We beginnen vandaag
onze wandeling op de rand van het 15e en 16e arrondissement. Het deel van
Parijs dat eeuwenlang de hoogste klassen heeft aangetrokken. De dorpen Passy,
Auteuil en Chaillot werden in 1860 door de stad Parijs geannexeerd als het 16e
arrondissement. Dit was altijd het gebied van de luxueuze
wereldtentoonstellingen. In 1878 werd op de Chaillot-heuvel een immens Moors
paleis gebouwd; het Palais du Trocadéro.
De Exposition
Universelle van 1878 was de derde wereldtentoonstelling die werd gehouden in
Parijs. De tentoonstelling was vooral ter viering van de wederopbouw van
Frankrijk na de Frans-Duitse Oorlog. Het Palais du Trocadéro was een schepping van de architecten Davioud
en Bourdais, met torens van 76 meter hoog. Het gebouw bleef tot 1937 staan en
maakte toen plaats voor het huidige Palais de Chaillot. Onder de vele
uitvindingen die te zien waren op de tentoonstelling bevond zich ook Alexander
Graham Bell's telefoon. Thomas Edison presenteerde er de megafoon en fonograaf.
De tentoonstelling werd verlicht door elektrische booglampen, en op 30 juni
werd het voltooide hoofd van het Vrijheidsbeeld tentoongesteld in de tuin van
het Trocadéro, terwijl andere stukken te zien waren op de Champ-de-Mars. Meer
dan 13 miljoen mensen betaalden om de tentoonstelling te bezoeken.
Het Palais du Trocadéro (1878) was een schepping van de architecten Davioud en Bourdais,
Het 16e is een
schitterende buurt voor wandelaars. Met serieuze hoogteverschillen en de
chicste gebouwen. Meer dan de helft van Arthur Guimard's (de ontwerper van de
metro-ingangen van glas en ijzer) gebouwen staan hier, complexen die hoge
welstand verraden. Een arrondissement met bevoorrechte wijken, prachtige
uitzichtpunten en mondaine straten, maar ook smalle steegjes, die niet meer
zijn veranderd sinds Atget ze vastlegde op de gevoelige plaat. 'Le seizième'
behoort tot 'les beaux quartiers', de mooie wijken van Parijs. Het is op stand
wonen, net zozeer en misschien nog wel meer dan in het zevende. Het is een
buurt van deftige mensen die zich zouden schamen om ergens anders in Parijs te
wonen. Wonen in het 16e staat ook bijzonder goed op je visitekaartje. Kortom ze
zijn BCBG; of wel 'bon chic, bon genre'.
In de 13e eeuw was het
nog gewoon een gehucht van houthakkers, maar de wijngaarden hoog op de heuvels
boven de Seine bleken een aantrekkings-kracht te hebben op de edelen, verbonden
aan het hof van de koning. De wijn van de abdij van Passy en de Minimes de
Chaillot waren in de wijde omtrek befaamd en geliefd. Het dorp Passy telde zo
rond de periode van de Franse revolutie slechts zes straten en werd gescheiden
van de stad door de 'Mur des Fermiers Généraux'; de Muur van de
Belastingpachters, een stadsomwalling van Parijs, die in tegenstelling tot zijn
voorgangers niet zozeer opgericht was uit defensieve doeleinden, maar alleen om
accijns te kunnen heffen op goederen die de stad in en uitgingen. De muur werd
gebouwd tussen 1785 en 1788, en in 1860 weer gesloopt. Na de wijn, zorgde de
ontdekking van ijzerhoudende bronnen in de 17e eeuw voor een nog grotere
bekendheid. Het genezende water van Passy zorgde voor een rijke clientèle die
benieuwd kwam kijken naar de veel geroemde thermische bronnen, die vooral
bekend stonden om haar laxerende werking. Nog steeds drink je in dit gedeelte van de
stad het lekkerste water.
