Père Lachaise is voor
buitenlandse toeristen de vierde attractie van Parijs, na de Eiffeltoren, de
Notre Dame en de Arc de Triomphe. Waarschijnlijk is het de unieke combinatie
van bijzondere grafkunst, l'art funèbre, vanaf 1804 tot heden, in combinatie
met de romantische, eerbiedwaardige, groene omgeving. Maar zeker ook de
aanwezigheid van grafstenen met honderden beroemde namen, begraven in wat eens
het landgoed was van Louis Baron
Desfontaines. Hier liggen maarschalken, politici, schrijvers, kunstschilders,
filmsterren, filosofen, componisten en zangers naast duizenden gewone Fransen
in de schaduw van meer dan twaalfduizend bomen. Maar Père Lachaise is niet alleen
interessant vanwege zijn graven en beroemdheden. Het is ook de beeldentuin van
oorlogsmonumenten. Dit keer neem ik je niet mee langs al die beroemdheden maar
langs monumenten die minder heroïsch of bekend zijn.
Père Lachaise is niet alleen interessant vanwege zijn graven en beroemdheden, het is ook de beeldentuin van oorlogsmonumenten
We stappen uit bij metro
Père Lachaise, bij de uitgang aan de place Auguste Mérivier en gaan rechts de
avenue de Gambetta in. Na ongeveer honderdvijftig meter aan de rechterkant,
komt u aan bij een van de mooiste en rustigste tuinen van Parijs: Le jardin du
Samuel de Champlain. Slechts 13192 m² groot. Een langgerekte strook, die loopt
langs de noordwest muur van het kerkhof Pére Lachaise. Deze serene openbare
tuin, aangelegd in 1889, is genoemd naar de vader van het nieuwe Frankrijk, de
Fransman Samuel de Champlain; navigator, cartograaf, ontdekker, geograaf en
etnoloog. Hij stichtte in 1608 de Canadese stad Quebec.
Bij het binnengaan van de
tuin, zie je aan de rechterkant, de hoge muur van de begraafplaats. De
weelderige tuin staat bekend om haar verscheidenheid aan bomen waaronder zeer
verschillende soorten esdoorns. Logisch
want het blad, de 'Maple Leaf' is bekend
als het esdoornblad in de Canadese vlag. Vrijwel onmiddellijk voert een
steile helling je naar boven, met als beloning, boven aan de top, een prachtig
uitzicht over typische Haussmann gebouwen van de Avenue Gambetta en de
noordwestzijde van Parijs. Wat opvalt is de stilte. Het geluid van de drukke
avenue wordt volledig geabsorbeerd door het weelderige groen.
Le mur aux victimes des Révolutions
De steile klim wordt
beloond door een bijzonder monument uit 1909, gemaakt door de Franse
beeldhouwer Paul Moreau-Vauthier (1871-1936); 'Le mur aux victimes des
Révolutions'. Een monument ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de Franse
revoluties. Linksonder, als inscriptie, een uitspraak van Victor Hugo: “Ce que nous demandons à
l’Avenir. Ce que nous voulons de Lui. C’est
la Justice. Ce n’est pas la Vengeance.” (Vrij vertaald; Wat wij in de toekomst
vragen, wat wij willen, is rechtvaardigheid, geen wraak) Geraakt door dit
monument en de prachtige tekst, lopen we verder en passeren een oude gesloten
toegangspoort, vol met graffiti, die vroeger leidde naar de grootste necropool
van Parijs wetende, dat achter deze muur, ook de beeldhouwer zelf hier begraven
ligt. We verlaten de tuin en gaan rechts de rue des Rondeaux in. Tegenover de
avenue de Père Lachaise ligt de oost-ingang van de begraafplaats.
