Ze maken onderdeel uit van de unieke transformatie in het hart van Parijs; legendarische gebouwen die na jaren van verbouwen een nieuwe bestemming hebben gekregen. Eerder schreef ik al over het warenhuis La Samaritaine, de vernieuwde Bourse de Commerce het museum dat de Pinault kunstcollectie herbergt, en het Hôtel de la Marine, het voormalige ministerie van de marine.
La Poste du Louvre
Tijdens de week van Koningsdag in Parijs
bracht ik een bezoek aan weer een legendarisch gebouw in het hart van Parijs: ‘La
Poste du Louvre’ in het 1e arrondissement. Dit reusachtige pand op
de hoek van de rue du Louvre en de rue Étienne Marcel, werd in 1886 ontworpen
door architect Julien Guadet, leerling van de grote Henri Labrouste, op het
grondgebied van het voormalige Hôtel d’Armenonville. In 1757 aangekocht door
Laurent Destouches in opdracht van Lodewijk XV om er een postkantoor te
vestigen. Al snel bleek het pand te klein en werd geofferd als onderdeel van de
transformaties van Parijs aan het einde van de 19e eeuw. Julien
Guadet werd belast, tussen 1878 en 1886, met de bouw van een nieuw postkantoor
op de plek van het vorige, om tegemoet te komen aan de nieuwe vereisten van het
snelgroeiende Parijs. Nieuwe bouwmaterialen doen hun intrede waaronder glas en
staal. Prefect Georges-Eugène Haussmann liet tussen 1854 en 1866 tien overdekte
markthallen bouwen. Architect Victor Baltard ontwierp daarvoor gietijzeren
boogconstructies met glazen daken. Een hoge ijzeren toren ontstaat op de
tekentafels van Gustave Eiffel. Diezelfde materialen neemt Guadet mee in zijn
ontwerp voor een postgebouw, het enige in Frankrijk waar je dag en nacht
terecht kon. Het nieuwe gebouw werd officieel ingehuldigd op 14 juli 1888.
La Poste du Louvre op de hoek van de rue du Louvre en de rue Étienne Marcel, werd in 1886 ontworpen door architect Julien Guadet
In 2015 gaan de loketten definitief
dicht. Pas in 2012 geeft de Poste Immo, de vastgoeddochter van Le Groupe La
Poste, opdracht om deze uitzonderlijke site te renoveren met de ambitie om het
open te stellen voor de stad en er een plaats van te maken die voor iedereen
toegankelijk moet zijn. Het project wordt toevertrouwd aan architect Dominique
Perrault. Hij is het meest bekend om zijn ontwerp van de Bibliothèque nationale
de France. Bij de start van het project werden de totale kosten van de
ingrijpende renovatie geraamd op 140 miljoen euro. Echter door onvoorziene
vertragingen vanwege asbestverwijdering en covid lopen de kosten hard op. Op 2
juni 2020 wordt het monumentale gebouw ook nog eens geteisterd door een brand,
waarschijnlijk veroorzaakt door een gaslek.
Het project wordt toevertrouwd aan architect Dominique Perrault
Perrault heeft de 1.400 m² grote centrale binnenplaats van glas en staal gecombineerd met hedendaagse architectuur
Naast 17 sociale woningen bevat het monumentale gebouw ook een vijf sterren hotel van ondernemer Laurent Taïeb. Het hotel, Madame Rêve, heeft de architectuur van het gebouw uit de negentiende eeuw behouden, althans op de begane grond. De kleur zwart voert er de hoofdtoon: “C’est la couleur du chic Français”, aldus Monsieur Taïeb. Maar zodra de lift is genomen en de verdiepingen zijn beklommen naar de vierde en vijfde verdieping van het gebouw, neemt Madame Rêve haar gasten mee naar de 21e eeuw. Het hotel heeft 82 kamers en suites met verschillende uitzichten op de hoofdstad, waarvan de helft een balkon heeft. Het hotel heeft een panoramisch restaurant met een adembenemend uitzicht, genaamd Plume, met Japanse invloeden.
Restaurant La Plume - Foto © Madame Rêve
Inmiddels belooft Madame Rêve ons de 7e
hemel. Op de top van het Louvre-postkantoor verbergt ROOF, een subliem U-vormig
terras met 500 zitplaatsen en weer een prachtig uitzicht over heel Parijs. Het
uitzicht op Saint-Eustache, de Notre Dame en de Eiffeltoren is uitzonderlijk. Hier
lijkt de tijd stil te staan.
