Er is niets leuker dan mensen rond te leiden in Parijs. Dit is alweer mijn vierde blog over de bijzondere plekken die ik heb bezocht met de studenten en docenten van het Advance Centrum voor Fotografie. Dit keer was het ook voor mij een bijzondere ervaring doordat ik bij toeval terecht kwam in een stukje prachtige historie uit de 19e eeuw. Maar daarover meer, wat verder in deze blog.
Rond de eeuwwisseling van de 18de naar de 19de eeuw waren er nog geen riolen en trottoirs in Parijs. Alleen straten vol met stof en vuil, waar koetsen, getrokken door paarden, zorgden voor opspattende modder op regenachtige dagen. De komst van de industriële revolutie met de uitvinding van gietijzer en glas als bouwmaterialen gaf het woord flaneren een diepere betekenis. Er ontstaan verkeersvrije overdekte galerijen met hoge glazen daken met sierlijke gietijzeren constructies, die een overdekte passage vormen van de ene straat naar de andere. Winkelparadijzen, centra van cultuur en vermaak voor het 19de - eeuwse winkel-publiek. Parijzenaars die de laatste nieuwtjes wilden ontdekken, beschermd tegen de elementen. Parijs telde in de 19de eeuw meer dan honderd van deze kleine werelden. Tegenwoordig zijn er nog zeventien over. Hier proeft u nog de sfeer van kunst, cultuur en commercie uit lang vervlogen dagen. Veel zijn fraai gerestaureerd, anderen zijn helaas bouwvallig, maar wonderlijke winkels vindt u er altijd.
Op de boulevard Montmartre vindt u bij nummer 12 de Passage Jouffroy (140 m) uit 1845. Een drukke passage met de meest originele winkeltjes, die de nieuwsgierige bezoeker trakteren op allerlei verrassingen. Miniaturen, affiches, handgemaakt speelgoed en prachtige wandelstokken van de Frères Ségas. Middenin, de uitgang van het wassenbeeldenmuseum Musée Grévin. De hoofdingang zit aan de boulevard Montmartre nr. 10. Zeer de moeite waard, al was het alleen al voor het “Palais de Mirages”. Dit betoverende spiegelpaleis met zijn “Son et Lumière” (geluid– en lichtshow) stond in 1900 al opgesteld op de wereld-tentoonstelling in Parijs en is toen aangekocht door het museum.
Achter in de passage ziet u het hotel Chopin met een gevel die dateert uit 1850. Een charmant hotel met slechts 35 kamers. Trappen aan de linkerzijde brengen u naar het tweede gedeelte van deze passage vol met boekenstalletjes maar ook meteen een van de mooiste fotozaken van Parijs: Photo Verdeau. U koopt daar originele vintage prints van bekende fotografen. Een van de Advance docenten bleef bij deze zaak opvallend lang staan, als het ware geobsedeerd door de uitgestalde fotografie. Daar vertelde hij mij over zijn passie voor Collodium fotografie.
Het was de Engelse beeldhouwer en fotograaf, Fredrick Scott Archer die collodium fotografie in 1851 heeft uitgevonden. Hij experimenteerde met collodium in de hoop een dia positief te kunnen produceren op gewone glazen platen. collodium is een dikke en stroperige vloeistof die wordt gemaakt door het oplossen van genitreerde katoen (ook wel bekend als schietkatoen) in een mengsel van alcohol en ether. Het werd in die tijd veel gebruikt door chirurgen als vloeibaar verband mede dankzij haar veerkracht en aanhechting. Archer, gebruikte collodium om een betere hechting te verkrijgen van lichtgevoelige zouten aan zijn glazen platen. Zodra de zouten, zoals kalium jodide, in het mengsel van collodium waren opgelost, werd de kleverige vloeistof gegoten op het glas. Daarna werd de glazen plaat gedompeld in een bad gevuld met zilvernitraat. Zo werd een lichtgevoelige drager van zilverjodide gevormd op het oppervlak van de plaat. Eenmaal lichtgevoelig werd de plaat blootgesteld aan licht in de camera voordat het collodium begon te drogen. Als de plaat droog werd vòòr ontwikkeling, was deze niet meer lichtgevoelig en derhalve onbruikbaar. Om deze reden alleen al, werd het proces dat door Archer was uitgevonden bekend als "natte plaat" fotografie.
Alex, de naam van deze docent is een van de zeer weinige fotospecialisten in Nederland die zich bezig houden met deze bijzondere vorm van fotografie die 160 jaar geleden letterlijk het daglicht zag. Over de wereld zijn er niet meer dan 50 fotografen die nog werken volgens het principe van Archer. Deze week was het dan ook mijn kans om aan den lijve terug te gaan in naar de 19e eeuw. De foto is gemaakt met een 80 jaar ouden eiken platen camera van het Belgische merk Narita. De belichting: 6 volle seconden.
Terug weer naar de Parijse werkelijkheid. We vervolgden onze ontdekkingsreis via de uitgang op de rue de la Grange Batelière. Aan de overkant begint de PassageVerdeau (75 m) op nr. 6, een ware trekpleister voor eenieder die iets verzamelt. Deze passage, uit 1846 met zijn hoge dakramen en spitsboogvorm heeft zijn oude waardigheid weten te behouden. Kleine gespecialiseerde winkeltjes vol met rariteiten zoals l’Anciene France; zeldzame boeken en prentbriefkaarten. Roland Buret voor bijzondere postzegels en bij Latou, oude fototoestellen. Parallel aan de gehele passage loopt een geheim privé straatje; courette in het Frans. Met een beetje geluk is de ingang op nr. 13 bis geopend.
Alle nog bestaande passages zijn inmiddels benoemd tot cultureel erfgoed; ISMH, wat staat voor "Inventaire Supplémentaire des Monuments Historiques".
Passage Jouffroy, boulevard Montmartre 10-12, metro Grands Boulevards, Passage Verdeau, rue de la Grange Batelière 6, metro Grands Boulevards.
Geweldige foto, Ferry!
BeantwoordenVerwijderen