Het begon allemaal op 19 juli, in het jaar 1900, om 13.00 uur en eindigde op 21 september 2023; afscheid van het kartonnen metrokaartje. In ieder geval het Carnet T+. In sommige automaten is nog een los metrokaartje verkrijgbaar, maar het metrokaartje is gedoemd om in het digitale tijdperk te verdwijnen, hèt symbool van een object dat representatief is voor de technologische vooruitgang en ontwikkelingen van de 21e eeuw. Dit is het begin van het einde van een avontuur dat 124 jaar geleden begon.
124 jaar geschiedenis maakt plaats voor de Navigo pas
Geel,
groen, paars, wit, elke kleur heeft zijn tijd, inmiddels herinneringen uit een
oude wereld. Het diende als sigarettenfilter, als wig voor een wankele tafel,
als inspiratiebron voor artiesten, voordat het vaak op straat belandde of in
een spijkerbroekzak eindigde in een wasmachine-trommel. Vanaf 2023 zal het
langzaam verdwijnen en worden vervangen door de Navigo-pas of door de
smartphone. “Het metrokaartje is een weerspiegeling van de evolutie van het
Parijse leven”, aldus Grégoire Thonnat, auteur van het enige boek over dit
onderwerp: ‘Petite histoire du ticket de métro Parisien’.
De eerste metrokaartjes 1900 - 1903 - Collectie Grégoire Thonnat
Op 19
juli 1900 werd lijn 1 ingehuldigd. Deze verbindt Porte Maillot met Porte
Vincennes in 30 minuten en doet 18 stations aan. Ook al werd het groots
gepresenteerd tijdens de Wereldtentoonstelling, Chicago, Berlijn en zelfs
Boedapest hadden al een ondergronds netwerk. In Londen werd de eerste lijn zelfs
op 10 januari 1863 geopend door the Metropolitan Railway. Op die eerste dag
werden er zelfs 30.000 kaartjes verkocht. De Parijse metro bleek vanaf dag een
een groot succes. In het eerste jaar werden er maar liefst 17 miljoen kaartjes
verkocht. De ‘Compagnie du chemin de fer métropolitain de Paris’ kortweg CMP
genoemd bood haar reizigers 3 tarieven aan. Rose, een enkeltje eerste klas voor
25 centimes, créme, een enkeltje tweede klas voor 15 centimes en een retour
ticket, groen, voor 20 centimes. Kinderen mochten gratis mee mits ze reisden op
de schoot van de begeleider. Oh ja, roken in de treinen was toen al verboden,
spugen trouwens ook.
Elk
station had een loket waar je een kaartje kon kopen om het vervolgens bij de
ingang te laten 'knippen' door een 'poinçonneur' - de conducteur. Dit systeem
hield zo'n 75 jaar stand. Tijdens de oorlog van 1914-1918 waren het
hoofdzakelijk vrouwen die dit beroep uitoefenden. De mannen bevonden zich aan
het front. Het systeem vormde de inspiratie voor menig Frans Chanson. Serge Gainsbourg bezong de poinçonneurs in 1958 in zijn
chanson 'Le Poinçonneur des Lilas':
Je suis l'poinçonneur des Lilas
Le gars qu'on croise et qu'on n' regarde pas
Y a pas d'soleil sous la terre
Drôle
de croisière
Ik ben
de kaartjesknipper
De man
die men passeert en waarvan men niet opkijkt
Onder
de grond schijnt er geen zon
Geprikkeld door het doorsteken
Je fais des trous, des p'tits trous, encor des p'tits
trous
Des p'tits trous, des p'tits trous, toujours des p'tits
trous
Des trous d'seconde classe
Des trous d'première classe
Ik
maak gaatjes, kleine gaatjes, nog steeds kleine gaatjes
Kleine
gaatjes, kleine gaatjes, altijd kleine gaatjes
Tweede
klasse gaatjes
Eerste
