Het is 3.00 uur in de
nacht, 27 december 2017, als ik word gewekt door de wekker naast mijn hotelbed.
Tijd om op te staan voor een nachtelijk bezoek aan de ‘Buik van Parijs’. Buiten
is het guur. Regen en wind beuken tegen mijn hotelraam, de donkere dagen na
Kerst zullen we maar zeggen. Terwijl ik mij douche en aankleed realiseer ik mij
dat ze daar al ruim een uur aan het werk zijn, mijn routine van deze dag is hun
dagelijkse routine.
De 'buik van Parijs' ten zuiden van de stad 468 voetbalvelden groot
Foto: Google Maps
03.45 uur: op de
boulevard Périphérique hebben vrachtwagens bijna het rijk alleen. Na Porte
d’Italie zie je dat veel trucks en bestelwagens de afslag richting Rungis
nemen. Zo'n 48 jaar geleden verhuisden de beroemde Parijse voedselhallen
(Les Halles) naar het toenmalige dorpje, Rungis, ten zuiden van Parijs,
hemelsbreed op 12 kilometer afstand van de Notre Dame. De reden daarvoor was
dat de groeiende stroom vrachtwagens niet meer door de binnenstad kon en de
hallen niet meer voldeden aan de modernere behoeften en hygiëne voorschriften
van die tijd.
17 hectaren in het oude
centrum van Parijs maakten plaats voor een complex op 234 hectaren (468
voetbalvelden) verspreid over drie gemeenten: Rungis, Chevilly-Larue en Thias.
Het geheel heeft een modernere, minder pittoreske, uitstraling dan die van de oude Parijse
Hallen. Het heeft meer weg van een dorp met tolpoorten dan van een markt.
Rungis telt zo’n 1283 bedrijven waarvan 486 groothandels. Er werken zo’n 12.000
medewerkers. Zij bedienen 20.400 inkopers die samen goed zijn voor een
jaarlijkse omzet van ruim 8,7 miljard Euro (omzet 2015). Ter plaatse zijn 19
restaurants en cafés, een politiebureau, een brandweerkazerne, een medisch
centrum, banken, een ijsfabriek, een energiecentrale, een
vuilverbrandingsinstallatie, los- en laadkades voor vrachtauto’s en goederentreinen, een administratieve zone en zo’n
43 grote en kleine (voedsel)hallen). Overdag een spookstad met lege
parkeerterreinen, ’s nachts een levendige metropool met verkeersopstoppingen,
drukbezette restaurants en bezoekers uit heel Europa.
De oude hallen in het centrum van Parijs, de laatste marktnacht van
Parijs was op donderdag 27 februari 1969 - Foto: Mairie de Paris
De hallen zien er niet
meer uit als die in Parijs van de architect Victor Baltard uit de 19de eeuw. Onder
leiding van Semmaris (Société d’Economie Mixte du Marché de Rungis), de
uitbater van de markt, zijn de diverse hallen al sinds 1962 meerdere malen
verbouwd en gemoderniseerd. Op het ogenblik wordt een nieuw paviljoen voor de
varkensvleesgroothandel gebouwd dat het huidige
gebouw moet vervangen. Tussen 2015 en 2025 staat er een investering gepland van
ruim 505 miljoen euro’s, die nog eens wordt verdubbeld door de stakeholders. Semmaris
is inmiddels geprivatiseerd doordat de Franse staat zijn aandeel heeft
teruggebracht van 56,9% naar 33,17%
Wat ooit in de 12e
eeuw begonnen is als stadsmarkt van Parijs is vandaag de dag uitgegroeid tot werelds
grootste verscentrum, waar meer dan 20 duizend inkopers van Franse en
internationale restaurants, detaillisten en traiteurs hun dagelijkse waren en de
fijnste producten inkopen. Een mekka voor smulpapen. Er mag dan een grotere
bloemenveiling in Nederland zijn en een grotere vismarkt in Japan, Rungis is de
grootste versmarkt van de wereld en daar zijn de Fransen maar wat trots op.