Van de meer dan 300.000 joden die in 1940 in Frankrijk verblijven, komen er 76.000 om in concentratiekampen van de nazi’s
Weinigen weten dat in Frankrijk 25 april bekend staat als ‘La Journée
Nationale des Déportés et de la Libération des camps’. Daar waar Frankrijk stil staat bij alle
gedeporteerden en hun bevrijding uit de
concentratiekampen 76 jaar geleden. Het is ook voor het eerst dat er op deze
dag geen massale herdenking kon plaatsvinden vanwege het Corona virus. Van de
meer dan 300.000 joden die in 1940 in Frankrijk verblijven, komen er 76.000 om
in concentratiekampen van de nazi’s. Dit is aanmerkelijk minder dan in
Nederland, waar van de 140.000 joden er niet minder dan 104.000 worden
vermoord. De oorzaak van dit relatief lage aantal slachtoffers in Frankrijk,
ligt waarschijnlijk in de weigering van de regering-Pétain om Franse joden uit
te leveren. Alleen niet-Franse joden werden vervolgd, waardoor meer dan
driekwart van het Franse jodendom de oorlog kon overleven. Naast de deportatie
van de Franse joden, zijn gedurende de oorlogsjaren ook nog eens 600.000
communisten, arbeiders, verzetsmensen en dwangarbeiders voor de
oorlogsindustrie naar Duitsland afgevoerd. Van deze groep zijn 89.000 mensen
omgekomen.
De wandelroute die we gaan nemen
Bij de oost-ingang gaan
wij direct rechtsaf, de avenue Circulaire naar divisie 97. Daar treffen wij een
reeks van zeer indrukwekkende monumenten aan als eerbetoon aan de duizenden
slachtoffers die leden en of vochten tegen de nazi-barbarij. Deze monumenten
zijn in de eerste plaats opmerkelijk vanwege hun diversiteit en hun buitengewone
weergave van zoveel tragedie. De kunstenaars, bronsgieters, marmerwerkers, etc.
die ze hebben gemaakt, hebben hier herkenbaar een aspect van de deportatie
vastgelegd, gekoppeld aan de specifieke identiteit van de diverse
concentratiekampen. Het thema lijden is alom tegenwoordig, omdat de scheppers
de gruweldaden en de levensomstandigheden van de miljoenen slachtoffers in
steen of brons treffend hebben vertaald.
Mauthausen (T)
Meteen op de hoek van
divisie 97 twee monumenten: Het monument ter ere van de slachtoffers van kamp
Mauthausen en daarnaast van kamp Flossenbürg.
Mauthausen was berucht om
zijn lange, hoge trap met 186 ongelijke treden. Daarover moesten
dwangarbeiders, voornamelijk Russen en zigeuners, brokken graniet uit een lager
gelegen steengroeve naar boven slepen, een opgave waaronder de meeste van hen
na verloop van tijd bezweken. Dat was ook de enige functie van de trap waar
SSérs weddenschappen afsloten wie het eerst zou bezwijken. Het monument, in
1958 gebeeldhouwd door Gérard Choain, stelt een naakte uitgemergelde man in
brons voor, zwaar gebukt onder een zware lading graniet aan de voet van een
schijnbaar eindeloze trap. Het bronzenbeeld is van M. Hohwiller. De keuze van
de kunstenaar was om de nuchterheid en de wreedheid met elkaar te verzoenen.
Het monument bestaat uit zeven blokken graniet afkomstig uit de steengroeve van
Mauthausen op 25 km van Linz, Oostenrijk. 180.000 mannen en vrouwen werden daar
opgesloten, 154.000 stierven gemarteld, vergast, neergeschoten, opgehangen.
Het monument ter ere van de slachtoffers van kamp Mauthausen
Flossenbürg (U)
Het monument er naast,
uit 1988, is ter nagedachtenis van de slachtoffers van concentratie-kamp
Flossenbürg. Een trap van 10 steile treden uitgehouwen uit graniet afkomstig
uit de steengroeve rondom het kamp. Aan de voet 4 blokken steen die op brute
wijze symbool staan voor de hoofdoorzaken van de dood van 75.000 gedeporteerden.
Tegen 1945 bevonden er zich 40.000 gevangenen in het Flossenbürg-complex,
waarvan 11.000 vrouwen. Zij werden gebruikt in de steengroeves en in de
wapenindustrie. Wie tewerkgesteld werd in de steengroeve, had gemiddeld nog
drie maanden te leven. 1 op de 3 gevangenen overleefden haar/zijn
tewerkstelling in de steengroeven en in de bosbouw niet. Net voor de bevrijding
van het concentratiekamp werden de gevangenen gedwongen te voet naar andere nog
niet bevrijde concentratiekampen te marcheren. De uiteindelijke bedoeling van
die dodenmarsen was de volledige liquidatie van de overlevenden. Op die manier
zouden alle sporen worden uitgewist. Het kamp werd bevrijd in april 1945 door
de geallieerden.