klasse gaatjes
Y a d'quoi d'venir dingue
De quoi prendre un flingue
S'faire un trou,
un p'tit trou, un dernier p'tit trou
Un p'tit trou, un p'tit trou, un dernier p'tit trou
Et on m'mettra dans un grand trou
Où j'n'entendrai plus parler
d'trou plus jamais d'trou
De petits trous de petits trous de petits trous
Het is
genoeg om gek van te worden
Om een
pistool te nemen
en bij
jezelf een laatste gaatje te maken,
een
klein gaatje, een laatste klein gaatje
Een
klein gaatje, klein gaatje, een laatste klein gaatje
En men
zal me in een groot gat gooien
waar
ik nooit meer over gaatjes
zal
hoeven te praten, nooit meer gaatjes
Kleine
gaatjes, kleine gaatjes, kleine gaatjes
In
1906 gaf een metrokaartje toegang tot meer dan 30 km aan lijnen, vergeleken met
10 km in 1900. Een nieuw bedrijf, La compagnie Nord-Sud, kreeg van de stad
Parijs een concessie voor een nieuwe noord-zuid-as, waar dringend behoefte aan
was. De huidige lijn 12 (van Mairy d’Issy naar Porte de la Chapelle en een deel
van de huidige lijn 13, werd eind 1910 ingehuldigd. De historische overstromingen
van dat jaar hadden de werkzaamheden aanzienlijk vertraagd. Het
Noord-Zuid-bedrijf hanteerde dezelfde prijzen als het CMP. Het bedrijf werd nooit
een financieel succes en werd in 1930 al door het CMP ingelijfd.
Ticket
inflatie
De
eerste prijsverhoging van het ticket vond pas plaats 19 jaar na het rijden van
de eerste metrotrein. Eerste klas kost dan 30 centimes, tweede klas 20 centimes
en een retourtje 25 centimes. Tijdens de Wereldtentoonstelling van 1937 werd de
symbolische drempel bereikt van1 Franse franc voor een kaartje in de tweede
klas. Door de prijsverhogingen vond er een levendige handel plaats in
tweedehands kaartjes. De gaatjes werden namelijk gedicht met gekleurd brood
zodat ze voor een tweede keer gebruikt konden worden. Daarom werden de gaten in
de ponstangen vergroot van vier naar zes millimeter. Het aantal verkochte
kaartjes bevindt zich op een nieuw record, namelijk 850 miljoen stuks.
Aan de
vooravond van de Tweede Wereldoorlog telde het Parijse metronetwerk 14 lijnen
en 160 kilometer spoor. Vier stations zijn sinds 1939 nooit meer heropend:
Arsenal (lijn 5), Champ-de-Mars (lijn 8), Croix-Rouge (lijn 10) en Saint-Martin
(lijnen 8 en 9). Tijdens de Tweede Wereldoorlog beleeft de metro zijn donkere
periode. Het Vichy-regime kondigde aan dat Joden geen gebruik meer mochten
maken van een eerste klaskaartje en werden verplicht om plaats te nemen in de
laatste treinwagon die spottend de ‘synagoge’ werd genoemd. In 1941 overschreed
de metro het aantal van één miljard vervoerde passagiers door de vrijwel totale
verdwijning van het auto- en busverkeer in de stad.
Het metronetwerk in 1938 - Collectie Grégoire Thonnat
In 1946 vervoerd het CMP 1,5 miljard passagiers. De eerste klas wordt geëlimineerd om plaats te maken voor nog meer passagiers. Echter deze wordt een jaar later weer ingevoerd. De prijs van een enkel kaartje bedroeg inmiddels 5 Franse franc. In 1948 was er sprake van een opmerkelijke ontwikkeling; er werden verlaagde prijzen ingevoerd voor grote gezinnen. Frankrijk beleefde toen de Baby Boom. Een jaar later werd de RATP opgericht die een netwerk van 166 kilometer aan sporen erfde, waaronder 14 metrolijnen.
In
1958 ging de prijsverhoging gepaard met een kleurverandering: havana voor de
tweede klasse en groen voor de eerste. De prijs van een carnet tweede klas gaat
omhoog naar 30 Franse franc en 45 -franc voor een carnet eerste klas. In 1968 werd
het metrokaartje ook geldig in de bus en deed de magneetstrip zijn intrede, een
technologische revolutie, wat echter het einde betekende voor een grote groep
poinçonneurs. Het laatste gaatje werd geknipt in 1975. De tourniquets werden
geïntroduceerd om de doorvoer van de passagiers te versnellen. Een poinçonneur
kon in grote stations niet meer dan 3.000 tot 3.500 gaatjes maken per dag, ze
werden later ingezet als stationsagent. Het gele kaartje met een bruine
magneetstrip doet zijn intrede.
In de jaren zeventig daalt voor het eerst het aantal metroreizigers. De metro moet concurreren met de route Georges Pompidou. De toenmalige Franse president die de oevers van de Seine openstelt voor automobilisten. Als tegenzet wordt de ‘Carte Orange’ geïntroduceerd. Voorheen moest je bij het doorkruisen van het Ĩle de France wel vijf verschillende kaartjes kopen. Nu kon je met een kaart onbeperkt reizen. Een mega succes. In 1976 werden 11 miljoen ‘Cartes Orange’ verkocht. Wat kleur betreft was oranje in die tijd ook de kleur van de mode. De ‘Carte Orange’ verdween in 2019 ten gunste van de Navigopas.
In 1991 werd ook de eerste klas afgeschaft. In
1992 werd het kaartje jadegroen, de kleur van de ecologie. In 2003 volgde
opnieuw een verandering. Het kaartje krijgt een paarse kleur en kan gebruikt
worden bij de SNCF (spoorwegen), de RATP en de STP (Paris Transport Union).
Hiermee kun je de metro nemen, maar ook de bus en de RER in het Parijs tussen
de rondweg. Vier jaar later wordt het kaartje wit. Op 1 augustus 2003 bereikt
het metrokaartje de symbolische drempel van 1 euro. Op dat moment telde het
metronetwerk 16 lijnen, 366 stations en 211 kilometer aan sporen.
2003 het metroticket krijgt een paarse kleur en markeert de symbolische drempel van een euro per rit
Met de
introductie van de Navigopas komt een einde aan het metrokaartje dat meer dan
120 jaar dienst heeft gedaan. Goed voor het milieu want zo’n 550 miljoen
kaartjes per jaar belandden grotendeels op de grond. Volgens de RATP duurt het
bijna twee jaar voordat een metrokaartje, eenmaal op de grond gegooid, wordt
afgebroken. Op een navigopas kunnen maximaal 30 kaartjes worden geladen en is
steeds herlaadbaar. Het kaarje zelf zou in 2025 geheel moeten verdwijnen,
echter de RATP heeft nog geen definitief besluit genomen.
Als
afsluiting nog wat kunst en cultuur. Het metrokaartje heeft verschillende
kunstenaars geïnspireerd tot het maken van kleine kunstwerkjes op de achterkant
of de voorkant. Ik schreef hier al over in mijn blog over de Marché Parisien de
la Création waar ik een ontmoeting had met de Franse kunstenaar Peter Eichner
die op eigen wijze metrokaartjes recycled, door deze te gebruiken als
ondergrond voor zijn verbluffende mini kunstwerkjes. Of het filmpje op YouTube
over Luc Grateau. Hij heeft al ruim duizend mensen geportretteerd op een
metrokaartje tijdens zijn reizen in de metro. Hij noemt het een tic, maar zijn
kleine kunstwerkjes op metrokaartjes zijn beeldschoon. (klik hier)
Bronnen:
Petite histoire du ticket de métro Parisien, Grégoire
Thonnat
Stations de métro, d’Abbesses à Wagram, Gérard Roland
Le guide de Paris en métro, RATP, Mairie de Paris
Paris métro, histoire et design, sybil Canac, Bruno
Cabanis
Paris Métro Style in map and station design, Mark
Ovenden
Ik heb nog 1 ongebruikt exemplaar en dat ga ik vermoedelijk straks gebruiken!
BeantwoordenVerwijderen