Wandeling
We stappen uit op het
metrostation Bir-Hakeim, een van de fraaie boven de grond gelegen stations van
Ligne 6. Geopend tijdens de wereld-tentoonstelling van 1900 en vormt een halve
cirkel van Place Charles de Gaulle - Étoile en Place Nation. Buiten gekomen
nemen we de brug die over de Seine loopt; de prachtige Pont de Bir Hakeim. Deze metalen voetbrug, met daarop een weg en
een treinspoor, werd gebouwd in 1878 voor de Wereldtentoonstelling en is
opgenomen in het register van historische monumenten. Vanaf de brug heb je een
prachtig vergezicht op de Eiffeltoren (rechts), de woontorens van Grenelle (links)
en het Maison de la Radio (links). Maar voor we de gehele oversteek maken dalen
we midden op de brug de trappen af naar het Zwaneneiland.
Onbekend maakt
onbemind. De Allée des Cygnes, ook wel bekend als Ile des Cygnes, is letterlijk een eiland midden in de Seine, de
grens tussen het 15e en 16e arrondissement. Het eiland werd in 1827 aangelegd
en is vooral tijdens de warme lente- en zomermaanden een prettige plek voor een
wandeling. Het heeft een lang wandelpad met banken en is omzoomd door bomen.
Het is er koel en rustig. Hier onderga
je de rust van de Seine met zijn boten. Ze gaan gestaag hun weg naar gene zijde
van de stad. Hier blijft het drukke leven ver weg. Dat is de rust van de
rivier, die je ook zo heerlijk kunt beleven langs de vele kades van de Seine.
De kop van het eiland
wordt bewaakt door een replica van het beeld dat dit jaar 125 jaar bestaat: Het
Vrijheidsbeeld dat in de haven van
New York staat. Dit beeld werd onthuld in 1885, een jaar eerder dan in New
York. Omdat toen het bronzen beeld nog niet klaar was, werd een gipsen kopie
gebruikt. Het definitieve beeld werd in 1889 geplaatst. Het originele ontwerp
is van Eugene-Emmanuel Viollet-le-Duc en Alexandre-Gustave Eiffel. De Franse
beeldhouwer Frédéric Auguste Bartholdi heeft het project uitgevoerd en
Bartholdi's moeder, Marie, heeft er voor geposeerd. Er was 15 jaar nodig, van
1870 tot 1885, om het Vrijheidsbeeld te bouwen in het atelier van
Bartholdi aan de rue de Chazelles,
vlakbij het Parc Monceau in Parijs. Het beeld was een cadeau van Frankrijk aan
Amerika, voor de viering van de 100ste
verjaardag van de Amerikaanse onafhankelijkheid. De bouw werd door het
Franse volk zelf bekostigd. De verschillende onderdelen werden in 214 kratten,
op een schip, over de Atlantische Oceaan, naar Amerika vervoerd. Eenmaal in
Amerika aangekomen ontstond er een vertraging van 15 maanden omdat de sokkel
nog niet klaar was. Uiteindelijk werd het beeld onthuld op 28 oktober
1886.
Passy; het is het beeld van de film Last Tango in Paris, die in het begin van de jaren zeventig voor een deel in Passy en op de Bir-Hakeim werd opgenomen.
Terug naar de trappen
en bovenaan links richting Passy langs de machtige kolommen van de Bir-Hakeim.
