Het 16de arrondissement van Parijs
ligt als het ware gedrapeerd langs de Seine en wordt weer geflankeerd door het
Bois de Boulogne. Het is een van de groenste arrondissementen van de hoofdstad.
Een prachtige buurt voor wandelaars, die houden van serieuze hoogteverschillen,
lanen en mooie straatjes, bezaaid met schitterende art-deco bouwwerken van rond
1900. De welstand in dit chique arrondissement is niet alleen voelbaar, maar
ook duidelijk zichtbaar. Geen wonder dat verschillende musea hier zijn
ondergebracht in diverse paleizen. Zoals het Musée des Monuments
Français - Cité de l'Architecture et du Patrimoine, le Musée National de la
Marine en het Musée de l'Homme, allemaal te vinden in het Palais de Chaillot,
gebouwd in 1937 voor de Wereldtentoonstelling. Of het Musée d'Art Moderne de la
Ville de Paris, ondergebracht in de oostelijke vleugel van het Palais de Tokyo
eveneens gebouwd in 1937 voor de Exposition Internationale des Arts et
Techniques. In de
westelijke vleugel is de Site de Création Contemporaine gevestigd, een plek
waar jonge kunstenaars zich kunnen presenteren. Daarbij heeft men bewust de
klassieke museumopzet losgelaten. Het interieur lijkt dan ook op een permanente
bouwplaats met onafgewerkte muren en plafonds waarop alle leidingen nog
zichtbaar zijn. Flexibiliteit en plezier in het experimenteren lijken hier
belangrijker, en biedt zo de levendige kunstscene van Parijs een permanent
podium.
De achterzijde van het Palais Galliera gezien vanaf de avenue Président Wilson
Hier aan de overkant, men kon geen
mooiere plek vinden om eind 19de eeuw een, in Italiaans renaissancestijl, paleisje
neer te zetten: het Palais Galliera.
De hertog van Galliera was een partner bij de firma Thome & Cie, werkzaam
in stedelijke planning, en bezat een groot perceel in een van de mooiste wijken
van Parijs. Na zijn dood in 1876, werd zijn vrouw, Marie Brignole-Sale de
Ferrari, de Duchesse de Galliera, erfgenaam van zijn immense fortuin. De
hertogin besloot dat ze de grond wilde gebruiken om een museum te bouwen, op
haar kosten, als onderkomen voor haar kunstcollectie. De bouw van het museum
begon in 1879, volgens een weelderige ontwerp van architect Leon Ginain, die
ook de bouw ervan heeft begeleid. In 1884 gaf de puissant rijke hertogin nog
eens 1,5 miljoen frank aan de stad Parijs om de werken te voltooien. Na haar
dood in 1888 schonk ze het onroerend goed aan de Franse staat, maar door een
fout van de notaris in de akte van overdracht, kwam dit Italiaanse paleisje in
het bezit van de Stad Parijs. Haar collectie schilderijen en beeldende kunst
werd geschonken aan de stad Genua in Italië, waar ze nu te bezichtigen zijn in
het Palazzo Rosso en Palazzo Bianco.
De ingang aan de avenue Pierre-1er-de-Serbie
Leon Ginain voltooide het museum in
februari 1894. Door afwezigheid van de Galliera kunstcollectie, waarvoor het eigenlijk
werd ontworpen, gebruikte de stad Parijs het museum voor tijdelijke
tentoonstellingen. De eerste tentoonstelling, gewijd aan portretten van vrouwen
in kanten kleding, werd ingehuldigd door president Felix Faure op 1 maart 1895.
Daarna werd het een museum van industriële kunst en later diende het als ruimte
voor tijdelijke shows van moderne kunst. Sinds 1977 is
in het Palais Galliera het Musée de la Mode de la Ville de Paris gevestigd. Een paleisje met een elegante
zuilengalerij, grote hoge zalen met plafonds versierd met fresco's. De
mozaïekvloeren en koepels zijn het werk van Giandomenico Facchina (1826-1904).
In 1916 werd een fontein aan de voorkant van het museum gesitueerd in een
weelderige tuin. Het museum diende ook als decor in de film The Devil Wears
Prada.
Na een renovatie van vier jaar opende
het Parijse modemuseum Palais Galliera op 28 september voor het eerst weer haar
deuren. En dit keer voor niemand minder dan de beroemde couturier Azzedine Alaïa. De in Tunesië geboren
Azzedine Alaïa is één van de belangrijkste modeontwerpers van de afgelopen
decennia. De naam Alaïa staat voor glamour, sensualiteit, stijl, pasvorm,
zelfvertrouwen, comfort en natuurlijk sex-appeal. Zijn kleding oogst
bewondering van allerlei beroemdheden. Tot 26 januari 2014 worden 70 iconische
stukken van deze Tunesische modeontwerper tentoongesteld. Volgens Vogue is Alaïa een legendarische
ontwerper, die bekend staat om zijn sculpturale vrouwenmode en het gebruik van
leer, chiffon en jerseys. Met deze kenmerken heeft hij zijn plek verworven in
de mode-industrie. De grootsheid van deze couturier blijkt al uit de naam van
de expositie, alleen "Alaïa". Geen toevoegingen, zelfs niet zijn
voornaam Azzedine. Enkel zijn achternaam bestaande uit vijf klinkers en één
medeklinker. Een woord dat al 54 jaar in Parijs met respect, liefde en
verwantschap wordt uitgesproken als: uh-LIE-aah
De 73-jarige ontwerper is geliefd bij onder andere Naomi Campbell,
Stephanie Seymour, Linda Spierings en Linda Evangelista, maar ook legendarische
vrouwen als de Franse schrijfster Louise de Vilmorin, actrice, zangeres en
model Arletty en de Zweedse actrice Greta Garbo liepen weg met zijn ontwerpen. (Bron
Vogue)
De tentoonstelling, die twee jaar
voorbereidingstijd nodig had, is meteen bij binnenkomst indrukwekkend. Voor
iedere creatie lijkt een speciaal lijfje te zijn gemaakt, waardoor de items
optimaal tentoongesteld worden. Zo sta je oog in oog met ontwerpen van chiffon
en zijn laser-cut jurk van fluweel die in juli 2011 een staande ovatie kreeg.
Maar er is meer, zoals de mini-jurk van gouden kralen en kettingen van Tina
Turner, de vloerlange rode jurk die Rihanna dit jaar tijdens de Grammy’s droeg
en de oranje hooded dress voor Grace Jones uit 1991. Het hoogtepunt is een
vloerlange volumineuze jurk, die hij speciaal voor deze expo heeft ontworpen.
Het ontwerp, dat op het eerste gezicht van krokodillenhuid lijkt, blijkt van
dichtbij ingezet met honderden kleine kralen. Ook het totaal gerenoveerde
museum is de moeite waard om goed te bestuderen en draagt bij aan het
wow-effect. De tentoonstelling van Azzedine Alaïa bestaat uit twee delen. Het
tweede deel van de tentoonstelling wordt voortgezet in een ander paleis aan de
overkant. Namelijk het Palais de Tokyo.
Het Musee Galliera, formeel bekend als het Musée de la Mode de la Ville
de Paris is het museum van de mode en modegeschiedenis, gelegen aan de avenue
Pierre-1er-de-Serbie nummer 10. Het is dagelijks geopend, behalve op maandag en
feestdagen van 10.00 uur tot 18.00 uur. Op donderdag is het museum tot 21.00
uur geopend. Metro: Alma-Marceau, Iéna, Boissière. Toegangsprijs € 8.
Palais de Tokyo
TIPS: Uw bezoek combineren met een
heerlijke lunch of diner? Industrieel design van staal en gewapend beton in
combinatie met een jaren zestig interieur. Tokyo
Eat is hèt trendy en bijzondere restaurant van het Palais de Tokyo. Het is zien
en gezien worden, de Hot-Spot van Parijs.
Dan nog een andere eettip; het
favoriete restaurant van de Amerikaanse fotografe Renée Jacobs: Aux Marches du Palais, een oude bistro uit 1906 aan
de rue de la Manutention 5 in het 16e arrondissement. Een zijstraat aan de
oostzijde van het Palais de Tokyo.
Zomaar een onverwacht uitzicht op de Eiffeltoren
En als laatste een aanvullende tip
voor een prachtig uitzicht. Loop een stukje voorbij het Palais de Tokyo,
richting het Trocadero. Plotseling, krijgt u aan de linkerkant bij de rue de la
Manutention, een werkelijk adembenemend uitzicht op de Eiffeltoren.
Hij is weer prachtig, complimenten!
BeantwoordenVerwijderen