Onder deze steen ligt een beetje as van de 13.500 Franse martelaren die door de nazi's in het kamp Neuengamme zijn vermoord
Neuengamme (R)
Een sobere steen in wit
graniet met daarachter een gehurkte figuur zonder uitdrukking die de
afwezigheid van gevoelens en dus een zekere ontmenselijking weerspiegelt.
omlijst de gedenksteen met de tekst: Onder deze steen ligt een beetje as van
de 13.500 Franse martelaren die door de nazi's in het kamp Neuengamme zijn
vermoord. Ze stierven zodat wij vrij konden leven. Hun families en hun zeshonderd
overlevende kameraden hebben dit monument ter nagedachtenis opgericht.
XIII November MCMXLIX
Bijna de volledige
administratie van Neuengamme is vernietigd. Omdat een gevangene de boeken uit
de ziekenbarakken in de steenfabriek heeft verstopt zijn duizenden namen
bewaard gebleven. Verder rest er nog een, door gevangenen bijgehouden,
dodenboek en zijn er gegevens van het Rode Kruis. Er wordt nog steeds gewerkt
aan de reconstructie van de administratie, maar het ziet er niet naar uit dat
deze nog volledig te krijgen is. Het monument, ontworpen door Pierre Honoré, is
een van de eerste die in 1949 op de begraafplaats werd ingewijd. Ook dit beeld
bevat as uit een van de verbrandingsovens.
Het monument Ravensbrück dwingt tot overdenking
Ravensbrück (Q)
Het monument Ravensbrück dwingt
tot overdenking. Het is van bescheiden formaat en presenteert twee handen,
onevenredig groot, die als het ware uit een hoop stenen springen. Volgens
getuigenissen symboliseren zij de solidariteit van vrouwen die weerstand bieden
en vechten tegen de ontmenselijking. Ravensbrück, zo’n vijfentachtig kilometer ten noorden van Berlijn, was namelijk het enige
vrouwen-concentratiekamp in het Derde Rijk en werd in 1938 door de SS
opgericht. Hier vallen meer dan 90.000 doden op een totaal van 132.000
gevangenen van 29 verschillende nationaliteiten, onder wie 8.000 Fransen. Op 30
april 1945 werd het kamp door het Sovjetleger bevrijd.
Twee handen, onevenredig groot, die als het ware uit een hoop stenen springen
Auschwitz-Birkenau (P)
Alleen de naam al
vertegenwoordigt de gruwel van de deportaties en de genocide. De bouw van het
kamp begon in 1941 als onderdeel van de ‘Endlösung der Judenfrage’ en is op 27
januari 1945 door de Sovjettroepen bevrijd. Vanwege zijn omvang wordt Auschwitz
beschouwd als hèt symbool van de massamoorden gepleegd door de nazi’s. Van de
1,3 miljoen gedeporteerden overleefden ongeveer 1,1 miljoen mannen, vrouwen en
kinderen, van wie de overgrote meerderheid joden waren, Auschwitz niet.
De sobere gedenkplaats
bestaat uit een kolom waarin het onherkenbare silhouet van een mens met een vergroot
hoofd is te zien. Hier worden de 76.000 Franse joden en 3.000 niet- joden
herdacht.
We houden links aan. De
monumenten aan de overzijde worden later besproken.
Auschwitz-Birkenau, vanwege zijn omvang wordt Auschwitz beschouwd als hèt symbool van de massamoorden gepleegd door de nazi’s
Büchenwald-Dora (L)
Een donkere groep
uitgemergelde gevangenen, die elkaar maar ternauwernood staande kunnen houden,
verbeeldt de ellende in dit op een heuvel boven Weimar ingerichte werkkamp waar
zo’n 238.000 mensen gevangen werden gehouden en 57.000 mensen de ontberingen
niet overleefden. Een relatief laag aantal maar Büchenwald was een werkkamp
onder andere voor de productie van de V1 en de V2 en had uitroeiing niet als
eerste doel.
Horror en lijden worden
hier perfect uitgedrukt, net al solidariteit en wederzijdse hulp. De leden
onlosmakelijk met elkaar verbonden. Twee gedeporteerden met een levenloos
uiterlijk proberen hun kameraad op te tillen die dood is. Het
Büchenwald-Dora-monument is een van de meest uitzonderlijke qua expressiviteit.
Gebeeldhouwd door Louis Bancel en gegoten door de bronsgieterij van Godard.