Let eens op de prachtige symmetrie van de zuilen die afgewisseld worden met
enorme lampen waar je, als je goed kijkt, de Eiffeltoren kunt zien in de
weerspiegeling. We nemen de speciale loopbrug over de Voie Georges Pompidou
richting de roltrappen in de rue l 'Alboni waar de machtige Pont de Bir-Hakeim
eindigt in het metrostation Passy. Natuurlijk hadden wij dit stuk ook met de
metro kunnen doen, maar dan had u het Zwaneneiland, het prachtige uitzicht op
de Eiffeltoren en het Vrijheidsbeeld gemist. loop rustig het perron op van het
station Passy, waar u opnieuw wordt verrast met een prachtig uitzicht over de
Seine en de bovengrondse stations van lijn 6. Het is het beeld van de film Last
Tango in Paris, die in het begin van de jaren zeventig voor een deel in Passy
en op de brug werd opgenomen. Wat meteen opvalt is het werkelijk prachtige
ontwerp van deze, in een lijn liggende, metrostations, allemaal 75 meter lang
en gebouwd hoog boven de grond, op grote neoklassieke ijzeren pilaren. Dit
alles naar een ontwerp van de Franse architect Jean Camilla Formigé en
verwezenlijkt door de werkplaatsen van J. Leclaire in Montreuil, die ook de
opdracht kregen voor alle viaducten van metrolijn 2 en het viaduct van het
station Austerlitz. Bij lijn 6, gebouwd tussen 1900 en 1909, werden alle
bovengrondse stations opgetrokken in tweekleurig baksteen.
Vanuit het metrostation een prachtig uitzicht over de bovengrondse metrostations van ligne 6
We blijven de rue l
'Albioni volgen tot aan de place du Costa Rica waar verschillende restaurantjes
zitten, waar u kunt lunchen. Als u goed oplet torent hoog boven een van de
gebouwen de Eiffeltoren en twee panden worden aan het zicht ontrokken door een
gigantische muurreclame. Kiest u voor winkelen dan neemt u de rue du Passy,
waarin luxeboetieks en franchisenemers elkaar afwisselen. Deze hoofdweg van het
vroegere dorp Passy eindigt in het Bois de Boulogne. Ik neem u mee naar de rue Raynouard. In deze straat woonden
Jean-Jacques Rousseau, Benjamin Franklin en Honoré de Balzac. Rousseau (1712-1778)
was een baanbrekend filosoof, schrijver en componist van zeven opera's en
andere muziekstukken. Honoré de Balzac (1799-1850) kan worden beschouwd als een
van de belangrijkste Franse schrijvers van de eerste helft van de negentiende
eeuw. Vergeet niet bij de gebouwen aan de linkerzijde o.a. bij nummer 19 naar
binnen te kijken. Daat heeft u zicht op prachtige privé binnentuinen die met
hun hooggelegen terrassen uitkijken over de Seine. Weer zo'n mooi uitzicht
tussen de nummers 25 en 29 de avenue du
Parc de Passy.
Place du Costa Rica, twee panden worden aan het zicht ontrokken door immense muurreclames
Wat verder in de straat
op nummer 47 staat in een lager gelegen tuin het Maison de Balzac. Hij woonde hier tussen 1840 en 1847 onder de naam
van zijn vroegere kinderverzorgster, Madame de Breugnol, om zo aan zijn
schuldeisers te ontkomen. Het ziet er nog grotendeels zo uit als in die tijd. Bezoekers
moesten een wachtwoord noemen voordat ze werden binnengelaten. Met geld van
zijn familie was hij ooit een uitgeverij/boekhandel, een drukkerij en een
lettergieterij begonnen. De bedrijven gingen echter failliet en lieten Balzac
achter met schulden die hem, ondanks zijn grote literaire productiviteit, zijn
hele leven zouden achtervolgen. Het wachtwoord luidde: "On y entre comme
le vin dans les bouteilles" (Men gaat er binnen zoals wijn in flessen). Als onwelkome bezoekers er toch in slaagden
binnen te komen, ontsnapte Balzac via een achterdeur en ging hij via een
netwerk van ondergrondse kelders naar de rivier. Zijn huis is nu een museum, eigendom
van de stad Parijs en gratis te bezoeken. De helaas wat verwaarloosde tuin vol
rozen biedt wel weer een verrassend uitzicht op de Eiffeltoren.
Een prachtig doorkijkje bij rue Raynouard nr. 19
Na de tuin, een nogal
grimmig woonblok dat werd gebouwd door Auguste Perret, architect en
stedebouwkundige en de uitvinder van gewapend beton dat door Le Corbusier werd
aangehaald als een mijlpaal van de moderne tijd. We nemen links de trap omlaag (tegenover
nr. 62) en gaan meteen weer links de rue Berton in. Op nummer 24 bevindt zich
de vluchtuitgang van Balzac. De straat versmalt zich hier en vormt een van de
meest verrassende hoekjes van Parijs. Let vooral op de oude straatlantaarns met
zijarm die bijna nergens meer in Parijs zijn te vinden. Het zijn de straatlantaarns
die we kennen uit de film 'Le Ballon Rouge'. De muren vol met klimop, de ruwe
straatstenen en de oude gaslantaarns scheppen een sfeertje dat zo zou passen in
de beelden van het Parijs van Eugène Atget. Jammer van de grote
bewakingscamera's hoog op de muren. Deze zijn van de Turkse ambassade,
gevestigd achter de muur in het voormalige herenhuis van Princesse de Lamballe
en later het woonhuis van dokter Émile Blanche, een chique Franse psychiater
met patiënten als Berlioz, Liszt, Gounod, Rossini en Delacroix.
Maison de Balzac
Tegenover de poort van
de Turkse ambassade vervolgen we onze wandeling via de avenue Marcel Proust,
langs het Parc de Passy naar de avenue René Boylesve. Bij de impasse Marie de Régnier
begeven we ons op privébezit. Vergeet niet naar boven te kijken want daar
bevinden zich de terrassen die we ontdekten, binnenkijkend op de rue Raynouard
nr. 19. We komen uit op de rue Charles Dickens en de rue des Eaux. Deze straat
werd genoemd naar een minerale bron die hier in 1650 werd ontdekt. Het water
bevatte ijzer en zwavel en het verhaal deed in die tijd zelfs de ronde dat het
onvruchtbaarheid bij vrouwen zou tegengaan. Dit was eens het grondgebied van de
Abbaye de Passy waar de minderbroeders of de 'Bonshommes de Chaillot' leefden.
Op de heuvel, nu volgebouwd met chique zes etages hoge huizenblokken, lagen de
wijngaarden van Passy. Sommige straatnamen zoals de rue de Vineuse en rue des
Vignes herinneren daar nog aan. De abdij werd tijdens de revolutie gesloten en
in 1906 in zijn geheel afgebroken, maar in de catacomben die bewaard zijn
gebleven bevindt zich nu het Musée duVin, Caveau des Échansons. De daar tentoongestelde wijnparafernalia zijn
net zo opwindend als champagne van gister, maar de kelderbar is een sfeervolle
plek voor een goed glas wijn of een lunch. Bij gebruik van de lunch is de
entree voor het museum gratis. Uitgebreide gewelfde kelders en gangen leiden
naar oude mijntunnels, helaas niet toegankelijk, waar de stenen voor de bouw
van de Notre Dame vandaan werden gehaald.
Rue Berton dat zo zou passen in de beelden van het Parijs van Eugène Atget.
We zijn nu aan het
einde van onze wandeling. Volgt u de rue de Eaux dan komt u uit bij de Seine. U
kunt ook de trappen nemen van de smalle passage des Eaux die uitkomen op de rue
Rayouard. Het is dan ook gepast om te eindigen met een quote van Honoré de
Balzac die met name van toepassing is op een stad als Parijs: "L'architecture
est jusqu'à un certain point l'expression de la civilisation d'un peuple"
- De bouwkunst is tot op zekere hoogte de uitdrukking van de beschaving van een
volk.
Geopend dinsdag t/m
zondag 10.30 uur - 18.00 uur - toegang gratis.
Musée du Vin, square Charles Dickens 5, 16e arrondissement, metro Passy, La
Muette.
Geopend dinsdag t/m
zondag 10.00 uur - 18.00 uur, entree € 11,90 inclusief een glas wijn.
Reactie op Nederlanders.Fr
BeantwoordenVerwijderenReactie van Suzywong; prachtige foto's alweer, merci