Wat ik iedereen kan adviseren is om Parijs te bekijken, te
ontdekken door middel van de trams die de stad binnen de Périphérique bijna
omcirkelen: Tramlijn T3a, T3b. Laatst zat ik in tramlijn T3a die de zuidkant
van Parijs bedient, vanaf Pont du Garigliano tot aan Porte de Vincennes. Zo
reis je ongestoord door het autoverkeer, bovengronds, van het 15e
arrondissement, door het 13e en het 12e arrondissement. En
zo kwam ik langs het Parc Kellermann, vrijwel onbekend bij elke Parijzenaar.
Reden voor mij om op onderzoek uit te gaan.
Parc Kellermann
Oorspronkelijk de locatie van verschillende paviljoens van
de Wereldtentoonstelling van Parijs van 1937 waarvan de belangrijkste locatie
zich op de place du Trocadéro bevond tegenover de Eiffeltoren die toen 48 jaar
bestond. Na de tentoonstelling transformeerde de hoofdarchitect van de
Wereld-tentoonstelling, Jacques Gréber, het tot een openbaar park. Net als de
square René Le Gall werd het Parc Kellermann in 1937 over de Bièvre aangelegd
en gebouwd op de voormalige Thiers-muur; de ‘Enceinte de Thiers’, de laatste
verdedigingsmuur van Parijs, gebouwd tussen 1841 en 1844. Diepe
loopgraven en muren tot wel 10 meter hoog omringden de hele stad, met poorten,
portes, die er nog steeds zijn. Ze werden uiteindelijk vernietigd en
grotendeels verwijderd in de jaren 1920, maar sommige delen zijn nog steeds
aanwezig in het Parc Kellermann.

Een beekje stroomt vanaf het bovenste niveau door vijvers
en een waterval van kunstmatige rotsen naar het onderste park waar het uitkomt
in een groot bassin met een fontein. Een eerbetoon aan de inmiddels verdwenen
Bièvre. Het westelijke deel is gewijd aan speeltuinen en sport. Sinds 2017 is
het park ook de thuisbasis van een educatieve stadsboerderij waar kinderen en
gezinnen allerlei dieren kunnen ontdekken, waaronder schapen, dwerggeiten,
kippen, kalkoenen en konijnen. Het park ligt tussen de boulevard Kellermann, de
rue de la Poterne-des-Peupliers en de rue Max-Jacob. Het dichtstbijzijnde metro-
en tramstation is Porte-d'Italie.
Een oase van rust in het 13e arrondissement onbekend bij menig Parijzenaar
Een monument voor het
moederschap
Ik verlaat het park daar waar ik het ook ben binnengegaan en sla linksaf naar de boulevard Kellermann. Aan de linkerkant ontwaar ik een tuin met een paar lindebomen en een grindpad dat de aandacht vestigt op een immens monument.
Jardin du Monument aux Mères Françaises
De schaal is haast Stalinistisch, het lijkt net of je in de
tuin staat van een obscuur Oost-Europees land. Raar, dit voelt helemaal niet
als Parijs. Het is zwaar en sober, maar ook plechtig met grijze, grauwe
verweerde gezichten van enorme beelden. Het monument bestaat uit een lange muur,
versierd met beelden van vrouwen, verstijfd van bewondering voor hun kinderen
van verschillende leeftijden. Aan weerszijden van het hoofdbeeld staan beelden
van dankbare mannen en vrouwen, die respectvol naar de moeders kijken. Op de
muur de tekst ‘Aux Mères Françaises’ , aan Franse moeders.
Later onderzoek leert mij dat ik terecht ben gekomen in de ‘Jardin
du Monument aux Mères Françaises’. Het monument is ontworpen in 1938 door
architect Paul Bigot. De beelden zijn gehouwen uit zogenaamd Euville kalksteen,
afkomstig uit het departement Meuse. Sculpturen gemaakt door Henri Bouchard en
Alexandre Descatoire. In het midden staat een moeder die een baby in haar armen
draagt met links en rechts een knielende zoon en een dochter, waarbij de een
haar boeken aanbiedt, de ander bloemen. Aan elke kant weer beelden van moeders
van verschillende generaties met hun kinderen.
In het midden staat een moeder die een baby in haar armen draagt met links en rechts een knielende zoon en een dochter
Het monument schijnt te zijn opgericht ter bevordering van
het Franse geboortecijfer door al die moeders te eren, die tijdens en na de
Eerste Wereldoorlog, hun kinderen alleen moesten opvoeden nadat hun echtgenoten
waren gesneuveld. De tuin werd geopend
op 25 oktober 1938 door de Franse president Albert Lebrun. Op het monument
staat veel tekst gebeiteld: citaten van Edmont Labbé (adviseur van het
Ministerie van Nationaal Onderwijs), president Albert Lebrun en een vers van
Victor Hugo: “Oh l'amour d'une mère, amour que nul n'oublie” – “Oh, de
liefde van een moeder, liefde die niemand vergeet", afkomstig uit het
gedicht ‘Ce siècle avait deux ans’, uit de bundel Les Feuilles d'automne.
Tijdens de inauguratie demonstreerden suffragettes van de Ligue Française du
Droit des Femmes, de Liga voor Vrouwenrechten, om het stemrecht voor vrouwen op
te eisen door een krans te leggen met de tekst: “Ter ere van de Franse moeders,
subliem, maar nog geen kiezers”.
Tot 2006 was de tuin van het Monument voor de Franse
Moeders slechts één dag per jaar geopend, namelijk op Moederdag. Nu kan het
publiek er het hele jaar terecht. Officieus is de tuin nu omgedoopt tot Tuin
van de Moeders van Gezinnen. De oude naam prijkt echter nog steeds op de
tuinhekken. Tegenwoordig heeft het Monument aux Mères Françaises een ietwat
zieltogende uitstraling. De gevel is verweerd en het kleine park waarin het
staat, lijkt weinig gebruikt. Toch is het een stukje onbekende geschiedenis van
Parijs.