Het Büchenwald-Dora-monument is een van de meest uitzonderlijke qua expressiviteit
Op de voet de
tekst van Louis Aragon:
Qu’à jamais ceci montre comme l'Homme dut tomber
et comment le courage et le dévouement
lui conservent son nom d'Homme.
Laat voor altijd laten
zien hoe de mens is gevallen
en hoe met moed en
toewijding
hij zijn naam behoudt
als man
Het monument werd onthuld
op 5 april 1964
Oraniënburg-Sachsenhausen
(I)
Het kamp lag 35 kilometer
van Berlijn. Vanaf 1936 tot 1945 werden hier naar schatting 200.000 mensen
geïnterneerd en stierven er 100.000. Onder de gevangenen waren politieke
tegenstanders van Adolf Hitler, krijgsgevangenen die het nazi regime als
'minderwaardig' beschouwden: geestelijk gehandicapten. zogenaamde asocialen,
Roma’s, Joden, homo-seksuelen en Jehova’s getuigen. ‘Sachso’ was vooral berucht om de uitgebreide
proeven die SS-artsen op gevangenen uitvoerden. Gevangenen werden opzettelijk
grote wonden toegebracht om de genezing te bestuderen en kinderen werden besmet
met hepatitis B teneinde de veranderingen in de lever te volgen. Proeven die
vrijwel altijd met de dood eindigden. In augustus 1941 vond daar een massamoord
plaats met de executie van meer dan 13.000 Sovjet krijgsgevangenen. Op hen werd
de in Sachsenhausen ontwikkelde nekschotmachine uitgeprobeerd. Het kamp werd
door het Rode Leger bevrijd op 22 april 1945. Het kolossale stilistische beeld (meer
dan 5 meter) gemaakt door Jean-Baptiste Leducq en onthuld in 1970, stelt een
magere man voor die staande blijft, gedragen door doornige takken, waarbij de
wortels een pijnboom voortbrengen en de top eindigt als herinnering aan de
vlam. De kroon stekelig aan de basis, symboliseert de sluiting van het kamp. In
het midden rijst als een kreet naar de hemel, het tragische beeld op van een
lichaam, uitgerekt in de hoop herboren te worden en voort te leven in de
herinnering.
We draaien nu 180 graden.
Oraniënburg-Sachsenhausen, het kolossale stilistische beeld (meer dan 5 meter) stelt een magere man voor die staande blijft, gedragen door doornige takken
Buna Monowitz (J)
Aan de overzijde de
sobere gedenkplaats voor Auschwitz III ook wel Buna
Monowitz genoemd. Auschwitz III was het laatste van de drie grote kampen
van het concentratiekampcomplex Auschwitz. Het uit repen staal vervaardigde
monument, onthuld in 1993, herinnert aan de immense chemische fabrieken van
AEG, IG-Farben, Henkel en Siemens. 30.000 gedeporteerden, van wie 3500 uit
Frankrijk, vonden hier de dood. N’Oublions Jamais! staat er op de bronzen
gedenkplaat. Op dat wij nooit zullen
vergeten.
Buna Monowitz
Natzweiler-Struthof
(K)
Natzweiler-Struthof was
het enige Duitse concentratiekamp op Frans grondgebied, ongeveer 50 kilometer
buiten Straatsburg bij de plaats Natzwiller (ook wel Natzweiler), op 800 meter
hoogte. Het kamp was van mei 1941 tot november 1944 operationeel. De locatie
van het kamp was speciaal door Albert Speer gekozen vanwege de aanwezigheid van
roze graniet, benodigd voor de megalomane plannen voor het te bouwen Germania,
de nieuwe hoofdstad van het Derde Rijk. In totaal werden hier 52.000 mensen geïnterneerd,
afkomstig uit onder meer Frankrijk, Nederland, Duitsland, Noorwegen, Polen en
de voormalige Sovjet-Unie. De gevangen moesten zware lichamelijke arbeid verrichten
en dit in combinatie met de barre levensomstandigheden en voedseltekorten
leidde tot vele slachtoffers. Natzweiler-Struhof was net als Groß-Rosen
aangewezen als Nacht und Nebel-kamp, waar mensen spoorloos moesten verdwijnen Er
stierven hier 22.000 mensen aan uitputting of werden vermoord in de gaskamers. Op
23 november 1944 werd Natzweiler-Struthof officieel door de Amerikanen bevrijd.
De aangrijpende sculptuur; ‘Le Gisant’, ontworpen door Georges Halbout, is een
kopie van het beeld geplaatst bij de ingang van het kamp Natzweiler-Struthof.
De installatie op Père Lachaise vond plaats in augustus 2004, op initiatief van
overlevenden en familieleden van ‘verdwenen’ gevangenen.
Het aangrijpende monument Natzweiler-Struthof
Dachau (M)
Als op 29 april 1945 het
zuid-Duitse kamp Dachau, pal boven de Beierse stad Munchen, wordt bevrijd, zijn
daar rond de 100.000 mensen vermoord en meer dan 200.000 gevangen gehouden.
Dachau wordt al in 1933 opgezet na de machtsovername van Hitler en is daarmee
het eerste concentratiekamp van de nazi’s en een opleidingskamp voor de beulen
die later het commando krijgen over de latere concentratiekampen. Bijgestaan
door een commissie van overlevenden, werkten de architecten Louis Duco en
François Spy in 1985 (Op de 40e verjaardag van de bevrijding van de kampen) aan
een constructie die op een kleine herdenkingstempel zou kunnen lijken. Twee
brute en koude granieten zuilen ondersteunen een driehoek van rood marmer met
de naam van het kamp, een directe verwijzing naar de borduursels die op de
pyjama's van de gedeporteerden werden genaaid. Onder de punt van de driehoek
staat een klein zwart lijkkistje waarin zich as uit het crematorium van Dachau
bevindt. De bezoeker zal dit kistje pas zien als hij de zeven treden beklimt
die naar het monument leiden. Een zin van Edmond Michelet, die naar dit kamp is
gedeporteerd, loopt over de muur en moedigt reflectie aan: “Nous avons sondé
des abîmes en nous mêmes et chez les autres - We hebben afgronden in
onszelf en in anderen onderzocht”.
Twee brute en koude granieten zuilen ondersteunen een driehoek van rood marmer met de naam van het kamp: Dachau
Bergen-Belsen (N)
Het kamp Bergen-Belsen,
ten noorden van Hannover, was in eerste plaats bedoeld voor ‘beschermde’ joodse
gedeporteerden die de nazi’s als betaalmiddel gebruikten, hetgeen niet
verhinderde dat hier 50.000 mensen stierven, van wie meer dan 10.000 tijdens
een tyfus-epidemie. Onder de slachtoffers was onder andere Anne Frank. Het
gedenkteken uit 1985 is ontworpen als een fuik die naar een obelisk leidt die
het midden houdt tussen een schoorsteen of een overwinningszuil. Twee taps
toelopende muurtjes met daarop een rails die de herinnering oproepen aan de
dodentreinen. Op de muurtjes zijn de namen van grote vernietigingskampen
gegraveerd, aan de voet, grote en kleine afdrukken van voetstappen van mannen,
vrouwen en kinderen. Twee platen vermelden de tekst: "Dat ZIJ hebben
geleden en gehoopt, maar dat GIJ zult vechten voor de vrijheid en dat men wel
de lichamen heeft kunnen verbranden, maar nooit hun geest".
Het monument voor kamp Bergen-Belsen; Onder de slachtoffers was onder andere Anne Frank
Convoy 73 (O)
Het konvooi 73 was een
konvooi van joden gevangen in Drancy die in het treinstation van Bobigny op 15
mei 1944 op transport werden gesteld richting de Baltische staten. 878 Gevangenen,
uitsluitend mannen, werden gedeporteerd naar vernietigingskampen in Kaunas
Litouwen, ook wel het Negende Fort genoemd en naar Reval-Tallinn (Estland). Misschien
om te werken aan betonconstructies voor de Todt 2 organisatie. Aan het einde
van de oorlog waren nog maar 22 gedeporteerden in leven. Onder de
gedeporteerden de vader en de broer van Simone Veil, een van de meest geliefde
Franse personaliteiten. Zelf werd
zij met haar moeder en zus gedeporteerd naar Auschwitz en van daar naar
Bergen-Belsen. Simone Veil was de enige
die overleefde. De families van de slachtoffers hoorden pas halverwege de jaren
1990, vijftig jaar na de feiten van de bestemming van dit konvooi, met name door
de ontdekking van een inscriptie op een muur van het Negende Fort "Wij
zijn 900 Fransen". Het monument uitgevoerd in rood marmer werd onthuld
op 26 november 2006.