Om 2 uur in de nacht zijn de vishallen al vol in bedrijf
04.15 uur: Samen met mijn
echtgenote, die dit bezoek voor geen goud wilde missen wachten we voor een van
de tolpoorten van de ‘Marché Internationale de Rungis’ of
de MIN genoemd, wat weer staat voor ’Marché d’Intérêt National’, markt voor
professionele gebruikers. Een onafgebroken stoet van vrachtauto’s begeeft zich
richting de verschillende hallen. Honderden witte bestelauto’s haasten zich
over de tweebaansweg en trekken rode en witte lichtstrepen over het natte
asfalt in de pikdonkere nacht. De bedrijvigheid op het complex is schijnbaar op
zijn hoogtepunt.
We worden opgewacht door
Joan Mols, die ik weer ken van het Atelier Néerlandais in Parijs, onderdeel van
de Nederlandse Ambassade in Parijs. Joan werkt sinds 2007 voor de Nederlandse
Ambassade, en sinds 2014 voor het Atelier Néerlandais waar hij verantwoordelijk
is voor productionele en administratieve zaken. Eind 1983 vertrok hij voor zijn
lief naar Frankrijk. Tot 2007 werkzaam in de Franse agri-food sector. Als
trader bestierde hij een handelskantoor op Rungis en kent Rungis als zijn
broekzak. Deze nacht gaat hij ons rondleiden langs de ‘pavillons’ op het
complex.
Meer dan 20.000 professionele inkopers van internationale bedrijven, restaurants, detaillisten en traiteurs doen hier hun hun dagelijkse inkopen
Op de MIN zijn meerdere
pavillons per sector verdeeld over het immens grote terrein. Grofweg zijn er de
volgende paviljoenen: ‘pavillon de la marée’ (vis en zeevruchten), ‘-de la viande’
(vlees), ‘-de la triperie’ (orgaanvlees), ‘-de la volaille’ (gevogelte en
wild), ‘-du fromage’ (kaas en zuivel) ‘-des fruits et légumes’ (groente en
fruit), ‘-des plantes’ (vaste planten), ‘-des fleurs’ (snijbloemen) en – ‘des
producteurs” (locale groentetelers die hier hun productie verkopen). Opvallend
is dat waar de meeste sectoren meerdere paviljoenen beschikken, zo groot als
een vliegtuighal, groente en fruit er wel geteld zeker tien heeft. Aanvullend
aan deze paviljoenen is er een
administratieve zone waar het SEMMARIS en tal van handelskantoren, service- en
toeleveringsbedrijven bedrijvig zijn. Een boulevard circulaire leidt naar de
diverse paviljoens. Rondom het complex, buiten de tolpoorten (toegang € 12),
bevinden zich nog veel vrieshuizen, entrepots, transport- en toeleveringsbedrijven.
In Rungis wisselen tijdens de nachtelijke uren vele verse producten van
eigenaar. Jaarlijks wordt er zo’n 1,5 miljoen ton aan vlees, vis, fruit,
groente en andere versproducten verhandeld. Maar liefst 18 miljoen Europese
consumenten worden vanuit Rungis voorzien van verse voedselproducten, waarvan
12 miljoen in een straal van 150 km rond Parijs. Het komt er op neer dat ruim
20% van de Franse bevolking producten van Rungis afneemt. Zo ook Nederlandse
bedrijven waaronder de Makro, Sligro en Hanos en diverse sterrenrestaurants.
Er wordt al druk gehandeld in het ‘pavillon de la marée’ (vis en zeevruchten)
04.30 uur: We starten als
eerste bij de vishallen. “Dit is het eerste onderdeel waar de handel rond 2 uur
begint maar ook al weer rond 6 uur afgelopen is”, aldus Joan. Vanaf dat uur vertrekken
de bestelwagens weer richting Parijs om de verse vis vòòr de verkeersdrukte en
de opening van de winkels te kunnen leveren. Bij binnenkomst in de vishal word
je overdonderd door de bedrijvigheid. Overal lopen mannen in witte pakken, het
heeft op het eerste gezicht iets weg van een crimescène, maar dat is geenszins
het geval. De handelaren zijn druk in de weer met het uitstallen van hun waar.
