De laatste tijd valt het mij op dat ik
steeds de neiging heb om via een omweg te komen bij de kern van mijn gekozen
onderwerp. En ik hoop dat u het mij niet kwalijk neem dat ik weer een 'ommetje'
maak om uiteindelijk uit de komen in het 15e arrondissement, bij het park dat
vernoemd is naar een van de populaire auteurs en vertolkers van het Franse
chanson; Georges Brassens. Brassens was tijdens zijn leven (1921 - 1981) een
van de meest markante en populairste vertolkers van het chanson. Hij schreef
zo'n 130 liederen, waarin hij het veelvuldig opneemt voor de verschoppelingen
en de anti-burgerlijken. Ook zette hij gedichten van onder andere Victor Hugo
en Jean Richepin op muziek.
Lang geleden, stond het gebied rond
het Park Georges Brassens bekend als het gehucht Vaugirard, een kerkelijk
domein. Na een conflict met Vauboitron (de naam van de eigenaar) met de
machtige abdij van Saint Germain nam het in de dertiende eeuw de naam aan van
Val Gerard, later verbasterd tot Val Girard en tenslotte in Vaugirard. Het dorp
was vooral bekend om zijn grote wijngaarden. De 'Morillons', de naam van de
werknemers in dit gebied, kozen voor een kleine zwarte druif, de zogenaamde Périchot-druif.
Pas in de 19de eeuw verdwenen de wijngaarden en werden vervangen door tuinderijen
om later weer plaats te maken voor slachthuizen.
Georges Brassens 1921 - 1981, in het naar hem vernoemde park
Voor 1800 vloeide het bloed letterlijk
en figuurlijk door de straten van Parijs. Oorzaak de ruim 387 slagers die het
aangeboden vee op straat slachtten. Een decreet van 13 november 1806 van
Napoleon, met betrekking tot het slachten op eigen grond en binnen de
stadsmuren, maakte hier een einde aan. De slagers echter weigerden om mee te
betalen aan de door Napoleon bevolen bouw van vijf gemeentelijke slachthuizen
buiten de stadsmuren. Maar het ministerie van Binnenlandse Zaken hield voet bij
stuk en onder leiding van Emmanuel Cretet verschenen er vijf abattoirs in de
buitenwijken van Parijs; drie op de rechteroever en twee op de linkeroever. De
bouw begon op 25 maart 1810 en werd voltooid in 1818. De vijf slachthuizen
waren die van Du Roule, gevestigd aan de rue de Miromesnil, Villejuif (Ivry),
Grenelle (invalides), Menilmontant (Popincourt) en Montmartre (Rochechouart).
De 'slagers' van Parijs prachtig gefotografeerd door Robert Doisneau
Maar Parijs breidde steeds verder uit
en de meeste buitenwijken en aangrenzende dorpen werden in 1860 door de
gemeente Parijs geannexeerd. Dit had tot gevolg dat zeven jaar later de
slachthuizen van Du Roule, Montmartre, Batignolles, La Villette en Belleville
hun deuren konden sluiten. Door de landelijke ligging en de verbinding met de
stad, dankzij het nieuw aangelegde Canal de Ourcq, werd de wijk La Villette
aangewezen voor de bouw van een nieuw stadsabattoir, dat op 1 januari 1867 in
gebruik werd genomen. Architect M. Janvier ontwierp de slachthuizen en de
markt, naar het voorbeeld van Baltard, de maker van Les Halles in het centrum
van Parijs. Toen Napoleon III in 1852 zijn keizerrijk stichtte, had hij al
grootse plannen met zijn hoofdstad. In het prestigieuze ontwerp van twaalf
boulevards in een stervorm lag het marktterrein in de weg. Prefect Georges
Eugène Haussmann liet daarom tussen 1854 en 1866 tien overdekte markthallen
bouwen op de linker Seine-oever. Architect Victor Baltard ontwierp gietijzeren
boogconstructies met glazen daken. Nu kon de aanvoer van vers geslacht vlees
direct plaatsvinden vanuit de slachterijen in La Villette. Om de steeds grotere
vraag naar vlees te kunnen bijhouden worden in 1894 de slachthuizen van
Vaugirard gebouwd. De dieren die hier geslacht werden waren voornamelijk
koeien, geiten, varkens, pluimvee, schapen en in 1904 werden er paarden aan de
lijst toegevoegd.
In een stratenboekje van Parijs uit
1923 kom ik nog drie abattoirs tegen; die van de avenue du Pont de Flandre aan
de rive droite (La Villette), en aan de linkeroever die van de rue des
Morillons (Vaugirard) en apart vernoemd het 'Abattoir Hippophagique' -
paardenslachterij - aan de rue Brancion.
Parc Georges Brassens: Enkele architecturale structuren van de vroegere abattoirs zijn nog duidelijk zichtbaar
Nadat in 1970, toen de binnenstad,
waar 'Les Halles' - de grote markthallen van Parijs lagen - de groeiende stroom
vrachtwagens niet meer kon verwerken, werden de markante hallen afgebroken en
werd de markt naar Rungis buiten Parijs verplaatst. Dit betekende ook het
verval van de sterk verouderde slachthuizen van La Villette en Vaugirard.
Tussen 1974 en 1975 werden beide slachthuizen gesloten en gesloopt. Na de sloop
werd de vrijgekomen ruimte gebruikt voor de aanleg van een 7,3 hectare groot
park, het grootste sinds het tweede keizerrijk, ontworpen door Alexandre
Ghiulamila, Jean-Michel Milliex en Daniel Colin. In 1984 werd het park door de
burgemeester van Parijs, Jacques Chirac, geopend voor het publiek. Het park
kreeg de naam van de legendarische naoorlogse dichter, zanger en satiricus Georges Brassens die het grootste deel
van zijn leven in Parijs woonde op paar honderd meter van het terrein, op de
impasse Florimont 9 en daarna aan de rue Santos-Dumont 42. In de buurt woonden
ook andere beroemdheden zoals de beeldhouwer Ossip Zadkine en de schilder
Fernand Léger.
Twee bronzen stieren bewaken de ingang van het park
De slimme architectuur van het park
combineert de restanten van de slachthuizen met de rest van het park waardoor
het een modern karakter heeft gekregen. Enkele architecturale structuren zijn
nog duidelijk zichtbaar: de gebouwen van de paardenmarkt met hun monumentale
poort, de klokkentoren van de veiling waar het vlees 'à la criée' - bij opbod -
werd verkocht en diverse standbeelden die herinneren aan de rijke historie van
deze bijzondere plek. De ezel van François-Xavier Lalanne, en de twee bronzen
stieren van Isidore Bonheur. Verder de 'drager van het vlees' van Albert
Bouquillon en een buste van Georges Brassens gemaakt door Andre Greck .
De 'drager van het vlees' een beeld van Albert Bouquillon
Een deel van het park is gewijd aan de
"tuin van geuren" met 80 aromatische planten en uitleg in braille,
speciaal aangelegd voor blinde bezoekers. Er is een wijngaard, de tweede
grootste van Parijs, met 700 wijnstokken die elk jaar zo'n 200 flessen opleveren.
De wijn, geproduceerd onder de naam Clos des Morillons, wordt gebotteld in
flessen van 50 cl en elk jaar bij opbod verkocht op een openbare veiling door
de burgemeester van het 15e arrondissement. De opbrengst van de verkoop wordt steevast
besteed aan sociaal werk in de wijk. Volgens specialisten is deze wijn gemaakt
van de pinot-noir en de pinot-meunier-druif, een volle, krachtige wijn met een
rijk boeket. Vooral voor kinderen is het een heerlijk park, met marionetten,
rotsen en een draaimolen. Het park ligt aan de 'Petite Ceintuur' de oude
ringspoorweg van Parijs die vandaar uit, weliswaar illegaal, te belopen is.
Bijenkassen zorgen voor de flora en een niet te vergeten 'must' is de
wekelijkse boekenmarkt op zaterdag en zondag, in de historische gebouwen van de
paardenmarkt aan de rue Brancion.
De tweede grootste wijngaard van Parijs; de Clos des Morillons
Aan de westkant van het park ligt de rue Dantzig. Daar staat een vreemd
polygonaal gebouw van drie verdiepingen, ontworpen door Gustave Eiffel voor de wereldtentoonstelling
van 1900. La Ruche ofwel de bijenkorf
werd na de wereldtentoonstelling hier weer opgebouwd en deed dienst als
atelierruimte voor grootse kunstenaars waaronder: Modigliani, Chagall, Soutine,
Brancusi en Ossip Zadkine; de roem van
Montparnasse. Nu biedt het plaats aan diverse internationale kunstenaars. La
Ruche is een beschermd monument dat in 1973 volledig is gerestaureerd. TIP: Vergeet
niet het filmpje te bekijken op de website van La Ruche)
Elk weekend is er weer de overdekte boekenmarkt in de hallen van de oude paardenmarkt
De villa Santos-Dumont en de rue Santos-Dumont liggen op loopafstand
van het park. Neem de rue des Morillons, aan de voorzijde van het park en
vervolgens links de rue de Santos-Dumont. Prachtige huisjes die dateren uit de
jaren twintig. Op nummer 42 bracht Georges Brassens zijn laatste levensjaren
door.
Parc Georges Brassens, Rue des Morillons, Rue des Perichaux, Rue Brancion, 15e arrondissement,
metro; porte de Brancion, porte de Plaisance.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten