventaris van historische monumenten en werd in 2002 geclassificeerd als historisch monument. Gebouwd in een park van 1,89 ha, aan de zuidkant van de Mont Valérien. De klaslokalen, voor het grootste deel vierkant, zijn aan drie kanten voorzien van glazen wanden die volledig konden openen als een accordeon, om kinderen zoveel mogelijk bloot te stellen aan de zon en de natuur. De start van de ombouw naar het nieuwe museum is voorzien in maart 2022. Tegen 2027 zal deze nieuwe nationale culturele site worden geopend. Kunst historicus Henry Rousso is door Edouard Philippe, toen deze nog premier was, aangewezen als eindverantwoordelijke voor dit project.
Parijs na de aanslagen op Charlie Hebdo
Het toekomstige museum zal echter niet
aan één bepaalde aanslag worden gekoppeld. Door haar voorgeschiedenis uit het
verleden straalt het gebouw al veerkracht en weerstand uit. Het gebouw zal in
twee afzonderlijke delen worden verdeeld. Een herdenkingsgedeelte zal hulde
brengen aan alle Franse slachtoffers van terrorisme sinds 15 september 1974, de
datum van de eerste terroristische aanslag op de Drugstore Publicis in Parijs,
tot vandaag, of ze nu op nationaal grondgebied of in het buitenland stierven.
Het tweede deel van het gebouw zal een museum huisvesten. Het zal zeer dicht bij het ‘Mémorial de la
France combattante’ komen te liggen. Dit monument bij het fort Mont Valérien
herdenkt de Tweede Wereldoorlog. Per plaquette wordt een facet van de oorlog
weergegeven. Ook liggen hier 15 Franse verzetslieden begraven. Het museum zal
een belangrijke plaats worden voor alle te gedenken slachtoffers, maar ook voor
hun nabestaanden met lichamelijk en geestelijk letsel, naaste collega’s,
eerstehulpverleners en eerstelijns-hulpverleners. De namen van alle Franse
slachtoffers van terrorisme zullen hier worden ingeschreven. “We staan
momenteel aan het begin van een omvangrijke taak. We vragen alle nabestaanden
en slachtoffers om een inventarisatie te maken van objecten die relevant kunnen
zijn voor het museum. Voorwerpen en documenten die slachtoffers zouden willen
schenken of uitlenen aan het museum. Maar ook dossiers van justitie waaronder
bewijsstukken geleverd door burgerlijke instanties of opsporingsambtenaren.
Tevens zullen we alle betrokkenen steeds informeren over de voortgang van het
project”, aldus Guillaume Denoix de Saint-Marc, algemeen directeur van het
AFVT, ‘Association française des Victimes du Terrorisme’. “Dit museum moet de
angstaanjagende realiteit demystificeren en bediscussiëren en door deze
verklaringen slachtoffers in staat te stellen uit hun slachtofferpositie te
komen en hun veerkracht te consolideren.
Place de la République is vaak het nationaal trefpunt na een aanslag
Voor Frankrijk is dit project ongekend. Over
de hele wereld waren maar drie musea gewijd aan terrorisme: Het ‘9/11 Memorial’
(New York), het ‘Oklahoma City National Memorial’, het toneel van een dodelijke
ultrarechtse aanval in 1995, en het ‘Center of July 22’ in Oslo, als eerbetoon
aan de slachtoffers van de moord op Utoya in 2011. Zeer onlangs werd nog het ‘Fundación
Centro para la Memoria de las Víctimas del Terrorismo’ geopend in
Vitoria-Gasteiz, in Spaans Baskenland.