Tientallen vorkheftrucks jakkeren door de hal met piepschuimen dozen vol verse
vis op ijs. Honderdduizenden vissen, zowel zout- als zoetwatervis afkomstig uit
alle windstreken, liggen in fel licht tussen het ijs te schitteren. Snoeken,
witte tarbotten, tonijnen, zeeduivels, zonnevissen, sommige soorten zijn nog
maar een paar uur geleden uit het water gehaald, andere hebben er al een reis
vanaf de Stille Oceaan opzitten. Kratten vol met oesters, sint-jacobsschelpen
en kreeften. Getooid in onze witte jassen (verplicht) en witte hoofddeksels
zien we er uit als professionele inkopers. “Alles draait hier om versheid”,
aldus Joan. Net als andere inkopers betast en besnuffelt hij de vis. Steekt
soms zijn neus in een opengesperde bek en test met duim en wijsvinger de
stevigheid van een ruggengraat. Verrukt wijst hij naar een partij zeebaarzen en
naar vlekkeloze witte tarbotten. Hij pakt een kleine zeebaars en wrijft over
zijn rug. “Kijk deze heeft een knik in de staartvin, dat is kweek. In het wild
ontwikkelen ze grotere staartvinnen. Zie hier deze vissen, de staartvin groot,
veerkrachtig, stevig, bijna alles wat op deze kratten ligt is wild”.
Honderdduizenden vissen, zowel zout- als zoetwatervis afkomstig uit alle windstreken, liggen in fel licht tussen het ijs te schitteren
Dan is het de beurt aan
de oesters, kreeften, krabben, langoustines en andere schelp en schaaldieren.
Oesters zijn erg in trek tijdens de feestdagen in Frankrijk. De Fines de Claires,
Speciales, Belons, Belondines, Praires, Bigorneaux en Tourteaux, het kan niet
op. We stoppen bij een kratje sint-jacobsschelpen. Voorzichtig geeft Joan met
een nagel een tikje tegen het vlees van een opengemaakte schelp. “Even testen
of het schelpdier nog wel leeft”.
Onder de vishal liggen
nog verborgen schatkamers die we helaas niet kunnen bezoeken, “les viviers”. In
grote bakken worden daar schaaldieren, zoals kreeft en krab, levend bewaard.
Oesters zijn erg in trek tijdens de feestdagen in Frankrijk
“Rungis is niet alleen de
grootste versmarkt van Europa maar heeft ook de naam. Het is een ankerplaats
voor kwaliteit, snelheid is daarom ook van belang”. Joan troont ons naar buiten
om te laten zien dat de goederentreinen in Rungis direct naast de vishal
stoppen. Hij wijst naar de gekoelde vrachtwagens. “Kijk veel Nederlandse transportbedrijven,
alles wat deze nacht wordt geleverd of geladen ligt dezelfde of de dag erop al bij
de groot- of detailhandel in het schap. Naast het complex ligt de luchthaven
van Orly en zo gaat het voedsel dagvers ook de wereld over”.
Een bezoek aan het 'Pavillon de la Triperie' doet mij denken aan het boek van de 19e eeuwse schrijver Emile Zola; Le ventre de Parijs door hem geschreven in 1873
06.00: Het volgende
bezoek is aan het ‘Pavillon de la Triperie’. Daar komen we oog in oog te staan
met nieren, levers, koppen, tongen, magen, testikels, afgehakte oren en poten
van varkens, schapen en runderen. Slagers fileren met ultra scherpe messen een kop
van een rund, wikkelen de huid van kalfskoppen om de tong van het beest en
binden het geheel op als een rollade. “Fransen eten nog orgaanvlees. Er wordt nauwelijks
iets van het dier weggegooid. Veel producten in deze orgaanhal zijn afkomstig
van abattoirs en uitsnijderijen in Nederland. Die rollade die je zonet zag;
enige uren koken in bouillon en de ‘tête de veau’ kan worden opgediend in dikke
plakken met een mooie vinaigrette of gribich saus. Oud-President Chirac scheen
er dol op te zijn. Pens is de basis voor “Tripes à la mode de Caen”. Waaruit
blijkt dat Joan niet alleen een uitstekende gids is maar ook een fervent
hobbykok.
Gefileerde koppen zij aan zij met de luchtpijp van een lam samen met het hart en de lever
Onwillekeurig moet ik
denken aan een passage uit het boek van de 19e eeuwse schrijver Emile Zola; Le
ventre de Parijs door hem geschreven in 1873. Het speelt zich af in de hallen
van Parijs en Zola zet al zijn schrijfkunst in om ons de voedseltoevoer, de -bereiding
en de -consumptie van die dagen zo indringend mogelijk door de strot te duwen,
en ik citeer: 'De longen waren volgens
hem zacht rozerood, langzamerhand overgaande in helderder tinten, van onderen
met een helderen karmijnrode rand omzoomd; Claude zei, dat het gewaterd satijn
was, hij kon het juiste woord niet vinden om die zijdeachtige zachtheid weer te
geven, die lange frisse rijen, dat tere weefsel, dat in brede plooien neerviel,
als de rokjes van danseressen’.
Slagers fileren met ultra scherpe messen een kop van een rund
06.45: Buiten is het guur
maar in de sterk gekoelde paviljoens nog vele malen kouder. De temperatuur ligt
dicht bij het vriespunt. Tijd voor een koffie met croissants. Ondanks dikke
overjassen met daarover nog eens een witte jas voelen we ons intens koud en dan
is het hartverwarmend om te zien dat de mannen van het vishuis Reynaud al aan
de toog genieten van een heerlijk glas witte wijn. Duidelijk, wij zitten in een
heel ander tijdschema.
Volgens Joan is de
aanwezigheid van de stad Parijs naast Rungis een garantie voor kwaliteit. In de
binnenstad van Parijs worden de enorme “hypermarchés” nog geweerd, dus bijna iedere
boucherie, charcuterie, poissonnerie en traiteurs doen hier zelf hun inkopen.
Bovendien houdt de Parijzenaar van vers. De inwoners wonen klein en in hun
appartementen tref je zelden vrieskasten aan. Niet alleen omdat de mensen er
geen plaats voor hebben maar vooral omdat alles er op berekend is om binnen
enkele uren te worden genuttigd. Is het voor vanmiddag of voor vanavond? Is een
veel gestelde vraag wanneer je een meloen, avocado of een camenbert koopt; ‘à
point’ noemen de Fransen dat”.
06.45 uur; het is hartverwarmend om te zien dat de mannen van het vishuis Reynaud al aan de toog genieten van een heerlijk glas witte wijn
07.15 uur: ‘Pavillon de la Volaille’. In
de wild- en gevogeltehal liggen tussen de fazanten, patrijzen, eenden, hazen en
konijnen ook vele soorten kippen. De zwarte kip van Challans is een van de
parels van de Franse top gastronomie. Ze staat bekend om de subtiele, en unieke
smaak van haar vlees en is bijzonder geliefd onder fijnproevers en chef-koks.
De chique poulet de Bresse is het bekendste Franse kippenras, afkomstig uit het
Bresse gebied (Rhône-Alpes) en geniet een beschermende AOC (Appellation
d’Origine Contrôlée) en een AOP (Appellation d’Origine Protegée) kwalificatie.
De chique poulet de Bresse (AOC - AOP) is het bekendste Franse kippenras, afkomstig uit het Bresse gebied
Deze
‘poulet fermier’ worden gefokt met fel rode kam, witte veren, en blauwe poten,
de kleuren van de vlag van Frankrijk. Ze lopen buiten, krijgen speciaal voer en
worden dan ook geleverd met een echtheidscertificaat. De Bresse kip is een
bijzonder en heel oud kippenras waarover voor het eerste werd geschreven in
1591. Bijzonder is dat die kippen hier worden uitgestald inclusief hun prachtige
veren of met hun kop. Iets wat in Nederland niet meer is toegestaan. De Franse
‘inkopers’ willen dat, zodat anders het ras en de versheid niet kan worden
vastgesteld. Het is duidelijk: het oog wil ook wat. Het voedsel hier in Rungis
is met liefde verpakt en met gevoel voor theater uitgestald.
Bijzonder is dat die kippen hier worden uitgestald inclusief hun prachtige veren of met hun kop
07.45 uur: We zijn nu in
de grootste koelkast van de wereld die ‘s morgens al om vijf uur opengaat. Je
moet hier wel in beweging blijven anders raak je snel verkleumd. Het Pavillon
des Viandes; een vleespaleis vol met geslachte dieren. Kolossale halve runderen,
onthoofde varkens aan haken in een uitgekiend railsysteem, zo ver als het oog
reikt. Sommige handelaren proberen zich te onderscheiden. Zij hangen de
karkassen aan slechts één poot waardoor als het ware een ballet voor dode
koeien ontstaat. “Als ik de kleur van het vet van deze runderen zie, dan proef
ik het vlees al”, lacht Joan. “Kijk hier, ‘bavette’, draadjesvlees van de flank
van het rund en runderlonghaas ‘onglet’, dat is in Nederland een bijproduct. In
Frankrijk zeer gewild als biefstuk; ‘Bavette’ of ‘Onglet à l’échalotte’. Ik
denk dat een groot deel van deze stukken vlees vanuit Nederlandse
uitsnijderijen naar Frankrijk wordt geëxporteerd aangezien er hier een meerwaarde
voor is”.
De grootste koelkast van de wereld die ‘s morgens al om vijf uur opengaat 'Le Pavillon des Viandes'
"Uw bestelling staat klaar"
08.00 uur: In de kaashal
is het een groot feest gezien het enorme aanbod van rauwmelkse kazen. “Die zie
je in Nederland nauwelijks omdat ze banger zijn voor de listeria-bacterie”. De
meeste kaas die in Nederland geproduceerd wordt, is gemaakt van
gepasteuriseerde melk, die wordt kort verhit om bacteriën onschadelijk te
maken. Geef mij maar een geitenkaasje met blauwe schimmel en ik moet toegeven
dat bij het zien van zoveel soorten mijn mond begint te watertanden. Links en
rechts enorme rijpingskamers vol harde kazen sommige zo groot als
tractorbanden. Ossau-Iraty, harde schapenkaas uit de Pyreneeën, de Beaufort, de koning van de Alpenkazen,
samen met Comté en Abondance, de Saint-Nectaire uit de Auvergne.
De kaashallen; om bij te watertanden
Een pracht van
een half harde kaas van rauwe koemelk, uit de groene omgeving van de Mont-Dore,
waar de dieren op bergweiden vol bloemen en kruiden grazen. In de Auvergne zit het helemaal goed wat betreft kazen.
Toppers zijn onder andere de Salers, Cantal, Bleu d’Auvergne en Fourme d’Ambert.
De voorkeur van Joan gaat uit naar de Sainte-Maure-de-Touraine. Een
cilindervormige geitenkaas met een aslaagje, afkomstig uit de Loirevallei en
met een rietje van stro, dat de kaas weer stevigheid geeft. “Deze kaas is
zacht, smeuïg en zacht van smaak, maar met karakter dankzij het aslaagje met
zout.” Ik denk er meteen een glas Gewürztraminer bij en de gedachte hieraan
maakt mij acuut gelukkig.