ROOF, een subliem U-vormig terras met 500 zitplaatsen - Foto © Madame Rêve
15.000 m² zal worden ingenomen door
kantoren, verdeeld over twee niveaus plus entresol, voorzien van architecturale
elementen zoals de metalen ‘Guadet-structuren’ in Eiffel-stijl met grote glazen
oppervlakken die zorgen voor natuurlijk licht op alle werkplekken.. Verder is
er een politiebureau gevestigd, een kinderdagverblijf en dè nieuwe versie van
het Louvre-postkantoor, het enige Franse postkantoor dat tot middernacht open
is, zeven dagen in de week. In de kelders zijn nog steeds de parkeerplaatsen
voor postauto’s ondergebracht.
Felix Potin
Na mijn bezoek aan La Poste en Madame du Rêve maak ik gebruik om nog een iconisch pand te bezoeken; het voormalige hoofdkantoor van Felix Potin op de hoek van de rue Réaumur 51 en de boulevard Sebastopol nummer 99. Gelukkig op loopafstand van La Poste. Ik neem de rue Étienne Marcel in oostelijke richting, steek over bij de rue Montmartre en neem de derde zijstraat aan de linkerkant: De rue de la Chaussee d’Antin. Deze loop ik af tot aan de boulevard Sebastopol die ik links vervolg totdat deze gekruist wordt door de rue Réaumur. De rue Réaumur steek ik even over zodat ik een prachtig gezicht heb op een rijk geornamenteerd gebouw met een prachtige koepel uit de belle époque. Gebouwd in 1910 door architect Charles Lemaresquier. De imposante neobarokke constructie en de uitbundige, cilindrische hoektoren zijn een knipoog naar de welvaart van Félix Potin, het bedrijf dat hij bezat. Een Monoprix-supermarkt bezet nu de ruimte, maar de naam van het voormalige bedrijf blijft op de stenen gevel gegraveerd. Een herinnering aan de man die de eerste Franse supermarktketen oprichtte.
Het begon allemaal in 1836. De jonge Jean Louis Félix Potin, een boerenzoon uit Arpajon in het huidige departement Essonne , vond op 16-jarige leeftijd een baan als kruidenier assistent in de rue du Rocher in het achtste arrondissement van Parijs. Acht jaar en een schat aan ervaring later, richtte hij zijn eigen bedrijf op aan de rue Neuve-Coquenard 28, in het negende arrondissement. Hij was toen nog maar 24 jaar oud. Zijn winkel leek veel op andere lokale verkooppunten en was verre van revolutionair. Bij de ingang stonden vaten met pruimen en olijven en binnen hingen slierten gerookte haring en suikerbrood. De locatie aan een drukke, door vrouwen bezochte straat bleek echter een verstandige keuze.
Potin wilde de gebruikelijke
verkooppraktijken opschudden. Geïnspireerd door Le Bon Marché en andere nieuwe
warenhuizen die destijds verschenen, concentreerde hij zich op het verkopen van
grote hoeveelheden voor lage prijzen, in plaats van grote winsten te maken op
artikelen die van tijd tot tijd werden gekocht. Sommige producten werden zelfs
met verlies verkocht, maar dit werd al snel gecompenseerd door de opwaardering
op meer luxe artikelen zoals snoep. Bovendien was hij de eerste die de prijzen
voor zijn waren aankondigde, waardoor de consument een vast bedrag werd
gegarandeerd.
Het voormalige hoofdkantoor van Felix Potin op de hoek van de rue Réaumur 51 en de boulevard Sebastopol nummer 99
Potin was constant op zoek naar nieuwe
producten en waagde een gok met chocolade door een cacaomolen te installeren op
de binnenplaats achter zijn winkel. Gesterkt door dit succes opende hij in 1860
nog een winkel - die aan de Boulevard de Sébastopol - gevolgd door een derde
aan de rue de Rennes 140.
Potin wilde zijn winkels zo efficiënt
mogelijk bevoorraden en bouwde in 1861 een fabriek in de buurt van het Bassin
de la Villette. De haven van La Villette was de eerste rivierhaven in Frankrijk
en de fabriek bevond zich op de hoek van
de rue de l’Ourcq in de buurt van de stations van Belleville-La-Villette en
Paris-Abattoirs, de slachthuizen van Parijs aan het einde van de 19e
eeuw.
Vervolgens nog een fabriek in Pantin in
1881 – om olie te bottelen, mosterd en andere specerijen te produceren, suikerklontjes
te maken, koffie te branden, likeuren te distilleren, koekjes en snoep te
verpakken, maar ook groenten in blik en hij bereidt vleeswaren. Hij gebruikte
de twee sites ook om producten te bewaren die hij rechtstreeks uit heel
Frankrijk haalde. Dit maakte tussenpersonen overbodig en dus lagere kosten
mogelijk. In de loop van de tijd verwierf Potin percelen grond in
Zuid-Frankrijk en Tunesië, die hij gebruikte om zijn eigen fruit, groenten en
wijnen te verbouwen.
De prachtige art-deco gebouwen, waaronder die aan de rue de Rennes (l) en de boulevard Sebastopol (r), blijven het levende bewijs van de durf en het talent van deze moderne retail pionier.
Door zijn innovatieve businessmodel had de zakenman volledige controle over zijn aanbod, terwijl hij ook een solide merkstrategie lanceerde voor rivaliserende bedrijven. Sardines, noedels, koffie en chocolade werden allemaal verpakt in de fabrieken en verkocht onder de naam Félix Potin. In zijn winkels konden klanten meel, kaas, gedroogd fruit, specerijen, snoep, conserven, wijnen en likeuren vinden, evenals hygiëne- en hardware producten. Kortom, alles wat moeder de vrouw ooit nodig zou kunnen hebben. In 1870 begon het bedrijf met het aanbieden van een nieuwe dienst: thuisbezorging. De voertuigen die door de Franse hoofdstad reden, versierd met de merknaam Félix Potin, hielpen ook bij het opbouwen van de reputatie van het bedrijf.
Maar het klinkende succes wekte veel jaloezie. In november 1870, terwijl de Duitsers Parijs belegerden, verspreidde zich een vreemd gerucht door de Franse hoofdstad. Potin de kruidenier zou ervan zijn beschuldigd een speculant te zijn en zich van het leven hebben beroofd in plaats van met zo'n oneer geconfronteerd te worden. Het tegendeel bleek waar. Potin had juist niet geprofiteerd van de tekorten om de prijzen op te drijven, maar had zijn waren zelfs tegen lagere prijzen verkocht en zelfs kantines van gratis voedsel voorzien. De inwoners van Parijs deden hem recht door zich massaal naar de boulevard de Sébastopol te haasten om hem te bedanken. Helaas kon de zakenman van dit gebaar nauwelijks genieten, want hij stierf in juli 1871 op 51-jarige leeftijd. Zijn weduwe, Joséphine, die altijd met hem had samengewerkt, nam het bedrijf over met hun drie zonen en twee schoonzonen.
In het begin van de 20e eeuw was Félix Potin de eerste supermarktketen ter wereld. Het had tien fabrieken, vijf wijnkelders, 70 dochterondernemingen en duizenden partnerverkooppunten die werden bevoorraad door de magazijnen van Félix Potin, die bijna 1,5 miljoen vierkante meter besloegen. Alleen al de fabrieken in Parijs hadden in 1906 1.800 mensen in dienst en breidden hun aantal uit tot 8.000 in 1926. In die tijd werd ook het prachtige art-nouveaugebouw gebouwd aan de Rue de Rennes tussen Montparnasse en Saint-Germain-des-Prés in 1904, samen met met de renovatie van het historische hoofdkwartier aan de Boulevard de Sébastopol in 1910.
Tot het einde van de jaren vijftig behield het bedrijf zijn familiale aspect. Maar in de snel veranderende Franse economie werd Félix Potin verkocht aan vastgoedspeculanten en financiers die weinig interesse hadden om het bedrijf te moderniseren. Al snel waren er in heel Frankrijk supermarkten en grootwinkelbedrijven. De Félix Potin-winkels waren niet meer in staat om de enorme concurrentie het hoofd te bieden en begonnen in het begin van de jaren tachtig in aantal af te nemen voordat ze in 1995 hun deuren voorgoed sloten.
Het merk is misschien verdwenen, maar oudere Parijzenaars zullen zich de beroemde slogan nog herinneren: "Félix Potin, on y revient !"
Geen opmerkingen:
Een reactie posten