Het konvooi 73 was een konvooi van joden gevangen in Drancy die in het treinstation van Bobigny op 15 mei 1944 op transport werden gesteld richting de Baltische staten
Met dit monument komt een
einde aan een macabere wandeling zodat wij 76 jaar na datum niet zullen
vergeten. Eens per jaar vindt wereldwijd de Joodse herdenking plaats van de
slachtoffers van de Jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog én de
herdenking van de opstand van het Getto van Warschau.
‘Jom Hasjoa’ staat voor
Holocaust herdenkingsdag en vond dit jaar
plaats vanaf zonsondergang dinsdag 21 april tot zonsondergang woensdag 22
april. Gedurende 24 uur staat men dan stil
bij de vernietiging van de zes miljoen Europese joden, tijdens de Tweede
Wereldoorlog en bij de invloed van de sjoa op het Joodse volk. Volgens de Joodse kalender valt Jom Hasjoa
elk jaar op 27 Nisan.
‘Jom Hasjoa’ staat voor Holocaust herdenkingsdag
Ne jamais oublier
Dans le petit matin gris, on les a arrêtés
Dans le train qui les transportait
Ils pleuraient, priaient, se soutenaient
Se tenant par la main de peur d'être séparés
De quelles fautes étaient-ils accusées ?
Pour être ainsi, blessés, humiliés, battus
De tous leurs droits on les a déchus
Les enfants de leur mère on été séparés
Pendant ces mois plus longs que des années
En haillons, courbant la tête, ils ont tenu
Pensant que le monde les avait oubliés
Beaucoup sont morts, peu sont revenus
Qu'avaient-ils bien pu faire ? Pour vivre un tel enfer
Etre traité, comme jamais, on ne traite une bête
Il ne leur restait que des rêves plein la tête
Quand vous les rencontrez, ils posent sur vous, un regard si doux
Ils racontent leur enfer, par pudeur ils ne disent pas tout
Dieu fasse qu'il en reste toujours un pour témoigner
De la folie des hommes, et que cela ne puisse recommencer
Annie Mathieu
Vergeet nooit
In de grijze ochtend
werden ze gearresteerd
In de trein die hen
vervoerde
Ze huilden, baden,
steunden elkaar
Hand in hand uit angst om
gescheiden te worden
Van welke fouten werden
ze beschuldigd?
Te worden verwond,
vernederd, geslagen
Met al hun rechten
scheurden we ze uit elkaar
De kinderen van hun
moeder gescheiden
Gedurende maanden langer
dan jaren
In vodden, hun hoofd
buigend, hielden ze vast
Denkend dat de wereld hen
was vergeten
Velen stierven, enkelen
keerden terug.
Wat hadden ze kunnen
doen? Om in zo'n hel te leven
Als je als nooit tevoren
wordt behandeld, behandeld als een beest
Ze hadden alleen dromen
in hun hoofd
Als je ze ontmoet,
poseren ze met een blik die zo lief is
Ze vertellen hun hel,
door hun bescheidenheid vertellen ze niet alles
God maakt dat er altijd
één over is om te getuigen van de
waanzin opdat dat het
niet opnieuw kan beginnen
Reacties van Nederlanders in Frankrijk op Nederlanders.Fr
BeantwoordenVerwijderenReactie van Theodora Besse
Prachtig gedicht van Annie Mathieu. Dankjewel Ferry, voor dit bijzondere artikel en voor de foto's, waarvan ik de eerste van het beeld in Monowitz het meest sprekend vind voor de vreselijke ellende die veel van de overlevenden jarenlang hebben meegemaakt en die ze bij terugkeer aan niemand kwijt konden en door geen mens werd begrepen, blij als iedereen was dat de oorlog eindelijk voorbij was.
Reactie van Jos van den Hout
Ferry,
Bedankt voor deze historische terugblik in tekst en beeld.
Reactie van Rob van der Meulen
Eenmaal buiten gekomen kan de wandeling nog worden voortgezet langs die lange muur aan de boulevard Ménilmontant. In het voorjaar van 2018 nog een gewone muur. Op 11 november 2018 werd er een monument onthuld ter nagedachtenis aux 94 415 morts et 8 000 disparus parisiens, de la Grande Guerre de 1914-1918. Voor veel toeristen lijkt vooral het graf van Jim Morrison (the Doors) het doel van het bezoek te zijn. Voorbij lopend aan een leed dat met de jaren niet slijt, eigenlijk steeds onvoorstelbaarder wordt.
