Ik noem ze dan ook DE MAKERS; zij zijn de creatieven, de
mensen met ideeën, kunstenaars, dromers, en de durfals met verbeelding, energie, ambitie en intuïtie om
iets te creëren vanuit het niets. Ze brengen Parijs tot leven. Want wat zijn
steden anders dan menselijke ecosystemen – netwerken – van mensen die gebouwen,
monumenten, tuinen en straten tot leven brengen? Nederlandse stakeholders in
het meest opwindende menselijke netwerk van Parijs: Zij zijn ‘DE MAKERS’. Deze
blog brengt weer een deel van het creatieve DNA van Parijs in kaart en
beschrijft een stukje van deze dynamische keten. Je maakt kennis met een van
hen en ontmoet hem / haar als het ware backstage, om zo getuige te zijn van hem
/ haar werkzame leven. Het mooiste van alles is dat het geen geheim genootschap
is. Deze mensen zijn de motoren van enkele van de meest opwindende plaatsen van
de stad. Geen cynische imitaties of het resultaat van berekende carrière moves,
geen Instagram influencers of concepten uitgevonden door algoritmes; dit zijn
mensen van vlees en bloed die een
verlengstuk zijn van hun passie en persoonlijkheid.
Irene van Zeeland
Tijdens de Koningsdag-netwerkborrel in de residentie van
onze Nederlandse ambassadeur Z.E. Jan Versteeg, had ik een eerste ontmoeting
met Irene van Zeeland. Dans en beweging is de rode draad in haar leven. Ze
studeerde aan de Theaterschool Amsterdam en ze mag Master of Science achter
haar naam zetten na het afronden van de studie Bestuurskunde aan de Erasmus
Universiteit Rotterdam. Deze studie komt van pas bij alle diverse projecten die
ze bedenkt en van A tot Z uitvoert: zo is ze bij voorbeeld actief voor Holland
Dance Festival binnen het grote Europese samenwerkingsproject Europe Beyond
Access.
Mijn
ontmoeting met Irene van Zeeland (r) en coach en organisatiespecialist Simone
van Vorselen (l) in de residentie van onze ambassadeur in Parijs
Na haar bachelor aan de Theaterschool in Amsterdam, ging ze
een jaar naar New York City om daar verder te studeren onder de dansers van de
Merce Cunningham Dance Company, waaronder de rechterhand van Cunningham, Robert
Swinston. Hier nam ze deel aan een internationaal trainingsprogramma
‘hedendaagse dans’ van de Merce Cunningham Studio. Momenteel woont en werkt ze
in Parijs en verzorgt wekelijks danslessen voor diverse opdrachtgevers: o.a.
Paris Marais Dance School en de Be Together Académie. Maandelijks reist ze ook
nog eens naar Nederland voor haar functie bij Holland Dance Festival. Samen met
haar vrouw Carolina Kzan, een audiovisueel genie en filmmaker, heeft zij Omaro
Productions opgericht en werkt ze als producer en choreograaf. Alle
creativiteit en vakmanschap komt samen in hun internationale productiebedrijf.
En of dat nog niet genoeg is wil zij met haar project ‘Keep Moving Me’ een
voorbeeld zijn voor vrouwen die te maken hebben met borstkanker. Een bezig
bijtje dus. Centrum Parijs, in het Atelier Néerlandais, had ik een ontmoeting
met haar.
Irene
gefotografeerd door haar partner Carolina Kzan
Irene; wanneer is jouw passie
voor dansen eigenlijk begonnen en wie of wat inspireerde jou?
Ik begon met dansen toen ik een jaar of negen was, maar eigenlijk riep ik al
vóór mijn eerste dansles dat ik later balletjuf wilde worden. Zodra ik eenmaal
begonnen was, was er geen houden meer aan: wat begon met één uur klassiek
ballet per week, groeide al snel uit tot meerdere lessen in spitzen, caractère,
moderne dans, tap en zelfs flamenco. Dans werd al heel jong mijn taal.
Na een succesvolle auditie voor de
Havo voor Muziek en Dans in Rotterdam begon ik op mijn vijftiende aan deze
intensieve vooropleiding voor de dansacademie, die ik uiteindelijk afrondde op
het hoogste niveau. Mijn eerste grote inspiratiebron was mijn eigen dansjuf,
Belinda – zij zag iets in mij en gaf me het vertrouwen om groot te dromen.
Daarnaast had ik een plakboek vol met foto’s van Sofiane Sylve en Sylvie
Guillem: sterke, sierlijke vrouwen die voor mij het toppunt van expressie en
discipline belichaamden.
Welke opleidingen heb je
allemaal gevolgd?
Ik ben begonnen op de Havo voor Muziek en Dans (Codarts, Rotterdam) en
daarna aan de Theaterschool Amsterdam (AHK), waar ik mijn bachelor moderne dans
heb behaald. Daarna ben ik een jaar naar New York gegaan voor een intensieve
opleiding aan de Merce Cunningham Studio. Terug in Nederland heb ik een Master
of Science in Bestuurskunde afgerond aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam.
En vorig jaar heb ik eindelijk mijn officiële docent bevoegdheid Cunningham
Techniek ® behaald in New York als eerste lichting van deze opleiding waar elk
jaar slechts 10 mensen van over de hele wereld voor worden geselecteerd. Ik ben
dus gevormd door zowel het fysieke als het analytische – en dat zie je terug in
mijn werk: intuïtief en onderzoekend tegelijk.
"Ik
hou van abstractie en precisie in beweging" - hier samen met Alberto
Barletta - fotografie © Carolina Kzan
Niet alleen een veelzijdig
mens, maar ook nog eens een veelzijdig danseres. Waar gaat jouw absolute
voorkeur naar uit en waarom?
Ik hou van abstractie en precisie in beweging. Daarom voel ik me thuis in de
wereld van postmoderne dans en specifiek in de Cunningham-techniek. Maar ik
werk ook graag sociaal-artistiek, bijvoorbeeld met mensen met een beperking of
met ouderen – daar waar dans verbindt. Mijn voorkeur gaat dus niet zozeer uit
naar een specifieke vorm, maar naar dans als ontmoeting.
Wat was de reden om naar New
York te vertrekken?
New York was een droom – niet om er beroemd te worden, maar om me onder te
dompelen in een omgeving waar dans dagelijks leven is. Ik wilde trainen bij
mensen die direct met Merce Cunningham hadden gewerkt. Ik heb daar contacten
voor het leven gemaakt en was dan ook ontzettend blij toen ik vorig jaar
geselecteerd werd voor de eerste officiële Teacher Training Course, lekker
terug naar New York City met alle shows, lessen, en dans-gerelateerde
activiteiten die daar dagelijks plaatsvinden.
Kun je wat meer vertellen
over de Cunningham-techniek en wat jij ermee doet?
De Cunningham-techniek is een dansvorm die werkt vanuit de ruggengraat, met
veel aandacht voor ruimte, tijd en isolatie van beweging. Het is technisch en
abstract, maar tegelijkertijd biedt het eindeloze vrijheid. Ik geef les in deze
techniek in Parijs, o.a. bij Centre de Danse du Marais en Paris Marais Dance
School, maar ook in het buitenland voor speciale masterclasses, en ik zie hoe
dansers erdoor groeien – letterlijk en figuurlijk.
"Dans
werd al heel jong mijn taal" - foto © Carolina Kzan
Terug uit Amerika begin je
aan een opleiding aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam. Hoe is dat te
rijmen met jouw passie voor de dans?
Voor mij is dat geen tegenstelling.
Dans is mijn hart, bestuurskunde mijn hoofd. Ik wilde leren hoe systemen
werken, hoe je culturele projecten organiseert, hoe je beleid en praktijk met
elkaar verbindt. Inmiddels werk ik met evenveel toewijding aan participatieprogramma’s
als aan choreografieën – beide gaan over beweging, alleen in andere vormen.
In 2016, 2017 en 2018 ben je
ook nog eens naar India geweest. Waar was je naar op zoek?
India kwam eigenlijk op mijn pad. Ik werd gevraagd om mee te werken aan het
opzetten van een curriculum voor jonge, talentvolle dansers die weinig tot geen
ervaring hadden met klassiek ballet of westerse moderne dans. Mijn rol was
breed: ik gaf les in deze dansvormen, maar ook in dansgeschiedenis en het
analyseren van voorstellingen. Samen met andere docenten – gespecialiseerd in
onder meer Bharatanatyam en Kalaripayattu – ontwierpen we een meerjarig
programma dat studenten opleidde tot veelzijdige performers.
Veel van deze jonge dansers zijn
inmiddels de wereld over gereisd en actief in internationale producties. Het
was ongelofelijk inspirerend om mijn kennis op die manier te kunnen delen en
tegelijkertijd zelf zoveel te leren van hun benadering van beweging en fysieke
expressie. Het was geen innerlijke pelgrimstocht, maar eerder een professionele
samenwerking die me blijvend heeft gevormd – vooral in hoe ik nu kijk naar het
samengaan van traditie, techniek en culturele context in dans.
Waar gaat je voorkeur naar
uit; Parijs, New York, of Amsterdam en waarom?
Parijs is mijn thuis, New York is mijn energiebron, en Amsterdam is mijn
fundament. Ik hou van de gelaagdheid van Parijs, de esthetiek, het trage tempo
én de chaos. New York heeft me gevormd als danser, maar ik ben ook graag in
Nederland, waar ik werk aan inclusie en educatie. De afwisseling voedt me.
"Ondanks
mijn ziekte bleef dans mijn anker" - foto © Carolina Kzan
In 2022 werd er borstkanker
bij je geconstateerd. Hoe ben je daar mee omgegaan?
Ik kreeg het telefoontje met de uitslag terwijl ik midden in een dansles
stond. Ik drukte het weg, appte of ik een half uur later kon terugbellen – maar
ergens wist ik toen al dat het mis was. Niet veel later kreeg ik de diagnose:
HER2-positieve borstkanker, stadium 3. Het voelde alsof de grond onder me
vandaan viel.
Toch ben ik blijven doorgaan met
lesgeven. Dans bleef mijn anker – zelfs op dagen dat ik nauwelijks energie had.
Beweging hielp me om verbonden te blijven met mijn lichaam, mijn creativiteit
en mijn vak. Het gaf me ritme in een periode waarin alles onzeker was. Dans
heeft letterlijk en figuurlijk een grote rol gespeeld in mijn herstelproces.
Wat betekende dat voor jouw
danscarrière?
Het dwong me om zachter en langzamer te worden – iets wat niet
vanzelfsprekend is in de danswereld. Ik moest loslaten dat alles maakbaar is,
en leren vertrouwen op mijn intuïtie en herstelvermogen. Maar het heeft mijn
werk verdiept. Ik dans nog steeds, maar anders – meer gelaagd, kwetsbaarder, en
misschien ook wel krachtiger.
Keep
Moving Me is ontstaan vanuit de behoefte om iets te maken voor én met vrouwen
die met borstkanker - foto © Carolina
Kzan
Is ‘Keep Moving Me’ daar uit
voortgekomen? En wat is het verschil met ‘normale’ danslessen?
Ja, absoluut. Keep Moving
Me is ontstaan
vanuit de behoefte om iets te maken voor én met vrouwen die met borstkanker te
maken hebben gehad. De lessen focussen op herstel, verbinding en expressie –
zonder prestatiedruk. Het gaat om aanwezigheid, om voelen in plaats van vorm.
Het is dans als steunpilaar, niet als kunstvorm.
Hoe is het nu met je?
Het gaat goed. Mijn lijf is veranderd, mijn energie ook, maar ik leef
bewuster dan ooit. Er is ruimte voor plezier, voor ambitie, voor liefde. En ik
ben dankbaar dat ik weer kan creëren, kan reizen, en mijn verhaal mag delen –
ook via projecten zoals deze.