Charles De Gaulle zei
eens: “Hoe kun je nou een land besturen waar meer kaassoorten bestaan dan dagen
in een jaar.
Groenten en fruit vormen met 10 hallen verreweg de hoofdmoot van het vers aanbod in Rungis
09.00 uur: Het is tijd
voor de groente- en fruithallen. Torens van kratten en kisten vol met
sinaasappelen, peren, appels, paprika’s en tomaten vormen een regenboogachtige
kleuren- parade. Het lijkt of ze elke appel afzonderlijk hebben opgepoetst. De
perensteeltjes zijn voorzien van een laklaagje om uitdroging van de peer tegen
te gaan. Groentehal nummer één, daar liggen de beste producten, volgens Joan,
en bijna allemaal van Franse orgine. Zandpeen uit Normandië, bospaddestoelen
uit de Auvergne, truffels als eieren zo groot uit de Périgord. Ook aardperen palmkool,
rammenas, en molsla, ‘vergeten groenten’ die in Nederland uit het aanbod zijn
verdwenen. Naast witte knoflook is er ook paarse en roze knoflook in alle maten
en kwaliteiten. Groenten en fruit vormen met 10 hallen verreweg de hoofdmoot
van het vers aanbod in Rungis. In mei 2016 opende François Hollande nog een
nieuwe bio-hal van ruim 5600 vierkante meter maar daar loopt het nog niet echt
storm.
Onze toegewijde gidsen. Rechts Joan Mols
09.45 uur: Als laatste
brengen we een bezoek aan de bloemen- en plantenhallen waar het zo net na de
Kerst erg rustig is. Natuurlijk komen hier de meeste bloemen uit Aalsmeer en
daar zijn we dan ook weer erg trots op.
De ‘Marché Internationale
de Rungis’ is een versmarkt die alleen in superlatieven beschreven kan worden,
met het beste wat de Franse grond en zee heeft te bieden. Het is er allemaal: van
kopvlees tot kaviaar, van andouillette tot zwezerik, de verste vis, de meest
exotische fruitsoorten, de prachtigste groenten, het malste vlees, net
geschoten wild en gevogelte en voor elke dag een andere kaassoort.
Het blijft ronduit fascinerend
om zoveel mensen ’s nachts in actie te zien met het vullen van ‘de buik van
Parijs’. In Rungis zie je beter dan waar dan ook waar het bij de Fransen om
draait: gastronomie, oftewel voeding en alles wat daarmee samenhangt. Gewoon
weg schitterend, die nimmer aflatende gedrevenheid die de Fransen aan de dag
leggen.
10.15 uur, de mannen van de vleeshallen voor hun eindigt de werkdag met een stevige maaltijd
10.15 uur: Het is
duidelijk: de marktdag loopt op zijn eind. In het restaurant waar we hebben
plaatsgenomen zitten de mannen van de vleeshallen met bebloede schorten al aan
de warme maaltijd met een goed glas wijn. Wij houden het bij een prachtige
assorti van kaas en dun gesneden ham, ‘Jambon de Bayonne’, uit Frans
Baskenland, weinig zout en heel zacht van smaak en natuurlijk een goed glas
witte wijn. Want het is altijd wel ergens vijf uur in de wereld.
Un Grand Merci aan Joan
Mols voor deze prachtige rondleiding.
11.00 uur terug naar ons
hotel om de verloren slaap in te halen en al die indrukken te verwerken.
Uw blogger met weer een fantastische ervaring rijker
Wil je zelf een
rondleiding over dit gigantische complex meemaken klik dan hier.
De officiële website van
de MIN biedt individuele rondleidingen aan
à € 85 per persoon. Dat is inclusief transfer van Parijs naar Rungis,
heen en retour, vervoer ter plaatse (weet u nog? het complex is 468
voetbalvelden groot), een drie uur durende rondleiding en een eenvoudige
brunch.