Reactie van Rob van der Meulen
Ferry, ze waren in mei 2018 nog hard aan het werk en bij het lezen van deze tekst, een bord zoals je dat bij alle verbouwingen tegenkomt maar nu met een korte historische toelichting, dacht ik: toch eens achterheen gaan, de archieven induiken, waarom zo'n monument pas precies een eeuw na de afloop van la Grande Guerre in Parijs verschijnt. Ieder dorp, ieder gehucht op het Franse platteland heeft een monument. Waarom heeft dat in Parijs zo lang geduurd?
Reactie van Mieke
BeantwoordenVerwijderenDank Ferry voor deze indrukwekkende reportage. Bij mijn bezoek aan Père Lachaise ben ik nooit zo ver gekomen. Er liggen zo veel beroemdheden en er zijn zo veel prachtige reliëfs en beelden dat ik lang niet alles in me op kon nemen, ook omdat het een zeer aangrijpend bezoek is. Dank voor deze aanvulling.
Reactie van Rob van der Meulen
@ Ferry, soms heb je een outsider nodig om een land of een deel van de geschiedenis daarvan beter te leren kennen of in een ander perspectief te plaatsen. Over de Tachtigjarige oorlog heb ik meer geleerd van Geoffrey Parker, The Dutch Revolt (1979) dan van de Nederlandse klassiekers op dat terrein. Geldt datzelfde niet een beetje voor Frankrijk? Graham Robb's "De ontdekking van Frankrijk" was ook voor Fransen een soms verrassende blik op de eigen geschiedenis. Ook zijn boek "Parisians" levert verrassende inkijkjes op in deze stad. Om nu zelf de paar keer per jaar dat ik nog in Parijs kom een bibliotheek of stoffig archief in te duiken, liever niet, slenteren door de stad is veel leuker.
Een tussenweg zou nog kunnen zijn om deze hoogleraar, wanneer hij weer eens in Parijs is, uit te nodigen voor een lunch, apéro of diner en hem dan die vraag voorleggen, heeft u enig idee hoeveel mensen de afgelopen honderd jaar hier oeverloos over hebben vergaderd, artikelen geschreven, geprobeerd hebben het stadsbestuur of ministers een bepaalde richting uit te sturen? De kranten moeten daar toch over hebben geschreven? Of wie weet komt hij nog een keer een gastcollege aan de Sorbonne geven, aardige vraag na afloop. Of z'n email adres zien te achterhalen, iets sneller en praktischer.
Reactie van nanneke
BeantwoordenVerwijderenVeel dank Ferry voor je indrukwekkende verslag met foto's van de monumenten. Ik denk dat ik de volgende keer als ik in Parijs ben deze monumenten ga bekijken. Het onderwerp blijft actueel en het is nog steeds niet te bevatten dat dit heeft kunnen gebeuren. "Ne jamais oublier"
Reactie van Rob van der Meulen
@ Ferry, overdadig is de informatie niet op internet, waarom dat monument voor la Grande Guerre honderd jaar op zich heeft laten wachten. Een wat onbevredigende verklaring die ik ergens tegenkwam is de volgende: "Une absence qui s’explique entre autres par la présence de la tombe du Soldat inconnu, symbole prédominant et sorte de substitut."
Een tipje van de sluier werd opgelicht in het blad Libération: "Paris, la longue naissance du mur des morts". Waar de emeritus hoogleraar in de contemporaine geschiedenis Jean-Louis Robert er iets over vertelt. In de jaren twintig: "la municipalité a renoncé à bâtir un monument aux morts pour la capitale". Dat was meer iets voor de afzonderlijke maries om invulling aan te geven. Elk op hun eigen manier, en vaak nauwelijks zichtbaar. De namen van de gevallenen werden ingeschreven in zogenaamde livres d’or. «En général, ils sont sous verre, sur de petits présentoirs, parfois dans le bureau du maire».
Reactie van Wilsam
Hoe het ongewone gewoon werd.
Toen de nazi's de communisten arresteerden, heb ik gezwegen;
ik was immers geen communist.
Toen ze de sociaaldemocraten gevangenzetten, heb ik gezwegen;
ik was immers geen sociaaldemocraat.
Toen ze de vakbondsleden kwamen halen, heb ik niet geprotesteerd;
ik was immers geen vakbondslid.
Toen ze de Joden opsloten, heb ik niet geprotesteerd;
ik was immers geen Jood.
Toen ze mij kwamen halen
was er niemand meer, die nog protesteren kon.