Je gaat letterlijk en
figuurlijk dansend door het leven. Hoeveel uren per dag dans je?
Dat wisselt enorm. Soms geef ik drie lessen op een dag, soms zit ik dagen
achter de computer om een fondsaanvraag te schrijven of een productie te
plannen. Maar zelfs dan ‘danst’ mijn hoofd. Dans is een manier van denken
geworden – een manier van zijn.
Foto
© Carolina Kzan
Bij wie vind jij tegenwoordig
je inspiratie?
Ik haal veel inspiratie uit het werk van grote choreografen – Merce
Cunningham blijft een vaste bron, maar ook makers als Deborah Colker, Germaine
Acogny en Crystal Pite bewonder ik enorm, ieder met hun eigen krachtige
bewegingstaal en visie.
Tegelijkertijd ga ik graag naar
voorstellingen van mensen die ik (nog) niet ken. Juist het onbekende daagt me
uit, verrast me, en voedt mijn nieuwsgierigheid. En uiteindelijk blijf ik
misschien wel het meest geïnspireerd door de mensen met wie ik dagelijks werk:
jongeren, ouderen, dansers met een beperking. Zij laten me telkens opnieuw
voelen waarom dans ertoe doet – omdat het verbindt, in beweging zet, en ruimte
geeft aan stemmen die vaak niet gehoord worden.
Foto
© Carolina Kzan
Op welke prestatie in je
leven ben je het meest trots?
Dat ik trouw ben gebleven aan mezelf, ook als het ingewikkeld werd. Of dat
nu ging over mijn plek vinden in de danswereld, omgaan met ziekte, of ruimte
creëren voor verhalen die buiten de norm vallen – ik heb steeds mijn eigen pad
gekozen.
Ik ben trots op het feit dat ik
dans en engagement blijf combineren, of dat nu is via projecten voor inclusieve
dans, door vrouwen met borstkanker te begeleiden via Keep Moving Me, of via
educatieve programma’s die jonge mensen raken.
Samen met je partner Carolina
Kzan heb je Omaro Productions opgericht. Kun je daar wat meer over vertellen?
Omaro Productions is ons internationale productiehuis waar film en dans
samenkomen. Carolina is filmmaker en ik ben choreograaf – samen maken we
interdisciplinaire projecten die verhalen vertellen die je niet altijd in de
mainstream tegenkomt. Denk aan inclusieve dansfilms, documentaires en live
performances. Het is een creatief en persoonlijk avontuur.
Jullie zijn ook lid van het
Atelier Néerlandais. Wat was voor jullie de beweegredenen?
We zochten naar een netwerk en plek waar we als Nederlandse makers in
Frankrijk verbinding konden vinden. Het Atelier Néerlandais bood precies dat.
Het is een inspirerende plek met een open mentaliteit, waar kruisbestuiving en
samenwerking centraal staan. We hebben er veel steun aan gehad, zowel
professioneel als persoonlijk.
Tot slot, wat zijn je
toekomstplannen?
Sinds februari 2025 ben ik als
choreograaf en danser verbonden aan ‘Entrelacées’ –
met elkaar verweven.
‘Entrelacées’ is een inclusieve
danscreatie die beeldende kunst en poëtische verhalen combineert. Een
zintuiglijke reis rond zusterschap, de onzichtbare banden tussen vrouwen en de
overdracht tussen generaties, voorbij tijd en ruimte.
Op 6 november nog twee maal te zien in Theatre El Duende, 23 rue
Hoche, Ivry-sur-Seine. Metrostation Mairie d’Ivry, lijn 7
Choreograaf Irene van Zeeland, Videograaf Carolina Kzan, Danseuses Juls Valls, Clara Rulié, Rose-Marie Rameau-Marsac.
Stem Luciana Tomie, Scenografie Véronique van Zeeland, Compositeur Herman Witkam, Supporters/Partners : Theatre El Duende, Anis Gras – Le Lieu de l’Autre, Harmonie Mutuelle Groupe Vyv.