Frankrijk wordt al sinds 1974 geteisterd door aanslagen. Laatst nog, op 23 april 2021, toen in de entree van het politiecommissariaat in Rambouillet een politiebeambte de keel werd doorgesneden door een 36-jarige Tunesiër. De dader werd ter plaatse doodgeschoten door de politie. De bloedigste aanslagen ooit in Frankrijk werden gepleegd in 2015. Op 7 januari van dat jaar vielen er twaalf doden bij een terroristische aanslag op de redactie van Charlie Hebdo. Vooral de redactie van het satirische tijdschrift werd getroffen: tien redactieleden en twee politieagenten kwamen om. Die dag was er ook een gijzeling in een joodse supermarkt vlakbij Parijs. Daarbij vielen vijf doden. Op vrijdag 13 november 2015 kwamen bij meerdere aanslagen in Parijs, onder meer in theater de Bataclan, in totaal 129 mensen om het leven. President François Hollande besloot die nacht om voor het eerst in vijftig jaar de noodtoestand af te kondigen. Na de aanslag in Nice werd besloten deze te verlengen. Op 14 juli 2016 rijdt een vrachtwagenchauffeur in op een menigte in Nice. Er vallen ruim tachtig slachtoffers, onder wie ook veel kinderen. De boulevard van Nice stond vol met mensen die naar een vuurwerkshow hadden gekeken, toen de vrachtwagen op de menigte inreed. De chauffeur reed zo'n twee kilometer door de mensenmassa, tot hij werd doodgeschoten.
Waarom is Frankrijk zo vaak het doelwit
van terrorisme?
Volgens Jelle van Buuren, Universitair
Docent aan het ‘Institute of Security and Global Affairs’, van de Universiteit
Leiden, is Frankrijk zo vaak het doelwit, mede omdat het politiek en militair
een belangrijke rol speelt in het Midden-Oosten en West-Afrika. Daardoor zijn
zij een goed zichtbaar doelwit: ‘Het is een groot en machtig land, dus als je
dat kan treffen, tel je mee. Ook profileert Frankrijk zich sterk met de
scheiding tussen kerk en staat. Dat valt niet goed bij delen van de
islamitische wereld’. Daarnaast speelt ook het Charlie Hebdo-proces een
belangrijke rol’, zegt Van Buuren. ‘Mede door het proces is de spanning in
Frankrijk al weken hoog’.
Het gedachtegoed onder de aanslagen in Frankrijk ligt volgens Van Buuren nog altijd bij het thema wraak. ‘Terroristen nemen wraak voor het beledigen van de profeet. Daarmee proberen extremisten de vrijheid van meningsuiting te verwerpen. Dit gedachtegoed laat zien dat de extremistische ideologie in Frankrijk nog springlevend is. Het is niet alleen gewelddadig, maar verwerpt ook kernwaarden van de maatschappij’. Van Buuren denkt dat het lastig is om deze extremistische ideologie te bestrijden. ‘Het is in Frankrijk een politieke strijd, maar de religieuze waarden tellen zwaarder voor deze extremistische moslims’.
De eerste terroristische aanslag in
Frankrijk had een andere reden. Op zondag 15 september 1974, om 17,15 uur,
gooide een man van vijfentwintig tot dertig jaar, lang en atletisch, met een
vierkante kaak, een granaat naar binnen bij de Publicis Drugstore gelegen aan
de boulevard Saint-Germain 149, op de hoek bij de rue de Rennes. Het pand lag
naast de beroemde brasserie Lipp en tegenover het Café de Flore, in het hart
van de wijk Saint-Germain-des-Prés. Het was net voor de start van het nieuwe
schooljaar, het was zonnig weer en de drugstore zat bomvol. Bij de aanval komen
twee mensen om het leven en raken vierendertig anderen zwaar gewond. De
overleden slachtoffers zijn 27 en 55 jaar oud. De terrorist Carlos werd
hiervoor uiteindelijk tot tweemaal levenslang veroordeeld, in 2017 en daarna in
2018. De aanslag was bedoeld om de vrijlating af te dwingen van een op Orly
gearresteerde Japanner, Yoshiaka Yamada, lid van het Japanse Rode Leger. Hij
had een aktetas bij zich met daar in documenten en plannen over aanslagen die
een terroristische groepering in Europa had gepland, samen met een grote som
geld.
Het is dus nog even wachten tot 2027,
maar laten we hopen dat Frankrijk tot die tijd gevrijwaard mag blijven van nog
meer terroristische aanslagen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten