Deze wandeling
wilde ik al heel lang doen. Het volgen van metrolijn
2, een van de eerste metrolijnen van Parijs, die loopt langs de oude
boulevards aan de noordkant. Deze metrolijn is 12,3 kilometer lang en loopt van
Porte Dauphine naar Nation. Het eerste gedeelte van Etoile naar Dauphine werd
geopend op 12 december 1900. Net na de 'Exposition Universelle' van 1900, die
werd gehouden in Parijs, ter viering van alles wat in de afgelopen eeuw was bereikt,
en om de ontwikkeling in de volgende eeuw te promoten. De jugendstil /
art-nouveau was volop aanwezig op deze tentoonstelling, die duurde van 15 april
tot 12 november 1900. Een aantal van de meest bekende bouwwerken in Parijs
werden speciaal gebouwd voor deze tentoonstelling, waaronder het Station Paris
Lyon, Station Musée d'Orsay, de Pont Alexandre-III, het Grand en Petit Palais
en La Ruche. (De Eiffeltoren werd tussen 1887 en 1889 gebouwd ter gelegenheid
van de Wereldtentoonstelling van 1889) Tijdens de 'Exposition Universelle' van
1900 werd de eerste lijn van de 'Métro de Parijs' in gebruik genomen. Lijn 1,
geopend op 19 juli 1900, 10,3 kilometer lang en die liep geheel ondergronds van
Vincennes naar Maillot. Het project stond onder leiding van ingenieur Fulgence
Bienvenue, die later geëerd is met een metrostation: Montparnasse-Bienvenue.
De uitbreiding met lijn
2 volgde snel daarna. Op 7 oktober 1902 de verlenging naar Anvers, aan de oude boulevard
Rochechouart en vervolgens 4 stations bovengronds richting Bagnolet dat in 1970
een nieuwe naam kreeg, namelijk Alexandre Dumas.
Mijn wandeling begint al meteen met een onverwacht doorkijkje op Montmartre
Al sinds 1900 speelt
het design en de architectuur een belangrijke rol in het ontwerp van de Parijse
metro. Wie kent niet de beroemde witte, vierzijdig afgeschuinde, geglazuurde metro- tegels van zandsteen, die
werden gefabriceerd door het bedrijf Boulenger in Choisy-le-Roi, Val-de-Marne?
Of de prachtige art-nouveau, ingangen, ontworpen door Hector Guimard, gebouwd
tussen 1900 en 1913, met hun smeedijzeren bogen en amberkleurige lampen, zoals
die op de Place des Abbesses, Porte
Dauphine en Avenue Foch. De bijzondere smeedijzeren 'metro-totems' van Aldolphe
Derveaux bij iedere ingang, vaak en helaas vervangen door de gele plastic
uitziende "M". De typische Metropolitain typografie is ontworpen door
de Fransman Georges Auriol.
De typische Metropolitain typografie is ontworpen door de Fransman Georges Auriol.
Het begon allemaal
begin 1900 met de 'Compagnie du chemin de fer métropolitain de Paris' de CMP. In
1910 werd een nieuwe concessie uitgereikt aan de 'Société Berlier-Janicot ligne
Nord-Sud' (lijn 12 Mairie d'Issy - Porte de la Chapelle). In 1949 - 1950 Het
ontstaan van één vervoersmaatschappij voor de regio Parijs voor zowel metro als
bus, de 'Régie autonome des transports parisiens', de RATP. Tot en met vandaag
is de RATP verantwoordelijk voor heel het vervoer in de Parijse regio per
metro, tram en bus. De RATP is weer een onderdeel van de STIF 'le Syndicat des
transports d'Îlle-de-France'.
Wandeling
Zo genoeg geschiedenis.
Mijn wandeling van oost naar west begint aan de noordkant bij het eerste
bovengrondse station Jaurès genoemd, naar Jean Léon Jaurès, de leider van de
Franse socialisten. De oude naam van het station rue d'Allemagne werd veranderd
in Jaurès, nadat de vijandelijkheden begonnen met de Duitsers naar aanleiding
van de Eerste Wereldoorlog.
De bovengrondse stations naar een ontwerp van de Franse architect Jean Camilla Formigé
Wat meteen opvalt is
het werkelijk prachtige ontwerp van deze bovengrondse stations, allemaal 75
meter lang en gebouwd hoog boven de grond, op grote neoklassieke ijzeren pilaren.
Dit alles naar een ontwerp van de Franse architect Jean Camilla Formigé en verwezenlijkt
door de werkplaatsen van J. Leclaire in Montreuil, die ook de opdracht kregen
voor alle viaducten van metrolijn 6 en het viaduct van het station Austerlitz.
Alle hoog boven de weg gelegen stations op mijn route: Jaurès, Stalingrad, La
Chapelle en Barbès-Rochechouart, zijn aan de voorzijde en de achterzijde
voorzien van glas met daaronder sierlijke bouwelementen voorzien van guirlandes
en afbeeldingen van stoomtreinen en bijenkorven. Deze oplossing werd later te
duur gevonden. Bij lijn 6, gebouwd tussen 1900 en 1909 werden de bovengrondse stations opgetrokken
in tweekleurig baksteen.
La Rotonde de la Villette gezien vanaf het Basin de la Villette
We volgen nu gewoon de
indrukwekkende viaducten langs de place de la Bataille de Stalingrad. Rechts
ziet u een neoklassiek gebouw; de Rotonde de la Villette, een fraai rond stenen
gebouw geïnspireerd door Palladio's Villa Rotonda in Vicenza. Dit was een van
de vroegere tolhuizen van Parijs, gebouwd als onderdeel van het plan van
Lodewijk XVI om alle goederen die de stad binnenkwamen te belasten. Het fraai
gerestaureerde gebouw heeft een restaurant en een zonneterras aan het Basin de
la Villette.
Onveranderd sinds 1903, het metrostation Stalingrad
We komen nu langs het
metrostation Stalingrad op de grens
tussen het 10e arrondissement en het 19e arrondissement. Het station dankt zijn
naam aan de Slag om Stalingrad (augustus 1942 - februari 1943) tussen de Russen
en de Duitsers, een van de bekendste veldslagen uit de wereldgeschiedenis. Het
station werd geopend op 31 januari 1903 met als naam Rue d'Aubervilliers, een
nabijgelegen straat. Op 5 november 1910 veranderde de naam in Aubervilliers-Boulevard
de la Villette. In 1946, toen een deel van de Boulevard de la Villette de naam
Place de la Bataille de Stalingrad kreeg, werd meteen de naam van het station
veranderd in Stalingrad.
Boulevard de la Chapelle waar druk wordt gewerkt aan een 'nieuw' Parijs
We volgen de boulevard
de la Villette die over gaat in de boulevard de La Chapelle en kruisen de
indrukwekkende spoorlijnen van het enorme spooremplacement van La Gare de
l'Est. De jongste telg van de grote Parijse stations, voltooid in 1850. Na
diverse verbouwingen in 1895 en 1931 werd dit station qua oppervlakte het
grootste station van Parijs, met bestemmingen naar het noordoosten van
Frankrijk en Oost-Europa. Al jaren verkeert de boulevard de la Chapelle in
verval (wat ook weer zijn charme heeft) maar dankzij grote renovatieprojecten,
die onlangs zijn opgestart wordt deze buurt straks sterk verbeterd. Deze
immigrantenwijk wordt voornamelijk bevolkt door Noord-Afrikanen.
Even voorbij het
metrostation La Chapelle passeren wij aan de linkerzijde het prachtig vervallen
Théâtre des Bouffes du Nord dat van
1974 tot 2011 vol energie werd beheerd door de Britse regisseur Peter Brook. In
het theater zijn vaak topuitvoeringen van kamermuziek.
Théâtre des Bouffes du Nord met in het programma de reflectie van metrolijn 2
Het 10e arrondissement
wordt gekleurd door de twee noordelijke stations. We kruisen nu het immense
spooremplacement van het Gare Du Nord. Met ongeveer 180 miljoen reizigers per
jaar is dit het drukste spoorwegstation van de SNCF (Chemin de Fer du Nord). Een
ontwerp van architect Jacques Hittorff, en het werd gebouwd tussen mei 1861 en
december 1865, maar het station werd al geopend in 1864. Gare du Nord is het
eindpunt van de Thalys-treinen uit Amsterdam, Brussel, Brussels Airport, Oostende en Keulen, de
Eurostar uit Londen en de meeste treinen uit Noord-Frankrijk.
Het immense spooremplacement van het Gare Du Nord. Met ongeveer 180 miljoen reizigers per jaar is dit het drukste spoorwegstation van Parijs
Wij blijven de
boulevard de la Chapelle volgen langs het Hopital
Lariboisière gebouwd in 1854 en in 1975 geregistreerd als historisch
monument. Het Lariboisière is een van de fraaiste 19e eeuwse ziekenhuizen die
Parijs kent. Het is gebouwd in een U-vorm rondom een grote tuin. Na de grote
cholera-epidemie in 1832 besloot men om een ziekenhuis voor de wijken op de
rechteroever te bouwen. Het ziekenhuis is vernoemd naar de Comtesse Elisa de
Lariboisière, die bepaalde dat haar fortuin na haar dood werd besteed aan de
oprichting van een hospitaal. Zoals ieder ziekenhuis in Parijs is ook dit vrij
te bezoeken. De ingang zit aan de rue Ambroise Paré 2, De kapel, waarin het
graf van de naamgeefster is ondergebracht en de indrukwekkende binnenplaats,
zijn zeker de moeite van een bezichtiging waard.
Hopital Lariboisière gebouwd in 1854 en in 1975 geregistreerd als historisch monument.
Een stukje verderop
zien we het laatste bovengrondse metrostation van lijn 2: Barbès Rouchechouart.
We zitten nu aan de oostkant van Montmartre. Dit is de plek waar het
Carraïbisch gebied en Afrika elkaar ontmoeten. De
immigrantenwijk tussen de boulevard Barbès en de rue la Goutte d’Or. De metro wringt zich langs huizen, die
hun beste tijd hebben gehad, richting Pigalle. Stipt om 8 uur 's morgens gaan
de markten open op de rue Dejean met exotische producten uit Senegal, Haïti,
Kameroen en Ghana en de boulevard de la Chapelle onder het verhoogde
metrospoor. De stoepen staan vol dozen met etenswaren en eigenlijk heb je maar
een paar dozen nodig om een winkel te beginnen. La Goutte d'Or prikkelt alle zintuigen. Het lawaai van de metro,
denderend over de stalen bruggen op hun prachtige metershoge fundamenten, en
het geroep van de marktlui vermengen zich met de geur van tabak en specerijen.
La Goutte d'Or; het lawaai van de metro, denderend over de stalen bruggen op hun prachtige metershoge fundamenten
De Goutte d'Or, gelegen
in het 18e arrondissement, op de oostelijke helling van Montmartre, is een van
de meest cosmopolitische wijken van Parijs. 50% van de bevolking is van vreemde
oorsprong. 56 nationaliteiten mengen allerlei kleuren, accenten en gebaren
dooreen, een Afrikaans, Aziatische en Europese smeltkroes. De wijk wordt
afgebakend door de boulevard Barbès aan de westzijde, de boulevard de la
Chapelle aan de zuidzijde, de rue Ordener aan de noordzijde, en de sporen van
het Gare du Nord aan de oostzijde. Er wonen ongeveer 20.000 mensen in deze
wijk. De naam, letterlijk de gouden druppel, is afkomstig van de kleur van de
wijn van de wijngaarden die hier voorheen stonden. Klik hier voor een aparte wandeling door La Goutte d'or (Mijn
advies is om dit op een zaterdagochtend te doen)
Le Louxor gebouwd in 1921
Neem op dit drukke
kruispunt van de boulevard de Magenta, boulevard Barbès en de boulevard de
Rochechouart, even de tijd om alle indrukken te verwerken. Allereerst het
prachtige, veelkleurige gebouw op de hoek. Mede dankzij Bertrand Delanoë,
burgemeester van Parijs is deze vooroorlogse bioscoop uit de jaren 1920 weer in
ere hersteld, na jaren van leegstand en verwaarlozing. 'Le Louxor', geheel in Neo-Egyptische stijl gebouwd door architect Henri
Zipcy, werd op 6 oktober 1921 geopend. Eigendom van een Joodse ondernemer Henry
Silberberg, zoals bleek uit de oorspronkelijke plannen. In 1930 komt het in
handen van de Pathe groep en wordt in 1954 nog eens geheel gerenoveerd. In 1981
geclassificeerd als historisch monument, maar toen zat de klad al in het
bioscoopbezoek. Tussen 1983 en 1987 werden er een drietal dubieuze clubs in
gevestigd maar werd uiteindelijk in 1987 gesloten. Jarenlang stond dit
bijzondere monument te verpauperen, tot het in 2003 werd aangekocht door de
gemeente Parijs, die er vervolgens zeven jaar over deed om het een
herbestemming te geven en de daarvoor benodigde bouwvergunningen af te geven.
De veelkleurige keramische mozaïeken gevel, het werk van ontwerper Amedee
Tiberti, uitgevoerd door Gentil & Bourdet uit Billancourt, werd zorgvuldig
gerestaureerd. Bloemmotieven, cobras en gevleugelde schijven uitgevoerd in de
kleuren kobalt blauw, zwart en goud. De verbouwing duurde drie jaar en de
bioscoop is in april 2013 opnieuw geopend. De zaal met twee balkons biedt
plaats aan 1195 toeschouwers. Het is mede te danken aan de inspanningen van de
vereniging “Les Amis du Louxor” dat dit prachtige gebouw weer zijn originele
bestemming heeft teruggekregen.
Sinds 1948 gevestigd op de rand van La Goutte d'Or; Tati het goedkoopste warenhuis van Parijs
Schuin aan de overzijde
ligt de eerste vestiging van het goedkoopste warenhuis van Parijs; Tati. Het gebouw is van net na de
oorlog uit 1948. De eigenaar, Jules Ouaki, van deze Cash & Carry, was de
eerste die op het idee kwam de prijzen aan de buitenkant van het gebouw te
laten zien, om zo mensen met drempelvrees naar binnen te lokken. Ook was hij de
bedenker van de zelfbediening voor kleding. De naam werd ontleend aan de
voornaam van zijn moeder Tita, maar die naam bleek al te bestaan en daarom
heeft hij de naam omgedraaid, Tita werd Tati. Veel Parijzenaars hebben een zwak
voor Tati. Regelmatig duiken er in hippe kringen Tati-producten op die
gedurende enige tijd helemaal in zijn. Je kunt er terecht voor kleding,
schoenen, sieraden, parfum, cosmetica en huishoudelijke artikelen, maar ook
voor trouwjurken, zowel gewone als papieren versies, die soms al voor €50,-
verkocht worden. Het is er chaotisch en levendig. Tati bestaat nu zo'n 65 jaar
en heeft meer dan 40 winkels in Frankrijk en een tweetal in het buitenland.
Tussen Barbès Rochechouart en Anvers verdwijnt lin 2 weer onder de grond
We blijven de metrolijn
2 volgen tot halverwege de boulevard Rochechouart waar de metrolijn onder de grond
verdwijnt richting het volgende metrostation Anvers. Op nummer 72 het Élysée
Montmartre, een van de eerste nachtclubs van het dorp Montmartre. Dit
gebouw dateert uit 1807 - 81 jaar ouder dan de Moulin Rouge. Let op de
prachtige rococo facade van deze toenmalige danshal. Boze tongen beweren dat
hier de Franse cancan is uitgevonden. Het interieur is in 1887, twee jaar voor
de opening van de Moulin Rouge, beschilderd door Henri Toulouse de Lautrec.
Hier ontving hij zijn vriend Vincent van Gogh om samen te genieten van de
danseres La Goulue, die veelvuldig poseerde voor Henri. Vlak na de opening van
de Moulin Rouge werd het pand vernietigd door brand maar weer opnieuw
opgebouwd. Emile Zola beschrijft de danszaal in zijn boek L'Assommoir. In 1989
krijgt het pand een monumentenstatus maar werd helaas in 2011 opnieuw getroffen
door een brand. Sinds die tijd is het Elysée Montmartre, dat door de tijd
groeide van een louche danszaal naar een Parijse poptempel, gesloten voor het
publiek.
Élysée Montmartre, een van de eerste nachtclubs van het dorp Montmartre.
Bij de rue de Briquet
vlakbij Anvers heeft u een prachtig doorkijkje naar de Sacré Cœur. De Parijse
dichter Jacques Roubaud vergeleek de Sacré Cœur eens met een grote zuigfles
voor de Engelen. Anderen spreken van een mierzoete suikertaart of nog erger;
een puistige toren en witte ijscokoepel. sinds 1875 al een vast onderdeel van
de skyline van Parijs. Let ook op de prachtige metro-ingang in art-nouveau
stijl in 1900 ontworpen door Hector Guimard.
Bij de rue de Briquet vlakbij Anvers heeft u een prachtig doorkijkje naar de Sacré Cœur
Heeft u nog puf dan
zetten we onze wandeling voort via het voetgangersgebied boven de metro
richting Pigalle. Rechts komt u regelmatig terrasjes tegen, waar u even kunt
uitrusten om de vreemde gewaarwording van deze bijzondere Parijse wandeling te
verwerken. Wilt u meer weten over Pigalle, dan verwijs ik u naar mijn blog van
19 augustus 2013 over 'Sexy Paris -Paris Canaille'.
We volgen de boulevard de
Clichy. Niet Parijs' mooiste straat, maar ook peepshows, sexshops en
sekstheaters hebben overdag hun charme. Let vooral op de kleine zijstraatjes
aan de rechterzijde met vaak prachtige doorkijkjes. Na het metrostation Pigalle
volgt Blanche tegenover de rue de Lepic. In vroegere tijd diende deze straat
als dè aan- en afvoerweg voor de karren, die het gips uit de groeven van la
Butte naar de place Blanche brachten, om van daaruit verder vervoerd te worden naar
de bouwplaatsen in Parijs. Blanche is dan ook synoniem voor het witte stof dat
elke dag weer opwaaide vanuit de karren.
Pigalle; 'Sexy Paris'
Pas in 1864 kreeg de
rue Lepic zijn huidige naam. Genoemd naar
de Franse generaal Louis Lepic (1765-1827). Daarvoor heette de straat
rue de l'Empereur, rue Ravignan en Chemin Neuf. Vooral in de ochtend staat het
eerste gedeelte vol met marktkramen van de maar liefst 21 speciaalzaken:
Boulangeries, pâtisseries, charcuteries, triperie, traiteurs, chocolatiers,
confiseurs en supermarchés (bakkers, banketbakkers, slagers, speciaalzaak voor
ingewanden, kant en klaar maaltijden, chocolade- en suikerbakkers en
supermarkten). Op de weg naar boven vind je 5 cafés waaronder café des Deux Moulins op nummer 15, op
de hoek van de rue Cauchois. Een groot deel van de opnamen van de met 5 Oscars
genomineerde film "Le Fabuleux Destin d'Amélie Poulain" werd hier gemaakt. Je herkent meteen de fraaie
neonarmaturen, de formica tafeltjes en de ingang van de toiletten waar hèt
allemaal gebeurde.
Een stukje verder het
theater dat geen introductie meer behoeft. De Moulin Rouge, al 125 jaar een begrip in Parijs en niet meer weg te
denken uit de geschiedenis van de stad. In het dorp Montmartre, dat ontstond
tijdens de Franse revolutie, woonden voornamelijk molenaars en arbeiders,
werkzaam in de plaatselijke gipsgroeven in de ondergrond van de heuvel. Het was
hier, aan de voet van de Butte Montmartre, dat op op 6 oktober 1889 een nieuwe
Music-Hall werd geopend. Deze werd gevestigd in de Jardin de Paris. De Moulin
Rouge was geboren en dat ging niet onopgemerkt. Het publiek stroomde massaal naar
de Place Blanche om deze extravagante plek met een enorme dansvloer, overal
spiegels, optredens van schitterende vrouwen, een tuin gedecoreerd met een
grote olifant en ritjes op ezels voor het plezier van de dames, te ontdekken.
Er was zo’n wilde atmosfeer dat de show niet alleen op het podium plaatsvond
maar zowel binnen als buiten: aristocraten en arme burgers hadden samen
plezier.
Al 125 jaar een begrip in Parijs; De Moulin Rouge
De eigenaars van de
tent waren Joseph Oller, tevens eigenaar van het Parijse Olympia, en Charles
Zidler. Zij hadden hun zaak de bijnaam ‘Le Premier Palais des femmes’ (het
eerste vrouwenpaleis) gegeven en wilden dat de Moulin Rouge de beroemdste
tempel voor muziek en dans zou worden. De plaats waar men jonge Parijse dames,
de courtisanes, aan het werk kon zien en waarvan de dansbewegingen al even
losjes waren als de zeden. Ook al was de cancan dans, sinds 1807, reeds
bekend bij de werkende klasse, het was
de Moulin Rouge die de populariteit ervan bewerkstelligde.
Onze lange en
bijzondere wandeling eindigt op de Place de Clichy. Ik adviseer om te gaan
lunchen of te gaan dineren, afhankelijk van het tijdstip, bij Le Wepler al 122 jaar lang gevestigd aan de Place de Clichy. Bon appetit.